Album Review

Jenny Hval ontwaakt na The Long Sleep, met frisse swing en een dankwoord


3 juni 2018

Ik dacht dat de Noorse sirene Jenny Hval een moeilijk, kil en onbenaderbaar mens was. De indruk versterkt zich als ik haar in Utrecht op het podium zie, gehuld in een glimmend, zwart dekschild. Moeder spin, blik op oneindig. De hipsters op de eerste rij verliezen zich. Als ze hun ogen op hebben zien ze een performance in een glazen cocon die niet veel groter is dan Hvals eigen lichaam.

Ze schrijft: ‘What am I doing here? Am I communicating? Am I promoting?’ Hval hangend op het podium, terwijl op de achterwand moeilijke projecties passeren. Een tafel met een laptop en een mengpaneel. Jenny zingt haar eigen teksten, en ik kan me vanaf de zijlijn niet aan de indruk onttrekken dat de hele toestand ver over de hoofden van het publiek gaat, inclusief mijn eigen. Een optreden als een artistieke narcose. Bij vlagen herken ik flarden uit ouder werk.

Op de laatste track van nieuwe EP The Long Sleep zegt Jenny, alsof ze wakker schrikt: ‘What am I doing here? Am I communicating? Am I promoting?’ Ik hoor bleke orgeltonen, geluiden die zich uitstrekken; ze zegt: ‘I want to tell you something. I just want to say: Thank you.’ Nu is de schone slaapster na drieëntwintig minuten wakker geworden, om iets eenvoudigs te zeggen. ‘Bedankt’, gevolgd door: ‘Ik hou van u’

Het begon met de lichtvoetige swing van Spells – So you put your jazz hands in the air – en een refrein dat spontaan mee geharmoniseerd kan worden. Een droomstaat als Destroyer’s Kaputt. Dan begint de trage ontmanteling, eerst in een verstilde doorwerking op piano, dan in een geduldig uitijlende drone van tien minuten: een galmende mistbank zonder muren, vloer en plafond. Dit is de lange slaap, voordat ze met heldere slag ontwaakt. Opgestaan uit de cocon. Dan zegt Jenny Hval: ‘Dit probeer ik te zeggen: Bedankt’.

Voilà, het hoge woord is eruit. Nu is Jenny Hval niet meer een glimmend dekschild met opgeschoren haar, enge vrouw met moeilijke ideeën, steriele kunstzinnigheid. Op The Long Sleep lijkt ze wel iets meer mens – op haar manier.

Dan zou ik datzelfde hoge woord willen schrijven: ‘bedankt’.

Als ondergetekende, tegen niemand in het bijzonder.