De zomer is officieel begonnen, dus dat betekent natuurlijk dat het nu écht tijd is voor festivals. Dat zullen we weten ook, want op de allereerste editie van Loose Ends was het meteen kokend heet. Nu willen we natuurlijk niet klagen over mooi weer, maar voor een festival als Loose Ends waren deze omstandigheden misschien niet ideaal. Want in de brandende zon heb je toch minder snel zin om te moshen, toch?

Tekst Renier van der Zouw
Foto’s Michael Kattenbeld

Dat er toch vrij veel moshpits ontstonden, is bewijs dat er duidelijk nog een behoefte is aan een dag vol herrieschoppers als deze. Laten we beginnen met de feiten: Loose Ends is dus een spiksplinternieuw festival op de NDSM-werf in Amsterdam, dat ze delen met Strange Sounds From Beyond de dag ervoor, komt uit de koker van Friendly Fire en staat geheel in het teken van de betere (gitaar)herrie. Deze eerste editie heeft genoeg klinkende namen op de line-up: relatief oudgedienden als Sleaford Mods en Metz vullen nieuwe beloftes in de scene als Sports Team en Fontaines D.C. goed aan.

Het terrein is erg klein en biedt naast een pop-up winkel waar concertposters en ander artwork gekocht kan worden geen randzaken, dus het is duidelijk; op Loose Ends gaat het om de muziek. Met die muziek zit het gelukkig wel snor. De verhouding Nederlandse en buitenlandse bands is precies fifty-fifty en het aanbod is breed genoeg dat iedereen wel aan zijn trekken moet kunnen komen. Tenzij je fan bent van het écht harde werk, heel veel hoger dan bij Metz of Ploegendienst sloeg de decibellenmeter niet uit vandaag.

Indiefeestje
Nadat we het terrein verkend hebben – wat je dus in een minuut of vijf kan doen – beginnen we bij Personal Trainer. Deze Canshaker Pi-afsplitsing was ook al te zien op Best Kept Secret, dus de formule is bekend: Willem Smit en een hele hoop vrienden zorgen voor een ongeremd indiefeestje, waarbij de muziek net iets minder hard schuurt dan bij de grote broer. Ook vandaag op het kleine podium aan het water waar de band speelt is het weer een gezellige bedoening. Op het podium wordt er dermate veel gesprongen dat het af en toe lijkt alsof we bij een sessie ochtendgymnastiek zijn terechtgekomen. Vooral de toetsenist weet van geen ophouden. Het speelplezier is op zich aanstekelijk, maar slaat nog niet echt over op het publiek, daarvoor is het waarschijnlijk nog wat te vroeg en bovenal te heet. De springende toetsenist eindigt overigens bovenop een van de speakers, dus aan hem heeft het niet gelegen.

Ploegendienst

Daarna gaan we naar de tent voor Ploegendienst. Even geen zon dus, maar dat betekent niet dat er niet gezweet gaat worden. Ray Fuego’s punkband raast als een malle over het podium en zorgt vanaf de eerste minuten al voor de eerste pit die wij op Loose Ends zagen. Wij zijn overigens niet de enige die het heet hebben: Fuego komt al op zonder shirt, maar trekt ongeveer halverwege zelfs zijn broek uit, waarna hij ook het eerste heldenapplaus van de dag in ontvangst mag nemen. Maakt het dan uit dat zijn teksten niet te verstaan zijn en vrijwel ieder nummer hetzelfde klinkt? Mwah. Er zijn veel technisch verfijndere bands te vinden, maar er zijn er maar weinig die het publiek zo makkelijk mee krijgen als Fuego en zijn mannen.

Ploegendienst

Want dat dat niet altijd makkelijk gaat, bewijst Mozes and the Fistborn even later op het hoofdpodium. De band speelt prima, maar lijkt in de eerste helft niet helemaal hittebestendig. “Ik zie echt niks in de zon”, verzucht frontman Melle Dielesen als hij zijn gitaar probeert te stemmen en de uitroepen van ‘spéleuh!’ die daarop volgen lijken daadwerkelijk voor wat irritatie te zorgen. De sfeer is dus soms wat ongemakkelijk, wat misschien ook verklaart waarom hit Sad Supermarket Song enigszins doodslaat. In de tweede helft komt de band gelukkig meer op stoom. Vanaf een fijn meeslepend Scotch Tape/Stick With Me is het publiek mee. De aanhouder wint.

Mozes and the Firstborn

Vermakelijk
Hoewel er dus op zich genoeg verschillende bands te vinden zijn, ligt de boventoon toch duidelijk op indierock met een punk- en garagerandje. Dat is geen probleem, maar dat zorgt er soms wel voor dat het lijkt alsof je keer op keer naar dezelfde show staat te kijken. Zo kunnen we over Sports Team eigenlijk hetzelfde zeggen als over Mozes: prima band, maar het wil niet helemaal vlotten, totdat het dat uiteindelijk wel doet. Afsluiter Stanton mag zich zelfs tot de hoogtepunten van het festival rekenen. Overigens is het zelfs als de show nog niet helemaal los komt wel heel vermakelijk om naar te kijken, want Sports Team heeft met Alex Rice een frontman waar je je ogen niet vanaf kan houden. Zijn capriolen zijn ook een goed contrast met de zeer stoïcijnse toetsenist annex tamboerijn-speler Ben Mac, die op het podium staat alsof hij voor iedere beweging die hij maakt belasting moet betalen. Als het met de band niks wordt, kunnen ze altijd nog als komisch duo op tour gaan.

Yak

Yak in de tent heeft vervolgens alle in zich om een kolkend hoogtepunt te worden. De live-reputatie van deze Britten is met recht ijzersterk en hun nieuwe album Pursuit of Momentary Happiness behoort tot de fijnste herrieplaten van dit jaar (lees hier het interview dat we onlangs met de band deden terug). Helaas blijkt de tent een maatje te groot voor Yak. In de zaal van een poppodium is het heerlijk zweten op de schurende riffs en slepende zang van Oli Burslem, maar hier komt het niet helemaal over. Het is ook jammer dat prijsnummer Harbour The Feeling wordt overgeslagen. Een band hoeft natuurlijk niet te pleasen, maar Yak heeft nou ook weer niet zó’n geweldige discografie dat de grootste hit niet gemist wordt als die niet voorbij komt. Een heerlijk venijnig Victorious (National Anthem) in de slotfase maakt een hoop goed, maar gezien de hoge verwachtingen mag dit optreden toch de boeken in als een gemiste kans.

Als de middag op zijn einde begint te lopen, beginnen er toch wat kinderziektes op te vallen. Dat het terrein vrij kleinschalig is, is op zich lekker knus, maar zorgt er wel voor dat het gedeelte waar je eten kan halen rond etenstijd volledig volloopt, waardoor je makkelijk een half uur in de rij staat en er voor de langste rijen niet eens echt ruimte is. Daar komt dan ook nog bij dat het aanbod qua eten vrij beperkt is, al zijn we misschien gewoon verwend door de Best Kept Secrets en Down The Rabbit Holes van deze wereld.

(De tekst gaat door onder de afbeeldingen)

Dead on arrival
Niet dat wie in de rij staat heel veel mist, want precies op dit punt begint het programma wat in te kakken. Indian Askin en Iguana Death Cult spelen gelijktijdig degelijke shows, maar wel shows die we van beide bands al wel vaker hebben gezien, zonder dat er echt iets aan opvalt in positieve of negatieve zin. Dat geeft tijd om na te denken, waarna we tot de conclusie komen dat de line-up toch wel iets avontuurlijker had mogen zijn. Op een paar nieuwe talenten na, zien we toch vooral veel namen die al váák in ons land te zien geweest zijn.

Indian Askin

Dat de shows van Nederlandse bands niet echt uniek zijn is natuurlijk onvermijdelijk, maar je kan je bijvoorbeeld best afvragen wat precies de toegevoegde waarde is van deze show van Sunflower Bean. Diens album Twentytwo in Blue stamt alweer uit maart 2018 en de band was sindsdien al twee keer te zien in ons land. Daar komt dan nog eens bij dat het drietal qua sound hier niet enorm op zijn plek is en frontvrouw Julia Cummings er vocaal wel eens naast zit en je hebt een show die eigenlijk dead on arrival is.

Sunflower Bean

Gelukkig is daarna Iceage de optater die we wel konden gebruiken. Oké, de laatste worp van deze Denen is ook al weer meer dan een jaar oud en ook hebben we ze sindsdien al wel een paar keer kunnen bewonderen, maar muzikaal gezien past hun theatrale postpunk Loose Ends als een handschoen. Frontman Elias Bender Rønnenfelt struint over het podium alsof de duivel hem op de hielen zit en sleurt de tent moeiteloos mee in het duistere universum die de band met zijn muziek creëert, waar het een klein uur lang goed toeven is. Al kan dat blijkbaar niet iedereen goed smaken: de tent loopt al vrij snel leeg, maar voor de liefhebber is dit onvervalst genieten.  

Iceage

Aan METZ vervolgens de taak om het publiek klaar te maken voor de eindsprint. Dat lukt redelijk, maar toch zien we ook deze band veel liever in pak hem beet de bovenzaal van Paradiso, dan op een open veld in de zon. Aan de Canadezen ligt het niet. Zoals we van ze gewend zijn voeren ze hun stuwende noise-rock met enorm veel passie op. Je voelt het zweet bijna op het podium druppelen, maar vanaf een afstandje is het toch minder meeslepend dan in een setting waar je echt up close and personal met de band mee kan zweten.

METZ

Beste rockshow in tijden
Op het dipje rond het avondeten na hebben we ons prima vermaakt hoor, maar een echt hoogtepunt zijn we nog niet tegengekomen. Enter Fontaines D.C. Dit Ierse vijftal dat we onlangs interviewden heeft waarschijnlijk ook wel de meeste buzz rond zich hangen van alle bands vandaag, met name dankzij het ijzersterke debuutalbum Dogrel. In april zagen we ze nog op Motel Mozaique, waar de show helaas niet helemaal uit de verf kwam. Vanavond gaat gelukkig wel alles goed. Sterker nog, de band geeft een van de beste rockshows die ondergetekende in tijden gezien heeft.

Fontaines D.C.

Fontaines D.C. is simpelweg de juiste band op de juiste plaats. Frontman Grian Chatten is een bijzondere podiumpersoonlijkheid,  heeft dankzij zijn Ierse accent een stem uit duizenden en wordt bijgestaan door een band in bloedvorm. Heel Dogrel komt voorbij, waardoor duidelijk wordt dat die plaat eigenlijk geen zwak nummer kent. Tranentrekkende meezingers voor in de pub (Roy’s Tune, Dublin City Sky) worden afgewisseld met krakers (Chequeless Reckless, Liberty Belle, Boys In The Better Land) die zorgen voor de grootste moshpit van heel Loose Ends. Maar bovenal is Fontaines D.C. vanavond een band die verbroedert. Grote, zweterige mannen vallen elkaar zingend in de armen en pinken bij de ballads misschien zelfs stiekem een traantje weg. Soms zagen we vandaag een bewijs dat de moderne gitaarmuziek een beetje saaiig aan het worden is, maar dit was rock op zijn mooist.

Helaas is na dit zinderende hoogtepunt headliner Sleaford Mods juist de verkeerde band op de verkeerde plaats, want wat geeft dit dynamische duo een strontvervelende show. De formule – Jason Williamson spuwt in zijn zware Britse accent venijnige teksten uit in een gedesinteresseerd toontje, terwijl zijn kompaan rustig de beats op het publiek afvuurt – kan best leuk zijn, maar op Loose Ends slaat het in als een lul op een drumstel. Nummer na nummer komt voorbij zonder dat er maar een enkele klik met het publiek ontstaat. Na een minuut of veertig begint het geheel eindelijk een beetje tot leven te komen, maar dan is voor Sleaford Mods de wedstrijd al lang verloren.

Als afsluiter is dat dus een beetje een domper, maar verder beleefde Loose Ends een degelijke eerste editie. Een echte identiteit heeft het festival nog niet gevonden – geen van deze bands had misstaan op een Best Kept Secret of Down The Rabbit Hole – maar het was aangenaam om even een dag lang ondergedompeld te worden in, meestal, de betere herrie. Een tip van ons: zowel in de aankleding als in de programmering mag het allemaal best wat meer schuren. We waanden ons maar op een paar selecte momenten echt op een ode aan de betere herrie, nog iets te vaak was het een wat brave bedoening. Om de wijze woorden van Fontaines D.C. maar even te citeren: ‘you’re not alive until you start kicking‘.


Niets in het leven is zeker. Als er één band een uiting van dat gegeven is, is het misschien wel Fat White Family. Al voor de band begon, leefden de broers Nathan en Lias Saoudi in financiële onzekerheid en van bank op bank. De band zelf was ook allesbehalve een zekere factor. In acht jaar tijd gingen er meer leden dan dat er kwamen, laaiden spanningen onderling regelmatig hevig op en werden er bijzonder veel drugs gebruikt. In de tussentijd werd er toch het nieuwe album Serfs Up! gemaakt en speelt de band in juli tijdens Dour Festival.

Tekst Midas Maas
Beeld Tess Janssen

Eigenlijk waren die afgelopen drie jaren niet anders, zoveel jaren zijn er verstreken voor het nieuwe album het levenslicht zag. Gitarist Saul Adamczewski verliet in 2016 de band, wederom om een ruzie. Enkele maanden later voegde hij zich toch weer bij de band. Nathan en Lias verlieten London en trokken naar Sheffield, om daar hun eigen ChampZone Studio’s op te richten. De bedoeling was om een goede studio op te zetten waar bands voor relatief weinig geld een plaat konden opnemen. Van die bedoeling is weinig over, aangezien de studio is stopgezet en ze terug verhuisd zijn naar Londen. Vorig jaar sloot de band treurig af: Dale Barclay, frontman van The Amazing Snakeheads overleed aan hersenkanker. Barclay was een vriend van de band en kwam bij Fat White Family toen Saul afwezig was. Wederom bleek: niets in het leven is zeker.

Wat heeft Barclay jullie gebracht?
Lias: “Hij heeft ons veel geleerd. Hij was een goede vriend van ons. Zijn ziekte en overlijden gingen heel snel. We hoorden erover en het volgende moment was hij weg. Het is de eerste persoon die dichtbij ons stond die overleden is, you know. Het is als een eerste wond, je hebt je eerste kameraad verloren. Dat verschuift je perspectief. We realiseerden ons hoe fragiel dit leven is en hoe snel het gaat. Ik had daarvoor veel ruzietjes met Lias, maar dit liet ze klinken als iets heel kleins. Deze gebeurtenis maakte dat we dat dus wilden veranderen. Je voelt je minder geneigd om tijd te verspillen in de vorm van pijn, misbruik en ruzies met mensen. Het is iets dat destijds lastig te verwerken was.”

Hoe is de financiële situatie op dit moment?
Lias: “Ongeveer hetzelfde als voorheen: ik huur een kamer van een rijk kind dat zijn eigen flat heeft, you know. Het is niet het beste scenario in de wereld. We zijn een aantal weken geleden uit de studio getrokken. We zaten daar alleen om een album te schrijven en op te nemen, dus dat hebben we nu gedaan. We hadden nooit echt het plan om voor altijd in Sheffield te blijven wonen. Het was gewoon een goede plek om te werken: het is goedkoop, vriendelijk en vrij van afleidingen, dus het was destijds gewoon logisch.”

“Daarnaast was Londen te duur geworden voor de hoeveelheid geld die wij verdienden met de band. Het gaf ons niet de tijd om de groep weer op te bouwen na de burn-out van vijf jaar touren. We hadden financiële issues, last van fysieke uitputting en drugsfixaties. Kortom: al de gebruikelijke stereotypes van een band als de onze. We moesten ons door die problemen heen zien te worstelen. Dat had tijd nodig en daar zouden we niet toe in staat zijn in Londen zonder een baan ernaast te gaan doen en ons aan te sluiten bij het proletariaat waar wij uit voortkomen.”

“We hebben nog geen geld verdiend, aangezien we het album nog niet hebben uitgebracht. Geld is niet het belangrijkste. Ik denk dat het een kwestie is van het opbouwen van geloofwaardigheid, zodat mensen met je gaan samenwerken. Het is van belang dat we interessante projecten blijven doen. Ik ben daar gelukkig genoeg mee. Ik bedoel: deze generatie moet wat minder verwachten, doesn’t it. Dat bedoel ik op een materiële manier. Er is minder geld, zeker in de muziek. Muziek is een leven van onzekerheid.”

Nathan: “Ik slaap soms op zijn vloer. Ik leef bij hem. Ik heb mijn huur in Sheffield opgezegd. Ik dacht: fuck that shit. Het maakt mij niet uit dat ik een nomade ben. Ik ben altijd al van plaats naar plaats getrokken zonder enige vorm van zekerheid.”

Wat doet een leven van financiële onzekerheid met je?
Lias: “Het helpt niet, haha. De eerste levensbehoefte is onderdak en de tweede is voedsel. Zonder deze dingen ben je een soort beest. Het is de basis van de menselijkheid. Hoe zou je je moeten ontspannen als je nooit weet wat er om de hoek schuilgaat? Er is geen vangnet waarin men kan vallen. It’s shitty voor de logische redenen. Natuurlijk denk je er weleens aan om wat anders te doen, maar in dit stadium is de vraag: wat ga je doen? Ik denk er weleens aan om een boek te schrijven, maar je stuit op hetzelfde probleem: daar is ook niet veel geld te verdienen. Als je een kunstenaar bent, moet je het principe van geld vergeten. Als het wel komt is dat geweldig, maar als het niet komt is dat ook prima. Wij waren vijf jaar voor deze band begon al platzak en berooid. We waren best een tijdje dakloos, leefden jarenlang in kraakpanden en surften van bank naar bank. Dat we hier zitten met een cocktail met een brandend kaneelstokje terwijl we met iemand praten is al een stap omhoog.”

“Ik kan niks anders dan dit en werken bij de McDonalds. I can’t do shit. Ik zit vast”

Wat doet dat nomadenbestaan met je liefdesleven?
Nathan: “Ik heb er geen. De laatste relatie die ik had was meer een vertoning van praal dan wat anders. Het was een transactie-achtig iets, waar eigenlijk het gros van mijn relaties op neerkwam. Zij willen een beetje dirt en ik wil een beetje glamour. En het is misschien een seksueel iets, maar niets van enige substantie in de afgelopen tien jaar.”

“Natuurlijk hebben we daar wel behoefte aan! We offeren die shit op voor deze baan, man. Ik kan niks anders dan dit en werken bij de McDonalds. I can’t do shit. Ik zit vast. Maar dat boeit mij geen fuck. Ik doe tenminste iets waar ik van geniet. Ik zie andere mensen die de vrijheid hebben om te doen wat ze willen. Ze gaan op vakantie of whatever. Maar dat zijn miserable cunts en ik geef geen fuck om hen.”

“Of het het waard is?” Lacht:Who the fuck knows man! Je doet het niet omdat je het bewust doet, je doet het omdat je het doet. Het is een natuurlijk iets. Zoals sommige mensen kok zijn. Ik schrijf nummers en zing ze, you know.”


Jullie hielden je al sinds jullie jeugd bezig met kunst. Wanneer werd het jullie doel in jullie leven om je te richten op muziek?
Nathan: “Toen we besloten een band te beginnen was ik zestien. We waren in mijn vaders huis in Cambridge. We zaten in een park toen het plan ontstond om een band te beginnen. Vanaf daar zijn we dat na gaan streven. Lias speelde altijd al muziek, dus het is gestart zodra hij met de suggestie kwam.”

Lias: “Ik studeerde kunst en wilde schilder worden. Ik raakte gedesillusioneerd door de kunstacademie. Ik vond het doordrenkt van privilege en vriendjespolitiek en zag niet hoe ik daar doorheen kon komen zonder patronage, iemand in voorkeurspositie. Het was ook de tijd dat ik drank, drugs en vrouwen ontdekte, wat betekende dat ik heel de tijd in de bar wilde zijn. Ik wilde dus een kunstvorm gaan maken die ik in de bar kon uitoefenen. Het spelen in een band laat je precies dat doen. Ik zou zeggen dat het doel om erkend te worden voor het uitdrukken van mezelf en de wil om een stem te hebben die luider is dan die van ieder ander, nooit is veranderd sinds ik zeven was. Soms wilde ik een kunstenaar zijn, de andere keer een muzikant en de andere keer een schrijver. Het is praktisch dezelfde impuls: ik ben belangrijker dan de rest en mijn stem zou als eerste gehoord moeten worden.”

Nathan: “Ik ben als Dionysos (Griekse god van de landbouw, vruchtbaarheid, natuur, wijn, plezier, dans en het leven, red.). Ik hou van gezelligheid, gemeenschap, mensen die het naar hun zin hebben om zo de pijn van het leven te verwerken. En dat door middel van kunst. Ik hou ook enorm van het optreden en de support. Ik heb altijd van muziek gehouden, maar ik dacht nooit dat ik het kon tot twee jaar geleden, toen Saul de band had verlaten. Ik was lichtelijk ontmoedigd en toen was er iemand die echt in me geloofde. En toen dacht ik: alright, misschien kan ik dit echt. Iemand heeft de band verlaten en iemand moet deze taak op zich nemen. Het was een vrouw van wie ik hou. Of het een relatie is? Ik wil er geen label aanhangen. Who gives a fuck about that shit?”

“Heel mijn leven maak ik muziek, en ik werd altijd verpulverd. Nu probeer ik niet verpulverd te worden”


In het verleden hebben jullie het regelmatig gehad over de worstelingen met drugs en mentale gezondheid. Is daar iets aan veranderd?
Nathan: “Iedereen worstelt. Het is de worsteling van het begrijpen van jezelf in de muziek, wat soms erg lastig kan zijn. Heel mijn leven maak ik muziek, en ik werd altijd verpulverd. Nu probeer ik niet verpulverd te worden. Ik ben niet meer fulltime aan enige substantie, wat ik gedurende tien jaar wel geweest ben. So that’s a change. Het is een goede verandering, maar ik weet niet waarvoor. Ik denk wel dat het wat op gaat leveren, waar ik weet niet wat. Ik hoop het in ieder geval. Je doet iets waarvan je hoopt dat het naar het goede leidt, zoals het vervaardigen van veel goede nummers. Ik denk dat het niet continu gebruiken van drugs leidt naar meer. Twee maanden geleden ben ik afgekickt. Die maanden waren shite. De slechtste twee maanden van mijn leven, really.”

Lias, ik hoorde je lachen. Is dit de herkenning van zijn worsteling?
Lias: “Wel, ik herkende de struggle altijd wel. Het is alleen dat we pas recent de wil hebben gevonden om ermee om te gaan. We zijn het serieuzer gaan nemen, omdat de katers ons serieuzer zijn gaan nemen. We wisten altijd al dat het zo zou eindigen. We wisten dat al vanaf de start, maar we deden het alsnog. No regrets.”

Over worstelingen gesproken: op social media vertelden jullie recent dat jullie vroeger te maken hadden met racisme. Op wat voor manier werden jullie daarmee geconfronteerd?
Lias: “We brachten onze jeugd door in een Ierse stad met de naam Cookstown. Een stad die nog steeds voor een deel vastzit in middeleeuwse vooroordelen. Het is dus een vrij onverdraagzame en racistische plek. Er waren geen oosterse mensen, er waren geen zwarte mensen en geen Aziatische mensen. Mijn broer en ik waren de etnische minderheid. Er was niemand anders. Dus, hoewel we er misschien uit zagen als Italianen in Londen of Birmingham, waar we niet zouden opvallen, viel ons uiterlijk daar mensen wel op. We gingen daar naar de basisschool, waar ze mij ‘sand nigger’ en Nathan ‘sir nigger lot’ noemden. Waarom? Omdat alle Ieren racistische poëten zijn.”

Recent haalden jullie uit naar IDLES en Sleaford Mods. Wat is er precies fout aan de houding van IDLES of Sleaford Mods?
Lias: “Ik heb niks tegen Sleaford Mods. Ik ben fan van die band. Het was gewoon een grap. Jason is een vriend van mij. We moesten er om lachen. Jason doet dat continu. IDLES weet ik niet. Ik ben er zeker van dat het leuke kerels zijn. Ik denk dat het een symptoom is van een culturele malaise en een pc-cultuur (politiek correcte cultuur, red.) dat het op de een of andere manier wordt gezien als vooruitstrevende muziek. En dat is het niet. Het is spreken voor eigen parochie. Het is juist het symptoom van een zwakke mentaliteit. Het is een verzadigde waarneming van goed of fout. Ik vind het neerbuigend en saai, dus waarom zou ik er geen fucking grap over maken? Het maakt een aantal IDLES-fans boos, maar dat boeit mij geen fuck. Ik verwacht ook niet dat muzikanten heel de tijd super aardig tegen elkaar zijn en continu respectvol zijn. Sinds wanneer is dat waar het allemaal om draait? Wat is er gebeurd met het goede oude in de zeik nemen? Het is precies wat ik zou zeggen in de pub. Ik deel dat met het publiek, dus ze zouden mij fucking dankbaar moeten zijn. Ze zouden op hun knieën moeten gaan om me te bedanken, smekend om meer. Voor hen is het een beetje entertainment in de middag. Ik moet de shit nemen die ik ervoor terug krijg.”

Vinden jullie het een saaie band?
Lias: “Het is minder dan saai. Wat ik bedoel met prekerige betweterij, is dat het het braaksel van nep-linkse liberale media opnieuw moraliseert. That’s not what it’s about man! Er is niks mis met je als je uit de arbeidersklasse, middenstand of uit de hogere klasse komt. Het boeit mij niet. Er is niks mis met het omschrijven van iemands standpunt als overduidelijk middenstand. Ik denk dat dat zeurderige preken een middenstandsgewoonte is. Het is een manier waarop ze zichzelf inprenten en beschermen tegen hun eigen schuldgevoelens over het verneuken van andermans levens. De campussen van de scholen waar ze naartoe gingen waren niet genoeg voor deze mensen en nu willen ze dat heel de wereld is zoals hun thuishavens.”

“Er is altijd iets in hun omgeving dat de schuld krijgt. Of het nou de banenmarkt, de media of de politici zijn. Ze vinden altijd wel iets. Ze verwachten dat de staat een beschermende vader is én een verzorgende moeder op exact hetzelfde moment, wat schizofreen is. Ik verwacht niet dat mensen dat zien als ik iets zeg in een Facebook-post, maar het geeft me een reden om dit aan te snijden in interviews. Het is een kleine steiger waarop ik mijn retoriek kwijt kan. Je kan me een slang noemen, maar ik doe mijn werk en best aardig ook, voor zover ik mij ervan bewust ben.”

Nathan: “Ik denk gewoon dat de muziek niet erg goed is. Het is gewoon saaie muziek. Je kunt er niet op dansen, het is geen achtergrondmuziek, je kunt er niet op neuken, je kunt er niet op zoenen, je kunt er niet op koken, je kunt er niet op eten en je zult het zeker niet opzetten als je een voetbalwedstrijd in de ruimte gaat spelen. Het is gewoon voor jonge, stomme kinderen.”

Lias: “Het gaat mij niet om IDLES. Het oneerlijke zou zijn om hen het symbool te laten zijn voor iets. Als je jezelf tot symbool maakt van je moraal, wat je doet als je je boodschap overbrengt naar het publiek, zou je niet verbaasd moeten zijn als je ook als een symbool behandeld wordt. Het zijn eerder de hardcore-fans die het probleem zijn, maar zij moeten toch opnieuw onderwezen worden en dat is mijn plicht.”

“Links is in oorlog met zichzelf over betekenissen, minderhedenproblemen en identiteitspolitiek”


Wat is jullie eigen kijk op de huidige staat van Groot-Brittannië?
Lias: “Wij hebben onze mening over de opstanding van rechts jaren geleden al duidelijk gemaakt. Ja, er is de Brexit en Trump. En ja, het is afschuwelijk. Maar tegelijkertijd wordt de ware aard van het kolkende broeinest van de hypocrisie tenminste zichtbaar voor dat wat het is. Je hebt Labour die wint op plaatsen als Kensington en de conservatieven die winnen op plekken waar Labour meestal won. Dat is een goede verbeelding van het schisma waarin de politiek zich begeeft. Links is in oorlog met zichzelf over betekenissen, minderhedenproblemen en identiteitspolitiek. Dat is een verraad van de werkende mensen die er geen fuck om geven welk toilet ze mogen gebruiken. Het is goed bedoeld, maar politiek is de kunst van het mogelijke. Als we er nog niet achter zijn hoe we om moeten gaan met een jonge generatie die nergens kan wonen en geen kans heeft op een fucking baan, dan zouden we misschien onze energie ergens anders in moeten steken.”

“Serfs Up! gaat ook over deze mensen die nu voor zichzelf opkomen en voor zichzelf kiezen. Het is een humoristische kijk op de Brexit en deze nieuwe vorm van nationalisme. De politiek correcte middenklasse wil een wereld bouwen zoals die volgens hen zou moeten zijn. En dat kan in Londen, binnen de privéscholen en de universiteiten waar ze rondlopen. En helaas kunnen we ons niet allemaal dat imago permitteren. We zullen altijd op cultureel, materieel en spiritueel vlak tekortkomen. Vandaar het verschil tussen mensen uit de stad en van het platteland. Er is een volledige scheiding.”

“Er zijn mensen die denken dat kunst gemaakt zou moeten worden door iemand met een diploma, wat complete onzin is”

Is het politieke correctheid die doorgeslagen is?
Lias: “Ik denk dat het allang te ver is gegaan. Het sijpelt door naar kunst. Er zijn mensen die denken dat kunst gemaakt zou moeten worden door iemand met een diploma, wat complete onzin is. Kunst heeft niets te maken met politieke correctheid en heeft niks te doen met moraliteit. Kunst is het enige dat mensen hebben waarmee ze zich daadwerkelijk kunnen identificeren en scheiden van de natuur. Het is de enige manier waarop we ons kunnen onderscheiden. Het is het enige naast voetbal dat de werkende klasse heeft om uit de shit te kruipen. Als je hen gaat vragen of ze wel het juiste voornaamwoord hebben gebruikt en ze beschuldigt van misogynie, belemmer je hen ook in hun vrijheid. Onze maatschappij is bij zijn basis chauvinistisch. Je kunt niet van de een op de andere dag veranderen. Het is het soort one-size-fits-all-politiek die de liberale media nu uitspuwt. Naar mijn mening is het medicijn dodelijker dan de ziekte. Je vervalt vrij makkelijk in cultuurmarxisme als je het gaat hebben over het uitsluiten van bepaalde mensen omdat ze een mening hebben waar je het niet mee eens bent.”

Nathan was bang dat de band misschien ooit zou stoppen. Hoe is dat nu?
Lias: “Ik durf te stellen dat we nu zekerder zijn dan ooit. We zijn op een heel goed punt met elkaar en met de muziek. Iedereen heeft zijn eigen projecten. We werken meer samen en praten over dingen. Het is zeker makkelijker geworden nu we ouder zijn. Er heerst niet echt dezelfde angst als toen. I’ve kinda had the worst of it really. De kern van de ruzies blijft hetzelfde, maar het ermee omgaan is makkelijker.”

“Het waren ook ruzies die ervoor gezorgd hebben dat Saul ons enkele maanden heeft verlaten. Dat is lastig uit te leggen. A straw breaks the camels back, is het Engelse gezegde. Er was gewoon niet een specifiek moment. Het was niet alsof ik thuiskwam en Saul in mijn moeder vond of zo. Het was geen oorlog van verraad. Op een gegeven moment breekt er iets. Dat gebeurt continu als je onder druk staat. Het is makkelijker om helderheid te creëren als niet iedereen continu aan de crack en smack zit. Daarmee gezegd te hebben dat dat allemaal relatief is. De drugsinname is enorm verminderd, maar er zijn nog steeds problemen.”


WEBSITE DOUR | FACEBOOK-EVENT | TICKETS

Sommige dingen moet je niet willen veranderen. Never change a winning team is een Engels gezegde dat past bij het Britse elektropunk-duo Sleaford Mods. Want hoewel Eton Alive misschien meer grime-achtige trekjes in zich heeft, is het nog steeds diezelfde formule van vocalist Jason Williamson die zijn grotendeels spoken word-uitbarstingen over de dagelijkse irritaties van het leven in het Verenigd Koninkrijk uitdraagt boven de beats van Andrew Fearn. Wij belden met Williamson om te vragen naar de nieuwe plaat.

Tekst Midas Maas

Kippenborsten en alcohol
Sommige dingen veranderen wel. Zo ook in het leven van Williamson. Ooit deed hij veel ‘shitty jobs’ om zijn muzikantenbestaan te kunnen betalen. Eén van zijn laatste baantjes was bij een kippenfabriek. Dozen inpakken met kippenborsten, kippenpoten, kippennuggets, ‘you name it‘. “Het is best deprimerend. Als je een idee hebt van wat je wilt doen en je hebt de baan als een soort stop gap, dan is het enigszins doenbaar. Na een tijdje verloor ik mezelf aan alcohol en drugs in de weekenden. Het had waarschijnlijk te maken met mijn onvrede.”

Williamson was nooit verslaafd aan enige substantie, maar hij gebruikte ze om de eentonigheid te doorbreken. Het succes van Sleaford Mods heeft hem daarbij geholpen. Het bracht hem op een spoor naar succes: hij kon eindelijk leven van de muziek. Passie werd nu de hoofdzaak. In Bunch of Kunst, een documentaire waarin de band zijn tocht naar beroemdheid werd vastgelegd, is te zien hoe zijn naasten over hem dachten. Zijn stiefvader Brian: “Eerlijk gezegd was hij heel zijn leven een totale wanker, een drop-out. Ik had nooit gedacht dat hij zou eindigen waar hij nu is.” Zijn vrouw Claire stemt in: “Jason boeide het allemaal niet zo, denk ik. Hij ging van spiraal naar spiraal. Hij maakte muziek en had shitty jobs. Het was gewoon: bestaan.”

“Ik denk nog steeds na over dezelfde dingen: verdriet, depressie, onzekerheid, woede en jaloezie, maar ik ga er anders mee om”

“Mijn stiefvader is erg trots op hoe ik het nu doe. Je kunt misschien wel begrijpen waarom hij zich zo voelde. Een van zijn familieleden zo zien, was erg vervelend voor hem. Het succes van Sleaford Mods verraste veel naasten”, antwoordt Williamson wanneer we hem confronteren met de quotes.

Op het moment dat hij de eerste Mods-nummers schreef, vertelde de vocalist dat hij zich ‘neergeslagen door het leven’ voelde. Nu gaat het goed: “Ik denk nog steeds na over dezelfde dingen: verdriet, depressie, onzekerheid, woede en jaloezie, maar ik ga er anders mee om. Ik heb geen enkele vorm van alcohol of drugs gebruikt in drie jaar. De vroege ochtenden zijn prachtig. Ik heb geen katers meer. Ik houd ervan om op een natuurlijke manier wakker te worden en dat is iets wat ik koester. Ik ga veel naar de sportschool om mijn gedachten te verzetten en ik heb ruim een jaar lang psychotherapie gevolgd. Mijn vaardigheden om tevreden te zijn met mezelf zijn een stuk beter geworden.”

Williamson heeft inmiddels ook een gezin en dat vaderschap doet niks af aan zijn felheid: “Het maakt je in bepaalde aspecten harder.” En of hij daarin zijn verleden in acht neemt? “Ik probeer gewoon een zo goed mogelijke vader te zijn. Ik probeer geen slechte gewoontes door te geven.”

Echter is er iemand in zijn leven met wie hij meer tijd doorbrengt dan met zijn geliefde: Andrew. “He’s good. Hij chillt veel op het moment”, vertelt Williamson over zijn kompaan. Fearn woonde de afgelopen jaren op een boot, maar leeft momenteel weer bij zijn ouders, waar hij waarschijnlijk tot het einde van het jaar zal verblijven. “Hij denkt na over waar hij hierna wil gaan wonen.”

Eton
De twee brachten vorig jaar hun muziek nog uit bij het Londense Rough Trade Records, maar besloten van dat label af te stappen. Dat bleek uiteindelijk best stressvol te zijn. Extreme Eating zag het spreekwoordelijke levenslicht. “Achteraf gezien hebben we de beslissing te snel genomen. We hebben nog steeds een goede band met Rough Trade en gaan mogelijk terug.” De stress zat hem ook deels in de korte tijdspanne waarin Eton Alive werd uitgebracht: “Je hebt ruim een jaar nodig om een onafhankelijke album-release op te zetten. Zes maanden op zijn minst. Wij hadden slechts een goede maand.”

Ongeveer een halfjaar voor Eton Alive gaf de band als voorafje zijn self titled-EP aan de wereld. Die deed het naar de zanger zijn verassing redelijk goed: het bereikte nummer 42 in de album top-75 albums in Engeland. Toch is het even genoeg: “De EP was een goede gok, maar ik denk dat we in de toekomst rustiger aan gaan doen met EP’s. Na Eton Alive zullen we waarschijnlijk niks uitbrengen voor de komende twee à drie jaar.” Het is nodig, beaamt Williamson. Niet voor hem, maar voor zijn fans: “Je wilt niet teveel tegelijkertijd doen, you know. Mensen raken er misschien verveeld door. Na dit album is een pauze wel goed. We zullen uiteraard niet stilstaan. We’ll be around the world, if you know what I mean.

De titel van het album is niet willekeurig: Eton College is een school in het zuiden van Engeland waar volgens Williamson veel van het kwaad in zijn thuisland ontstaan is. Sommige leden van de conservatieve partij in Engeland kregen er les. “De regels die deze mensen hebben gerecreëerd, verpesten nog steeds veel in dit land. Ik wilde een titel die weergeeft dat het een voortzetting is van de destructie door rechtse politici die les kregen in Eton.” De tweede interpretatie van de titel past bij hoe – in de visie van de zanger – onder andere die politici een ‘elite plan’ hebben bedacht: “Het is een plan van verdeling, van bangmakerij, van politieke beslissingen die gemaakt worden voor een aantal mensen, in plaats van voor de massa. Die bangmakerij en de Brexit waren beide fictieve redenen voor bezuinigingen op publieke uitgaven en banen. Het heeft angst en ellende gebracht.”


Ingezoomd op de hoofdsingle, Kebab Spider, blijkt dat er meer schuldigen zijn in de ogen van Sleaford Mods, namelijk de commerciële industrie en de beroemdheden die daarbij horen. “Het zijn bekende mensen die niet veel te zeggen hebben, maar wel zo afgeschilderd worden in de media. Kebab Spider is de conclusie van een nachtmerrie, als iemand die afgewezen wordt door de commerciële industrie en teruggeworpen wordt in de obscuriteit. Het kleine beetje kebabvlees – geld – wordt opgegeten door de spin – de geldbeluste tussenpersonen in de commerciële industrie. Het is een horrorachtig verhaal over het niet aanpassen aan de commerciële industrie.”

De sound van het album klinkt, zoals in de intro van dit artikel wordt aangedragen, erg herkenbaar als Sleaford Mods. In eerdere interviews heeft Williamson het al gehad over het feit dat er een zekere formule in de sound van zijn band zit. Het kan als monotoon worden ervaren, maar zo ziet hij het zelf niet: “We hebben een vrij niche sound, het is zeker niet voor iedereen, maar we maken goede muziek.”

Toch is er met het verrassende When You Come Up To Me een kleine stijlbreker te vinden tussen de twaalf nummers. Dat had alles te maken met Williamsons muziekkeuze van de afgelopen tijd: eighties R&B. “Ik wilde onze sound graag mengen met wat namen als Luther Vandros, Alexander O’Neal en Shaqqa Khan doen, maar ik wilde het uiteraard niet op hun manier doen. Ik heb gewerkt met een formule waarmee zij ook vaak werken: de song based formule. Er zit een hint van soul in dat nummer, maar niet te veel, omdat ik niet te ver wilde wijken van onze sound. Dat zou misschien een fout geweest zijn.”

“We beledigen geen vrouwen, zijn geen racisten, we zijn niet patriottisch, we zijn geen nationalisten, we zijn niet rechts, we zijn niet links. We zijn geen idioten, basically”

De meningen
In zijn muziek geeft Williamson graag zijn mening. Daarom legden we hem enkele thema’s voor waarover hij zijn opinie aan ons kwijt kon.

Groot-Brittanië
“Euhm… Nog altijd hetzelfde als het was, maar er lonkt een gevoel van moedeloosheid, van eenzaamheid en misinformatie, van woede en verwarring. Mensen zijn niet meer geschokt door wat dan ook.”

Theresa May
She’s a twat. Echt verschrikkelijk, niet? Ze rent op een stenen muur af. Ze zou lang geleden al afgetreden moeten zijn. Tegelijkertijd: als zij er niet had gezeten, had er wel iemand anders gezeten die net zo frustrerend zou zijn. Ze lijkt er te zitten voor haar eigenbelang, met een erg kleine connectie met het echte leven. Haar partij is verantwoordelijk voor het dalen van de welvaart, een diepe verdeeldheid, vooroordelen over minderheden, racisme, nationalisme. You name it.”

Vrijheid van meningsuiting
“Zonder zouden we fucked zijn, niet? Maar ook wij hebben grenzen. We beledigen geen vrouwen en zijn geen racisten. We zijn niet patriottisch. We zijn geen nationalisten. We zijn niet rechts en we zijn niet links. We zijn geen idioten, basically. We deinzen echter niet terug en pakken ook de gevoeligere onderwerpen aan. Het doet me niks dat sommige mensen vallen over onze teksten. Zo bekritiseren we de religieuze organisaties in Big Burt.”

“We zijn kritisch over mensen die een massa vertellen dat ze in God moeten geloven in een tijd waarin nationalisme en patriottisme toeneemt. Het idee van religie heeft een verband met die dingen. Het idee te versterken dat religie nog steeds cruciaal is, is gevaarlijk, omdat het hand in hand gaat met een controlemechanisme. Het verstevigt dat plafond van geloof boven het hoofd van mensen, terwijl ze zich eigenlijk bezig zouden moeten houden met belangrijkere zaken dan God. Zaken als armoede, fascisme, werkloosheid, sombere toekomstvooruitzichten voor zij die vastzitten in een patroon van sociologische onderdrukking. The list goes on.”

Media
“Daar wordt veel misinformatie op verspreid. Op Kebab Spider noem ik Channel 4, maar dat is slechts een voorbeeld. Ik steek gewoon de draak met verschillende programma’s op kabeltelevisie die beweren ‘de realiteit in Groot-Brittannië’ te laten zien, maar ze zijn alleen een spreekstoel voor bepaalde mensen. Je vraagt je soms af of datgeen waar ze over praten écht hetgeen is waar ze zich druk over maken of dat het gewoon een mooi narratief is om iemand zijn carrière in stand te houden.”

“Kijk, soms laten ze de realiteit wel zien. De BBC is erg bevooroordeeld, maar die bevooroordeeldheid toont ook de ware aard van bepaalde mensen, dus dat geeft je een idee van hoe Groot-Brittannië is momenteel. Zelfs Channel 4 is soms goed, maar naast goede dingen is er ook veel shit.”

Iggy Pop
“Ik hou van zijn muziek. Hij draait ons ook tijdens zijn radioshows op BBC. Ik e-mail hem soms, maar heb hem nog nooit ontmoet. Onze e-mails zijn gewoon de standaard chit-chat.”

Moderne muziek
“Echt goede, vernieuwende muziek is er niet echt, met als uitzondering drill music. Er zijn een paar moderne bands die best goed zijn, zoals Beak uit Bristol en Viagra Boys uit Zweden. Over het algemeen ben ik niet zo onder de indruk van indiemuziek als geheel. Ik ga meestal terug naar grime, hiphop of drill. Er zit zeker een beetje van dat geluid in het album.”

Op 23 juni speelt Sleaford Mods live tijdens het nieuwe Loose Ends Festival op de Amsterdamse NDSM-werf.


De afgelopen jaren is Sleaford Mods in de (Britse) muziekpers op allerlei manieren beschreven, maar eigenlijk doet geen enkele beschrijving het project van Jason Williamson en Andrew Fearn recht. Het is ook een bijzondere bedoeling, dat verwoestende vehikel dat alle kanten op lijkt te schieten en tegelijkertijd met volle kracht vooruit blijft gaan.

De vierde plaat van het duo uit Nottingham is namelijk net uitgekomen: na de opeenvolging van Austerity Dogs (2013), Divide and Exit (2014) en Key Markets (2015) namen Williamson en Fearn even pauze, al is ‘rust’ in het geval van Sleaford Mods een erg relatief begrip. Er viel, zeker in Groot-Brittannië, immers genoeg te observeren. Ter voorbereiding op hun The Daily Indie Presents-avond op 4 mei, bespreekt The Daily Indie in Amsterdam met ‘Big Jay’ Williamson het resultaat: English Tapas.

 

Op 4 mei presenteren wij Sleaford Mods in de Melkweg! Onze leden gaan met 2,50 euro korting naar binnen. Nog geen lid? Dat word je hier!


 
“Ik ben eigenlijk best trots dat ik working class ben” 
Williamson neemt een korte pauze na afloop van een ander gesprek, maar schuift dan bij ons aan tafel. De armen van de bijna-vijftiger zitten vol met tatoeages, maar in zijn hand heeft hij een glas water. De Brit ziet – “na wat probleempjes” – af van drank en drugs, voorlopig althans. Williamsons dag duurt lang, maar hij kan er zelf nog om lachen. “We weten allemaal dat er ergere banen bestaan.” Dat weet Williamson inderdaad als geen ander. De banen die hij voor en zelfs tijdens de doorbraak van Sleaford Mods had – van verzekeringsadviseur tot medewerker in een kipfabriek – leverden de inspiratie voor het vroege materiaal van zijn band, waaronder publieksfavoriet Jobseeker.

 


Die geschiedenis zorgt ervoor dat men Sleaford Mods geregeld ‘de stem van de working class’ doopt. Dat kan gevaarlijk zijn, stelt Williamson. “De eindeloze discussie over klassen is een valkuil. De scheidslijn tussen verschillende klassen wordt vager en vager, omdat arme mensen of arbeiders niet meer de enigen zijn die onderdrukt worden. Iedereen wordt onderdrukt.” In relatie tot zichzelf en zijn muziek ziet Williamson de kwestie wat genuanceerder: “Ik heb zelf een achtergrond in de working class en ik denk dat de pers dat in eerste instantie interessant vond omdat er weinig andere muzikanten in Engeland waren die dat hadden. Dat is niet erg, ik ben er eigenlijk best trots op. Het probleem is dat zo’n benadering verdoezelt waar het echt om draait: dat onze muziek eerlijk is.”  

Wie de gangen van zijn gedachten afspeurt naar vergelijkbare Britse bands, moet al snel terug het verleden in. Oasis, dat is toch het schoolvoorbeeld van een arbeidersband? In Williamsons ontkenning van die stelling schuilt een mengeling van woede en wanhoop. “Oasis deed in zekere zin alsof ze working class waren. Toen zij massive werden, verloren ze hun contact met de arbeidersklasse. Dat kan mensen vervreemden. Dat effect had het op mij, in ieder geval.” Is dat niet onvermijdelijk als je plots van arbeider verandert in de grootste rockster ter wereld? “Het gebeurt een beetje vanzelf natuurlijk”, stemt Williamson in. “Maar het viel mij tegen dat Noel deed alsof hij de everyman was, terwijl hij ondertussen alleen bezig was met het geld. Een flink deel van zijn politieke standpunten bleek erg conservatief, dat was nogal in tegenspraak met zijn liedteksten. Hij was heel rijk geworden en werd bijna een soort Tory, terwijl hij nog steeds gezien werd als een lad. 

 

“We vinden onszelf helemaal niet politiek”  
Politiek is een onderwerp waar ieder antwoord van Williamson vroeg of laat op terug lijkt te komen. Toch lijkt Sleaford Mods niet alleen een politieke band, maar ook een antipolitiek duo. Weinig muzikanten tonen zo veel afkeer van de gevestigde orde die in Westminster zetelt. “Dat ben ik met je eens”, knikt Williamson. “We schrijven natuurlijk over emoties die veroorzaakt worden door een bepaald beleid, maar daar is iedereen door beïnvloed en dat maakt ons niet per se politiek. Onze muziek is geen manifest en we plaatsen ons niet op één lijn met een partij.” Dat is een verandering ten opzichte van het verleden, waarin Williamson meerdere malen zijn steun uitsprak voor de Britse Labourpartij. “Daar ben ik helemaal klaar mee. Ik ben uit de partij gezet (vanwege een beledigende tweet aan het adres van Labours parlementariër Dan Jarvis, red.), daar ben ik heel cynisch van geworden.” Zijn schorsing hield in dat Williamson vorig jaar niet mocht stemmen in de lijsttrekkersverkiezing, die tóch gewonnen werden door zijn favoriet: Jeremy Corbyn. “Hij heeft het over zaken die niemand anders op zo’n verstandige manier bespreekt: publieke dienstverlening, werkeloosheid en de demonisering van gehandicapten en etnische minderheden.” Toch overheerst uiteindelijk de hopeloosheid, volgens Williamson. “Ik ben het nog met veel van zijn uitspraken eens, maar hij maakt geen schijn van kans.”

 

“We vinden onszelf helemaal niet politiek. We maken gewoon muziek over wat er speelt.”

 
Toch ligt Sleaford Mods een stuk dichter bij de politiek dan het merendeel van Williamsons vorige bands. Jarenlang probeerde hij tevergeefs door te breken, hij verhuisde er zelfs voor naar Los Angeles. Merkt hij nu hoe we – alles dat geen liefdesliedje is – direct als ‘politiek’ bestempelen? “Zeker, dat is zo! Voor mij zijn deze nummers net zo goed een observatie van wat ik om mij heen zie en een poging dat op een aantrekkelijke manier over te brengen, maar veel mensen noemen dat nog steeds politiek. We vinden onszelf helemaal niet politiek. We maken gewoon muziek over wat er speelt. Natuurlijk is dat interessanter dan nummers over je partner of een of andere quasi-diepe filosofische notie over jezelf. Allemaal bullshit. Nu is hét moment om te spreken over de straat, over de persoon naast je. Waarom? Omdat de wereld niet bepaald een fijne plek aan het worden is, of wel?” 
 
Daar moeten we Williamson helaas gelijk in geven. Ook in Groot-Brittannië reiken de gevolgen van ontevredenheid onder het volk ver: het land scheidt zich af van de Europese Unie en partijen als UKIP (UK Indepence Party) zijn binnen enkele jaren uitgegroeid tot belangrijke spelers binnen het politieke bestel. Vreemd genoeg is het bepaald niet ondenkbaar dat een deel van Sleaford Mods’ aanhang zich met die partij identificeert, geeft Williamson toe. Sterker nog, hij weet het wel zeker. “Veel mensen die me volgen op Twitter hebben een St. George’s Flag (de vlag van Engeland, duidend op een sterke onafhankelijkheidsdrang, red.) als profielfoto. Daar vel ik geen oordeel over. Ik negeer hen meestal en probeer niet in ruzies verzeild te raken. Mensen interpreteren onze muziek misschien anders dan het bedoeld is. Dat gebeurt nu eenmaal, daar kun je niets aan doen.”  
 
In principe maakt het Williamson niets uit wie aanhaakt bij Sleaford Mods, benadrukt hij enkele keren. Rijk of arm, jong of oud: Sleaford Mods is al lang blij dat er íemand luistert. De uitzondering die de regel bevestigt steekt even later de kop op als we Williamson herinneren aan de manier waarop The Smiths’ Johnny Marr vorige premier David Cameron verbood zijn muziek leuk te vinden. De doorgaans schorre ‘Big Jay’ schatert als we hem vragen wat hij ervan zou vinden als Theresa May, de huidige premier en leider van de conservatieve partij, fan zou blijken van Sleaford Mods. “Daar zou ik niet blij mee zijn, nee. Ik zou er snel een stokje voor steken.” 

 

 

“Als je je op straat gedraagt zoals ik op het podium, word je opgepakt”  
Hoe je het ook went of keert, onder May is Groot-Brittannië gedraaid in de richting van het volk dat zijn land terug wil winnen. Het gekste aan die claim? Dat het land nooit van hen geweest is. “Dat is precies het punt”, zegt Williamson als we die stelling in verband brengen met het nieuwe album van Sleaford Mods. English Tapas, daar spreekt een Britse claim van iets dat nooit en te nimmer Brits wás. Williamson legt uit: “Andrew zag de titel in een pub, die English Tapas serveerde. Dat bestond uit een bakje friet, een scotch ei, een augurk en soepstengels. Dat zegt alles over de staat van Engeland: ignorant, trying to make do, and just shit, just crap.

 

“Op een taalkundig gebied zijn scheldwoorden een mooie manier om zinsdelen te verbinden. Het ritme van woorden zoals fucking of bastards is heel fijn.” 

 

In toenemende mate wordt in ons gesprek duidelijk dat Williamson er een haat-liefdeverhouding met zijn vaderland op nahoudt. Buiten Groot-Brittannië is de reactie op Sleaford Mods dan ook anders. “Bij Europese shows heb je vaak een publiek dat niet helemaal snapt waar onze nummers inhoudelijk over gaan. Mensen genieten ervan omdat het zo eerlijk is en zo brutally British, maar niet op een patriottische manier.” Gelukkig bevat English Tapas genoeg materiaal dat iedereen kan begrijpen; de universele taal van het schelden bijvoorbeeld, ontbreekt opnieuw niet. “Op die manier kan ik niet alleen praten op de manier zoals alle ‘normale’ mensen praten, maar ook op een absurde manier bepaalde dingen duidelijk maken. Op een taalkundig gebied zijn scheldwoorden een mooie manier om zinsdelen te verbinden. Het ritme van woorden zoals fucking of bastards is heel fijn.”  
 
De beruchte liveshows van Sleaford Mods – Williamson tierend en zichzelf op het hoofd tikkend, Fearn headbangend achter een laptop – volgen dezelfde logica, legt Jason uit. “Het energieniveau maakt natuurlijk het grootste verschil. Als je je op straat zo gedraagt, word je opgepakt, haha. Ik probeer niet te veel afstand van mezelf te nemen, maar natuurlijk is het een soort show. Dat moet en dat vind ik ook interessant. Ik houd van die fysieke uiting van emotie.” Wie die fysieke expressie weleens van dichtbij mee heeft gemaakt, zou Sleaford Mods wellicht niet vergelijken met Kafka. Williamson zelf wel. “Het is exhibitionistisch en absurd, een beetje als Kafka’s Metamorphosis. Hij schrijft ook over de beperkingen van het dagelijks leven, maar hij doet het op een eigenzinnige manier. Net als wij.”  

“Er is genoeg frustratie te vinden in de muziekindustrie” 
Dergelijke bespiegelingen representeren een nieuwe diepgang in het werk van Sleaford Mods, volgens Williamson grotendeels veroorzaakt door de professionalisering van het duo. Eerst was de band een bijbaan, nu zijn Fearn en hij fulltime muzikant. “Er vindt wat meer zelfreflectie plaats dit keer. We zijn wat serieuzer geworden en werken meestal richting een deadline, al betekent dat niet dat onze ideeën in het gedrang komen. Alle gebruikelijke ingrediënten zijn nog aanwezig.” Lachend voegt hij eraan toe. “Daarbij is er genoeg frustratie te vinden in de muziekindustrie.” Dat die wereld minder dan gedacht verschilt van de kipfabriek, blijkt ook uit een serie tweets op het account van Sleaford Mods, dat door Williamson zelf gerund wordt. Daarop duiken om de haverklap foto’s op van zijn zoon die op een podium klimt of met drumstokken in zijn knuistjes rondloopt. De afbeeldingen zijn door vaderlief voorzien van het onderschrift: Don’t do it mate, it’s a shit business!” Ook in Amsterdam kan de Brit om zichzelf lachen. “Ik zei: wat doe je?!”
 
De grap wordt geleverd met een knipoog, want eigenlijk houdt Sleaford Mods zich uitstekend staande binnen de muziekwereld. English Tapas komt uit op het gerespecteerde Rough Trade, waarbij Sleaford Mods tekende op de voorwaarde dat er geen invloed op het eindproduct zou worden uitgeoefend. Later dit jaar verschijnt zelfs een documentaire over het duo, Bunch of Kunst. “Hij is gemaakt door Christine Franz, een filmmaker uit Berlijn. Ze heeft ons twee jaar lang gevolgd in Groot-Brittannië en Europa. Het is nogal een kille film geworden, maar hij is wel erg goed, al zeg ik het zelf. Het is nou niet bepaald je usual rock documentary.” Zo verrassend is dat eigenlijk niet. Immers, Sleaford Mods is nou niet bepaald a usual band.

 

 

 

 

Meer van dit soort verhalen blijven lezen en met korting naar de show van Sleaford Mods? Word dan lid van The Daily Indie door op onderstaande button te klikken!
Nu voor maar 10 euro per jaar