Feature

GOSTO ging naar Japan en maakte voor ons een uitgebreid reisverslag van zijn avonturen: ‘Van HIER tot TOKIO’


27 september 2017

Tekst Roel ‘GOSTO’ Vermeer

Vrijdag 8 september 2017, 20:05 uur (zaterdag 03:05 uur in Tokio)
We ontmoeten elkaar om twaalf uur in de hal, waar je terechtkomt zodra je de trein op station Amsterdam Schiphol verlaat. Mats was nog even lief aan ’t doen tegen zijn nieuwe vlam en na wat flauwe grappen over en weer liepen we naar de gate. We maakten ons nog een beetje zorgen of we niet in de problemen zouden komen met onze (hoogstwaarschijnlijk) te zware handbagage. Bij KLM bleken ze hier echter zeer coulant mee om te gaan. Nadat we het vliegtuig hadden betreden en voordat we de lucht in gingen, besloten we toch nog maar een reisverzekering af te sluiten. Met reisverzekering en al stegen we na een uurtje vertraging door slecht weer op naar ‘van hier tot Tokio’.

Op dit moment drink ik – na de toch best wel lekkere vegetarische airplane-pasta – een Zuid-Afrikaanse rode wijn genaamd ‘de elementen, by Julien Schaal’. Ik heb net de film Broer van Bram Schouw gezien. Erg mooi! Het feit dat er een paar vrienden van mij in spelen, maakte het nog een stuk indrukwekkender.

Ik heb zojuist nog wat gefinetuned voor onze eerste show in Tokio en realiseer mij plotseling dat dit al over 17 uur is. Met die wetenschap nam ik gelijk maar een pil, die mij – als het goed is – compleet knock-out zal laten gaan.

Na aankomst in ons Airbnb op zaterdag 9 september namen we een douche en maken we ons klaar om naar de venue genaamd Grapefruit Moon van onze eerste Tokio-show te gaan. We waren zeer blij toen we de sleutel van het appartement vonden, want de prijs en de locatie van ons appartement waren bijna te mooi om waar te zijn. Het was echter gelukkig waar en werkelijk een top plek. Onze get-in is om 15:00 uur. Toen wij om drie uur om de hoek van de Venue liepen, en om 15:01 een telefoontje van de booker kregen waar we waren, werd het ons duidelijk dat je in Japan stipt op tijd moet zijn. We konden gelijk opbouwen en een half uur later waren we klaar met de soundcheck. We werden toen, brak en hongerig als we waren, mee uit eten genomen door de eigenaren van het label Sign Pole Records, waar mijn album Memory Ivy de volgende dag op uit zou komen. Ahhh man! Zo heerlijk heb ik nog nooit gegeten!

Klein zijstapje nu. De schoonheid en stijl van de Japanse meisjes fascineerde mij onderweg enorm. Echt bizar wat een poppetjes ze allemaal van zichzelf maken. Alsof het ‘De Norm’ is.

Na het eten moesten we nogal lang wachten en luisterden we naar de andere bandjes. Ik had gelukkig, op een beetje duizelig gevoel na, nog geen last van slaaptekort. Mats en Barry waren echter al snel ‘out’ gegaan in de backstage. Na de andere drie acts, waarvan één heel goed, en de andere twee duidelijk veel minder goed, mochten wij. De show was echt te gek. Zo gaaf om voor allemaal super aandachtig luisterende Japanse hipsters te spelen! Ik had in mijn tweede song in een break een bedanktekstje door Google Translate gesproken Japans gestopt. Dit kwam goed aan! Verder was het heel tof om in deze setting te spelen. Het was namelijk de eerste keer dat ik mijn songs zonder de volledige band speelde, en alleen met drum en zang en de rest een soort Ableton-set met allemaal jams erin. Het werkte goed.

Na de show waren de drankjes opeens gratis en was iedereen zeer lovend. Er werden veel cd’s verkocht en zowel meisjes als jongens (inclusief het barpersoneel) wilden volop foto’s maken met ons. Prachtig! Daarna beschonken naar huis gewaggeld. Gelukkig deed Barry zijn tourmanager-skills goed aan en wist hij alle metrolijnen om thuis te komen feilloos te vinden.

 

De volgende dag maakten we een flinke wandeling door het Yoyogi-park. Het is een park met allemaal oude en reusachtige tempels. Een bizarre en indrukwekkende omgeving. Tegen de avond landen we in Shubuya en sloeg bij mij de jetlag in. We hadden contact met Benjamin Herman die op dat moment ook in Tokio was, en ons uitnodigde op een event met DJ’s en hossende Japanners. Maar aangezien het 19.00 uur was en het feest om 21:00 uur zou stoppen en 30.000 Yen ( +/- 25 euro ) kostte, skipten we deze even. We dronken ijskoffie en er was veel drukke om ons heen, en zijn toen met een omweg terug naar huis gelopen, waar we een uurtje later aankwamen, voor een zeer welkome en verkwikkende nachtrust.

 

Dinsdag 12 september 11:55 uur (Tokio Time)
We verblijven hier in een Airbnb van Joshi, een jongen die het appartementje kocht van een architect die naast ons woont, en vijftien jaar geleden dit gebouw ontwierp. Het pand lijkt verder in gebruik te zijn door andere kunstzinnige types. Zelf maakt de architect tegenwoordig aardewerken kunst, en staat er dus ook voor onze entree een heuse zelfgebouwde oven. Daarnaast is een galerie, waar de op dit moment exposerende kunstenaar zelf aan het werk is met Oost-Indische-inkttekeningen.

 

Gisterochtend hadden we, na een behoorlijk slapeloze nacht door de jetlag, om 11:00 uur een afspraak met de Gibson-showroom, omdat we twee gitaren van hen mochten lenen voor ons optreden vanavond in Bar Music. Daarna zijn we teruggegaan om te repeteren. Tussendoor deden we nog een tukkie, en aten ’s avonds fantastisch Indonesisch in een restaurantje bij ons om de hoek in het leuke buurtje naast het Yoyogi-park. Na het eten wilden Barry en ik nog even op pad, en ging Mats terug naar het appartement. We hebben toen een metro naar de buurt Shimo Kitazawa genomen. In de metro maakte ik een praatje met ene Anne, een Frans meisje dat daar al drie jaar woonde en ons de goede straatjes wees in het buurtje waar we naartoe gingen. Ik hoopte dat ze naar het optreden van vanavond zou komen kijken, maar betwijfelde dit, omdat ze midden in een verhuizing zat. Na wat te hebben rondgedwaald door de kleine dunne straatjes met Girls-bars, Game-centers, eettenten en cafés, hoorde ik live-muziek vanuit een kelder komen. We gingen er naar binnen, en binnen no-time was ik aan het jammen met Japanse gasten die veel te moeilijke fusion speelden en waar ik alleen maar de akkoorden van mee kon spelen, omdat ze op de sheet van de pianist stonden. Na het spelen raakten we aan de praat. Op de meisjes na spraken ze allemaal goed Engels en hadden we echt toffe gesprekken over het leven in Tokio. Japan is een land waar hiërarchie nog steeds berust op circulariteit, waarbij een eigen moraal, gestoeld op bijvoorbeeld het christendom, ontbreekt. Dit zorgde bij mij constant voor een soort vreemd gevoel rond Japanners. Het systeem vind ik overigens fantastisch.

Rond 00:30 uur werd ons aangeraden de metro terug te pakken omdat deze rond één uur stopt met rijden. Het blijkt dan ook dat een buurt als Shimo Kitazawa helemaal stil alt. Veel feestjes eindigen daar al om 23:00 uur. Marco uit Barcelona, die waanzinnig trompet speelde, bracht ons terug naar de metro, en reisde met ons mee tot aan Sangubashi, de halte zo’n 3 minuten lopen van ons appartement. Thuis aangekomen dronken we nog een biertje en gingen, nadat ons schattige buurmannetje ons op ons kabaal had gewezen, maar slapen.

Maandag 18 september 9:00 (Nederlandse tijd)
Een uurtje geleden werd ik, na een vijftien uur durende diepe slaap, wakker in mijn eigen bed in Amsterdam. Het voelde alsof de hele Tokio Trip een grote bizarre droom was.

Ik pak het verslagje weer op vanaf woensdag 13 september. We werden die ochtend wakker na ons akoestische optreden in Bar Music in Shibuya. Dit was zeer geslaagd. Het was lekker vol binnen toen we begonnen te spelen, mede doordat de DJ genaamd Timoaki – door een GOSTO-fan te zijn – veel van zijn vrienden had uitgenodigd. Dit heb je echt nodig als je moet spelen in een stad waar nog praktisch niemand je kent. Na het optreden was het ijs dat er, voordat je begint te spelen dik bovenop ligt, volledig gebroken, en wilde iedereen handtekeningen en foto’s. Ook werden we na het optreden volop voorzien van Japanse rum, whisky’s en biertjes, en begon alles om me heen nog komischer te worden. Er kwam een Japans meisje nogal uitbundig met mij flirten, dat een paar minuten later samen met een boos vriendje de tent verliet, en een uurtje later in haar eentje weer terugkwam. Wij stonden echter net op het punt de laatste metro te halen. Wel hilarisch. Thuis aangekomen hebben we nog voor het appartement een tijdje van het Japanse bier en de saké genoten en had ik een zeer fijn gesprek over het ‘in het nu’ leven met Mats. Om half vijf vielen we in slaap. De volgende dag relaxten we vooral, bezochten een Japans craftman-winkeltje en ontmoeten in de avond onze best denkbare manager Jochem, die deze dag in Tokio aangekomen was, en we besloten om eerst maar eens samen sushi te gaan eten in een legendarisch vismarkt-buurtje. Lekker was het wel, maar het was niet perse life changing. Deze ervaring kwam gelukkig wel twee dagen later, toen Jochem ons voor de show in het Chelsea Hotel meenam naar een tentje, en ik een tonijn en zalm gerecht bestelde dat echt niet normaal goed was.

 

 

 

 

Na de sushi hebben we een drankje genomen in het penthouse-cafe van Imperial Hotel met prachtig stadsuitzicht. Jochems reispartner Marcel trakteerde, en zo gingen we voldaan weer op huis aan. De dag daarna had Jochem om 10:00 uur een presentatie in het Tibu Hotel voor het Shibuya Showcase Festival. Wij wilden hier bij zijn om daarna in de avond, waar we de volgende dag zouden spelen in het Chelsea Hotel, wat rond te hangen en te netwerken. De showcase-avond begon daar om 18:00 en we hadden dus nog een behoorlijke tijd te overbruggen. Mats, Barry en ik gingen na de speech van Jochem samen lunchen en nog even langs Tower Record. Dit is werkelijk een bizarre, acht verdiepingen tellende recordstore, waar ze echt alle cd’s ooit gemaakt lijken te verkopen. Helaas blèrden er op elke verdieping zo’n vijftien verschillende songs door elkaar, maar het was wederom wel echt weer een hele indrukwekkende plek. Daarna zijn Mats en Barry terug naar het appartement gegaan, en ben ik voor het eerst solo Tokio gaan verkennen. Ik liep wat door Shibuya en kwam onderweg mensen van het showcase-festival tegen waaronder de te gekke Olivier en een Japans/Frans meisje, Lena, die me meenam naar een plek waar ik even kon chillen onder het genot van een biertje en waar jongeren samenkomen om overdag te lunchen, te roken, te drinken en te lachen.

Daarna dronk ik ijskoffie in een parkje waar een meisje haar eigen koffietentje uit een klein Toyota-busje had getoverd. Ze tipte me om naar Harajuku te gaan en daar de gekte te beleven. En ja, het was daar echt te intens voor woorden. Overal knalde muziek uit de vele winkeltjes, en waren de straten gevuld met emo-achtige Japanners, allen op plateau-zolen. Een paar uur zwierf ik door de straatjes, en kocht wat kleding, om voldaan terug te keren naar het Chelsea Hotel.

Het was slecht bezocht, en de kwaliteit van de artiesten lag nogal uiteen. Ik vermaakte mij echter prima en ging een tijd lang samen met Jochem, als bijna de enige bezoekers in de zaal, helemaal los op een DJ die hij kende. Tussendoor aten we samen met de gekke Olivier en Lena in een soort lofi-restaurantje met heel veel vlees op de kaart. Als afsluiter was er een bandje dat uit vier compleet karakteristieke Japanse meiden bestond. Ik heb nog nooit een geluidssysteem zo ‘in het rood’ hard zien staan. Na dit optreden is Mats naar huis gegaan en belande ik samen met Jochem en Barry en nog wat mensen van het festival in een kroeg, en daarna nog een, totdat we dubbelzagen en naar huis strompelden. Toen we de volgende dag opstonden moesten we ons gelijk al haasten om op tijd bij het Chelsea hotel te zijn voor de soundcheck. Onderweg kwam ik er achter mijn laptop vergeten te zijn, dus ben zelf teruggegaan, en kwam alsnog op tijd op de venue aan. De soundcheck ging goed, alleen werkte mijn midi-controller niet goed, waardoor ik soms opeens een track niet op tijd kon instarten en dit was ook nogal irritant tijdens de show zelf. Gelukkig heeft het publiek dit, door in de plotse stiltes een drumfill te geven, niet hoeven merken, en waren ze allemaal zeer lovend over de show. Ook was onze show verreweg de drukst bezochte van het hele festival, dus ons netwerken van de dagen dagen ervoor had zijn vruchten afgeworpen.

 

Na de show moesten we onze spullen kwijt, dus besloten we samen met Jochem nog een drankje te doen in de buurt van ons appartement. Zo belanden we in een super gezellig, edoch leeg donker barretje op kruipafstand van ons appartement. Het was een tof plekje met veel muziekinstrumenten en de barman bleek ook een echte muziekliefhebber te zijn. Hij kende zelfs Benny Sings. Dit is een andere artiest waar Jochem het management voor doet. Na wat goede gesprekken en drankjes wilde Jochem en ik nog op avontuur, en gingen Barry en Mats Slapen. En dat avontuur kregen we! Jochem had plekken op de gastenlijst gefixed voor een feetje in Club Asia. Hier vond ik dan nu eindelijk het echte undergroundleven van Tokio. Bizar harde bassen met de meest obscure beats, die zo hard stonden, dat je darmen praktisch uit je oren spoten. Het was al laat, en bij binnenkomst plukten we nog net het einde mee van de avond. Ah man, ik ben hier goed losgegaan. Daarna deed de toevalligheid zich voor dat we onderweg naar een eettentje een random Nederlands meisje tegen kwamen die ‘Gosto’ riep, en mijn muziek leek te kennen vanuit toen ze nog in Nederland woonde. Na het eten gingen Jochem en ik uit elkaar met de woorden: “wat een legendarische avond!”.

Ik stapte op de metro richting Sinjuku (om naar het appartement in Sangubashi te gaan) maar besloot na een halte bij Harajuku uit te stappen om met een omweg door het park terug naar huis te lopen. Onderweg klom ik over een hek om een verlaten treinstation te bewandelen dat het er vanaf een afstand heel mooi uitzag en ook bleek te zijn. Aan het eind van het station moest ik weer een hek over, alleen was de grond aan de andere kant zo’n tien meter lager dan in het begin, waardoor ik over allerlei muurtjes en balkonnetjes van bewoners een soort parcours-afdaling moest maken. Ik ben blij dat ik hier ongedeerd vanaf ben gekomen! Toen vroeg ik aan een mannetje naar het Sangubashi-station die zijn hond uitliet en hij begon met zeer snelle pas te lopen, hij wenkte mij hem te volgen. Op een gegeven moment herkende ik het park waar Sangubashi aan lag, en zo wist ik mijn weg om 6:30 uur s’ ochtends te vinden. In het park kwam ik langs groepjes oudere mensen die een soort Tai Chi aan het beoefenen waren. Aangekomen in Sangubashi kocht ik een biertje en een rijstkoek en vijf minuten later zat ik voldaan voor het appartement.

 

De volgende dag (zaterdag 16 september) werd ik pas om vier uur wakken en moest mij gelijk klaarmaken voor het akoestische concert van die avond in Quarter House. De lieve Barry en Mats hadden die dag de akoestische gitaren al gebracht. Om 18:00 uur kwamen we aan in Akasaka bij de Venue Quarter House. Hier verwelkomden ons twee prachtige dames in hun super fijne café. Iedereen sprak er goed Engels en we hadden een hele fijne tijd daar. Het publiek bestond voornamelijk uit Japanners die we op onze trip hadden ontmoet en die al eerder bij shows waren en nu met hun vrienden weer langskwamen. Dit was voor ons nogmaals een super mooie bevestiging dat we ons werk goed gedaan hadden. We kregen zelfs nog kadootjes van een superheld genaamd Kazuhiro. Kazuhiro is werkelijk de liefste kerel die ik ooit heb ontmoet! Een grote fan van Nederlandse acts als Benjamin Herman en Benny Sings, en nu dus ook GOSTO. Al met al kon onze Tokio Tour niet mooier eindigen.

De volgende dag moesten we om zes uur op en ging alles super smooth en binnen no time lag weer ik weer in mijn bed in Amsterdam