Album Review

De nieuwe van Wavves, You’re Welcome, barst uit zijn voegen van het speelplezier, maar is soms een beetje te veel van het goede


23 mei 2017

Soms zegt een albumtitel meer dan duizend woorden. Bijvoorbeeld, Wavves-meesterbrein Nathan Williams die het zesde album van die band de naam You’re Welcome meegeeft. De boodschap is, mede door de minimalistische coverart, duidelijk: hier zijn twaalf nieuwe songs, zonder pretenties, maar bomvol hooks. You’re welcome. Wat overigens zeker niet wil zeggen dat we hier met een gemakzuchtige plaat te maken hebben. In tegendeel, de twaalf nummers die het album rijk is behoren tot het meest frisse en energieke werk dat Williams ooit uitbracht. Al is dat niet altijd een pluspunt.

Er gaat vrijwel geen moment voorbij zonder Williams iets memorabels afvuurt op de luisteraar. Van het hyperactieve refrein van de titeltrack tot het orgel in het hysterische circusriedeltje Come To The Valley of de “la la la luh la la’s” in Stupid In Love, You’re Welcome is een plaat vol oorwurmen. Zo veel oorwurmen, dat de vele hooks en blije gitaarlijnen af en toe een beetje overweldigend zijn. Zo lijkt You’re Welcome tijdens eerste luisterbeurten een typisch geval van overdaad schaadt. De songs barsten stuk voor stuk uit hun voegen van het speelplezier, maar beginnen juist daardoor weleens een beetje irritant te worden.

De korte speelduur van de meeste songs, acht van de twaalf tracks halen de drie minuten niet, draagt daar aan bij. Zo is het ene feestje nog niet voorbij, of het volgende begint alweer. Geef You’re Welcome echter wat tijd en je ontdekt al snel dat onder al die gekte toch weer een partij ijzersterke nummers verstopt zitten. De puntige single No Shade is bijvoorbeeld een liveklassieker in wording en Dreams of Grandeur had niet misstaan op het legendarische Blue Album van Weezer. De drukte die het album uitstraalt, zorgt er tevens voor dat er na iedere luisterbeurt wel weer nieuwe details te ontdekken zijn. Zo heeft Williams toch weer een uitermate verslavende Wavves-plaat afgeleverd en na de vrij moeizame en duistere vorige plaat V (2015) is dat zeker iets om dankbaar voor te zijn.