Interview

Verhalen uit de studio van Roy van Rosendaal: Over Figgie, succes, Kytopia en het leven als producent


18 maart 2019

“Het is wel grappig. Laatst zei iemand tegen mij: ‘Je bent dus ook geworden waar je voor hebt gestudeerd!’ Dat is wel bijzonder. Dat gebeurt niet meer zoveel, niet in deze wereld”, begint Roy van Rosendaal, producer, muzikant en geluidstechnicus. Hij kijkt zijn studio rond. In de hoek staat een drumstel. Daarnaast een rek met synthesizers en keyboards. Wanneer de 29-jarige Utrechter uit zijn raam kijkt, ziet hij aan de overkant een foto van zichzelf. Als grapje hebben vrienden dat opgehangen.

Tekst & foto’s: Tess Janssen

Om bij zijn studio te komen, moet Van Rosendaal vier verdiepingen omhoog door een trappenhal die verdacht veel doet denken aan de oude trappenhallen op de middelbare school. Deze ‘reis terug in de tijd’ is symbolisch. Wanneer hij later een rondleiding door het pand geeft, gaat hij zelf ook even terug in de tijd. We staan in de zaal van de oude Tivoli Oudegracht. “We hebben met Figgie, een van mijn bands, nog op dit podium gespeeld”, zegt hij. Van Rosendaal bekijkt de enorme ruimte van de zaal alsof het de eerste keer is dat hij het ziet: met verwondering. Hier is zijn carrière als producer begonnen. 

Studio
In zijn derde jaar Compositie en Productie aan de HKU, mocht hij stage lopen bij dj DNA, bekend van Urban Dance Squad. “Zodoende ontmoette ik Mathijn den Duijf. Hij maakt alleen maar analoge opnames en ik heb daar veel geleerd. Ik leerde ook Colin (Benders, red.) kennen, de man achter Kytopia. Hij wilde een studio gaan bouwen en ik heb in mijn vrije tijd meegewerkt. Daar leerde ik de mengtafel echt gebruiken. De eerste opnameklussen waren voor Snarky Puppy, Judy Blank en Amsterdam Klezmer Band.”

Dat hij in het diepe werd gegooid, vond Van Rosendaal eigenlijk alleen maar goed. De oude locatie ging tegen de grond en de hele boel moest verhuizen. Ze belanden in het oude Tivoli-gebouw. “Mijn studie was afgerond toen ik hier mijn eigen plekje kreeg.” In de drie jaar dat hij zijn eigen studio bezit, heeft Van Rosendaal flink doorgewerkt. Hij werkt voornamelijk als producer. Alec Todd, Foss, Amber Run, La Corneille, Spill Gold, Tessel, Feitenfabriek en A Brighter Light is een greep uit de bands die hij op zijn CV heeft staan. Als geluidstechnicus werkt hij vast met Donna Blue en Felbm. En twee jaar geleden ging hij nog met Blue Crime mee op tour naar Noord-Amerika. 


Figgie
Een van de dingen waar Van Rosendaal momenteel druk mee bezig is, is het debuutalbum van Figgie. Het merendeel van de opnames vond plaats in zijn studio. De mannen hebben ook een aantal dagen opgenomen in de studio van Martijn Groeneveld (Mailmen studio, red.). “Hij was zo vrij om ons daar te ontvangen en ons ding te laten doen. We hadden geen producer nodig, dat doe ik zelf en ik heb wel een goed beeld van hoe het moet gaan klinken. Martijn had al eerder aangegeven dat er – op basis van het eerder uitgebracht werk van Figgie – meer te behalen viel. Daarom heeft hij de techniek gedaan.”

Vanuit het idee dat Figgie een collectief is, zal het album veel gezichten laten zien en hebben alle bandleden een bijdrage geleverd. “We zijn gegroeid van jonge jongens op een zolderkamer met een EP naar een volwassen, maar toch speels album. Die ontwikkeling is belangrijk en willen we laten horen op de plaat. We kunnen niet wachten tot het uitkomt en zijn benieuwd wat anderen er van vinden. Wij zijn er in ieder geval heel trots op.”

Liefde voor muziek
Wanneer het gesprek afdwaalt naar Figgie-stickers en ongeplande marketing klappers, valt het begrip ‘succes’. “Alles wat je wordt aangeboden om je muziek te kunnen spelen en blijven delen, moet je natuurlijk pakken. Voor mij is succes dat er dingen gebeuren en dat mensen ermee bezig zijn. Dat is belangrijker dan een Spotify-hit of 3FM Serious Talent worden. Dat trek ik ook door naar mijn werk”, stelt Van Rosendaal.

“Mijn doel is nooit dat iets een ‘hit’ wordt. Ik denk ook wel dat mensen naar mij komen omdat ze dat verwachten. We gaan op zoek naar de kern van wat iets is en hoe we dat op een mooie en eerlijke manier naar voren kunnen brengen. Op een manier die staat voor wie iemand is en waardoor die artiest een sound krijgt waar hij verder mee kan.”

“Ik vind de samenwerking tussen muzikant en producer heel belangrijk”

Hij herinnert zich de keren dat hij met beginnende artiesten zonder band samenwerkte. Ze gingen de deur uit met de gedachte dat ze een band nodig hadden, omdat ze tijdens het hele proces de muziek zodanig vorm gaven. “Dan zijn we er samen achter gekomen hoe de band zou klinken. Ik vind die samenwerking tussen muzikant en producer heel belangrijk. Dan wordt het een dingetje van ons allebei. Ik stop er ook iets in. Ik zou het heel lastig vinden om heel faciliterend op te nemen en niets toe te voegen.” Slechts muziek registeren is niet voor hem weggelegd. Wanneer hij ergens bij betrokken is, kan Van Rosendaal er niet meer van afblijven.

Hij gaat verder: “Ik wil dat het een eigen klank krijgt. Dan heb ik er eveneens van genoten. Uiteindelijk ben ik een muzikant, dus ik vind het fijn als ik er een stukje van mezelf in heb kunnen stoppen. Ik vind het erg vet als ik meegewerkt heb aan iets en ik, wanneer dat uitkomt, een berichtje krijg met de vraag of ik dat heb gemaakt. Dat ik er aan heb gewerkt schijnt dus door, terwijl het niet mijn muziek is. Dat vind ik heel gaaf.”


Thuis
Van Rosendaal schrijft zijn eigen professionele ontwikkeling toe aan het professionele werkveld waar hij zich dankzij Kytopia in begeeft. “Kytopia is op een bepaalde manier onderdeel geworden van mijn identiteit, denk ik. Als ik hier weg zou gaan, zou dat raar voelen en dan zou ik mij ook heel ondankbaar voelen. Ik heb veel gehad aan deze locatie en deze groep mensen. Het is heel leerzaam geweest om hier met mensen te zitten die hun geld verdienen met muziek maken.”

“Een muzikant is van nature een kluizenaar”

“Ik ben hier echt bijna elke dag. Het voelt daarom als thuis. Iedereen die hier rondloopt voelt een beetje als familie.” Van Rosendaal schetst een plaatje: ze komen elkaar tegen op de gang of in de keuken, hebben het over elkaars werk, laten elkaar dingen horen, lenen spullen aan elkaar uit. “We maken verschillende stijlen muziek, maar we hebben allemaal hetzelfde doel. Het is niet alsof we elke avond met elkaar zitten te jammen hoor, wat mensen nog steeds denken. Wij werken hier hard. Als je als muzikant ergens met je studio geïsoleerd zit, heb je die kruisbestuiving en dat saamhorigheidsgevoel niet.”

“Een muzikant is van nature een kluizenaar”, gaat hij verder. “Je bent aan het werk, dus je sluit jezelf op en werkt. Dat wordt vanuit de buitenwereld misschien niet echt begrepen. Je moet ons gewoon een half jaar met rust laten en dan komen we weer naar buiten met een plaat. Iedereen hier begrijpt dat.” Er zijn gesprekken over een nieuwe locatie. Deze zou buiten het centrum liggen, wat heel fijn zou zijn, erkent hij. In de stad werken, heeft namelijk ook nadelen. “Ik denk dat, als we buiten het centrum zitten, we weer iets serieuzer bezig zullen zijn. Mensen kunnen niet zomaar naar binnenwandelen en mensen die langskomen, komen vaak omdat ze een afspraak hebben.”

Nieuwe kansen
We kunnen niet om het feit heen dat Kytopia moet verhuizen. Het oude Tivoli-pand zal gerenoveerd worden en deels als hotel gaan functioneren. De achterzijde wordt horecagelegenheid. Zonde, misschien? Van Rosendaal staart even uit het raam, maar haalt dan een schouder op. “Op zich wel. Hoewel… Het is er ook wel tijd voor. Ik kijk uit naar de mogelijkheid om uit te breiden en een serieuzere studio te bouwen. Deze studio is leuk. Het is gemaakt om muziek te maken, maar het heeft zijn beperkingen. Voor mijn professionaliteit en ontwikkeling is een grotere en betere studio nu echt wel nodig.”

“Het is tijd om te groeien en daar is hier de ruimte niet voor”

Hij droomt hardop over een hele band die hij in zijn studio kwijt kan. En dat hij al zijn spullen niet meer naar beneden hoeft te slepen om daar op te nemen. “Het is niet dat ik de spullen niet heb. De plaat van Janna Lagerström heb ik hier in deze ruimte opgenomen. We waren maar met z’n tweeën, dus dat kan. Paul (Scheenstra, Figgie, red.) heeft geholpen met de drumpartijen. De jongens van Amber Run zijn hier geweest voor de pre-productie van hun derde album. We hebben hier de demo’s gemaakt.” Maar het is tijd om te groeien en daar hebben we hier de ruimte niet voor.

De omstandigheden zullen beter worden. Het is een mooi, maar oud pand. Het is gehorig, in de winter is het koud en in de zomer warm. Het hoort er bij, zegt Van Rosendaal. “We hebben het prima gered en prima gehad, maar een verbetering gaat alleen maar voordelig zijn. Aan de andere kant: je ziet nu echt nog de historie van het pand. Zoals de zolder hier. Die kasten zijn gebouwd door NS. Het was een voormalig archief. De kerstlampjes die ik hier heb hangen, heb ik hier gevonden in dozen met decoratie die hier nog opgeslagen stonden.” Er hangt een lijst met alle bands die in 1993 in Tivoli hebben gespeeld. Een gevonden pareltje. Van Rosendaal kijkt er enigszins nostalgisch naar. “Het is een stukje van het oude Tivoli dat ik mee kan nemen.”

Bouwen
“Kytopia is iets dat bij me hoort. Het is vet wat we hier hebben en wat we er van gemaakt hebben.” Vertrekken is bitterzoet, maar Van Rosendaal koestert totaal geen wrok. Met een lach op het gezicht zegt hij: “We gaan van de nieuwe locatie gewoon weer een speeltuin maken. Het zal niet hetzelfde worden als hier, maar we hebben straks een plek waar we voor eeuwig onze muziek kunnen blijven maken.”

Er zijn mooie ideeën, hoewel de definitieve locatie nog niet duidelijk is. Het zal in ieder geval nieuwe mogelijkheden bieden, zoals een studio die groot genoeg is om dingen te gaan organiseren. Van Rosendaal geeft namelijk workshops. Volgend jaar gaan we als geheel een grotere stap zetten. Maar het idee om meer te kunnen faciliteren trekt ook. “Ik heb straks alles in huis. Ik hoef niet meer m’n spullen op en neer te sjouwen van en naar vier hoog. Alles zal makkelijker worden.” Hij kijkt ook uit naar het opnemen van meer albums. “Ik heb vooral EP’s opgenomen. Albums gaan dieper. Daar heb ik erg zin in. Ik zal blijven opnemen op locatie. Ik vind het leuk om een plek op te zoeken die inspireert, waar je alleen maar aan muziek hoeft en kunt denken.”

“Het is een leuk wereldje, het muziekwereldje.”

Eerst verhuist Kytopia naar een tijdelijke locatie. Halverwege april zegt Van Rosendaal weer helemaal back in business te zijn. De nieuwe en permanente locatie, moet nog even op zich laten wachten. “Het duurt nog even, maar ik kan niet wachten. Het zal in het begin wennen zijn. Het zal een hele goede stap zijn voor mezelf én mijn carrière. Ik heb zin om te bouwen en te investeren. Dan kan ik weer vooruit. Veel verder dan dat kijk ik niet. Dit is wel even genoeg”, zegt hij lachend. “Ik vind het heel mooi om te zien wat allemaal al kan. Dan kan wat komen gaat alleen nog maar mooier worden. Het is een leuk wereldje, het muziekwereldje.”