Album Review

Jack Cooper schildert op Sandgrown een Rothko – met vijftig tinten wit


28 augustus 2017

Het is inmiddels een indrukwekkend cv: drie platen met Mazes, drie platen met Ultimate Painting, shows om door een ringetje te halen op onder meer London Calling, en toch is het nauwelijks een schande te noemen als de spreekwoordelijke belletjes weigeren te rinkelen bij het horen van de naam Jack Cooper. Noem ‘m gerust de anti-hitmachine: de lome, lichtvoetige en gelamineerde indie-Americana, die ook op solodebuut Sandgrown de klok slaat, meandert vele malen vaker dan dat het piekt.

Of ‘ie het überhaupt probeert is een tweede, maar zoals ook op het werk van Ultimate Painting, grossiert Cooper zonder memorabele refreintjes en ingenieuze hooks. Gezien die volledige afwezigheid van hitgevoeligheid, lijkt de keuze voor North of Anywhere en Gynn Square als vooruitgesnelde singletjes ook volstrekt willekeurig. Dat de Engelsman, die zijn psychedelische invloeden gewoonlijk niet schuwt, zich toch bediend van songlengtes die de vierminutengrens nauwelijks overschrijden en het geheel binnen het halfuur netjes afrond, getuigt van zelfkennis. De spanningsboog van Cooper’s materiaal is beperkt, maar op Sandgrown vlekkeloos afgemeten.

 

Openbarende contrasten
En nog zal Sandgrown niet iedereen bekoren. Onwillige oren horen in het werk van Cooper één pot nat, op dezelfde hoop als Mazes, Ultimate Painting en The Proper Ornaments, maar zet Sandgrown nog eens op, en nog eens, en nog eens, en de o zo voorzichtige contrasten zullen zich openbaren. Soms melancholisch, soms opgewekt. Soms monter en soms in dromenland. Soms opgeruimd en uitgekleed, soms badend in luxe. Subtiele kunst is het – als een Rothko, maar dan met vijftig tinten wit.