Live

Wij waren aanwezig tijdens DDW Music Festival en stonden een avond lang in diverse moshpits


29 oktober 2018

Dutch Design Week is misschien niet het eerste festival waarbij ‘gitaren’ behoren tot de eerste associaties. Ook geen moshpits, headbangen en vuisten die de lucht in gaan. En juist dat troffen we op de vrijdagavond van het festival aan in Eindhoven, tijdens het inmiddels losgebroken DDW Music Festival. 

Tekst Midas Maas
Foto’s Tineke Klamer

Want niet alleen wordt muziek steeds belangrijker tijdens deze Eindhovense week, ook is activisme dit jaar een groot thema. En punk, dat we deze avond veel te zien krijgen, is een muziekstijl die bijna synoniem is voor verzet, een reactie op de ontwikkelingen in de wereld.

Een zwaardgevecht tegen de bezetting
We beginnen deze avond bij de TAC, Temporary Arts Centre, en zoals de naam doet vermoeden, draait het hier om kunst. We kwamen hier een maand geleden ook al toen we langs alle bijzondere locaties van DDW-Music werden geleid. Toen werd ons verteld dat hier zo’n tachtig kunstenaars hun atelier hebben zitten. Je vindt hier vernieuwende kunst op alle vlakken en vanavond ook op muzikaal vlak.

“Alsmaar rechtdoor, door het restaurant en daarna naar rechts”, vertelt de uitsmijter als we het gebouw binnenlopen. We komen terecht in de zaal waar Mourn de avond opent. Een wissel, want eigenlijk zou The Tubs de avond beginnen. Openen doet dit kwartet in ieder geval overtuigend: de vier staan rond de drumkit en wijzen ieder met drumstok in de hand naar het midden. Gezamenlijk beginnen ze te spelen op de drumkit. Het gevecht is begonnen.

 

De metafoor van het zwaardgevecht past ook erg goed bij de muziek van de twintigers. Het viertal komt uit Catalonië en de onafhankelijkheidsstrijd die in hun thuisland gaande is, weerspiegelt in de muziek. Nummers als Fun At The Geysers, President Bullshit of Devorce. Eén zin uit de laatstgenoemde en je snapt meteen wat de band wil zeggen: ‘At nineteen years old/We’re signing our divorce’. Duidelijke taal die met datzelfde vuur wordt gebracht: zangeressen Carla en Jazz hebben een bijna puberale woede in zich. Het doet denken aan bands als Sleater-Kinney, Le Tigre of Bikini Kill. Bands die in de jaren negentig de ‘riot grrrl-beweging’ begonnen, een beweging van underground feministische punkbands. Alleen gebeurt dit nu. Eigenlijk zou je dan ook hopen dat er in de zaal de vuisten in de lucht gaan en de geest van de muziek compleet op het publiek overslaat. Dat lijkt niet helemaal het geval te zijn. Het publiek feest liever. Maar ach, een revolutie mag ook gevierd worden.

 

Alle hoeken van de kamer
Inmiddels lopen wij richting het Stroomhuis, om op tijd te zijn voor Jagd. De zaal is knus, zeer knus. Het publiek staat tegen de muren van het gebouw aangedrukt en de capaciteit toont dan ook gauw zijn limiet: net zoals we vorig jaar merkten krijgt niet iedereen een kans om binnen te staan. Regisseur Wouter Sessink vertelde The Daily Indie bij de première van Jagd zijn single Civic nog hoe zangeres Nanne van de Linden ongewild het unique selling point van de band is, omdat ze vrouw is. De focus zou volgens hem moeten liggen op de muziek. Die gedachte blijkt in de praktijk toch niet heel makkelijk toepasbaar te zijn, simpelweg omdat Van de Linden het meest opvalt. Niet omdat ze vrouw is, maar omdat ze de meeste energie van de band lijkt te hebben. Dat begint al met de start van het concert, waar ze furieus het intro van de laatstgenoemde single begint te spelen. Waar veel bandleiders ervoor kiezen om over het publiek heen te kijken, staart zij iedereen recht aan met een bijna beangstigende blik. En dat gezegd hebbende is de muziek van het indierockviertal uit Amsterdam erg goed, maar wordt niet zo in je gezicht geworpen als de performance van de frontvrouw. Hoe de gitaar de klanken van de synthesizer lijkt op te pikken en daarmee gewoon verder lijkt te gaan en hoe strak de drums klinken, is (gelukkig) iets dat ook opvalt.

 

Slapstick
Halverwege de set móeten we wel weg om The Tubs nog te kunnen zien in TAC. Zanger Simon opent met de zin: “We zijn in Nederland”, en doet dat met een nep-Amsterdams accent. De band komt namelijk uit Vlaanderen. Het doet een beetje flauw aan. Als een Nederlandse band die in Vlaanderen zou openen met ’s werelds slechtste Kabouter Plop-imitatie. In zijn zang doet Simon dan eerder een Amerikaan na en doet dat ook niet al te fijntjes. De muziek klinkt wel aardig: een opvallend mengsel van surfrock, garagerock en een kleine dosis americana (dat laatste komt vooral door de pedal-steel). Echter vragen wij ons lichtelijk af hoe deze band vooruitstrevend is met al zijn flauwigheid.

 

Leren voor het slapengaan
Hetgeen dat je voor het slapengaan doet, onthoud je het best en daar hebben we deze avond profijt van. Viagra Boys sluit deze avond namelijk af in het Stroomhuis. Dat doet de band wel met slechts twee originele leden. Behalve bassist Benke Höckert en zanger Sebastian Murphy, had iedereen bepaalde ‘omstandigheden’ waardoor touren niet mogelijk was. Een halfuur voor het concert begint, staat de zaal al stampvol. De bandleden van Jagd en Viagra Boys schuiven langs elkaar heen met hun apparatuur. Ondertussen lijkt het enthousiasme behoorlijk groot te zijn. Mensen staan te headbangen op de afspeellijst van punksongs die door de speakers knallen. Als alles staat, komt zanger Sebastian Murphy rustig met zijn pilsje in de hand door de propvolle zaal heen en zegt met zijn hese stem iets onverstaanbaars door de microfoon heen.

Na zijn zegje slaat passiviteit om in activiteit. Het gaat van nul naar standje eleven in precies drie seconden. Voor iemand er erg in heeft ligt Murphy bijna kermend op de grond en krijst het uit. Murphy vindt dat het echter wel een tandje harder kan. Hij trekt zijn shirt uit, waaronder een vol getatoeëerd lijf vandaan komt en het publiek juicht alsof ze een wonder gezien hebben. Dat is niet genoeg voor de frontman: “This is fucking ridiculous! Move, you punks.” Hij besluit de mensenmassa dan maar fysiek op te roeren en stapt de moshpit in. “These guys are out of control.” Hij lijkt tevreden te zijn.

 

De nummers van Viagra Boys bevatten een zwartgallige humor en die lijkt te komen uit de autobiografische onderwerpen van de teksten. Denk aan Just Like You: ‘I’m so glad I never wandered down the wrong path/And ended up some kind of addict/Or looser or some kind of some kind of/Some kind of psychopath.’ Juist, nummers over de blijdschap om niet meer verslaafd te zijn en geen onderdeel te zijn van de ‘fucked up society’. Vanavond creëert Viagra Boys een eigen society waar de buitenstaander gevierd wordt. En dat is een reactie op de huidige samenleving en sluit aan bij het aanwezige activisme tijdens de best bezochte editie van de Dutch Design Week ooit.