Deze zomer ging fotografe Bibian Bingen mee met de Amerikaanse tour van Klangstof, die de band onder andere naar Coachella voerde. Na de tour was Bingen een rits prachtige foto’s rijker, maar een illusie armer: want man, dat touren is eigenlijk best saai. Blijkbaar vond het Amsterdamse Sizzer de foto’s die dat opleverde toch wel leuk, dus de muziekagency maakte er een expo en een fanzine met een gelimiteerde uitgave van 243 stuks van. Het document kreeg een passende naam: It’s All Happening, Nothing Really Happened. Onze fotograaf Ab toog naar Sizzer’s kantoor op de Brouwersgracht om de launch van de expo/zine vast te leggen.

Foto’s   Ab al-Tamimi

Temples heeft een nieuwe plaat en die heet Volcano. Het is de langverwachte opvolger van Sun Structures (2014), een album dat de Engelse band destijds direct naar de eredivisie van de indie katapulteerde. Het zette de toon voor de herwaardering van de sixtiesinvloeden, maar er is veel veranderd de afgelopen jaren. The Daily Indie besprak met de band wat dat heeft gedaan met de muziek, en vice versa.

Translatio, imitatio en aemulatio. In de Romeinse tijd, en later in de Renaissance, werden deze drie termen gebruikt om de fases van het proces van het maken van kunst te duiden. Aemulatio, oftewel innoveren, het creëren van iets nieuws dat met de gevestigde orde kan wedijveren, is het ultieme doel, dat wordt bereikt als een kunstenaar na de fases van ‘vertalen’ en ‘imiteren’ van wat er al bestaat boven zichzelf weet uit te stijgen.

We springen in de tijd vooruit, van de Romeinen en renaissancisten naar een druiligere herfstdag, eind 2012. Ondergetekende begeeft zich naar poptempel Paradiso, waar die avond op London Calling Festival een piepjong bandje uit Kettering, Engeland zijn allereerste buitenlandse show zal spelen. Slechts twee tracks waren er online te vinden, maar voor zowel The Daily Indie als voor London Calling-programmeur Ben Kamsma klonken deze zo veelbelovend dat beide niets anders konden dan Temples, want zo heette de band in kwestie, een kans te geven.

 

De band heeft destijds niet eens genoeg geld om toetsenist en gitarist Adam Smith mee te nemen naar Amsterdam, maar James Bagshaw, Thomas Warmsley en Samuel Toms maken tijdens het interview direct indruk. Voor een band met nog geen vijf liveshows op zak, lijken ze verdomd goed te weten waar ze mee bezig zijn. De show die volgt, in de bovenzaal van Paradiso voor een handjevol mensen, bevestigt dat vervolgens op indrukwekkende wijze.

Wat daarna gebeurt, is bekend. Ruim anderhalf jaar later dropt Temples zijn debuut Sun Structures en groeit daarmee uit tot een van de grotere namen van de indie. Het viertal toert vervolgens ruim achttien maanden non-stop en speelt de plaat in elke uithoek van de wereld.

Temples liet zich voor Sun Structures sterk inspireren door de psychedelische sixtiespop van The Hollies en Kaleidoscope. De band voorzag die inspiratie van een eigen, aangenaam nostalgische, barokke sound, waarmee de plaat steevast hoog in de jaarlijstjes eindigde. Temples ging ermee voorop in een retro-revival, die de jaren erna in volle hevigheid losbarstte met bands als Allah-Las, Tame Impala en Jacco Gardner als voorbeelden.

 

Eind 2016, op de dag af exact vier jaar na de eerste ontmoeting, spreken we Bagshaw en Warmsley opnieuw in Amsterdam. De opvolger van Sun Structures heet Volcano en is net klaar. De vraag rijst of Temples in die vier jaar een stap heeft kunnen zetten op de ladder van translatio, imitatio en aemulatio. In 2014 kwam je nog weg met inspiratie van psychedelische sixtiesbands, maar men mag verwachten dat zo’n duidelijk getalenteerde band anno vandaag komt met een vernieuwende, innovatieve sound. Toch?

Zeker is, dat er een stap is gezet. Volcano behoeft niet veel luisterbeurten om dat te beseffen. Openingstrack Certainty laat al dik aangezette synthesizers horen, en zo bevat heel de plaat een groter sonisch palet dan zijn voorganger. Beginpunt van het album was de track Volcano, dat later werd omgedoopt naar Oh The Saviour, vertelt Bagshaw. “Het voelde voor ons niet als een track die erg bij de songs van Sun Structures paste. Veel directer, zowel qua sound als teksten. Na achttien maanden touren, begonnen we een beetje te schrijven. Het was vreemd om opnames in te gaan met één song, zonder duidelijk idee. Maar in het weekend speelden we nog shows en door de nieuwe tracks live te spelen, ontstond een idee over hoe we de nieuwe plaat wilden gaan benaderen.”

 


Instinctief proces
Temples koos voor er bij Volcano opnieuw voor om de productie zelf te doen. Met name frontman en afgestudeerd audiotechnicus Bagshaw is een regelrecht productiefetisjist. De plaat werd opgenomen in zijn eigen thuisstudio, over een periode van ruim een jaar. Platenlabel Heavenly suggereerde een producer, maar na het horen van enkele ideeën bedankte de band daarvoor. Door de sterke focus op productie is Temples niet een band die aan een album begint met een duidelijk idee, of een verzameling songs die klaar zijn om te worden opgenomen, vertelt Bagshaw.

“Het schokt me nog steeds om te realiseren wat een instinctief proces het is. We hebben geen plaatje in ons hoofd tijdens de productie. Er zit ontzettend weinig methodiek achter. We hebben vaak geen idee wat we aan het doen zijn, we weten alleen hoe we willen dat het klinkt. We proberen uit. Dat is hoe het voor ons werkt. Een producer zou te veel structuur aanbrengen in die gecontroleerde chaos. Het is niet zozeer dat we niet open staan om met iemand te werken, er zullen vast mensen zijn die de plaat beter kunnen laten klinken. Maar dan zou het niet meer op onze voorwaarden zijn. Het is soms het ergste gevoel dat er is, maar we zijn geheel verantwoordelijk voor ons album en uiteindelijk is dat het belangrijkste.”

 

 

Nieuwe speeltjes
Volcano is nog steeds onmiskenbaar een Temples-plaat, maar ten opzichte van Sun Structures is hij brutaler en directer, bij vlagen bijna een album voor de dansvloer. Het succes van Sun Structures droeg eraan bij dat Heavenly het volste vertrouwen had in Temples, en de band de tijd gunde om in de studio op zoek te gaan naar het geluid dat Volcano moest krijgen. Bovendien zorgde het voor wat financiële ruimte, dat zich vooral vertaalde in nieuwe speeltjes voor Bagshaw. “Het is alsof je nieuwe kwasten en kleuren krijgt om mee te schilderen”, zegt hij. “Nieuwe synths, compressors en mixers zorgden ervoor dat we meer aandacht konden besteden aan de lage tonen in het spectrum en zo een robuuster geluid konden maken.”

Temples deed in 2015 ook al een elektronische herinterpretatie van de debuutplaat, Sun Restructured. De liefhebberij voor elektronica is er dus duidelijk. Toch is Volcano geen elektronische plaat, verzekert Warmsley. “Er zijn inderdaad synths, maar ook veel meer gitaren op Volcano. Ze zijn wat extremer aanwezig, bigger and balder. Niet om Sun Structures tekort te doen, maar die plaat is gemaakt met een overkoepelend geluid. We geloven dat de individuele nummers op Volcano beter tot hun recht komen. Ze zijn allemaal op zichzelf uniek, met een eigen identiteit.”

“We geloven dat de individuele nummers op Volcano beter tot hun recht komen. Ze zijn allemaal op zichzelf uniek, met een eigen identiteit.”

De naam Volcano, eerst dus de werktitel van Oh The Savior, werd bedacht toen de band aan de voet van vulkaan Mount Fiji in Japan verbleef. Het is een ambigue titel, die de organische, krachtige sound van het album onderschrijft. Ook in teksten en albumcover heeft Temples de mystieke, Bijbelse thematiek van Sun Structures overboord gezet. “Die teksten pasten destijds bij de muziek”, zegt Bagshaw. “Je kunt niet over bierdrinken zingen op een track als Sand Dance. Teksten zijn altijd hard werken, zoeken naar wat past. Maar het is wel waar dat we ons niet meer achter die thematiek hoeven te verschuilen, ja. We zijn concreter. Het zijn geen grootse, filosofische concepten meer. Aan de ander kant ook geen ‘Georgy Formby Kitchen Sink Drama’, hoor. Ergens in het midden.”

 

 

Aemulatio
Met die nieuwe sonische, tekstuele en visuele identiteit van Volcano laat Temples een ontwikkeling zien die met enige fantasie vergelijkbaar is met de stap die Tame Impala zette met Currents: van sterke jaren 60- en 70-invloeden naar een eigentijdser, zelfverzekerder geluid.

Sun Structures werd destijds juichend ontvangen, onder andere met enthousiaste reacties van Johnny Marr en Noel Gallagher. De bandleden van Temples legden die complimenten snel naast zich neer, omdat ze voelden dat die niet volledig aan hen gericht waren. “Inspiratie door sixties pop was het hele punt van Sun Structures”, zegt Warmsley. “Maar het was soms alsof men dat album waardeerde om het concept en de referenties, en niet zozeer om de muziek op zichzelf.”

“Veel bands gebruikten die invloeden toen”, vult Bagshaw aan. “Jacco Gardner hier, Jagwar Ma wat elektronischer… Het voelt alsof we nu wat volwassener zijn geworden. Volcano klinkt meer als onszelf, if that makes sense. Het is veel origineler dan de eerste plaat. Dat is een soort van innovatie, toch?”

 

Daar heb je hem weer: aemulatio. De toegenomen ervaring, de luxe van veel beschikbare tijd en nieuwe technologie, en wellicht ook gewoon de veranderende muzikale invloeden van buitenaf, hebben ervoor gezorgd dat Temples anno 2017 zichzelf heeft kunnen heruitvinden en een zelfverzekerder, meer eigen plaat heeft kunnen maken. De vraag is wat dat op zijn beurt weer met de band doet, of specifieker: met de waardering voor het eigen product en de verwachtingen die dat schept.

Bagshaw: “Wanneer je aan een eerste album werkt, besef je eigenlijk niet hoe briljant dat is. Je kan dat maar één keer doen. En zijn geen regels of verwachtingen, niemand heeft nog iets van je gehoord. Elke song is een introductie in jouw muziek en men luistert ernaar met een zekere vrije geest. Nu luisteren mensen misschien naar de eerste track van Volcano, horen een synth en zetten hem af. Ook al hebben we onszelf geen beperkingen opgelegd, door een tweede plaat te maken doe je dat automatisch, omdat je niet alles overboord kan zetten en ver weg kan gaan van wat je eerder deed. Niet dat we ineens een opera zouden willen schrijven, maar het is wel moeilijk om een nieuwe sound te creëren op de manier die wij willen, zonder de essentie van de band te verliezen.”

Nu luisteren mensen misschien naar de eerste track van Volcano, horen een synth en zetten hem af.”

En daarmee zet Temples, door volledig op eigen voorwaarden te opereren, met de zelfverzekerde, eigen sound van Volcano overduidelijk een stap in de richting van aemulatio. Maar paradoxaal genoeg wordt de band daarbij beperkt door eerder gemaakte artistieke keuzes. Het mag een troost heten dat volgens de renaissancistische maatstaf een kunstenaar die ultieme fase pas laat in de carrière zou kunnen bereiken. Temples komt al op zijn tweede plaat een heel stuk in de buurt.

Onze albumreview van Volcano vind je hier, inclusief de speciale nieuwe ledenactie waarin we de elpee verloten! 

 

 

 

Meer van dit soort verhalen blijven lezen? Steun dan het werk van The Daily Indie door lid te worden!
Nu voor maar 10 euro per jaar



 

APRIL fotoshoot

 

The Daily Indie werkte voor de nieuwe issue samen met Modereporters om een prachtige shoot te houden met de Utrechtse band April. Hieronder zie je de resultaten!