Feature

Het sjouwdagboek: vier dagen op pad met The Jerry Hormone Ego Trip naar Eurosonic Noorderslag

| De donderdag


13 februari 2017

Wat gebeurt er als je van een lang weekend met de Ego Trip van Jerry Hormone op stap gaat? Is het na zeven shows in drie dagen nog steeds zo leuk? Zullen we Jerry Hormone een keertje zonder pak zien? (Antwoord op de vorige vraag is trouwens nee, hoe dat is gebeurd weet ik ook nog niet precies.) Hoeveel zal ik mij überhaupt nog kunnen herinneren van het hele weekend? We gaan het meemaken, want dit is het verslag van vier dagen avontuur tijdens Eurosonic Noorderslag met The Jerry Hormone Ego Trip!

Om te beginnen: gelukkig hebben we de foto’s nog. Plus bijna acht pagina’s aan notities en een shitload aan fragmentjes en willekeurige zinnetjes in mijn telefoon. Want hoe bereid je vier dagen tour voor en hoe onthoud je dat allemaal nog de dagen daarna? Goede vraag, ik weet/wist het ook niet. Er zijn zeker een aantal grijze stukjes. Ga dan ook niet met Jerry Hormone mee op tour, hoor ik je zeggen. Want inderdaad: die houdt wel van een feestje. En dan hebben zijn vierkoppige band nog, met een gemiddelde leeftijd van twintig jaar. Jonge honden en een ouwe rot (34) die elkaar uitstekend blijken aan te vullen.

Persmuskiet
Daar hang ik dan een beetje omheen en tussenin. Want natuurlijk, voor de band is het even wennen dat er ‘persmuskiet’ mee is en allerlei zaken op zit te schrijven en te fotograferen. Vooral Jerry wordt er bloednerveus als ik iets op zit te schrijven. Vooral als ik hem daar ook nog eens bij aankijk. Dan kijkt ‘ie een beetje boos en met gespleten ogen terug. “Ik ben nog nooit zolang gevolgd door de pers. Moet ik nu ook de hele tijd grappig doen of juist niet?” Maar hé, voor mij evenzeer. Ik zit ineens in de normaal gesloten wereld van vijf bandleden die een eigen groepsdynamiek hebben en die ik ook van tevoren ook helemaal niet ken. En dan ook nog eens vier dagen en zeven shows lang. Een weekendje kapotgaan voor gevorderden. We hebben eerst een rit van bijna drie uur te gaan richting het festival, om elkaar eerst een beetje uit te horen. Zullen we anders maar eens beginnen? Let’s go!

Gouda – 13:27 uur
Wandelafstand: 3,68 kilometer
Jim Remers – de bassist, regelneef (en moeder) van het gezelschap – houdt mij voor ESNS op de hoogte van wat er allemaal geregeld wordt en nog geregeld moet worden. Jim houdt alles in de gaten en probeert tijdens het weekend de rest van de band zo goed en kwaad mogelijk overal op tijd te krijgen. Het gaat van berichten over tijdschema’s voor de zaterdag: handige factsheet voor de zaterdag van Noorderslag die niet mag ontbreken op jullie telefoons!” tot “jongens, jas aan, we moeten weg.” Maar het begint bij een non-descripte, met groene aanslag besmeurde garage is er nog niemand om het afgesproken tijdstip. Ben ik op het goede adres? Ik check nog even de groepsapp ‘ESNS 2017’ en ik zou toch op de juiste coördinaten moeten staan. Gelukkig zie ik iets langharigs uit de verte komen lopen een paar minuten later. Twee minuten later komt de oude bandbus aangerammeld met Snuf en Snuitje op de voorste bank: multi-instrumentalist Ruben Drenth achter het stuur en de guitige drummer Tijs Tonus als bijrijder. Na achttien keer heen en weer steken en nog iets te hebben geraakt, staat de bus op zijn plek en kan de backline achterin de bus worden gedonderd. Ik kan gelijk aan de slag, want die handjes moeten wel een beetje wapperen dit weekend!

 

 

De hele weg naar het noorden regent het en trekken we met een beslagen busje naar Groningen dat lekker volgepafd wordt. Ook door Jerry, die weer is begonnen nadat zijn relatie in de soep is gelopen. We moeten eerst nog even naar Almere, waar Freek vanuit zijn stage naartoe is gekomen met de trein. Jerry vertelt ondetussen hoe hij zijn dagen vult nadat hij een paar maanden geleden uit huis is gezet. Met een combinatie van familie, vrienden en Tinder-dates zwerft hij dakloos door het land. Typisch Jerry, een vrije vogel waarvan de wereld zijn thuis is. Maar belangrijker: hoe zit het nou eigenlijk met die in het oog springende snee onder zijn oog?! Jerry zucht en kijkt een beetje kwaadaardig: “Gisteren trok ik een gitaar uit een kast en toen voel er een stempedaal recht in mijn gezicht. Echt ideaal als je het hele weekend allerlei camera’s op je smoel hebt…”

Nadat Freek in is gestapt en de deur achter hem dicht gegooid heeft – en niet het extra luchtbedje voor mij is vergeten, score – gaan we onderweg voor de eerste twee ‘sjootjes’ van het weekend. Vandaag gaan we eerst naar de 2 Meter Sessies voor een opname en een interviewtje met Jan Douwe Kroeske. Maar niet voordat we naar onze logeerplek rijden voor de donderdag en de vrijdag. Thomas, van de Groningse band Fake O’s, ontvangt de band inmiddels voor de derde keer en is de ideale host voor ons zevenkoppige ESNS-team. Na een paar eerste biertjes vertrekt hij al bijtijds richting De Gym, waar hij vanavond net als de Ego Trip speelt op Zadelpijn, het feestje van traumahelikopter. Hij geeft ons de sleutel en slaapt bij zijn vriendin (die ook op Zadelpijn speelt) tijdens de dagen dat wij er zijn. Goed geregeld.

 

De eerste sixpackjes worden weggewerkt en we pakken de bus richting het Summerlabb. Het begint al goed en het blijkt een voorbode voor het weekend te zijn. Gitarist Freek Struijs is bij de eerste show al zijn gitaar vergeten mee te nemen. Goedemorgen. Links en rechts wordt er iets bij elkaar geleend en de nog ietwat stijve sessie is een prima opwarmer voor de rest van het weekend. Dat vanaf hier overigens in een wazige wildwaterbaan verandert van shows, bier, hangen, shows, bier, en nog meer hangen. Na vier nummertjes en een interviewonderonsje met Jan Douwe, gaat het busje weer richting Thomas zijn huis.

 

[KGVID]http://www.thedailyindie.nl/wp-content/uploads/2017/02/IMG_5091.mov[/KGVID]

 

Als we daar rond een uurtje of half negen aankomen, moeten we namelijk nog steeds een uur of zeven (!) wachten voor het showtime is bij de volgende show. ‘Het grote wachten’ – dat ongeveer tweeënnegentig procent van het weekend beslaat – begint met een bord eten dat het midden houdt tussen pasta en soep en wordt aangevuld met de onuitputtelijke verhalen van Jerry, bier drinken en peukies roken. Fuckin’ veel peukies roken. Alleen tijdens ‘bandtijd’ wordt er door de meeste bandleden gerookt en die kans wordt ook het hele weekend met beide handen aangegrepen. Terwijl Jim terugkomt van het parkeren van de bus, hebben we het eerste PROBLEEM te pakken van het weekend. Je mag de bus daar maar maximaal twee uur parkeren en dat betekent dat de meter om 11 uur ’s ochtend afloopt. Begrijpelijkerwijs vrij kut als je om 3.30 uur nog een show moet spelen in je Noorderslagweekend. Iedereen kijkt elkaar en houdt wijselijk zijn mond. “Strootjes trekken dan maar”, oppert Jerry. Jim pakt zijn laptop en vult de namen in op een website en ziet tot zijn plezier zijn eigen naam uit de hoge hoed getrokken worden. Hecht als de band is, besluiten Freek en Tijs om Jim te supporten. Dat wordt gezamenlijk huilen morgenochtend.

 

 

Rond een uurtje of twaalf gaan we naar De Gym in de Oosterstraat. Aangezien Groningen is een hel voor verkeer en parkeermogelijkheden, wordt er besloten om de backline mee te zeulen naar de venue. “Is maar tien minuutjes lopen.” Ja, joh. Doen we. Na een paar minuten beginnen de spiertjes toch een beetje te trekken en begint het harder en harder te sneeuwen. De eerste pauzes worden ingelast om de grip te verbeteren en kleine zuchtjes uit te slaan. Dapper wordt er daarna in één ruk doorgelopen naar De Gym, terwijl alle koppies onderweg nog even gulzig naar de eierballetjes in De Hoek kijken. Bij Tijs is zelfs een lichte twinkeling in zijn ogen waar te nemen. Uiteindelijk zijn we er, inclusief natte voeten en verstijfde handen die pas weer na een minuut of vijf terugkeren naar de originele staat. Vooral Ruben krijgt het voor zijn kiezen, want hij mag zijn vintage Philips-orgeltje continu van A naar B slepen. Het instrument, dat ongeveer de helft van de ranke toetsenist zijn lichaamsopvang omvat, weegt al snel een goede vijftien kilo en het kleedje dat het orgel moet beschermen valt er om de twintig stappen af. Het orgeltje moet hierna nog vier shows op deze manier overleven voordat dé show van het weekend aan de beurt is. Ik hoop dat ‘ie het overleeft…

 

 

De ijzeren trappen opklimmend, komen we ons in een benauwd en duister krocht met vage rode en blauwe tinten. Lopend door een mist van rook(machines), staat de muziek beklemmend hard en zijn er overal zijn vastzittende mensenmassa’s. De avond is een continue zoektocht in de doolhoven van de Nederlandse underground. Inmiddels moeten we nog steeds bijna vier uur wachten, maar we zijn binnen, het is warm en er is bier en gezelligheid. Na wat shows mee te pakken van Korfbal, traumahelikopter en Charlie & The Lesbians, wordt het tijd om de spullen neer te zetten en te soundchecken. In de grote zaal staat het volume op een niveau dat er uitsluitend met handgebaren een complete backline opgebouwd kan worden. En met een geluidsman die volgens mij zijn huiswerk vergeten is te doen is en geen complete band had verwacht. “Wat?! Zingen jullie allemaal?!” In zijn ogen is iets van kleine paniek te lezen als er steeds meer instrumenten op het podium worden gezet. Nu een halfuur zoeken, kloten, oogjes die steeds kleiner worden en nog een linecheck voor een volle zaal die hoopt dat er iets gaat gebeuren, lijkt het dan ook echt te gaan gebeuren om vier uur. De Ego Trip in vol ornaat in De Gym! De mensen zijn lam, het geluid is kut en de energie is fantastisch. De band zit vol adrenaline en vermaakt het Groningse publiek tot diep in de nacht.

 

[KGVID]http://www.thedailyindie.nl/wp-content/uploads/2017/02/Allemaal-Dood-in-De-Gym.mov[/KGVID]

Tijdens de show heb ik Jerry zijn telefoon in bescherming genomen en probeer ik hem te zoeken na de show. Hij is spoorloos in dit donkere hol…  Terwijl de band nog een afzakkertje neemt, wordt het toch wel een beetje tijd om een beetje af te taaien. Althans, dat denken The Tambles. Jerry gaat nog wel lekker en heeft deze nacht nog uitzicht op een potje rollenbollen. Hij wil toch nog even blijven. Jim vindt het een slecht idee, aangezien de energie en de stem een beetje gespaard moet worden voor het hele weekend. Niets daarvan, Jerry ‘De Scharrelkoning’ blijft. Wij gaan naar huis, weer met al die zooi in onze vermoeide armpjes. Extra veel, aangezien Jerry niet meekomt. Hij vertelde eerder die avond nog hoe kut ‘ie het altijd vond als de zanger vroeger direct na het optreden richting de merchstand of de bar ging, aangezien hij ‘geen spullen had’ en het niet nodig vond om mee te helpen. In feite betrap ik Jerry erop dat hij nu af en toe zichzelf een beetje hetzelfde gedraagt. Onderweg mopperen de vier Tambles over samen-uit-samen-thuis-sentimenten. Het is soms een beetje Jerry en de rest, en andersom. Maar ja, het is inmiddels 6:30 uur, ik heb de halve dag dat busje door het land zitten sturen, backline lopen sjouwen, een plens bier in mijn buik. Ik vind het wel weer even leuk geweest voor de eerste dag. Laat me effe met rust. Welterusten!