Interview

INTERVIEW: Rats On Rafts


25 maart 2015

Het is twaalf uur op een vrijdagmiddag en het café waar we hebben afgesproken met zanger David Fagan is niet meer. Op een A4’tje valt te lezen dat de plek gestopt is met latte macchiato’s schenken. Rotterdam lijkt standvastig, maar blijkt altijd in beweging, net zoals Rats On Rafts. Struinend over Rotterdam Centraal wijken we dan maar uit naar het keurige café Engels, geheel niet op zijn plaats.

Tien jaar geleden hebben jullie je eerste demo uitgebracht. Een flinke reis door de tijd later, zitten we nu samen in dit enigszins overdadige cafeetje. Hoe hebben jullie deze ontwikkeling mentaal en muzikaal ervaren?
“De afgelopen tien jaar? Hoe kun je daar antwoord op geven? Verwarrend? Ja? Nee? Ik weet ’t niet? We hebben zeven jaar lang gerepeteerd, overal en nergens gespeeld, een album gemaakt en toen ging het allemaal iets sneller. Maar in principe zie ik het wel zoals tien jaar geleden. Het zijn nog steeds dezelfde vier gasten. Het enige wat voor mij belangrijk is, is dat het telkens beter wordt.”

Tien jaar en twee platen. Bij veel bands is de drang om nieuwe releases uit te brengen enorm groot. Het wordt al snel een jaarlijkse riedeltje: elk jaar bijvoorbeeld een nieuwe Ty Segall en Thee Oh Sees.

Nemen jullie bewust meer tijd voor wat je op de wereld zet?
“Bij ons gaat dat gewoon zo. Ik denk dat het voor iedereen anders is, maar het betekent wel dat je geen hoogstaande platen uitbrengt. Het niet altijd even goed. Wij werken gewoon niet zo snel, daarom zit er ook ontwikkeling in.”

‘Tape Hiss’ voelt sporadisch claustrofobisch aan. De vocalen verdrinken in het weerkaatsend geluid van de band. Er is een nieuwe dwangmatigheid in de muziek nog niet aanwezig was op ‘The Moon is Big’. Waar komt deze intensiteit vandaan?
“Het verschil tussen onze twee platen is dat ‘Tape Hiss’ meer klinkt zoals we live klinken. Dat hebben we, naar mijn idee, niet echt gevangen op de eerste plaat. Daar zit het grote verschil. Het is misschien ook meer één geheel. Het live ervaren van een band, het vooraan staan tijdens een band totdat je oren nèt pijn gaan doen van het geluid, die ervaring is wat we wilden vastleggen.”

Een groot onderdeel van het vollere, intensere geluid van ‘Tape Hiss’ is te danken aan de analoge opnames. Hoe zijn jullie in de studio aan de slag gegaan?
“Onze allereerste opnames stammen uit 2005, die waren toen ook al op tape. We hebben altijd een voorliefde gehad voor tape, maar nooit de plaat daarop afgemaakt. Omdat ik deze keer alles zelf heb geproduceerd, was dat ook wel makkelijker om op aan te sturen. Ik weet dan nu ook duidelijker wat ik wel en niet kan doen. Analoog opnemen werkt sowieso veel beter voor een band zoals Rats on Rafts. Er is een enorm kwaliteitsverschil tussen de analoge en digitale uitgaven. Vaak wordt een analoge plaat eerst digitaal overgezet van de mastertape, voordat ‘ie gedrukt wordt. Je blijft toch horen dat er dan iets in het geluid verdwijnt. De elpee en de cassette zijn allebei volledig analoog gedaan, vanaf het opnemen tot het overzetten naar elpee of cassette. Je houdt op die manier een ontzettend rauw geluid over waar ik heel blij mee ben. Compleet analoog werken levert naar mijn gevoel echt z’n vruchten af.”

Sinds januari heeft Rats On Rafts een eigen label. Waarom hebben jullie de stap genomen om Kurious Recordings op te richten?
“Zodat we meer zelf in de hand houden. We werken natuurlijk wel samen met de gasten van De Kift, die alles zelf doen. Zij komen uit een tijd waar wij erg veel van houden en waarin iedereen alles eigenlijk zelf deed. In die punktijd had je een band in Rotterdam, De Rondos. Die hadden een eigen pand waarin ze zowel drukwerk maakten, bandopnames maakten en platen uitgaven. Dat is eigenlijk een heel gaaf idee. Het idee dat je het allemaal zelf kan. Waardoor je ook niet afhankelijk bent van partijen en hun meningen. Je eist van jezelf dat je verantwoordelijk bent om overal over na te denken.”

Financieel kan je eigen werk uitbrengen vrij zwaar zijn. Is dat niet iets waar je je druk om maakt?
“Alles wat wij ooit hebben verdiend met muziek maken, hebben we opgespaard, zodat we voor een situatie als dit klaar waren. Nu loont dat. Strakjes hebben we dat geld weer terugverdiend en kunnen we de volgende plaat maken. Als je geen geld hebt, is dat natuurlijk erg lastig. Daar zijn natuurlijk ook wel manieren voor, zoals lenen. Maar wij hebben gewoon verstandig gedaan en ervoor gespaard. Het is voor ons dan ook niet écht belangrijk om ons brood te verdienen met muziek, het is meer een mooie bijkomstigheid als dat kan.”

Wat doen jullie dan in je dagelijks leven?
We hebben allemaal bijbaantjes naast de muziek, in platenzaken of als schoonmaker in de bioscoop. Alles bij elkaar komt het altijd wel goed.”

Bij Rats’ vroegere werk op ‘The Moon is Big’ waren inspiraties van Echo and the Bunnyman en C86-bands duidelijk. ‘Tape Hiss’ voelt daarentegen aan als een ontwikkeling naar een steeds meer ‘eigen’ geluid. Wat denken jullie daarvan?
Ik ben het nooit eens geweest met die verwijzingen, die vooral in Nederland worden gemaakt. Ik hoor dat allemaal niet zo. Of: ‘het zijn ook steeds minder liedjes’. Ze zijn niet zozeer abstract of zo, het zijn gewoon nog liedjes. Maar het is niet meer het typische popliedje met een refrein en een couplet.”

Zijn er bands waar jullie écht naar luisteren of een connectie mee hebben?
“Momenteel luister ik naar Lee Hazlewood, Van Dyke Parks en Scott Walker, wat eigenlijk helemaal niet van deze tijd is. Maar dat betekent niet dat ik niet van moderne muziek houd. Ik hou bijvoorbeeld veel van Ariel Pink en dat soort figuren. Ik graaf in het verleden en kijk naar het heden. Laatst heb ik weer Nouveau Vélo gezien. Ik vond die plaat niet zo heel goed, maar live hebben ze een enorme ontwikkeling doorgemaakt en dat is wel heel erg gaaf om te zien. Het voelde erg als The Feelies, maar er zat veel meer risico en rauwheid in de muziek. The Homesick, Yuko Yuko en Harry Merry vind ik ook gaaf. Dat zijn de vier dingen in Nederland die interessant zijn op het moment.”