Live

Eurosonic dag 2: met sneeuw, storm en flinke contrasten


18 januari 2019

The Daily Indie is, hoe kan het ook anders, op Eurosonic Noorderslag dit weekend! Groningen the place to be voor het checken van de muzikale beloftes van 2019, maar daarnaast zouden we The Daily Indie niet zijn als we ook op zoek gingen naar de minder voor de hand liggende parels uit de Europese underground. Je leest het hier in onze dagelijkse reportage vanuit het Hoge Noorden.

Tekst Bart Breman
Foto’s Tess Janssen

Het is koud. Vroeg op de avond jaagt er een gure combinatie van regen, natte sneeuw en hagel door de Groningse straten. In de gigantische rij, voor de deur bij Vera, is de stemming ook al onder het nulpunt gezakt. Iedereen wil festivalhype Fontaines D.C. zien en sommige bezoekers staan al een uur te wachten. De rij haalt bijna de Grote Markt, honderd meter verderop. Gaandeweg beseffen mensen dat het geen zin heeft: ben je eenmaal Vera binnen, dan ga je niet zo snel meer naar buiten. Zeker niet als er zo’n goede band staat te spelen.

© Tess Janssen

Want goed is het. Ongeveer alles klopt aan de postpunk van de Ieren, die op sleeptouw werden genomen door Shame. Ze zouden die band zo maar eens kunnen gaan overvleugelen. De verwilderd ogende zanger Grian Chatten raast over het podium en schreeuwt dat alle hoop op een betere toekomst is verloren. Het staat in scherp contrast met de frisse gitaarmuziek die hem begeleidt. In de opgenaaide en extra fel gebrachte single Boys In The Better Land komt het allemaal bij elkaar. Een jagend, nerveus gitaartje, doorhakkende drums en de gruizige mompelzang van Chatten. Melodie en grimmigheid perfect in balans. Als The Feelies een pissige postpunkband was geweest, had je dit gekregen. Fontaines D.C. is de absolute uitschieter van het festival tot nu toe.

Het contrast tussen de drukte bij Vera en de stilte in de Nieuwe Kerk kan bijna niet groter. Maar de mensen die de met sneeuw en regen omlijste wandeling naar het prachtige, zeventiende-eeuwse gebouw hebben gemaakt, worden rijkelijk beloond. Federico Albanese is een neoklassieke pianist in de stijl  van Nils Frahm en Hauschka. Geen prepared piano, zoals bij Frahm, maar helder pianospel en ambient-achtige soundscapes als omlijsting. Zijn prachtig verstilde muziek is minimaal, maar romantisch en met knap opgebouwde composities weet hij hevig te ontroeren. Je kunt een speld horen vallen in de statige kerk en bezoekers verexcuseren zich zelfs als een kerkbankje te hard kraakt.

© Tess Janssen

Twee ijskoninginnen 
Veel vrouwen dit jaar op Eurosonic en dat is maar goed ook. Zowel bij Holy Motors als bij Drahla is de zangeres het middelpunt. Beide frontvrouwen hebben iets afstandelijks, bijna hooghartigs over zich. In het geval van het Estse Holy Motors past de hese, slepende zang van Eliann Tulve precies bij de reverb-zwangere gitaren en het desolate countrysfeertje. Trage ritmes, bakken galm en heerlijke twang. Holy Motors doet aan dromerig verdriet en dat werkt prima.

© Tess Janssen

Luciel Brown, de zangeres van Drahla, is misschien ook wel verdrietig, maar in de eerste plaats is ze nijdig. Dat is ze op een onderkoelde manier: met quasi-verveelde, Kim Gordon-achtige intonatie scandeert ze haar teksten Huis de Beurs in. Drahla is één van de vele postpunkbands op het festival en de toegevoegde waarde zit ‘m in de gillende en piepende saxofoon. Die geeft de muziek een spannende extra laag en zorgt dat je blijft kijken. Daarom heen jagen de gitaren als straaljager, net als bij Sonic Youth. Verschil is wel dat Drahla nog hard zal moeten werken om hun geluid te vatten in echt goede liedjes, die op zichzelf kunnen staan en meer bieden dan een lekkere sound alleen.

© Tess Janssen

n je eentje op het podium
Het gros van de acts op ESNS bestaat uit meerdere muzikanten, maar er zijn altijd solisten: Gerry Cinnamon is er zo eentje. In Groot-Brittannië is de Schot een hit, zonder steun en tussenkomst van platenmaatschappijen bovendien. Met zijn eigenhandig opgenomen en geproduceerde debuutplaat trekt hij volle zalen. Dat is wel te begrijpen. Als een vrolijke trekpop hupst hij over het podium en met zijn ontwapende folkliedjes krijgt hij het publiek gemakkelijk mee. Maar is het echt goed? De standaard bluesschemaatjes en de flauwe elektrodrum hebben maar bijster weinig te bieden. Sterker nog: het ontaardt bijzonder snel in simplistische meebrulmuziek voor feestzalen en dronken mensen.

© Tess Janssenn

Dan is de sfeer bij Noah Carter toch een stukje leuker. De sympathieke Deense rapper staat in zijn eentje op het podium van het Grand Theatre. De vrienden die met hem mee zouden komen hebben hem laten zitten, vertelt hij. En het is nog wel zijn verjaardag. Hij viert zijn verjaardag dan maar met het publiek en toost met een lekker drankje. Carter doet flink zijn best om er een feestje van te maken en als hij fel te keer gaat over kale beats lukt dat heel aardig. Helaas hebben de meer gladde nummers de voorkeur, net als de veelvuldig gebruikte autotune. Dat is jammer. Het wordt er bepaald niet onderscheidender van en de energie vervliegt snel.

© Tess Janssen

Het kan altijd erger: bij Scuru Fichadu uit Portugal is het goed rellen, laat op de avond. Vera is dan al een stukje rustiger en de Portugezen doen hun uiterste best om de zaal zo snel mogelijk leeg te krijgen. Muzikaal is dit waarschijnlijk wat je krijgt als je een black metalband een doosje electronica en wat laptops geeft. Een uiterst kil brouwsel van opgenaaide drum ’n bass en noise uit een doosje. Over die opgefokte terrorbeats staat een stuiterende zanger met een capuchon te grauwen. Dansen kun je er niet op en het is eigenlijk niet om aan te horen. Toch is het fascinerend door de enorme agressie en de noisey onderlaag.

In Kelderbar vraagt iemand na een half uurtje of het al voorbij is.