Interview

INTERVIEW: The Soft Moon


18 maart 2013

Met Luis Vasquez, de man achter The Soft Moon, gaat het allemaal net iets anders: door het onverwachte succes van zijn zelfgetitelde debuutplaat besluit hij om zijn muziek ook live te gaan spelen. Na de release van zijn tweede album ‘Zeros’ trekt hij weer de wereld door, met zijn gitaar en synthesizers onder zijn arm. We praten met hem over zijn invloeden, het idee van zuivering middels muziek en… insecten.

De mannen die met de Luis mee zijn voor de live-begeleiding, maar ook zijn tourmanager zijn makkelijk te herkennen in het backstage gedeelte waar we hebben afgesproken: ze zijn allemaal van top toon in het zwart gekleed.

Hij is zelf geen uitzondering. Het past in de sfeer van het machinale wat er in de muziek zit, wat misschien wat koeltjes kan zijn, misschien wat ongemakkelijk hier en daar, maar nooit onvriendelijk. En dat is ook precies wat we terugvinden in de persoon achter dit project.

Door het succes van je eerste plaat heb je besloten te gaan toeren. Heeft het vooruitzicht van het live spelen je schrijfproces voor ‘Zeros’ beïnvloedt?
“Ja, dat heeft wel het een en ander veranderd, maar ik denk meer op een onbewuste manier. Als je je muziek live speelt, merk je ook wat beter werkt, waar je meer respons op krijgt. En natuurlijk neem je dat mee als je aan het schrijven bent. Maar toch wou ik het zicht op mijn eigen manier van werken niet kwijtraken, er is toch een verloop van het proces die ik het fijnst vind. Namelijk gericht op jezelf en niet naar hoe je het eventueel naar het publiek wilt vertalen.”

Is het dan ook lastig als je op het podium staat om, wat als het ware van jezelf is, ‘uit handen’ te geven door anderen mee te laten spelen?
“Mijn muzikanten zijn geselecteerd op hun respect voor het project, als vrienden daarvan. Dat stond voorop, dat ze begrepen wat ik van plan was, en dat heeft vele malen meer meegewogen dan hun instrumentale kunde. Het is zeker anders als je niet complete controle hebt, maar de manier die we hebben gevonden geeft mij nu de ruimte die ik wil.”

En wat voor reactie hoop je te krijgen van het publiek als jij de ruimte voor je kunst neemt?
‘Catharsis’. Een zeer emotionele beleving van zuivering, loutering. Want zo voel ik mij ook op het podium. Iedere keer is het weer een totale emotionele rollercoaster om op het podium te staan, alles te geven. En ook vermoeiend, er is geen tussenweg. Ook al denk je soms: ik ga het kunstje afdraaien, vanavond hoeft het niet, dan nog gaat de knop om, en je kunt niet anders.”

Je muziek heeft een vrij duidelijke en constante sound, en atmosfeer. Toen ik het album luisterde, kwam de term ‘retro futurisme’ in me op.
“Dat is ook exact hoe ik het noem.”

Haha, dat meen je niet!
“Ja, retro futurisme of post-apocalyptic. De keuze van sounds, zoals flanger en chorus die vrij evident zijn op de plaat, zijn natuurlijk ook de sounds waar ik zelf mee opgroeide in de jaren ‘80. En voor mij hebben dat soort effecten, of atmosferische invloeden, een groot organisch gevoel, het klinkt nog steeds machinaal maar de machine van de muziek komt daardoor wel tot leven.”

Dus je zou kunnen zeggen dat je beïnvloedt bent door de bands als Joy Division, The Cure etc.?
“Natuurlijk ben ik daardoor beïnvloedt qua sound, maar als het gaat om songwriting zit het veel meer in de hoek van soundtracks voor films, een passend geluid bij wat je ziet. Mijn muziek is vooral gebaseerd op imitatie van mijn omgeving, hetzij bijvoorbeeld auto’s of sirenes die ik thuis continu hoor, of het geluid van de natuur, insecten en dergelijke. Als vanzelf probeer ik dat soort geluiden te imiteren in mijn muziek, en zo als het ware de soundtrack te schrijven voor wat er visueel gebeurt. Er zit niet veel tekst in mijn muziek, wat daar natuurlijk veel mee heeft te maken.”

In het boekje van ‘Zeros’ bedank je ‘nature en science documentaries’.
“Als ik niet op tour ben, kijk ik constant documentaires. Laatst zag ik een fantastische over mieren, dat was echt te gek. Ook zag ik er een over water. Als je een glas water op tafel zet, neemt dat water alle licht en beelden wat er om hem heen staat, in zich op en reflecteert dat vervolgens weer. Zo zie ik mijn manier van werken ook, ik ben als het ware dat glas water dat zijn omgeving compleet in zich op neemt en vervolgens dat weer terug de ruimte in reflecteer. “

Je album begint met het nummer ‘It Ends’ en eindigt met ‘sdnE tI’, wat het openingsnummer achterstevoren is. Wat bedoel je daarmee?
“Het openingsnummer probeert je als het ware in mijn wereld te krijgen, je mee te nemen in mijn onderbewuste. Door dat nummer achterstevoren op het eind te zetten, kom je als het ware weer boven water, terug in je eigen realiteit. Hopelijk kon je even kijken naar hoe ik in mijn omgeving sta, hoe ik reflecteer.”