Live

De vrijdag van Best Kept Secret kun je als twee totaal verschillende muziekdagen beleven (maar Arctic Monkeys brengt altijd verzoening)


9 juni 2018

Daar is ‘ie dan, het eerste echte weekendfestival van het jaar! Althans, voor uw dienstdoende redacteuren Bente en Bram. Na een week lang constant buienradar checken en steeds meer opzien tegen het slecht voorspelde weer, komen we uiteindelijk toch gewoon op de camping aan met een zonnetje. Na de typische campingproblemen (lees: sjouwen met veel te veel bagage en ruziemaken met een tent waarvan je de helft van de benodigdheden bent vergeten), alles onder het genot van een voorzichtig eerste blik lauw pils, kunnen we op verkenningstocht over het terrein.

Tekst Bente Hout & Bram van Duinen
Foto’s Xanne Wijkamp

We kunnen het niet laten om het grote vraagteken op het blokkenschema direct te checken en ja hoor, daar is misschien nu al wel het echte Best Kept Secret van dit weekend: het overal verwachte Despacio soundsystem van James Murphy (LCD Soundsystem) en 2ManyDjs (Soulwax) blijkt er toch niet te zijn. In plaats daarvan treffen we de zogenaamde Hang Out aan. Op het eerste gezicht een tegenvaller met alleen wat eettentjes en iets hardere muziek. ’s Avonds tovert het zich gelukkig wel om tot funky feest, maar eerlijk gezegd blijft het een dooie mus, ten opzichte van Despacio.

Op Best Kept Secret zou je vandaag twee totaal verschillende dagen kunnen beleven. Als je op de gitarentoer gaat, zoals ik, begin je bijvoorbeeld bij Jay Som. Het is niet per sé de meest dankbare taak, een festival openen, maar hij wordt met verve volbracht wordt door de 24-jarige Melina Duterte en haar band. Ze weten haar home-recorded popliedjes te vertalen naar een up-tempo en catchy liveset. Makkelijke succesformule, zou je zeggen, het ene toegankelijke liedje opvolgen met het andere. Maar Duterte neemt liever wat risico, met als resultaat een welkome afwisseling tussen enerzijds de liedjes en anderzijds lange instrumentale overgangen en outro’s. (BH)

Dankzij het onverwachte zonnetje zijn we beiden wel in voor het zomerse Palm. Hun experimentele artrock, die recht van de kunstacademie lijkt te komen, verhuist de hele zaal naar een broeierige dag in Colombia. Specifiek dit land, omdat de bassist van de band zo op Javier Peña lijkt, de agent uit hitserie Narcos. Precies op het moment dat de minutenlange jengeljams van Palm saai lijken te worden, gooit de uitstekende drummer er weer een supercomplexe tempowisseling in zoals we die bijvoorbeeld ook van het Nederlandse Jo Goes Hunting kennen. Gelukkig speelt Palm vroeg op de dag, zodat het nog vrij nuchtere publiek de complexiteit kan volgen én waarderen. (BvD)

Ik vervolg mijn weg naar de One, waar Future Islands speelt, en het veld bomvol staat met publiek dat komt om de frontman Samuel T. Herring in beweging te zien. Zij die stiekem alleen hiervoor komen krijgen waar voor hun geld, want Herring is topfit en heeft een aantal parels aan zijn collectie danspassen toegevoegd. Het optreden zelf blijft echter wat aan de vlakke kant. Natuurlijk, we zingen lekker mee met Seasons, en Herring legt zijn hele ziel en zaligheid zichtbaar in het optreden, maar de set is allesbehalve spannend en band weet zelfs bijna het woord ‘saai’ uit onze mond te toveren. Deels door het non-stop herhalende ritme, maar zeker ook door de geringe variatie in spel en sound van de bassist en toetsenist. En al leek iedereen zich er het hele optreden lang al op te verheugen, met camera’s in de aanslag, een spectaculaire exit zoals die van twee jaar geleden blijft uit. (BH)

Best intensief, zo’n middag ronddwalen over het festival terrein. Ik besluit een korte break te nemen en geniet uitzonderlijk hard van de vega gyros van foodtruck Vlees Noch Vis (aanrader, mocht je hier rondlopen). Weer helemaal opgeladen wandel ik naar de Two, waar Deerhunter zijn opmars maakt. Opener Detournement wordt helaas overstemd door een nogal tergende feedback vanuit de microfoon van Bradford Cox, maar daarna kan er zonder verdere afleiding genoten worden van het ene retegoede liedje na het andere. De set is dynamisch, de stem van Cox galmt plezierig door de hele tent en de band is in topvorm. Toch spijtig dat zeker de helft van het publiek al ruim twintig minuten voor het einde van de show de biezen pakt om hem naar de One te smeren, waar straks Arctic Monkeys speelt. (BH)

Ook je hiphopminnende vrienden hoef je niet thuis te laten op Best Kept Secret, zo volg ik vooral dat pad vandaag. Dat begint bij Rex Orange County, waarschijnlijk de grootste tienerster op het festival. Het lijkt dan ook alsof alle zestienjarige meisjes die aanwezig zijn op het festival nu in de Three staan. De mierzoete liefdesliedjes zitten sterk in elkaar, maar zijn toch te cliché om echt indruk te maken. Ach, every festival needs their Ed Sheeran. Eigenlijk is Rex Orange County vooral een voorprogramma voor de hoofd-hiphopact van vandaag, Tyler, the Creator. Op Tylers nieuwe album Flower Boy speelt Rex Orange County ook een grote rol en in deze nummers komt zijn goeie stem vaak beter tot zijn recht. Tyler betreedt het podium gekleed in fluoriserend geel veiligheidshesje, maar ach, als je de aanvoerder van de Wolf Gang bent is alles wat je aantrekt mode. Hij vliegt emotioneel alle kanten op, van praten over depressie en eenzaamheid tot alle emotie eruit rammen in een moshpit waar ik nog steeds op moet gaan naar mijn verloren zonnebril, waardigheid en 25 statiegeldbekers. (BvD)

Het is dag één, dus ik zit nog vol frisse energie. Zo huppel ik rond half 3 vol goeie moed nog de Five binnen om volledig overreden te worden door de punk-hop van Ray Fuego. De laatste tijd lijkt zijn stem wel verbeterd, waardoor hij niet langer non-stop schreeuwt over z’n tracks, en daardoor is hij nu prima te verstaan. Hij speelt tijdens zijn optreden vooral met contrasten: waar hij constant oproept tot liefde in z’n speeches, vraagt hij je in de pit zo ongeveer om de rest van het publiek zo hard mogelijk in het gezicht te trappen. Gelukkig komt iedere muziekliefhebber elkaar tegen bij de langverwachte return van Arctic Monkeys op Best Kept Secret. Waar Bente nog even adem kon halen bij Deerhunter, blijf ik na Tyler, the Creator vooraan wachten op het ideale plekje. Na een uur lang claustrofobische aanvallen, bijna vertrapt worden en gezonde spanning voor één van de meest gehypte optredens van dit jaar, lopen Alex Turner en consorten dan eindelijk de One op en openen ze met Four Out of Five. Dit lijkt de enige track op het nieuwe Tranquility Base Hotel & Casino, waar iedere AM-liefhebber fan van is. (BvD)

De polarisatie over dat laatste album valt in het publiek ook wel te merken. Waar ouder werk veelal met hard gejuich ontvangen wordt, hoor ik wel eens wat geklaag als nieuwer werk wordt ingezet. Zelf behoor ik absoluut tot de kant die het nieuwe album adoreert en geniet dus van alle details in de muziek en de poëtische teksten in deze nummers, maar ik schreeuw en spring ook mee met classics als I Bet You Look Good On The Dancefloor, samen met twintigduizend andere nostalgische ingeblikte sardientjes. Maar na het live horen van het nieuwe album durf ik wel te claimen dat ik dit Arctic Monkeys’ beste album vind. There, I said it. Die nostalgische waarde komt wel als ze hier over vijf jaar weer staan. (BvD)