Live

De woensdag van Eurosonic: van stuiterende afrobeat naar je nieuwe popidool


18 januari 2018

The Daily Indie is, hoe kan het ook anders, op Eurosonic Noorderslag dit (lange) weekend! Terwijl je in de rest van muzikaal Nederland deze dagen een bom kan laten afgaan, is Groningen the place to be voor het checken van de muzikale beloftes van 2018. We hopen dan ook je brandende vragen over de indie-anno-2018 te beantwoorden. Wat zijn de trends, waar zit de vernieuwing, zijn de harde gitaarbands dood? Je leest het hier in onze dagelijkse reportage vanuit het Hoge Noorden.

Tekst Bart Breman
Foto’s Jack Parker, Marcel Poelstra, Denise Janssens

 

Rij bij Vera © Denise Janssens

 

Tijdens Eurosonic wordt in elk beschikbare zaaltje in het centrum van Groningen wel een band geprogrammeerd, zo lijkt het tenminste. De meeste zalen en locaties doen al jaren mee, maar zo af en toe komt er iets nieuws voorbij. Op de Ossenmarkt is dit jaar het ESNS Play-podium verrezen en even buiten het centrum kun je terecht in DOT,  een opvallend gebouw in de vorm van een kerstbal.

De Doopsgezinde Kerk, in de Oude Boteringestraat, zou je echter zomaar voorbij lopen. Het kleine kerkje ligt iets van de straat af en het blijkt een prachtige locatie. De gothic aandoende garageblues van het Oostenrijkse Cari Cari is er uitstekend op zijn plek. Het manvrouwduo zit muzikaal in het verlengde van een band als The Kills en wil maar wat graag dat hun muziek in een film van Tarantino terechtkomt. Ze hebben er zelfs een liedje over. Onvergetelijk is het allemaal niet, maar de galmende dramatiek heeft charme.

Luwten in de Doopsgezinde Kerk © Marcel Poelstra

 

Holy ziet eruit als of de leden uit de jaren zeventig zijn weggelopen. De Zweden staan  onwennig te kijken naar de volgelopen Vera, om zich vervolgens te verliezen in lang uitgesponnen, psychedelische jams. Ze klinken als The Mama’s & The Papa’s, maar dan met heel veel drugs. Blikvanger van het spacende gezelschap is toetsenist en zanger Hannes Ferm, wiens uiterlijk het midden houdt tussen een doorgesnoven David Bowie en Graaf Tel uit Sesamstraat.

De eerste echte uitschieter is Tshegue uit Parijs, met bandleden die hun roots in Kinshasa hebben. Het vijftal brengt opzwepend mengsel van afrobeat, punk en percussie met een glansrol voor zangeres Faty Sy Savanet, die tegen het einde van de set het publiek induikt en er een gigantisch dansfeest van maakt. Tshegue krijgt het Grand Theatre plat zijn met stuiterende beats en manische gitaren. De band graait in diverse genres en geeft er een eigen, hyperenergieke draai aan. Dat zorgt voor muziek die met afstand spannender en inventiever is dan het gros van wat de ongeveer driehonderd andere bands op het festival laten horen.

 

Sigrid © Marcel Poelstra

 

Een muzikaal volstrekt andere wereld tref je aan bij Sigrid, de meest gehypete artiest van het festival. Met een gelikte show pakt ze de statige Stadsschouwburg moeiteloos in. Alles aan de jonge Noorse ademt ‘hit’ en met haar vrolijke, bijna buurmeisjesachtige look is ze het Europese antwoord op Ariana Grande. De keyboards ratelen en de muzikanten op de achtergrond stampen er nog maar eens een earworm uit. Natuurlijk duiken er om de zoveel jaar vergelijkbare popacts op en wezenlijk nieuw of anders is het natuurlijk niet. Maar wat zitten Sigrids liedjes slim in elkaar en wat windt ze het publiek makkelijk om haar vingers. Het komende jaar ga je haar zien, op elke festivalweide en in elk stadion. Dat kan niet anders.

In 2012 was iceage het gesprek van de dag. Libertines-achtige taferelen zou je zien, met drank, drugs en nihilisme. Dat viel allemaal wel mee, maar goed was de aartsduistere postpunk wel. Zes jaar later is de band nog steeds onvoorspelbaar en dreigend, maar zoals ook al te horen was op laatste plaat Plowing Into The Field Of Love uit 2014, is de muzikale blik breder. De band is anno 2018 uitgebreid met een saxofonist en een violist. Qua geluid schurkt het tegen de vroege Nick Cave aan, wiens mimiek zanger Elias Bender Rønnenfelt trouwens bijzonder goed heeft bestudeerd. Maar als de saxofoon weer een poging doet om boven de jagende gitaar uit te komen denk je toch vooral de energie punk van The Saints. Net als zes jaar geleden is iceage niet wereldschokkend, maar wel bijzonder goed.

© Jack Parker

 

Warmduscher blijkt een stel Engelse relschoppers te zijn, met een enorme attitude. Daar is niks mis mee, maar dan moet je het muzikaal wel waar kunnen maken. En dat laat de Britten na. Warmduscher wil klinken als Fat White Family (van wie er een bandlid meedoet) of The Fall, maar verder dan een lompe pastiche op die bands komen ze niet. Het blijft hangen in platte maniertjes en goedkoop klinkend beukwerk. Na nog geen half uurtje is het al weer klaar. Een kleine domper, op een verder uitstekende eerste avond Eurosonic.


Lees hier de overige verhalen van ESNS18 terug:

DonderdagVrijdagZaterdag (Noorderslag)