Interview

INTERVIEW: Jacco Gardner


18 maart 2013

Het verschil tussen ons vorige interview begin oktober in zijn knusse studiootje in Zwaag, en dit interview in januari kan bijna niet groter. Alleen vandaag heeft Jacco Gardner (24) op het hoofdkantoor van Excelsior al veertien interviews staan. En dat is nog maar één dag. Je kunt gerust zeggen dat er in de tussentijd verschrikkelijk veel is veranderd voor de uiterst begaafde, bescheiden en vriendelijke muzikant. Hoe is het nu met de psychedelic boy wonder?

Op een bovenkamertje zit de kleine muzikant opgewekt te wachten op de volgende journalist die ‘m weer wat vragen komt stellen. Met een mok koffie, een bord vol koekjes en een goed humeur wacht hij ze stuk voor stuk op.

Buitenlandse aandacht
In november en december slaat het Jacco Gardner-virus ineens aan beide kanten van de oceaan toe. In Amerika schrijft Pitchfork over hem, wat altijd garant staat voor een hoop exposure op andere blogs, krijgen NME en The Guardian hem in de gaten en sijpelt zijn muziek binnen korte tijd door naar het grote publiek in binnen- en buitenland. Overdonderd? “Nou, ik ben niet snel overdonderd, behalve als het echt allemaal tegelijkertijd gebeurt, dan kan mijn hoofd het niet meer aan. Ik moet dan even bijkomen en daarna kan ik weer verder, maar iedere keer als er iets gebeurt denk ik: ‘oh vet, hier kunnen we weer iets mee doen’. Dan stel ik me erop in en kijk ik gelijk weer vooruit wat we daar aan hebben of hoe we daar op in kunnen spelen. We stellen eigenlijk constant de koers bij.” Wat vindt de liedjessmid zelf eigenlijk van al die aandacht? “Ja, super. Mensen gaan wel kritischer naar de live-shows nu, dat vind ik ergens wel vervelend, omdat ze soms vergeten waar het om gaat. Juist omdat het album redelijk gehyped wordt, gaan ze naar een show en verwachten ze een superslicke en perfecte show met van alles erop en eraan. En ja, ik krijg er voornamelijk heel veel goede reacties op, maar sommigen zeggen toch: ‘Ja, die Jacco viel toch een beetje tegen’. En dan wordt er ineens gelet op van die hele kleine details en randzaken die niet over de muziek gaan, terwijl ik zoiets heb van: ‘Het gaat toch om de liedjes, om de sfeer van de muziek. Waar heb je het over?!’ Dat is wel eens vervelend.”

 

Over het album zijn de reacties immer positief. Gardner zelf  is ook erg overtuigt van de kracht van zijn plaat, die – ondanks dat we toch niet echt het land van de sixties en psychedelica zijn – zelfs in Nederland aanslaat: “Ja, het wordt echt overal opgepikt ineens, zelfs op 3FM en dan niet alleen door 3voor12. Ik heb echt geen idee waar dat vandaan komt. Ik vond het al bizar dat Allah-Las op 3FM gedraaid werden, laat staan dat ik daar ineens te horen ben.” Gardner valt met zijn neus midden in de boter, hij vaart immers lekker mee op de muzikale retro-stroming van tegenwoordig: “Ik heb er niet bewust over nagedacht om die plaat nu te releasen, maar ja, het is zeker een goed moment. Het is in ieder geval niet zo bedacht, ik ben namelijk al erg lang met die plaat bezig. Sommige nummer ben ik al zes, zeven jaar mee bezig. Maar het idee van het album en de echte albumversies van de nummers, daar ben ik zo’n anderhalf jaar geleden mee begonnen. Ik heb het daarvoor een tijd laten liggen, want als producer had ik voor mijn gevoel nog niet de techniek en de know-how die nodig waren voor deze plaat. Dat is ook de reden waarom er zoveel tijd tussen de allereerste versies en het uiteindelijke album zit.”

Bestempeld als ‘goed’
Terwijl de multi-instrumentalist nog eens rustig door zijn koffie roert, blijkt wel dat hij erg blij is dat het album nu eindelijk klaar is. Een verlichting?: “Ja, helemaal omdat het nu zo opgepikt wordt en echt bestempeld wordt als ‘goed’. Dat betekent in ieder geval dat ik mij in ieder geval als producer en studio-artiest heb bewezen.” Gardner heeft wel een handje van perfectionisme. Is hij helemaal blij met de plaat zoals deze nu is? “Op heel kleine details na ben ik echt heel tevreden.” Is Gardner ook alweer bezig met zijn opvolger inmiddels of dat niet? “Nee. Ik heb nog wel wat nieuwe nummers, maar op het moment ben ik daar niet mee bezig. Ik luister ook bijna helemaal geen nieuwe muziek meer, in mijn hoofd is er helemaal geen ruimte meer voor. Behalve mijn eigen muziek live spelen dan. Er gebeurt zo ontzettend veel op het moment, ik laat dat eerst een rustig allemaal over me heen komen en dan komt het vanzelf wel weer.”

 

Muzikale opvoeding
Muzikaal talent heeft de jonge componist genoeg, dat is wel te horen op zijn debuutalbum. Waar komt dat eigenlijk vandaan? “Ik ben de jongste in ons gezin en mijn broers en zus waren altijd al met muziek bezig. Ik ben dus eigenlijk niet eens echt bewust begonnen met muziek, dat ging vanzelf. Omdat de rest ook iets met muziek deed, dachten mijn ouders dat ik het ook wel leuk zou vinden en deden ze mij op AMV, Algemene Muzikale Vorming, waarbij je kennis maakt met muziek en instrumenten. Dus muziek werd wel gestimuleerd toen ik jong was, ha ha.” Dan is het nog zoeken naar je muzikale smaak. Gardner komt er al vrij snel achter dat de sixties zijn favoriete tijdperk is: “Een vader van een vriend van mij heeft mij heel erg op weg geholpen. Hij kwam met allerlei platen aanzetten die ik volgens hem dan moest luisteren. Hij kwam bijvoorbeeld met Syd Barrett. Terwijl ik toen nog naar wat meer commerciële rock en punk luisterde. Niet echt toffe dingen… Toen ineens hoorde ik Barrett en Pink Floyd en dat was de reden dat ik in de jaren zestig belandde.” En dat heeft veel goeds gedaan, want een artiest als Barrett en een band als The Zombies hebben Gardner in de kleurrijke underground van de sixties gezogen.

 

Swinging London
Zijn huidige woonplaats Zwaag staat nou niet echt bekend om zijn bruisende muzikale en culturele scene. Nu het in het buitenland zo lekker loopt, met shows in Duitsland, Engeland, België, Frankrijk, Spanje en zelfs een wekenlange tour door Amerika in maart, is het misschien wel eens tijd om lekker naar het buitenland te verhuizen?: “Ja, dat lijkt me echt te gek! Ik zou graag in Londen willen wonen. Ik heb nu ook een werkvergunning voor drie jaar in Amerika, dus ik zou daar zo ook nog eens een tijd kunnen gaan wonen, wie weet.” Hopelijk voor ons blijft Gardner nog even in Nederland.