Feature

COLUMN: de indieslangenkuil van John Denekamp


17 juli 2012

Net toen ik voor OOR aan een gewichtig indie-special werkte werd ik benaderd door The Daily Indie. De ironie. Wat is dat toch, die fascinatie met indie?

Door John Denekamp

Er bestaan ontelbaar veel bladen, blogs en websites over indie maar een sluitende definitie van indie muziek ben ik niet tegengekomen. Toen de term in 1986 door NME werd uitgevonden was het nog overzichtelijk: indie betrof grofweg rinkelende en rammelende gitaarbandjes die hun platen uitbrachten via onafhankelijke labels als Rough Trade, Factory en Creation. The Smiths, The Wedding Present en de vroege Primal Scream, dat was indie. En toen kwam alternative rock, ook al zo’n term waarvan je je niet kunt voorstellen dat ie ooit niet bestond. Of indie rock natuurlijk. In de jaren negentig braken indie en alternative op grote schaal door, wat het indie-landschap er bepaald onoverzichtelijk op maakte. Indie werd een goed verkoopbare sound, zie het succes van Oasis en Radiohead. De grap: beide bands zijn labeltechnisch gezien nooit indie geweest, maar voelen wel als – uit hun voegen gegroeide – indiebands. Kortom: indie is een gevoel. Het betreft voornamelijk blanke gitaarbands met een enigszins eigenwijze smoel en – licht – experimentele inslag die hun muziek verkopen als integer en compromisloos. DIY, onafhankelijk, eigenzinnig en puur. Maar indie is allang volwassen geworden, denk aan The Strokes die in een peperdure studio het gruizige geluid van de late jaren zeventig herproduceerden op hun debuut. Of The White Stripes, die met ronkende garagerock groot werden. Zelfs een stadionband als The Killers wordt geassocieerd met indie, in alles major as hell.

Indie is een slangenkuil en kan muzikaal bijna alles betekenen. Voor mij staan mensen als John Maus, Ariel Pink en Destroyer vandaag de dag voor indie. En wat doen ze? Op hun eigen brakke manier ooit door de serieuze muziekpers verafschuwde mainstream genres als synthpop nieuw leven in blazen. Zo was een band als The Eurythmics ooit fout, later camp en nu cult. Indieheld Bradford Cox (Deerhunter, Atlas Sound) steekt zijn bewondering voor Fleetwood Mac, Roxy Music en de Rolling Stones tegenwoordig niet meer onder stoelen of banken. Onder indie-muzikanten is MOR-rock allang geen vies woord meer.

Maar die indiefans, wat zijn dat voor mensen? Een Nickelback-fan vindt alle cd’s van Nickelback goed, bezoekt trouw de concerten van Nickelback, heeft een boel Nickelback-prullaria in huis, trouwt en sterft met de muziek van Nickelback en noemt zijn zoon Chad en de hond Kroeger. Onvoorwaardelijk fan zijn van iets is niet indie. Het gaat erom dat je bij dat eerste bovenzaal-concert van James Blake bent geweest, tijdens zijn latere uitverkochte shows twitter jij alweer over het volgende bovenzaal-bandje met twaalf man publiek. Indiefans zijn altijd hongerig op zoek naar nieuwe muzikale helden en schreeuwen hun vondsten graag van de digitale daken. Op het obsessieve af pronken met je goede smaak, en daar komt snobisme om de hoek kijken. Indie draait om het hier en nu en kortstondige hypes zijn aan de orde van de dag. Lana Del Rey – labeltechnisch helemaal niet indie trouwens – is een even treurig als schitterend voorbeeld. Op basis van slechts twee liedjes werd ze de blog-hype van 2011, na opgerakelde sleaze & dirt kapot geblogd en toen haar album in januari verscheen, was het voorbij. Afgeserveerd, next!

Die waan van de dag is interessant. Wat kennen we over vijf jaar nog en wat is straks totaal vergeten? Vijf jaar lijkt een eeuwigheid in indieland dus ik heb er de jaaroverzichten van 2007 eens bijgepakt. De platen van The Shins, Arctic Monkeys, Editors en Arcade Fire uit dat jaar kennen we nog wel. The National, Spoon, Okkervil River en The Decemberists zijn household names geworden. The Wombats leken me indertijd een typische eendagsvlieg maar ook zij zijn er nog steeds. Dat kan niet gezegd worden van 1990s uit Glasgow, hun Cookies heb ik zeker een maand grijs gedraaid. Ook was ik enthousiast over Benjy Ferree, Hot Club De Paris, Little Barrie, Bromheads Jacket, Air Traffic, The Pigeon Detectives, Annuals, SixNationState, The Shaky Hands en Tokyo Police Club. Allemaal als een nachtkaars uitgegaan, sommige platen kan ik me nauwelijks meer voor de geest halen.

Wie gaan 2012 overleven? Ik gok op Cloud Nothings, Django Django, Alt-J en misschien Perfume Genius. En Lana Del Rey komt terug, let maar op. Bands als Morning Parade, Alabama Shakes, Howler, Pond en 2:54 zie ik snel weer in de digitale uitverkoopbakken staan. Maar dat maakt niet uit, indie draait tenslotte  om muziek die vandaag alles is en straks een hipstamatic snapshot uit het verleden. Omdat elke dag zijn eigen soundtrack heeft. Geniet van je Daily Indie.