In het jaar 335 voor Christus schrijft de Griekse filosoof Aristoteles in zijn Poetica voor het eerst over het begrip catharsis. Aristoteles definieert het concept als een vorm van reiniging die optreedt bij bezoekers van tragedies in het oude Griekenland. Later wordt catharsis door Sigmund Freud gebruikt als naam voor een psychologische theorie die stelt dat een confrontatie met trauma’s en de bijbehorende emoties een verlichtend effect op de patiënt hebben. Waarschijnlijk weet geen van beiden dat het begrip de basis legt voor een van de meest vernieuwende en vooruitstrevende bands ooit, die nu, na meer dan twintig jaar aan toekomstvisies, eindelijk terug durft te kijken.

Radiohead wordt in 1985 in universiteitsstad Oxford opgericht door Thom Yorke, de broers Jonny en Colin Greenwood, Ed O’Brien en Phil Selway. Zoals het vijftal nu soms veroordeeld lijkt tot de bühne, lukt het de doorgaans bescheiden Britten in eerste instantie niet de collegebanken te ontsnappen. Pas acht jaar na zijn oprichting breekt Radiohead door, maar dan is ook meteen raak. Creep (‘I wish I was special’) is een alternativo-anthem dat de band bijna verandert in een van de vele one hit wonders die de jaren negentig rijk zijn. Dat wil het kwintet koste wat kost voorkomen. Dus wordt geen moment stilgestaan om van het succes te genieten, al lijkt dat de leden van Radiohead ook in de jaren die volgen nooit echt te lukken.

De opnamesessies voor de volgende plaat beginnen en twee jaar na de release van doorbraakdebuut Pablo Honey (1993) is Radiohead zichzelf alweer met zevenmijlslaarzen voorbijgestreefd. In een tijd, die wordt genomineerd door de rouwdouw-rock-‘n-roll van Oasis, onderscheidt Radiohead zichzelf met The Bends (1995). Het album bereikt de vierde plaats in de Britse hitlijsten, maar Radiohead is nog niet tevreden. Met het oog op de toch tamelijk beroemde Britse band The Stone Roses, die nooit écht doorbreken in de VS, besluit het vijftal op tour te vertrekken. De bandleden proppen zich in een American Eagle-bus en laten zichzelf alle hoeken van Amerika zien. In 1995 alleen al speelt Radiohead 177 shows.

Het is die tour die zowel qua titel, thematiek als albumhoes de basis  blijkt te leggen voor Radioheads meesterwerk, dat het toch best briljante The Bends zal doen verbleken als ware het een vingeroefening. Tijdens een van de touretappes (niet die met de gele trui) die zich in 1996 voltrekt, luistert de band in de bus voor de verandering niet naar Miles Davis’ Bitches Brew, maar naar een audioversie van A Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, een science-fictioncomedy uit 1979 van de Britse auteur Douglas Adams. Halverwege spreekt een computerstem: de naderende raketten kunnen niet worden afgeweerd. Het antwoord behoort toe aan een zekere Zaphod Beeblebrox, president van het planetarium: “OK, computer. I want full manual now.”

Yorke schrijft de zin op in zijn notitieboek, maar lang zal de zin niet tot dat het papier beperkt blijven. Hij levert, zoals we nu weten, de titel van een van de interessantste en invloedrijkste rockalbums aller tijden. Als OK Computer in mei 1997 verschijnt, verandert de plaat Radiohead van Brits cultverschijnsel in de belangrijkste band van het moment. De twintigste verjaardag van het muzikale monument vormt samen met het vorig jaar uitgekomen negende album A Moon Shaped Pool een uniek moment in het verhaal van Radiohead: voor het eerst kijkt de band terug.



Hey man, slow down’
Door de superdeluxe uitgave OKNOTOK bijvoorbeeld, die op 23 juni uitkomt. De editie bevat niet alleen een kopie van het schetsboek van Radioheads artistieke partner in crime Stanley Donwood, maar ook een kopie van Thom Yorke’s schriften. 104 pagina’s aan gekrabbelde kattebelletjes, de gebruiksaanwijzing van een inhaler (‘Try very hard not to panic’) en abstracte aanzetjes tot wat uiteindelijk OK Computer zou blijken te worden. Beide zijn ook terug te vinden op de website, die ter ere van het jubileum weer is omgedoopt tot de versie van 1997. Recentelijk heeft Yorke ze in een, jawel, cathartische confrontatie met zichzelf weer doorgebladerd. Tussen de regels door vertellen de velletjes papier het verhaal van een 27-jarige jongeman die na (en door) vier jaar onophoudelijk te touren aan het eind van zijn eigen wereldje gekomen was.

Recentelijk wordt (met dank aan een fanatieke fan op Reddit) dan ook bekend dat de foto op de hoes van het album door de band geschoten is tijdens een van zijn reizen in de VS. Op de afbeelding, die later bewerkt wordt door Donwood, zijn snelwegen 84 en 91 te zien op het punt waar ze kruisen vlakbij Hartford, Connecticut. Volgens fans is de foto genomen vanaf het dak van het nabijgelegen Hilton hotel, waar Radiohead verbleef na zijn show in aldaar, een van de laatste concerten die de band speelde voor de Britten terugkeerden naar Engeland om OK Computer op te nemen.

Het woord ‘computer’ wordt op dat hele album overigens niet genoemd, vervoersmiddelen niet voor niets des te meer. In Airbag bijvoorbeeld, geïnspireerd door een auto-ongeluk waarbij Yorke zo’n tien jaar eerder betrokken is geweest. In Lucky wordt de protagonist – het personage lijkt in dezen niet Yorke zelf te zijn – zelfs gered uit het wrak van een vliegtuig. Samen met beschrijvingen van paranoid androids en subterranean homesick aliens vatte OK Computer daarnaast een verder verspreide vrees voor de 21ste eeuw. Daarin schuilt de ware aard van het album. Dat gaat helemaal niet over technologie namelijk. Yorke tegen Rolling Stone: “The paranoia I felt at the time was much more related to how people related to each other, but I was using the terminology of technology to express it.

Toch is het niet moeilijk om de link te leggen tussen de tegenwoordige tijd en de dystopische vooruitzichten van de helderziende met het luie linkeroog. Anno 2017 zijn veel meer mensen het ongebreidelde optimisme dat eerder heerste ten aanzien van alle vormen van technologie voorbij. Is het allemaal niet wat te snel gegaan, met die schermpjes? ‘Hey, man, slow down’, is het antwoord dat Yorke twintig jaar geleden al gaf met The Tourist, het laatste nummer op OK Computer. En vinden we het angstaanjagende Fitter Happier, waarop Radiohead gebruik maakte van de futuristische Fred-stemapplicatie van Macintosh PlainTalk, niet zo angstaanjagend omdat ieder woord zó waar is? ‘Fitter, happier, more productive, comfortable, not drinking too much, regular exercise at the gym three days a week, getting on better with your associate employee contemporaries, at ease, eating well, no more microwave dinners and saturated fats.’ Siri, kom er maar in.


Een poster met teksten uit Fitter, Happier zoals die kort geleden opduikt in Amsterdam-Oost als aankondiging van OKNOTOK (via lienatik op Instagram).

Lighten up, squirt’
Kortom, en geschikter moment om OK Computer opnieuw uit te brengen, is er wellicht nog nooit geweest. Op OKNOTOK staan dan ook geremasterde versies van de twaalf albumtracks, maar ook acht B-sides én drie nog nooit eerder uitgebrachte nummers. Lift is er een van. Op 14 maart 1996 speelt Radiohead dat nummer voor het eerst in de Troubadour, een club in Hollywood met een capaciteit van slechts vierhonderd mensen. Ook Electioneering en Let Down beleven daar hun debuut. Beiden belanden een jaar later op OK Computer, van het liefdevolle en vrij lichte Lift, waarop Yorke zinnen zingt als ‘Lighten up, squirt’ en ‘Today is the first day of the rest of your days’, geen spoor. En dat terwijl de beste man eerder nog heeft aangegeven na The Bends liever een vrolijk dan een verdrietig album te willen schrijven. Past toch niet bij de plaat, zo velt Yorke zijn veto over de voorkeuren van de platenmaatschappij, die hoopte dat Lift de ‘radiotastic’ leadsingle van Radioheads volgende album zou worden.

Dat wordt het nummer niet, en dus blijft de opname van de uitvoering op Pinkpop 1996 (met Yorke in een felgeel regenpak) twintig jaar lang de go to voor fans, al probeerde de band het nummer al opnieuw op te nemen in aanloop naar Kid A (2000) en Amnesiac (2001). Het nummer is een publieksfavoriet onder de die hards, maar staat vooral symbool voor de band die Radiohead had kùnnen worden, wanneer men zich wat meer had aangetrokken van de apathische toeschouwers voor wie de band in 1996 speelt als supportact van popster Alanis Morisette, die dan net doorgebroken is met haar album Jagged Little Pill (1995).

De release van Lift (en andere onuitgebrachte tracks I Promise en Man Of War) lijkt deels gemotiveerd door de goede ontvangst van True Love Waits, dat in dezelfde categorie valt (of viel) als Lift en vorig jaar na twintig jaar verscheen op A Moon Shaped Pool. Het is niet de eerste keer dat Radiohead een nummer uit zijn eigen archief afstoft (In Rainbows’ (2008) Nude stamt bijvoorbeeld ook uit de jaren 90), maar een symbolische waarde zoals True Love Waits, waarvan een liveopname uit werd gebracht op I Might Be Wrong (2001), heeft geen van die nummers ooit gehad. Daar blijkt de band zich in de vorige eeuw ook al van bewust: Radiohead probeert True Love Waits, net als Lift, een plek te geven op OK Computer, Kid A en Amnesiac, maar telkens is het tevergeefs. Waarom lukte het vorig jaar plotseling wél?


Don’t leave’
Het antwoord lijkt te liggen in een tragedie die alle trauma’s waar Thom Yorke zich in de jaren 90 doorheen worstelde triviaal doet lijken. In augustus 2015 wordt bekend dat hij is gescheiden van zijn vrouw Rachel Owen, die docent is aan de Universiteit van Oxford en met wie Yorke twee kinderen heeft. In december 2016, slechts maanden na de release van A Moon Shaped Pool, wordt duidelijk dat die scheiding wellicht deels te maken heeft gehad met verschrikkelijk verzwaarde omstandigheden. Owen overlijdt aan de gevolgen van kanker, door een kleine kring betrokken geheim gehouden.

Veel luisteraars interpreteren A Moon Shaped Pool ook als een soort afscheidsbrief. Die verrassingsrelease van het album, die heeft waarschijnlijk net zo veel te maken met marketing, als met het feit dat Yorke & co. liever niet eindeloos in interviews worden gevraagd in details te treden over de thematiek van het album. Toch verraden sommige teksten het verdriet. In Daydreaming zingt Yorke (achterstevoren): ‘Half of my love, half of my life’, hetgeen lijkt te duiden op het feit dat hij bij benadering even lang samen was met Rachel als met Radiohead, 23 van de 47 levensjaren die hij op het moment van schrijven heeft geleefd. True Love Waits voelt in de vernieuwde versie – die veel verdrietiger is dan het optimistische origineel – als een lang verloren liefdesbrief die gelezen wordt, na de scheiding, maar vooral ook na Owens overlijden. ‘Don’t leave’, zingt Yorke, en waar dat in de vroege versie klinkt als een vraag, klinkt het nu vooral als een vaarwel.

De video voor Daydreaming zit vol verwijzingen naar Thom Yorke’s verleden met Rachel en Radiohead.

Door de confrontatie met de dood durft Thom Yorke zich te confronteren met zichzelf en zijn verleden, dat ineens veel verleidelijker lijkt dan hij altijd dacht. Voor A Moon Shaped Pool wordt veel minder dan ooit gewerkt met nieuwe demo’s; veel van het materiaal wordt in meer of mindere gebaseerd op Radioheads geschiedenis. Leadsingle Burn The Witch wordt bijvoorbeeld voor het eerst gespeeld in 2003, als een soort muzikaal vervolg op OK Computer’s Airbag. Ook The Numbers, Desert Island Disk, Ful Stop en Identikit doken al eerder op.

De openheid manifesteert zich ook live: sinds vorig jaar wordt het beruchte Creep steeds vaker live gespeeld en wordt eigenlijk elke avond wel een ander oudje afgestoft. Avond aan avond wordt met een aantal aansluitende nummers van A Moon Shaped Pool de lei schoongeveegd, waarna Radiohead zich stort in sets die hun carrière overspannen.

Gek genoeg heeft Yorke zichzelf hervonden door van dichtbij verlies mee te maken. OKNOTOK heet de bundel die het resultaat is van zijn zoektocht. It’s okay to not be okaylijkt de boodschap. En dat lucht op, zo blijkt ook als Radiohead eerder dit jaar op Coachella geconfronteerd wordt met geluidsproblemen. Twintig jaar eerder gebeurt ongeveer hetzelfde op Glastonbury 1997. Yorke wil dan de show al stilleggen, wordt tegengehouden door Ed O’Brien, maar stormt aan het eind van de set meteen het podium af. Hoe anders is het dit jaar. Yorke en Jonny Greenwood dollen wat met elkaar en Yorke zegt: “I’d love to tell you a joke, lighten the mood, something like that. But this is Radiohead, so fuck it.

Die zelfbewustheid, zelfspot zelfs, staat symbool voor de nieuwe Thom Yorke. En daarin schuilt de crux van Radioheads catharsis: een deluxe-versie uitbrengen van je meest gevierde album, het lijkt het minst Radiohead-esque dat er is. Maar juist door voor het eerst in zijn eigen verleden te duiken heeft de belangrijkste Britse band van het moment een nieuwe manier gevonden om zichzelf te vernieuwen. Echte liefde, zelfs de liefde voor jezelf, wacht.

Radiohead sluit op zondag 18 juni de vijfde editie van Best Kept Secret in Hilvarenbeek af. De band speelt van 22:00 tot 00:30 op Stage ONE.

 

Meer van dit soort verhalen blijven lezen? Steun dan het werk van The Daily Indie door lid te worden!
Nu voor maar 10 euro per jaar



Het is zover! Op 18 april is er weer een nieuwe Record Store Day. Om het bestaan van onze geliefde, onafhankelijke platenzaakjes te vieren, waaien er weer miljoenen muziekliefhebbers over de wereld uit naar hun favoriete platenboer. Dit unieke evenement vindt plaats in meer dan tweeduizend onafhankelijke platenzaken in Amerika, Europa, Australië en Japan. Dit maakt Record Store Day tot het grootste, maar tegelijkertijd kleinschaligste muziekfestival ter wereld. Elk jaar komen er meer platen uit en touren er meer artiesten zich een slag in de rondte. Alleen al in Nederland zijn er 250 optredens in tachtig verschillende platenzaken. Daarnaast is er uiteraard weer een gigantische waslijst aan speciale releases die alleen op deze bewuste dag te verkrijgen zijn. Met andere woorden: een dag die geen platenliefhebber mag missen. Wij spraken enkele recordlovers over hun platenkast.

 

Brian Pots (tweede van rechts)
Zanger/gitarist PAUW

Welke plaat wil je nog graag hebben?
“Ik was een tijdje geleden samen met Rens (drummer – red.) een platenwinkel binnengestapt. Ik vond daar ‘Ogdens’ Nut Gone Flake’ van Small Faces met de ronde hoes. Rens vond ‘Their Satanic Majesties Request’, die psychedelische plaat van the Rolling Stones, met de te gekke hologramhoes. We waren allebei een beetje jaloers op elkaars vondst. In de tussentijd heeft Rens de plaat van Small Faces zelf ook weten te bemachtigen, maar ik ben nog altijd op zoek naar die plaat van The Stones met de hologramhoes.”

 Met welke plaat ben je opgegroeid?
“Mijn moeder vertelde me dat ze tijdens en vlak na haar zwangerschap heel veel naar ‘The Dark Side of the Moon’ van Pink Floyd heeft geluisterd. Uiteraard herinner ik me hier niets meer van, maar aangezien ik een supergrote fan van ze ben en dit een van mijn favoriete platen aller tijden is, heeft het misschien wel onbewust een invloed op me gehad. Ik heb de speciale editie die ze destijds op wit vinyl uitbrachten gekregen van mijn moeder. Absoluut een pareltje in mijn platencollectie!”

Wat is je ochtendplaat?
“Ik heb van die periodes. Ik weet nog dat ik een tijdje helemaal verslaafd was aan ‘The Notorious Byrd Brothers’, mijn favoriete plaat van The Byrds. Deze zette ik wekenlang elke ochtend op, terwijl ik me klaar maakte om naar school te gaan. Toen ik die plaat zoveel luisterde, wilde ik net zoals Roger McGuinn van The Byrds ook heel graag een 12-snarige gitaar. Daarom kocht ik toen mijn Danelectro 12-string.”

Corto Blommaert
Bassist Mozes And The Firstborn

Wat is je favoriete plaat?
“De plaat die ik nu het liefst opzet is Royal Headaches gelijknamige album. Ik heb dit album een paar jaar geleden gekregen toen het uitging met mijn toenmalige vriendinnetje. De plaat bevat precies de juiste dosis agressie en zelfreflectie om zo’n periode door te komen. Nu luister ik ‘m vooral omdat ik hoop dat als ‘ie gedraaid wordt, Royal Headache dit telepathisch aanvoelt en een opvolger maakt.”

Wat is je favoriete hoes?
“The Stranglers’ ‘Black and White’ is iets wat me nu te binnen schiet. Mooie zwart-witfoto’s, waarvan de compositie slingert tussen artsy fartsy en iconisch.”

Heb je je collectie op een bepaalde volgorde staan?
“Mijn platenkast heb ik zonder opzet gerangschikt op populariteit. Mijn favorieten staan het dichtst bij de platenspeler en zo bouwt zich dat helemaal af tot aan een kakofonie van vage cadeautjes en regelrechte miskopen.”

 

Carsten Brunsveld
Drummer John Coffey

Wat is de plaat die je het laatst gekocht hebt?
“Radiohead met ‘Kid A’. Dit album is een van de soundtracks van m’n middelbareschooltijd, maar dan niet in positieve zin! Waar bands als Deftones, Refused en At The Drive-In me compleet in de ban hadden, kon ik dit album in eerste instantie niet uitstaan. Prijs de heer voor dit album en mijn tot wasdom gekomen muzieksmaak, want ‘Kid A’ is natuurlijk een van de allerbeste albums ooit gemaakt. Genre-overstijgend, een band die z’n eigen scene maakt en altijd ‘voor de kudde uitloopt’. Laatst tijdens een instore-optreden kwam ik de 10-inch tegen. Die heb ik meteen meegenomen.”

Van welke band heb je de meeste platen?
“Hoewel ik al tien jaar geen plaat meer van ze gekocht heb, is mijn Metallica-verzameling nog altijd de grootste. Van ‘Kill ‘Em All’ tot ‘St. Anger’. ‘Death Magnetic’ vond ik overbodig en ‘Lucy’, nou ja, vernederend.”

Wat is je zomerplaat?
“The Story So Far met ‘What You Don’t See’.”

 

Mark Lada
Zanger/gitarist traumahelikopter

Wat was je allereerste plaat?
“Mijn eerste cd was een Best Of van 2 Unlimited. Ray & Anita, gotta love ‘em. Mijn eerste vinylplaat? Een bootleg van de Circle Jerks!”

Welke plaat draai je s’ nachts?
“‘Exile on Main St.’ van The Rolling Stones vind ik een van de beste platen ooit, die kan ik echt altijd horen. Ken je die scène uit ‘Fear and Loathing In Las Vegas’ waarin dr. Gonzo Duke vraagt om de cassetterecorder in bad te gooien op het moment dat White Rabbit piekt? Ik probeer Daan (Van Dalen, zanger/gitarist – red.) zover te krijgen dat hij dan een broodrooster bij me in bad gooit, maar hij weigert vooralsnog om mee te werken.”

Ga je voor nieuwe of tweedehands platen?
“Beide. Ik vind het leuk om platen van recente bands te kopen, omdat dat de muziek is die je bewust meemaakt en omdat je ze live aan het werk kan zien. Maar ook veel oude dingen. Je ziet me alleen geen honderden euro’s neertellen voor originele eerste persingen en dat soort onzin, het moet wel leuk blijven.”