Album Review

Tot traagheid komen: Sandro Perri zijn In Another Life als noodzakelijk meesterwerk


19 september 2018

Muziek groeit soms in een bloedende rotvaart, zoals in de hoofden van Robert Pollard en Ty Segall. Dat de angst je om het hart slaat om het niet meer bij te kunnen houden. Dat je het maar voor de helft kunt verwerken, omdat er nog een andere overdaad aan muziek op de Spotify-plank ligt. Modern luistergedrag: één keer luisteren, hooguit twee, oppervlakkig tussen het multitasken door, of als onderdeel van een multitask.

In de gloeiende boog van de meest recente single van Faradays klinkt Karindra Perrier: ‘The spoon-fed freedom got us numb / A million chances to be happy, like youth is wasted on the young.’ Of hoe de vrijheid om te kiezen uit een bijna onwereldse hoeveelheid muziek nogal eens leidt tot verveling, verdoving. Tot zover de overdenking: het is weekend, de zon schijnt in de tuin.

Muziek groeit soms in een bijna onwereldse slakkengang, als in het hoofd van Sandro Perri. Dat je na Impossible Spaces uit 2011 al haast geen rekening meer had gehouden met iets nieuws. Want het is zeven jaar later, een muzikale eeuwigheid. Genoeg tijd om vergeten te worden, en dat er geen haan ooit meer naar kraait. Toch ook verscheen er vorig jaar muziek van Sandro en dat er geen haan ooit meer naar kraait.

Traag ademend organisme
Sandro Perri is gewoon Sandro Perri, muzikant en producer uit Toronto, een mens dat in eigen tempo onder stuk voor stuk obscure aliassen (Polmo Polpo, Off World, Sandro Perri) langzaam muziek maakt. Vier jaar lang speelde Sandro lapsteel in Great Lake Swimmers. Sandro is een traag ademend organisme. Nu is hij terug met In Another Life, en als Sandro zingt is het alsof Matt Berninger van The National vanuit een droomslaap uit zijn dagboek zingt.

En langzaam grijpt de traagheid om zich heen, want de eerste track van In Another Life duurt vierentwintig minuten, als een uitgesponnen opus als Destroyer’s Bay of Pigs, als een uitgestrekte horizon van Arthur Russell, als een swingende navertelling van Brian Eno’s Music for Airports. Ook tijdens het schrijven, tijdens het luisteren, komen de zinnen trager.

 

De wil om alles tegelijkertijd te doen
In Sandro’s eigen woorden is In Another Life een oefening in ‘infinite songwriting’, als lussen die alsmaar groter worden, als uitvloeiend water, zodat je nog maar vier tracks in drie kwartier nodig hebt. Gooi die conventies van drie minuten nu maar overboord, het verlangen om emotioneel en intellectueel geroerd te worden, de wil alles tegelijkertijd te doen, om te rennen, om efficiënt met je tijd om te gaan.

Dan Bejar van Destroyer zong voor Kaputt zijn teksten in vanaf de bank, liggend. Nu drijft hij aan voor de laatste zeven minuten: Everybody’s Paris, Pt. III. Als een natuurlijke verschijning die wel moest gebeuren, domweg afgedwongen door de omstandigheden. En dan komt alles langzaam, heel bedachtzaam tot stilstand.

Etc. 1.
Micro-organismen die in het slijk van de allerdiepste zeebodem wonen schijnen te groeien met een vaart die in een menselijk leven niet waar te nemen is. De celdeling verloopt gewoon te traag. Je kunt je voorstellen dat zo’n micro-organisme (oplichtende stip onder een microscoop) volstrekt niet onder de indruk is van het overspannen tijdsbesef van de organismes boven het water.

Ik wil mij voorstellen dat ik volstrekt niet onder indruk van het overspannen tijdsbesef van de mensen om me heen – als ik nog eens wegzink in In Another Life van Sandro Perri.

Etc 2.
Dan neem ik mij voor om mij tenminste voor vandaag niet langer druk te maken, om wat dan ook.