Interview

The Sweet Release Of Death viert de schoonheid van het nihilisme

| "Uit nihilisme kan ook veel positieve kracht en blijdschap ontstaan."


3 april 2017

Iedereen kent het beeld van zo’n gigantische paddenstoelwolk in de verte. Wee je gebeente als je in de buurt bent: iets gevaarlijkers en destructievers heeft de mensheid nog niet geschapen. Bewaak echter een veilige afstand en het verschijnsel wekt ontzag op. En ja, zelfs een bepaalde schoonheid: de pure symmetrie van al dat explosieve geweld. Hoe langer je hier bij stilstaat, hoe ongemakkelijker het voelt: je weet niet of je moet toegeven aan de afschuw of het aanzien. Dat unheimische gevoel penetreert de luisteraar vanaf de eerste seconde op de titelloze tweede van ’t Rotterdamse The Sweet Release Of Death.

 

Op zaterdag 8 april speelt The Sweet Release Of Death op Motel Mozaique!

Opener The End zandstraalt de luisteraar acuut met een werkelijk genadeloze noisemaalstroom. Ja, serieus. Beginnen met een nummer genaamd The End, en dat met een emonaam als The Sweet Release Of Death? Ligt de troosteloosheid er niet een béétje overdreven dik bovenop? Dat zou de conclusie moeten zijn, ware het niet dat de band vanaf de eerste tel euthanasie pleegt en diep in de reserves tast. De steekvlammen pieken al voorbarig op het album. Het is geen grap; het is meteen menens.

We ontmoeten The Sweet Release Of Death in podiumcafé Rotown, waar de band later deze maand zal spelen op mini-jubileumfestival Rotown’s Dirty Thirty.

 

Fucking Spijkenisse
Rotterdam is niet altijd de thuisbasis geweest voor The Sweet Release Of Death. Gitarist Martijn Tevel, zangeres en bassist Alicia Breton Ferrer en drummer Sven Engelsman groeiden samen op in Spijkenisse. Een stad omringd door industriegebieden, met slechts twee bruggen als enige uitweg. Mocht hier ooit een ramp van gigantische proporties plaatsvinden, dan kun je nergens vluchten.

Op woensdag 28 februari 1996 zorgde een ongeluk bij Europoort dat er een gigantische oranje rookwolk boven Spijkenisse hing. Breton Ferrer weet het nog goed. “Ik zou naar zo’n instuifmiddag gaan op de basisschool waar we met zijn allen gingen knutselen. Toen het alarm ging, was ik bij een vriendje aan het spelen. Ik had verder niets laten weten aan mijn ouders, die natuurlijk helemaal ziek van de stress waren. Mijn oma, voor eeuwig ruste haar ziel in vrede, liep met een doekje voor de mond door heel Spijkenisse om mij te zoeken.” Tevel: “Het was echt een soort nuclear warzone.”

De oorzaak van de wolk: chemische stoffen waren vrijkomen bij een brand in een loods van transportbedrijf CMI. De wind lag die dag ook niet gunstig. De giftige wolk blies richting Heijplaat en Hoogvliet en uiteindelijk over de rivier naar Spijkenisse. Alle ramen en deuren moesten dicht. Uiteindelijk is de schade beperkt gebleven: niemand ging dood. Maar die onheilspellende What If?-gedachte nestelde zich vroeg tussen de oren van het trio.

“Het wachten op de Apocalyps is ons wel een beetje bijgebleven”, knikt Breton Ferrer bevestigend. Vluchten uit Spijkenisse lijkt bij dat besef achteraf best verstandig. Alhoewel: Breton Ferrer bepleit dat het juist positief is om een beetje aan dat gevoel van waakzaamheid te leren wennen. Sterker nog, om het te omarmen: “Ik had nooit het gevoel dat ik dwangmatig weg moest. Het werd op een gegeven moment gewoon een deel van het leven.” Engelsman: “Ik wilde vooral weg uit Spijkenisse omdat het me gewoon niets te bieden had.” Breton Ferrer: “Maar niet uit angst.”

Op de hoes van het debuutalbum Bulb komt die oranje rookwolk terug. Boezemvrienden Breton Ferrer, Tevel en Engelsman hadden in het verleden al diverse bands samen gespeeld, maar nu hadden ze eindelijk een smoel, een kiem. The Sweet Release Of Death was geboren.

 

Gezonde malaise
Bulb werd geproduceerd door Corno Zwetsloot, Space Siren-gitarist en producer van de Next To Jaap Studio. Hij overleed in 2014 aan kanker. Zwetsloot is van bepalende invloed geweest voor het geluid van The Sweet Release Of Death; zijn vingerafdrukken zijn ook nog volop te bespeuren op de titelloze opvolger van Bulb. Does A Bear Shit In The Woods? en Kitty Swim Club zijn typische Space Siren-titels, dat speelse je ne sais quoi tegenwicht op de vaak venijnige spanningsbogen. De Space Siren-cover This Radar blijft een hoogtepunt tijdens de liveshows van de band.

The Sweet Release Of Death is zijn oorsprong als Space Siren-adept inmiddels allang ontgroeid. De gitaarnoise van Tevel klinkt niet meer korrelig en diffuus, Breton Ferrer klimt als stem van de band uit haar schulp en Engelsmans liefde voor hiphop schemert pertinent door zijn compacte spel. Het album klinkt opvallend genoeg kraakhelder. De ruis is weggepoetst als bij een popproductie, waardoor de details fraai op de voorgrond treden. Tuurlijk, er zijn bands die steviger zijn dan The Sweet Release Of Death, die voor meer theater zorgen op het podium of beter zijn in het schrijven van een pakkende melodie. Maar slechts een handjevol vertaalt eigen persoonlijkheid, achtergrond en invloeden zo scherp, vernieuwend en instinctief in de muziek.

Vast ritueel tijdens The Sweet Release Of Death-shows is het moment dat Breton Ferrer bij The End het podium afstapt om het publiek te lijf te gaan. “In het moment dat je in een of ander kraakpand staat, word je al gauw deel van een mensenmassa”, vertelt Breton Ferrer. “Je verandert dan in een soort collectief bezit. Je gaat op de grond liggen, en nu kan het publiek alles met je doen wat het wil. Ik moest denken aan performance kunstenares Marina Abramovic, terwijl ik haar háát! Zij ging een keer in een museum liggen met een arsenaal aan objecten, zoals een veertje, een pistool, een mes. Daarmee daagde ze het publiek uit om zelf iets met haar te doen. Volgens mij stopte ze noodgedwongen met de performance op het moment dat iemand een geladen pistool pakte en haar wilde doodschieten.” Tevel, gortdroog: “Een geladen pistool moet je daar ook niet neerleggen.”

Breton Ferrer lacht haar vaste ‘ritueel’ sarcastisch weg: “Uiteindelijk is het alleen een ding omdat ik geen baspartij voor The End kon verzinnen. Oh leuk, nu kan ik eindelijk een beetje dansen op het podium. Mijn droom is om als Karen O van Yeah Yeah Yeahs op het podium te staan. Ik ben daar alleen veel te verlegen voor.” Een theatraal podiumbeest als Karen O is Breton Ferrer niet van nature. Toch schemert er, in al haar charmante, ietwat onbeholpen zelf, zichtbaar plezier door bij het wentelen in haar eigen malaise, wat misschien zelfs nog intrigerender is.

Op een groter podium als Paradiso, zoals begin dit jaar tijdens Van Onderen, was het een ander soort dynamiek dan het vertrouwde habitat van een gammel kraakpand of kleine clubzaal. “Zeker zodra de kloof groter wordt met het publiek”, vult Breton Ferrer aan. “Ik vond die show bij Van Onderen bijvoorbeeld heel gaaf! Maar ik voel dan tegelijkertijd hoe breekbaar een optreden kan zijn, hoe makkelijk iets fout kan gaan. Dat vind ik tegelijkertijd ook fijn, hoe je daardoor op scherp wordt gezet en haast gedwongen wordt alles te geven.” Tevel: “Ik vind het vaak leuk om bands te zien die kunnen lachen om zichzelf zodra ze de boel verneuken. Vroeger had ik er soms moeite mee dat ik fouten maakte. Ik heb geleerd dat zodra je jezelf daar overheen kunt zetten, zo’n show vanzelf weer leuk en spannend wordt.”

 

Overwinning op de dood
De gitaargeluiden die Tevel doorgaans uit zijn effectenbak perst zijn niet van het ondraaglijke schurende soort, noch functionele opsier, maar een expressieve oerkracht van ongekende schoonheid. Zijn noise manifesteert zich bijna als sculptuur, dat waarneembare vormen en texturen aanneemt. Het komt voort uit primitieve energie, geen plan, geen complexe toonladders, dus vandaar moeilijk er een specifiek gevoel aan te koppelen.

“Ik weet ook niet wat de luisteraar voelt als hij of zij dit album opzet. Ik heb werkelijk geen idee”, bedenkt Tevel zich. “Na aanleiding van dat artikel van The Quietus kregen we superveel positieve reacties, maar ik weet verder niet hoe mensen onze muziek daadwerkelijk ervaren.”

De hoes van de plaat toont twee overlappende hemellichamen, met in het midden een grote zwarte massa pure leegte. Dat zou best een mooie visuele omlijsting kunnen zijn van een depressie. “Het enige wat ik deed tijdens het maken van de plaat was somber zijn en X-Files-afleveringen kijken”, vertelt Breton Ferrer. “En dan voelde ik me niet down. Ik keek soms wel tien afleveringen op een dag. Dus daar verdronk ik een beetje in.” De adembenemende stortvloed in de song Smutek legt haar toevlucht vast: ’Falling down into teenage TV shows/It’s hard to believe you’re still here with me.’

De kolkende climax van Smutek maakt alles met de grond gelijk. Het klinkt niet als verdoemenis, maar als een soort vergelding. Zoals een defibrillator die het lichaam reanimeert met een heftige stroomstoot, doet The Sweet Release Of Death hetzelfde met de geest. Breton Ferrer: “Ik vind dat uit nihilisme ook veel positieve kracht en blijdschap kan ontstaan.”

Misschien heeft ze wel een punt. In het Japanse shintoïsme wordt de dood immers ook beschouwd als het overwinnen van je sterfelijkheid, niet als troosteloos einde.

 

Alerter
Het interview met The Sweet Release Of Death is eerder een gezellig gesprek geworden, zonder al teveel diepgang. We hebben met zijn vieren een uur slap volgeluld. Dit siert de overigens band wel: ten tijde van Bulb was de band nog ambitieus en gretig om smoel aan de wereld te tonen. Tegenwoordig straalt het drietal een soort laissez faire rust uit. Alsof ze het punt hebben bereikt waarop ze weten wat ze doen. De zoektocht naar de juiste sound en golflengte is voorbij. Breton Ferrer, Tevel en Engelsman lijken het alledrie prima te vinden zo min mogelijk expliciet toe te lichten en ondergetekende compleet in de waan te laten. Typisch dus dat het gesprek pas een filosofische wending krijgt zodra de recorder uit gaat.

Het onderwerp van discussie: is het vluchten in series als X-Files of sci-fi boeken als The Dispossessed van Ursula K. Le Guin überhaupt een vorm van escapisme? We verslinden als mens constant (pop)cultuur en kunst en dat koppel je niet altijd automatisch aan het ontvluchten van je problemen. Althans, niet bewust.

“Het gaat om zelfherkenning”, reageert Tevel. “Dat is ook een vorm van empathie. Als je karakters tegenkomt in boeken die zich in een soortgelijke situatie bevinden, daar kun jij je weer aan spiegelen. In bepaalde periodes in je leven heb je daar heel veel aan. Als je dat niet doet, denk ik dat je je als persoon minder snel ontwikkelt. Het betekent dat je minder nadenkt wanneer je met andere situaties, of andere denkbeelden, wordt geconfronteerd.”

Breton Ferrer: “Je leert meer over jezelf. Toen ik jong was heb ik het boek Blijf Nog Even van Carrie Jansen gelezen. Zij vertelde daarin dat ze een man en kinderen had, maar daarnaast in een eigen huis woonde. Al in een vroeg stadium had ik door dat het ook anders kan. Dat was als tiener heel erg belangrijk. Ik heb laatst The Dispossessed gelezen en dat boek gaat over gevoelens die ik mijn hele leven al had. Hierdoor ben ik alerter en bewuster geworden over bepaalde dingen in mijn eigen leven.”

 

Vriendschap als thuisbasis
Je moet niet vergeten dat Breton Ferrer, Engelsman en Tevel elkaar al meer dan tien jaar kenden voordat de wereld kennis maakte met The Sweet Release Of Death. In die tijd deel je veel ervaringen, kennis, kunst, films. Engelsman: “We zijn op de eerste plaats vrienden, voordat we de band zijn begonnen. We hebben elkaar in dezelfde periode van ons leven ontmoet, toen Alicia en ik 14 waren. Met haar had ik mijn eerste band, en een paar maanden later startte ik mijn tweede band met Martijn.”

Breton Ferrer: “Het helpt ook wel met ruzies. We hebben eigenlijk nooit ruzie. Als er bepaalde onenigheid is, kunnen we het daarom heel hard tegen elkaar uitspreken.” Engelsman: “Dat vind ik ook heel fijn.” Volgens de drummer kan de band daarmee snel knopen doorhakken om de muziek beter te maken.

Om even terug te komen op The Dispossessed; dat boek illustreert net als de kaft van het titelloze tweede plaat van The Sweet Release Of Death (toeval?) het verhaal van twee planeten. Een kapitalistische en een anarchistische. “De hoofdpersoon, een wetenschapper, woont op de anarchistische planeet”, aldus Breton Ferrer. “Hij is hier volledig mee verbonden, maar op een gegeven moment komt hij erachter dat ook dát niet de plek is waar hij thuishoort. Hij komt op die andere planeet terecht en raakt in isolement omdat beide planeten een verdrag hebben om elkaar met rust te laten.”

“Het concept van planeten waarop je kunt wonen en daarmee zelf kunt kiezen wat voor stukje maatschappij je het liefst in begeeft vind ik sowieso heel boeiend”, gaat ze verder. “Stel je voor dat je in de toekomst kunt beslissen of je op een rechtse of linkse planeet wil wonen? Het boek kaart heel mooi en organisch de verschillen hiertussen. Maar ook het feit dat niets ideaal en perfect is. Het hoofdkarakter voelt zich helemaal ontheemd, omdat hij zich nergens thuis voelt, terwijl anderen hier niet over nadenken en aanvaarden dat dat gewoon het bestaan is. Gelukkig zijn is geen eeuwige staat. In Frankrijk vertaalt geluk gewoon als ‘bonheur’, wat in het Nederlands letterlijk ‘goed uur’ betekent. Dat is het. In Nederland, in onze Westerse maatschappij, ontkennen we dat misschien nog steeds.”

Tevel: “Ik hoop dat mensen leren omgaan met zichzelf en met de wereld om hen heen. Verstop je je daarvoor? Hoe verhoud je je daarmee? Dat is in ieders leven een centraal vraagstuk. Maar vooral hoe je met jezelf omgaat. Ik heb létterlijk het gevoel dat ik niks te maken meer heb met de persoon die ik tien jaar geleden was. Het was gewoon een totáál ander leven!”

Breton Ferrer: “Ik denk dat sommige mensen die in reïncarnatie geloven zich niet beseffen dat dat eigenlijk het hele leven is.”

Tevel: “Inderdaad! Het idee dat je telkens een ander leven aan het lijden bent, maar dan als jezelf. Ik heb perioden achter de rug waarin ik relaties had, waarin ik werk had… Dat is nu allemaal verdwenen. Daar is niets meer van over. Het is misschien een onderdeel van mijn ervaringen, maar het heeft bijna niets meer met mezelf te maken.”

Ons gesprek wordt precies op dat moment onderbroken door de bediende van het Rotown-restaurant: of wij al een keuze hebben kunnen maken? Engelsman bestelt een steak, medium rare, en Tevel neemt hetzelfde. Breton Ferrer bestelt echter een veggie burrito en wat extra servetjes, omdat ze kampt met een verkoudheid.

Ze schertst vervolgens: “Martijn en Sven leven op de kapitalistische planeet van vleeseters en ik woon op de vegetarische planeet. Maar wij houden het tóch samen met elkaar uit!”

The Sweet Release Of Death speelt op zaterdag 8 april op het Motel Mozaïque Festival in Rotterdam, op zaterdag 29 april met Iceage, Rats on Rafts en Communions in Rotown tijdens Rotown’s Dirty Thirty jubileumfeest en op vrijdag 5 mei op de Katzwijm & Subroutine presents-avond in OCCII in Amsterdam.