Interview

Het Haagse smoelwerk van Sniester: een interview met programmeur Henk Koolen


1 mei 2017

Hofstad? Nee joh, popstad! Van 26 tot en met 28 mei staat Den Haag helemaal in het teken van Sniester, een ietwat schofterig festival met eigen smoel. Kortom, zoals het hoort in Den Haag. Eerder tipten we in aanloop naar het festival al een handvol acts van de lawaaiige doch liefdevolle line-up van Sniester. Nu spreekt The Daily Indie een maandje voor het met een van Sniesters meesterbreinen, Henk Koolen: “Het gaat om energie, emotie en echtheid.”

Koolen, die in het dagelijks leven programmeur is bij het Haagse poppodium Paard, begeleid ondergetekende naar een bank op de begane grond van het bijzondere pand. Hij mort even aan wat knoppen, maar echt licht krijgt hij het er niet. Geeft ook niks, die schaduwrijke schemering past best bij Sniester, dat niet vies is van wat vuiligheid. Al snel valt de duisternis niet meer zo op, want Koolen vertelt op kleurrijke wijze over de ontstaansgeschiedenis van het gespreksonderwerp: Sniester. “Wij zitten hier in het Popdistrict”, steekt hij van wal. “Dat beslaat alles van de Grote Markt tot en met het Paard, en gaat de komende tijd misschien nog wel uitbreiden. Dat is een samenwerkingsverband tussen alle clubs en cafés die in dit gebied popmuziek programmeren.”

“Het gaat helemaal niet om namen, maar om belevenissen. Energie geven en krijgen”

Sniester is voortgekomen uit een ander festival dat door dat samenwerkingsverband tot stand kwam. Onder de naam PopHotSpot organiseerde het Haagse Popdistrict jarenlang een tweedaags buitenfestival op de Grote Markt, met flinke namen als Blood Red Shoes en Balthazar. Succesvol was het, maar saai ook. “Op een gegeven moment had bijna iedere stad wel zo’n festival”, herinnert Koolen zich. “Je moest ineens heel veel geld betalen voor acts die overal speelden. Toen hadden we het ineens helemaal gehad.” Het publiek ook trouwens. Dat lijkt het allemaal wel te weten en blijft weg als het weer niet mee zit. Als de koppen in Den Haag bij elkaar gestoken worden, blijkt dat de blauwdruk voor een verbeterd festival snel vorm krijgt. “Het gaat helemaal niet om namen, maar om belevenissen. Energie geven en krijgen.”

Dat kan de organisatie, van hoe goede wil ze ook is, natuurlijk niet alleen regelen. Daar zijn artiesten voor nodig. En niet de eerste de beste. “We willen artiesten samenbrengen die er écht voor willen gaan en het festival niet zomaar afvinken op hun tourlijstje, terwijl ze alweer nadenken over waar ze volgende week moeten spelen”, stelt Koolen. Wat wél de bedoeling is? “Ze moeten denken: ‘Godverdomme, op dat festival wil ik staan en m’n onderbroek helemaal in het zweet spelen.’” Welke bands dat beter kunnen dan alle andere, dat zijn de afgelopen jaren bands gebleken die op Sniester een thuiswedstrijd spelen. “Een kwart van de programmering bestaat uit Haagse acts”, vertelt de festivalprogrammeur met lichte trots.

“We zoeken geen bands die een showtje komen doen. Die hebben het niet begrepen”

Dat het popepicentrum in Nederland zich de afgelopen decennia enigszins lijkt te hebben verplaats, van Den Haag naar steden als Amsterdam en Utrecht, zegt volgens Koolen dan ook niet veel over de kwaliteit van de muziek die in de Sniesterstad gemaakt wordt.  “Er zijn nog steeds heel veel toffe Haagse acts. Die vinken we niet zozeer doelbewust af op onze line-up, daar komt het gewoon vanzelf op neer. We zitten er wel dicht bovenop, dus het zijn vaak nieuwe Haagse namen die bij ons staan.” Dit jaar staan houden onder meer Son Mieux, Niko en Every Kid Knows de Haagse eer hoog in die categorie. Aan de andere kant doet de organisatie zijn best om alle Haagse veteranen en vedettes die dat verdienen, een plek te bieden op het festival. Enkele jaren terug stal Hallo Venray de show op Sniester, dit jaar is die taak weggelegd voor lokale lievelingen Smutfish en Monomyth.

Emotie
Dat betekent overigens niet dat er niet buiten de eigen stad- en landsgrenzen gekeken wordt. Sniester 2017 presenteert bijvoorbeeld bands uit België, Groot-Brittannië en Australië. Zo bijzonder is dat op zich natuurlijk niet, maar wat wél bijzonder is dat het bands zijn die op vrijwel geen enkel ander Nederlands festival te zien zijn. Het Sniesterprogramma is, kortom, op maat gemaakt. “Hoe dat in zijn werk gaat? Nou, gepaard met een hoop emotie en af en toe flink wat ruzie”, bekent Koolen. “We werken met vier mensen aan het programma. Misschien niet zo handig, want soms staken de stemmen. Gelukkig hebben we daarnaast ook nog input van de mensen die publiciteit doen.”

De moeilijkheden binnen het programmeringsproces zijn te verklaren door de vaagheid van de criteria die Sniester – overigens doelbewust – hanteert. “Of iets wel of niet een Sniester-act is, dat gaat om gevoel, en is net zo vaag als dat klinkt”, weet Koolen. “We zoeken geen bands die een showtje komen doen. Die hebben het niet begrepen. Soms slipt er nog wel eens eentje doorheen, maar dat gebeurt gelukkig steeds minder.”

Het team van Sniester zit dan ook vol met wilskracht en wijsheid. Naast Koolen bestaat de programmeursploeg van het festival uit Marco Bijsterbosch van de Grote Markt en de Zwarte Ruiter, Remco Prins van de Grote Markt en Koolens Paard-collega Eva von der Assen. “We gaan altijd met z’n allen naar Eurosonic Noorderslag en zien door het jaar heen allemaal veel bands”, licht Koolen toe. De veelvraten veroorzaken veelzijdigheid: Sniester kent zowel singer-songwriters als snoeiharde rockbands en zowel bloedhete feestacts als bloedserieuze fanatiekelingen. “Als ik het heb over energie, denk je misschien snel aan pompende garagerock, maar een ingetogen singer-songwriter die vanuit zijn hart zingt en je raakt, kan ook heel energiek overkomen”, meent Koolen. “Het hangt niet af van het genre, maar van de intentie van de artiest en de interactie met het publiek.”

Echtheid
Het is duidelijk een van Sniesters speerpunten, de sfeer die er hangt tussen de bands en het publiek, of liever gezegd: door de bands en het publiek. “Het mag gewoon leuk zijn”, licht Koolen zijn gedroomde dag op Sniester verder toe. “Het is ook helemaal niet erg als je een uur aan de bar staat, drie acts aan je voorbij laat gaan en staat te lachen met je vrienden. Dat is waar Sniester óók voor staat.” De bluf, branie en Haagse humor spreekt duidelijk niet alleen uit de programmering van het festival, maar ook uit alles wat de driedaagse omringt, van de teksten op de website tot de plannen buiten de programmering om. “We hebben weer allerlei gekke gebeurtenissen gepland die onaangekondigd gaan plaatsvinden”, verklapt de programmeur. “We hebben een soort traditie om iets te doen met de OV-reizigers. Bij het uitstappen van de tram op de Grote Markt belandden zij bijvoorbeeld al eens midden in een modeshow of werd hen gevraagd even te wachten tot het startschot, waarna hun ‘sprinttijd’ werd opgenomen. Totale verwarring, dat vinden we leuk.”

Een belangrijk figuur daarin is Sniesters mascotte, een zwarte kat die overal voor (on)geluk zorgt. “We kunnen moeilijk zeggen wat hij moet doen, want hij is een kat, dus hij luistert voor geen meter”, lacht Koolen. “Hij duikt overal op, valt mensen lastig. Dat soort dingen moeten het anders maken dan een ander festival waar je naartoe gaat.”

Sniester is een festival met een knipoog, maar ook een festival dat vol dromen zit. De reorganisatie die het festival heeft doorgemaakt, waarbij voor het eerst tickets worden verkocht en op meer locaties dan ooit muziek wordt gemaakt, heeft weinig tot niets te maken met het subsidieverlies waarmee het Popdistrict te maken kreeg. “We dromen ervan dat Sniester in dat weekend de hele stad overneemt”, legt Koolen uit. “Als we dat willen bereiken, moeten we een hoop extra productiekosten maken.”

“Subsidie is natuurlijk mooi meegenomen, maar als je minder krijgt moet je niet gaan lopen zeiken”

Zo zijn op dit moment alle zalen in het gebied die een eigen geluidsinstallatie hebben al betrokken bij het festival. Dat betekent dat op iedere nieuwe locatie licht en geluid door Sniester zelf naar binnen gebracht dient te worden. En dan hebben we het over de programmering op die plekken nog niet eens gehad. Koolen: “Dan kun je wel de hele tijd je hand op houden en vragen om gratis geld, maar als we echt willen groeien, dan moeten we gewoon met een ander model gaan werken. Subsidie is natuurlijk mooi meegenomen, maar als je minder krijgt moet je niet gaan lopen zeiken. We moeten het gewoon zelf oplossen en dat gaan we ook doen.” Dat nieuwe model bedreigt de missie van het festival dan ook geenszins, volgens de programmeur. “Het draait nog steeds om kleinschaligheid en geloofwaardigheid.” Ook in zijn zoektocht naar sponsoren houdt Sniester daar rekening mee. “We willen vooral met kleinschalige bedrijven werken, want vele kleintjes maken één grote.”

Een grote, dat zou Sniester de komende jaren nog weleens kunnen worden. De editie van 2017 vormt in ieder geval een belangrijke stap, met een groter gebied en een langere line-up dan ooit. “Beergarden gaan we voor het eerst doen”, vertelt Koolen over de uitbreiding. “Ik weet niet of ik verder al veel mag zeggen, maar hier vlakbij gaat een nieuwe locatie open, die door ons ontmaagd wordt. Een hele gave kelderlocatie is dat.” Alsof dat nog niet genoeg is, vindt Sniester dit jaar ook voor het eerst plaats in The Grey Space. Op die locatie, waar vroeger de Vrije Academie zat, zetelden het Paard en het Haagse festival Rewire al eerder.

Dat grotere aantal acts, ongeveer tachtig in totaal, kan het festival dus prima kwijt. Koolen zelf komt er wellicht wél door in de problemen: “Het is elk jaar mijn streven om van elke act tien tot vijftien minuten mee te pakken. Dat lukt meestal vrij aardig, al ben ik daarna wel helemaal kapot. Ik kan natuurlijk wel binnendoor via de backstage, dat scheelt wel.” De programmeur blijkt daarmee een soort personificatie van het Sniesterpubliek. “Ik vind het een uitdaging om alles mee te krijgen, want sterke voorkeuren heb ik niet”, vertelt hij. “Ik heb bij alle acts wel een soort nieuwsgierigheid. Dat is toch ook een beetje het Sniestergevoel denk ik. Op onderzoek gaan en je eigen weg vinden. Dingen meemaken en dingen missen.”

TIP! In samenwerking met Pinguin Radio organiseert Sniester tijdens het festival ‘sneak peeks’. Daarbij geven bands in een busje nabij de Grote Markt korte optredens om het publiek vast lekker te maken voor hun overheerlijke optredens op het festival.


WEBSITE SNIESTER | FACEBOOK-EVENT | TICKETS

Sniester Festival
Sniester wordt georganiseerd door Grote Markt Den Haag, Paard van Troje en het Haags Pop Centrum.
Data: Vrijdag 26 mei t/m zondag 28 mei

Locaties: Grote Markt, De Zwarte Ruiter, Café September, Rootz, Paard van Troje, de Blauwe Kamer, Quantum (het Kwantum pand), Uno, Beergarden, Hostel de Gekke Geit
Tickets: 
Dagticket = €10 | Poes-partout-ticket = €15