Interview

De hopeloze romantiek van Moon Moon Moon: “Ik heb nog een hoop te verkennen”


7 juli 2017

 

Een opvallende trend in de popmuziek: de opmars van Amerikaanse DIY-wonderkinderen van begin twintig. Car Seat Headrest, (Sandy) Alex G en Jay Som waren recent verantwoordelijk voor geweldige platen die veel Top Tien-lijstjes haalden. In Nederland hebben we een dergelijk productieve muzikant: Mark Lohmann (23) van Moon Moon Moon schrijft avontuurlijke luisterliedjes met een geheel eigen vocabulaire en visie. Als je dan toch vergelijkingen erbij moet pakken: The Microphones, Neutral Milk Hotel, Chad VanGaalen, Sufjan Stevens en Sparklehorse.

Moon Moon Moon speelt tijdens Valkhof Festival op 17 juli in de Kapel om 23:30 uur. Dat is een speciaal onderdeel van Cultuur Op De Campus x Valkhof.

Mark Lohmann noemt zichzelf een romanticus. De keerzijde van romantiek is dat de realiteit vaak ontnuchterend inslaat, als een emmer ijskoud water in het gezicht. Op het debuut I Want! I Want! jaagt Lohmann het creatieve vuur na als een wereldvreemde verstekeling. De dit jaar uitgebrachte opvolger Help! Help! voorziet hij van een illustratie waarop twee handen wanhopig boven de oppervlakte van de zee reiken. Het ietwat zelfspottende noodsein luidt als volgt:

“Music that tells the tale of what could happen when you solely hold on to stars, moons, music, god, the loch ness monster, ufos, little lights and fairy tales. (Spoiler alert: it all ends up in a big nightmarish ocean with someone calling out for help)”

Lohmann: “Voor mij sloeg I Want! I Want! meer op het dromen over iets, terwijl Help! Help! De vervelende kant reflecteert. Heel veel mensen vinden dit album alsnog dromerig klinken. Ik probeerde het zelf meer als een nachtmerrie te laten klinken.”

Sterfbed
Het gebeurt niet vaak dat je een muzikant voor het eerst ziet tijdens een (Skype)-interview. Zelfs in het verwaterde landschap vind je per artiest genoeg persfoto’s online te om ze in een menigten te herkennen. Lohmann verschuilt zijn voorkomen liever achter zijn muziek. “Dat is grotendeels uit verlegenheid. Maar dat is in het verleden extremer geweest. Toen ik I Want! I Want! uitbracht, had ik mijn naam op Facebook veranderd zodat niemand mij kon vinden. Ik vond het belangrijk dat mensen niet de vlezige persoon achter de muziek konden traceren, maar dat ze zelf een beeld konden vormen. Tegenwoordig vind ik het wel leuk om mezelf als persoon achter de muziek te binden.”

Lohmann vertelt dat hij als kind droomde van een afgezonderd bestaan als schaapherder. Ondergetekende denkt hierbij meteen aan deze scene uit Good Will Hunting. “Ik heb Good Will Hunting nooit gezien, maar ik weet dat Elliot Smith aan de soundtrack mee heeft gewerkt.” Hij citeert zelf het gedicht The Shepherd van schrijver William Blake. Opvallend wel; praten over andere artiesten en schrijvers die hij bewondert gaat Lohmann stukken makkelijker af dan praten over zijn eigen muziek. Mark ‘E’ Everett, het creatieve brein achter Eels, was de artiest die Lohmann als eerste inspireerde zelf muziek te maken. “Dat was een openbaring. In de pubertijd veranderde Eels iets in mij. Zijn muziek trok het tapijt onder mij vandaan.” Vooral de manier waarop Eels over kleine dagelijkse onderwerpen schrijft, inspireerde hem enorm.

 

“Toen ik The Microphones ontdekte, besefte ik dat je meer in je muziek kon stoppen dan slechts gitaar.”

 

Lohmann draagt zijn invloeden en inspiratiebronnen op de mouw. Moon Moon Moon is dan ook vernoemd naar een liedje van The Microphones, het pseudoniem van songwriter Phil Elverum. “Voor I Want! I Want! nam ik veel muziek met mijn mobieltje op, met zo’n 4-track recorder-app”, vertelt Lohmann: “Toen ik The Microphones ontdekte, besefte ik dat je meer in je muziek kon stoppen dan slechts gitaar. Het was een kwestie van veel uitproberen, en niet teveel na proberen te denken.” De vergelijking tussen de twee is snel gemaakt. Net als Elverum schrijft Lohmann schetsmatige nummers met een curieuze verbeeldingskracht. Onlangs bracht Elverum, inmiddels jarenlang platen producerend als Mount Eerie, het album A Crow Looked At Me uit, nog een album waarop iedere vorm van romantiek is onttrokken. Bij de eerste zin is de kogel al door de kerk:  “Death is real/Someone’s there and then they’re not/It’s not for singing about/It’s not for making art”

 

“Het was gewoon op een doordeweekse dag. Hij keek nog één keer rond de kamer om afscheid te nemen voordat de dokter hem in liet slapen.”

 

De dood hangt ook als een schaduw boven Help! Help!. De treffend getitelde afsluiter Deathbed gaat over de dood van Lohmanns opa. Het is de eerste keer dat hij de dood van dichtbij meemaakt. Zoiets laat natuurlijk altijd een blijvende indruk. “Deathbed is een wake-up call naar mezelf toe. Ik heb mijn opa op zijn sterfbed bezocht. Hij pleegde euthanasie. Ik was benieuwd wat mijn gedachten zouden zijn in zijn situatie. In het liedje komt het terug in de vorm van een gesprek. Het was een vreemde ervaring. Aan de ene kant positief, want ik heb nog genoeg tijd om het leven leuk te maken. Maar in het liedje zelf is het daarvoor eigenlijk al te laat. De spijt dat ik niet meer van alles heb kunnen genieten.”

“Het was een super rare dag, ik heb het allemaal zo bewust meegemaakt. We zaten allemaal beneden te wachten tot het drie uur was, totdat de dokter naar beneden kwam met het spuitje. Mijn opa lag boven te wachten. Hij had kanker dus het was vooral om de pijn te laten stoppen. Het was gewoon op een doordeweekse dag. Hij keek nog één keer rond de kamer om afscheid te nemen voordat de dokter hem in liet slapen.”

Lohmann pauzeert even. “Ik ben er voor eeuwig door geschokt.” En dan opnieuw. “Maar… het is wel inspirerend.”

 

 

In tegenstelling tot het album van Mount Eerie biedt Moon Moon Moon’s Help! Help! wel het reddende, zalvende tegenwicht in Lohmanns zelfgeschapen universum. Het charmante Believing In Nessie bijvoorbeeld, vervangt het geloven in God in essentie met het geloven in het Loch Ness Monster. “Ik las in die tijd een boek van de zanger van Belle & Sebastian, die heel gelovig is. Ik ben dat zelf nooit geweest, maar het leek me geniaal om in iets te geloven dat totaal buiten mezelf afspeelt. Toen besefte ik mij dat ik dat vanzelf deed: ik geloof in UFO’s, en ik kan mezelf prima laten geloven in Nessie. Daar kan ik ook kracht uit halen.”

De drang om op een intense manier creatief bezig te zijn trof Lohmann al vroeg in zijn leven. De zee is nog altijd een mysterieus fenomeen, een schijnbaar oneindige ruimte waarin je kunt verdwalen en verdrinken. Hij vertelt dat hij als kind vaak SpongeBob Squarepants tekende, een personage dat zowel kinderen als volwassen aanspreekt. Lohmann maakte als tiener stripboeken die hij vervolgens verkocht op het schoolplein. Toen hij eenmaal van een goede vriend, die nu nog steeds in zijn achtergrondband speelt, gitaar leerde spelen, keek Lohmann niet meer om. Hij beschouwde muziek vanaf het begin als meer dan slechts een geinige hobby. Het was net als het geloven in het Loch Ness Monster: je hoefde het slechts te verzinnen of het bestond. “Het lijkt vaak alsof de meeste liedjes al lang bestaan, en ik alles moet leren uitvinden voordat ze klinken zoals ik het mij had voorgesteld.”

Met lichte gêne ontkracht Lohmann deze – voor zijn gevoel – wat pretentieuze uitspraak: “Ik weet dat het belachelijk klinkt. Maar zo voelt het écht!”

Will O’ The Wisp
Zelfs de opleiding die Lohmann uiteindelijk koos, Interactieve Media, had secundaire prioriteit ten opzichte van zijn muziek. In plaats van een populaire app te maken met zijn kennis, maakte hij een videospel, Will O’ The Wisp  waarmee je een geheime EP kon downloaden. Je moest het wel eerst uitspelen. “Ik vond mijn studie vreselijk. Maar ik wilde iets ermee doen waardoor ik er met Moon Moon Moon nog iets aan had. Ik zag opeens voor me hoe ik ‘door de liedjes heen’ kon lopen. Toen begon ik het spel te maken.”

Lohmann beschouwt zichzelf dan wel een romanticus, Will O’ The Wisp was bepaald geen spel waarin een Italiaanse loodgieter Prinses Perzik redt van een tirannieke schildpad. Je verzamelde in ieder level dwalende brandende lichtjes (wisps), tot er weer een nieuw liedje manifesteert. Af en toe dropte het spel een hint: wie door de muren liep, kan verstopte B-kantjes vinden. Een tekstfragment noemt de term learned helplessness: hoe iemand iets op een soort Pavloviaanse manier, door middel van associatie, bepaalde grenzen aanleert.

“Ten eerste, learned helplessness vind ik een interessant concept. Een paard dat vastgebonden staat aan een plastic stoel, leert door de jaren dat hij in die positie niet weg kan lopen. Dat komt omdat hij het gewend is om aan een metalen paal vastgebonden te zijn, waarvan hij niet kan ontsnappen. Hij kan makkelijk weglopen van de plastic stoel, maar hij is geconditioneerd om te blijven staan. Het spel geeft je een hint dat je dingen als normaal bent gaan vinden kunt omzeilen. Dat als je naar links loopt je gewoon door de muren kunt lopen.”

 

“Veel van mijn liedjes gaan over het zorgen maken over de toekomst. Dat is ongeveer het beeld dat ik van mezelf had: wat komt er precies van mij terecht?”

 

Het kostte Lohmann een dik half jaar om het Will O’ The Wisp-spel af te krijgen. Het is inmiddels niet meer online te vinden. Dit audiovisuele project lijkt aanvankelijk een charmante en originele manier om zijn muziek uit te brengen. Maar gezien de tijd die Lohmann er in heeft gestopt, met alle cryptische boodschappen, kruipt het vermoeden naar boven dat het spelletje iets veel persoonlijkers communiceert. Spelen voelde eerder alsof jouw pixelpoppetje door Lohmann’s geest navigeerde. En ja, SpongeBob kwam ergens in het spel voor, bij een spookhuis.

Helaas, je redt geen prinses na het uitspelen van Will O’ The Wisp. Sterker nog, als je bent uitgespeeld, gaat het meisje uiteindelijk dood. “Ik heb Will O’ The Wisp vandaag toevallig ook weer sinds tijden gespeeld”, lacht Lohmann, enigszins onwennig. “Ik kwam tot dezelfde conclusie. Toen ik het maakte was ik hier niet zo bewust ermee bezig. Ik ben zelf nooit zo met voorbedachte rade bezig met wat ik maak. Nu ik terugkijk, is het redelijk voor de hand liggend wat ik precies deed.”

 

 

Lohmann lacht verontschuldigend om het feit dat die happy ending ontbreekt: “Veel van mijn liedjes gaan over het zorgen maken over de toekomst. Dat is ongeveer het beeld dat ik van mezelf had: wat komt er precies van mij terecht? Je loopt in het spel inderdaad achter die lichtjes aan: dat wijst ook op het eeuwig romantiseren van dingen. Uiteindelijk eindig je toch weer alleen in je kamer, omdat je constant naar de maan staat te gapen in plaats van tegen je vriendin te praten.”

Hij verduidelijkt: “Het is een uitwerking van mijn relatie toentertijd. Terwijl ik continu met andere dingen bezig was, bleef zij van me houden. Wat ik ook deed, ZIJ zou bij mij blijven. Je ziet ook dat het meisje naar het spelpersonage toe blijft gaan. Op een gegeven moment komt hem dat duur te staan.”

Balans in het universum
In de tussentijd heeft Moon Moon Moon alweer een nieuwe plaat uitgebracht, getiteld Oohohoo. Een palindroom zonder betekenis, iets dat eerder kan slaan op een oerkreet, een soort elementair gevoel. “Ik ben best wel een emotioneel persoon, mijn gevoelens nemen vaak de overhand”, meent Lohmann op een gegeven moment. Vlak voordat ons interview begon was hij nog bezig om oude liedjes te verzamelen; liedjes die hij in het verleden schrapte (“Het zijn er heel veel”) maar na een tijdje rijpen toch goed genoeg vond om uit te brengen. Een van die liedjes is het folky Breathing Hole, dat volgens Lohmann eigenlijk op Help! Help! Had moeten staan. “Zoals echt heel veel nummers op Help! Help! hadden moeten staan. Omdat er zo’n oceaanthema over de plaat hing, wilde ik iets positiefs toevoegen op de plaat, iets waar je niet van verdrinkt.”

Oohohoo valt minder zwaar op de maag dan zijn voorganger. Op liedjes als Taylor Swift en Summer Evening breekt de zon door, al blijft de melancholie van Help! Help! als een ochtendkater hangen. Lohmann: (lacht) “Ik heb nog een hoop te verkennen. Ik ben blij met het resultaat van Help Help!. Maar ik heb het gevoel dat de dingen die ik nu maak heel veel beter zijn. En dat gebeurt nog steeds in deze slaapkamer.”

 

“Je kiest ieder moment, bewust of onbewust, om te leven of te sterven, en niet alle mysteries des universum zijn te doorgronden.”

 

Er heerst een soort rust over deze songs die bij de andere twee Moon Moon Moon-albums moeilijk te bekennen was. I Want! I Want! belichaamde een  abstracte* droom, een levenslustige zoektocht, Help! Help! De aardse nachtmerrie, de verlammende paniek dat je het tij niet meer kunt keren. Op Oohohoo sijpelt Lohmann’s acceptatie door dat alles toch gewoon tijdelijk is: liefde en eenzaamheid, gemak en ongemak. What goes around comes around: je kiest ieder moment, bewust of onbewust, om te leven of te sterven, en niet alle mysteries des universum zijn te doorgronden. Zelfs niet in het persoonlijke universum dat Moon Moon Moon heet. De prangende vragen blijven en veel daarvan blijven onbeantwoord. Op What The? zingt Lohmann: “And I’ll drink my drink/and I’ll keep my cool.”

 

(Lohmann nam Want! Want! met geheel abstracte instrumentatie op, geluiden werden onherkenbaar vervormd, zonder het besef hoe instrumenten als drums precies werken. *Help! Help!  daarentegen, is meer opgenomen met het besef hoe een achtergrondband zou klinken, vandaar dat het ‘aardser’ klinkt.)

Toch heeft Mark Lohmann, op zijn schuchtere, maar stilletjes briljante manier, iets gevonden om het tijdelijke te vereeuwigen in zijn muziek. Disintegration Loop is vernoemd naar de beroemde serie van de Amerikaanse componist William Basinski. “Ik werd heel erg door The Disintegration Loops geraakt. Basinski heeft op 9/11 een herhalende loop vastgelegd van vijf seconden, dat een uur lang continu steeds verder doodgaat. Ik was toen op het huis van mijn zus aan het passen, verveeld, depressief en alleen. Het was super raar om die combinatie tussen de rokende torens en de muziek waar te nemen.”

Teneergeslagen door liefdesverdriet en sterfgevallen leek het Lohmann interessant om het concept van Basinski toe te passen op zijn eigen muziek. “Ik dacht bij mezelf: de loop die na een uur dood was gegaan, kan ik opnieuw gebruiken. Omdat ik die eigenlijk ook niet wil missen. En om dat als concept voor het liedje te gebruiken. Dat is de gedachte erachter: om dingen die voorgoed zijn verdwenen niet los te laten.”

Op het Schotse blog The Skinny vertelt Lohmann dat hij Basinski persoonlijk benaderde via e-mail met het verzoek of hij zijn muziek kon gebruiken. Dat mocht uiteindelijk niet, maar Basinski vond het liedje wel mooi. Het ging uiteindelijk meer om het idee. Dat lijkt bij Moon Moon Moon altijd het constante: autobiografische liedjes die zijn samengesteld als een fragmentarische collage. Net als die aangrijpende scene uit The Truman Show: Jim Carrey’s personage plukt koddig knipsels uit diverse bladen om het gezicht van het meisje te vormen, de persoon die een dappere poging waagde om hem uit die idyllische schijnwereld te slepen.

 

 

Grappig dat Truman aan het einde van die film zelf ook op een lekkende roeiboot terecht komt, bijna verdrinkt in een storm en uiteindelijk de ‘echte’ wereld tegemoet treedt. Lohmann blijft dingen plukken die hem raken, die hem verwonderen en helpen ontsnappen: soms zijn het mooie woorden, mooie literatuur of mooie muziek. Soms weer teleurstellingen, kutweer of algehele onwetendheid. Het totaalplaatje dat hij vormt in zijn muziek is uiteindelijk het eerlijkst. En warempel, daar kan de luisteraar zelf weer iets uit halen dat zijn of haar leven verrijkt. En zo maakt Moon Moon Moon het universum net dat kleine beetje beter. Tenminste, dat is wat een echte romanticus zou zeggen.

Lohmann: “Ik las vorig jaar een boek van John Green, The Fault In Our Stars. Het hoofdpersoon heet Hazel, en een van de zinnen luidt, ‘Hoe gaat het in de Hazelverse?’, maar dan in het Engels. Dat verzonnen woord komt letterlijk uit dat boek. Het suggereert dat je je eigen universum bent, dat niemand exact weet hoe jij de dingen ziet.” Weer lacht hij verontschuldigend over zijn eigen overpeinzingen, met een subtiel wegwerpgebaar.

“Je bent uiteindelijk toch maar een zak vlees waar van alles in gebeurt.”

Moon Moon Moon speelt op 17 juli tijdens Valkhof Festival, op 30 september in Sugarfactory met maangenoten Moon Tapes en Newmoon. Ook kun je Moon Moon Moon dit najaar tijdens de Popronde bewonderen. Ook daar heeft Lohmann dus een liedje over geschreven.

 

WEBSITE FESTIVAL | FACEBOOK-EVENT