Interview

Laura Misch: “Ik voelde mij aangetrokken tot de saxofoon, niet door jazzmuziek, maar vanuit cartoons”


17 december 2018

We lopen door dwars door druk, gezellig en geluid producerend sociaal verkeer. Rotterdam, de Witte de With. We lopen onder luifels, dwars door gesprekken en tijdelijke benauwdheid, onder regenboogverlichting. Ik volg in haar slipstream. Halve woorden vallen over haar schouder, ik zeg halve woorden terug. Dan, de weg over, een berm en een gracht: op de rand van het Museumkwartier. In het gras. Daar spreek ik met Laura Misch. Muzikante, producer, saxofoniste.

Ze is een jaar of tweeëntwintig als de eerste singles verschijnen, op Soundcloud, op Bandcamp. Eigen productie, beats, saxofoon, loops. Vriendelijke muziek, lichte muziek. In de regio’s van jazz, in de regio’s van lounge, al dan niet samen met jongere broer Tom Misch, die inmiddels al de nodige meters heeft gemaakt. Ze zingt, met een, naar eigen zeggen ‘een wat ruwe stem’, met onbekookte goedmoedigheid, met muziek die zich al organisch ontplooit.

Een klein uur eerder
Dit ben ik: korte broek, zon op de huid, wachtend. Ik wacht tegen de bakstenen gevel van Worm. Twee mensen passeren, waarvan één gerokt, met bruine schoenen, blond haar ingevlecht, boodschappentas. Ik denk: Laura Misch, misschien is dat er wel. Geen idee, het is warm. De gedachte verdampt, twee Rotterdamse studenten voor hetzelfde geld. Ik heb een eind gelopen.

Dat is dus de Laura waarmee ik nu in het gras spreek. Dus toch. Twee passanten in Rotterdam. Alledaagser kan bijna niet. Mensen keuvelen, een tram rammelt, een ambulance fluit langszij, mensen fietsen, hete zon, een wietdamp van links. Laura zegt: “Ik was het niet.” Ik zeg: “Ik ook niet.” Het voorval verdwijnt in spijkerschrift, in steno, in een blauw schrift.

Lisa Simpson
Ze vertelt geanimeerd over de opstelling van de show: microfoons, laptop, apparatuur links en rechts. Dat het uitmaakt op welke afstand alles staat, de afstemming, dat haar armen overal bij kunnen. Als een octopus. Engelse tongval, Londense straatkeuvel, vijfentwintig jaar. Laura vertelt verder: “Ik maak graag geluidswolken met mijn saxofoon, die laat ik hangen. Nu heb ik Novation Bass Station, en met de effectpedalen kan ik die soundclouds gronden, en dan heb ik doorgerekende loops, een midi-controller en SAGA-software op mijn laptop.” Een half uur eerder zie ik de stellage bij de beschrijving. Ik hoor en zie de muziek bij de technische beschrijving.

Ik vraag naar het waarom van de saxofoon en of ze zich de eerste keer kan herinneren dat ze er eentje vast had: “Ik voelde mij aangetrokken tot de saxofoon, niet door jazzmuziek, maar vanuit cartoons. Je kent Lisa Simpson? Ik weet niet waarom, ik vond het gewoon leuk hoe zij saxofoon speelde.” Nog wat meer zinnen worden gesproken, een gesprek in vrije val, de naam Candy Dulfer valt en verdwijnt als voetnoot, ze vertelt verder:

“De eerste keer dat ik een saxofoon vast heb ben ik een muziekwinkel. Ik denk dat ik tien was of zo. Ik pakte dat ding, madea sound. Ik ben toen af en aan gaan spelen. Voordat ik mij vol bezig ben gaan houden met muziek studeerde ik biomedial science. I dropped out. Nu produceer ik mijn eigen muziek.” Ze lacht, ze vraagt: “Produceer jij muziek?” Ik zeg dat ik graag schrijf, ik zal haar niet vervelen met meer.

Gewichtige stilte. Dan vraag ik wat haar eigen muziekplannen zijn. De singles Lagoon en I Adore zijn uit, dromerige geluidssynthese, een overdenking op rust en herstel. 

Een ambulance passeert
Ze zegt: “Ik wil meer synth based muziek maken. Muziek met zware, polyfonische synthesizers. En ik wil meer afgeronde verhalen vertellen. De muziek die ik nu heb is meer vanuit mijzelf: hoe ik mij voel, wat ik mee heb gemaakt, waar ik over nadenk. Ik wil meer gaan werken vanuit thema’s, meer naar buiten kijken.” Ik vraag welke thema’s dat kunnen zijn. Ze denkt na, ze fronst. “Ik wil verhalen vertellen over human connection and loss.

Dan vertelt ze over alchemie: de verandering van iets waardeloos in iets met meer waarde. Dan vertelt ze over in een nummer dat ze heeft geschreven “over een persoon die ik nog nooit heb ontmoet, een vrouw die ik nog nooit heb gezien, maar waar ik toch een band mee heb.” Laura denkt na, ze zegt: “That was a really bad answer, was it? It was really a blurt.” De zon schijnt hard, ze lacht. Ik zeg: “Het is prima, als ik thuis ben kijk ik m’n aantekeningen door, dat komt wel goed.”

Als ik thuis ben kijk ik mijn aantekeningen door, ik heb het maar opgeschreven zoals het is. De zon, de berm, een gesprek in vrije val.

Ik ben niet pessimistisch
Een aantal aantekeningen verderop zegt ze: ‘Yeah, ik heb technologie-detox gedaan.’Ze fronst haar wenkbrauwen in de vorm van een vraagteken. ‘Ik heb zo’n haat-liefde-verhouding met technologie, met social media. I sometimes struggle to know who my friends are… Dat is minder heftig dan het klinkt.”

“Er is zo’n YouTube videovan Holly Herndon waarin ze dit idee beschrijft dat de laptop het meest intieme muziekinstrument is. Het kent je beter dan je jezelf kent. Een inspirerend idee. En ook op Soundcloud en Reddit heb ik binnen online communities goede gesprekken, goede discussies. Ik ben geen technofoob, ik ben niet pessimistisch.

Dat het plezant is
We praten verder, het gesprek bestaat uit indrukken, gedachten over het perspectief op succes, de muzikale mainstream en de kantlijn, zinnen met teveel woorden, dat ik geen gitaar speel omdat iedereen gitaar speelt, dat de sociale hectiek van vandaag intens is en dat het plezant is om iets te maken uitsluitend omdat je dat zelf wil. Dan zijn we voor de passanten van de Witte de With zelf figuranten geworden, mensen die spreken, die uitkijken voor ze de weg oversteken, willekeurige silhouetten die keuvelend opgaan in het sociale verkeer.

Laura Misch speelt in januari tijdens Eurosonic in Groningen.