london calling

 

Daily Indie schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, welke je hier kunt lezen in hun verslag! De foto’s zijn afkomstig van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

London Calling, het halfjaarlijkse festival voor nieuw –voornamelijk Brits- talent is weer begonnen. Na twee avonden in de Tolhuistuin gaat het reguliere festival vanavond in Paradiso van start. Geen betere manier om te beginnen dan met een piepjong, Londens bandje. Happyness oogt vooral heel erg groen: de band speelt een ratjetoe van stijlen waarbij vooral de britpop van de laatste tien jaar en de grote alternatieve bands uit de jaren ’90 als inspiratie hebben gediend. Niks nieuws onder de zon dus, alhoewel de voorzichtige, door jazz geïnspireerde solo’s wel een frisse toon brengen. De koortjes lijken een wanhopige poging om pakkender te klinken, maar dit bewijst eens te meer dat dit een band is die vooral nog erg zoekende is. (YvH)

 

 

01 - Happyness

Happyness

 

 

De volledige tegenpool hiervan opent het Grote Podium van Paradiso. San Fermin is een Amerikaans achttal dat van alle kanten juist té doordacht overkomt: tot de vaste posities van de bandleden op het podium en de de quasi-nonchalante kledingstijl aan toe. Groot, groter, groots lijkt de insteek te zijn, maar eigenlijk is het net alsof je naar een aflevering van ‘Glee’ kijkt. Iedere noot, stap of slag –elk element- lijkt onderdeel te zijn van een grondige choreografie en iedere spontaniteit of chemie ontbreekt. (YvH)

 

 

02 - San Fermin

San Fermin

 

 

Dit doet Kins gelukkig beter. Deze band uit Brighton komt over als een stel informaticastudenten, maar hun muziek houdt het midden tussen alt-J, Wild Beasts en Radiohead: start-stop ritmes, een aardige dosis gitaargepingel, forse lagen synthesizers en een nerveus trillende, indringende stem. Toch is het niet zozeer zanger/gitarist Thomas Savage die de show steelt, zelfs niet als hij in het laatste nummer zijn gitaar afneemt en het publiek probeert te bezweren als ware hij Thom Yorke zelf. Drummer Alex Knight slaat zo hard, precies en meedogenloos op zijn drumset dat deze op een gegeven moment zelfs een klein beetje van de voorkant van het podium lijkt te willen opeisen. (YvH)

 

Na dit eerste hoogtepunt van London Calling #1 2014 volgen Trouble With Templeton en Folly And The Hunter. De één is Australisch, de ander Canadees, maar beide bands bevinden zich ergens op de rand van de behoorlijk verzadigde scene van folkbands. Trouble With Templeton heeft wat meer pop-attitude, maar komt op het podium vooral heel degelijk en saai over. Folly And The Hunter pakt het wellicht harmonieuzer aan (dit zijn de beste koortjes die we vanavond hebben gehoord), maar is vooral eigenlijk meer van hetzelfde. (YvH)

 

 

03 - The Trouble With Templeton

Trouble With Templeton

 

 

Deze dip in het programma van de eerste avond wordt doorgepakt door Teleman, de band die het magistrale Pete & The Pirates moet opvolgen. Drie van de vijf piraten zitten namelijk in deze band, waaronder zanger Thomas Sanders. Teleman klinkt dan ook onherroepelijk als zijn voorganger, maar ze hanteren wel een andere insteek. Pete & The Pirates wist altijd jong, frivool en rammelend te klinken, Teleman houdt de boel strakker. De gitaren hebben nog nagenoeg dezelfde sound, maar worden veel meer in het gelid gehouden door de motorik-ritmes van drummer Hiro Amayima (de enige nieuwkomer binnen de groep). Hoewel de bandopzet in essentie niet eens heel slecht is past Sanders’ lichtelijk nerveuze, doch nooit onvaste, zang veel beter bij een lossere stijl van musiceren. (YvH)

 

 

04 - Teleman

Teleman

 

 

Hospitality is een trio uit Brooklyn, dat bestaat uit Amber Papini, Brian Betancourt en Nathan Michel en live wordt bijgestaan door een extra gitarist/ keyboardist. De New Yorkers maken indie-pop pur sang. Na twee albums (Hospitality uit 2012 en Trouble uit 2013) weet Papini, die de meeste nummers heeft geschreven, hoe een pakkend liedje te maken. Hospitality klinkt catchy, bescheiden ingenieus en soms aandoenlijk. Er wordt her en der wat gegoocheld met maatsoorten, zoals in Rockets And Jets, waardoor de liedjes interessant blijven en niet simpel weg zijn te schrijven als pop. Echter, alle nummers worden gespeeld met een pretentieloze terughoudendheid, wat soms de band siert, maar waardoor het vaak net niet overkomt zoals het zou moeten. Misschien ligt het aan de jetlag, waaraan de New Yorkers volgens Betancourt momenteel lijden. Hospitality bestaat al sinds 2007, maar op sommige momenten lijkt het alsof ze nog steeds niet gewend zijn om voor een zaal mensen te spelen. Zoals bijvoorbeeld bij Friends of Friends, het tweede nummer van de set. In theorie zou dit nummer ervoor gezorgd kunnen hebben dat de kleine zaal van de Paradiso in een grote dampende dansmassa zou veranderen, maar Hospitality mist helaas dat beetje pit waarvoor dat nodig is. Toegegeven, als dit een examen geweest zou zijn, is Hospitality wel geslaagd. Zelfs als Papini een paar noten net niet weet te halen, vergeven wij het haar. Bij dit kaliber indie-pop mag het allemaal wel een beetje rammelen. (RvB)

 

Het uit Londen afkomstige Wolf Alice laat een ideale set horen voor een showcase-festival als London Calling. Direct vanaf de set-opener Moaning Lise Smile beukt Wolf Alice vol gas door elf steengoede nummers heen. Zo krijgen we nieuw werk voorgeschoteld, dat 26 mei op de EP ‘Creature Songs’. Dat nieuwe werk klinkt rauw, punky en pompeus en past perfect in het straatje dat Wolf Alice is begonnen te leggen met stenen als Bros, Fluffy en She. Deze laatstgenoemde nummers, afkomstig van de drie releases die Wolf Alice vorig jaar heeft uitgebracht, worden live bijna twee keer zo snel gespeeld, maar nergens verliest de band de controle. Het kwartet verbaast als uit het gitaargeweld opeens Wicked Game van Chris Isaak te herkennen is, dezelfde cover die London Grammar een half jaar geleden ook op London Calling heeft vertolkt. Wolf Alice concludeert haar show met Blush en Fluffy en bewijst daarmee ook prima gas terug te kunnen nemen om vervolgens weer alle registers open te gooien voor de grand finale. Niet voor niets dat de eerste pit en de eerste crowdsurfer van de avond op naam van Wolf Alice komen te staan. Meer van dit! (RvB)

 

 

05 - Wolf Alice

Wolf Alice

 

 

Als na middennacht, als het normaliter bij London Calling alweer wat rustiger is,  de grote zaal nog propvol staat durven we wel te zeggen dat er een flinke buzz rondom Jungle hangt. Jungle is altijd heel strategisch geweest in hun positionering in het hedendaagse muzieklandschap, want lang was onduidelijk wie of wat er nou achter deze groovy en hypnotiserende funk-outlet zat. Vlak voor het optreden wordt dit mysterie verwezenlijkt door het dikke mistgordijn dat de lichttechnicus in de grote zaal opwerpt. Een paar minuten later verschijnt er tussen dat rookgeweld een zevenkoppige band, bestaande uit een bassist, drummer, percussionist, twee achtergrondzangers en ‘frontmannen’ J. en T., die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van Jungle. Frontmannen is trouwens niet de juiste term om de twee Londenaren mee aan te duiden, want nergens eist een één van de twee te veel aandacht op. Dat Jungle een bizar strakke en goed op elkaar ingespeelde live band is, wisten we al door hun optredens op Eurosonic, Motel Mozaique en als voorprogramma van Haim, maar wederom bewijs Jungle dit. Sterker nog, het is sindsdien alleen maar beter geworden. Elk nummer wordt vierstemmig gezongen door J., T. en de twee achtergrondzangers en elk nummer is loepzuiver. Het feit dat er tussen de nummers door amper gepraat wordt draagt ook bij aan het feit dat Jungle hier alleen maar is om met en voor ons een heerlijk dansfeestje te bouwen. In het refrein van afsluiter Platoon zingen ze “I knock you down, brother” en dat is precies wat er in dit kleine uur is gebeurd. Wij zijn omver geblazen. (RvB)

 

 

 

Deze week staat London Calling gelukkig alweer voor de deur, het festival begint al op woensdag en donderdag in de Tolhuistuin en trekt hem door tot en met vrijdag en zaterdag in Paradiso. Daily Indie-schrijvers Yoram van Hees en Ronald van Berkel doen verslag en geven alvast hun tips voor het festival!

 

Tips van Yoram van Hees.

Gambles
Het verhaal klinkt al triest: jonge ontwerper wordt verliefd op zijn muze. Ze verloven zich als zij zwanger blijkt te zijn, maar zij krijgt een miskraam en het versgetrouwde stel moet samen het leed zien te verwerken, maar gelooft er niet meer in, richt zich ten gronde en scheidt uiteindelijk. Hij, Matthew Daniel Siskin, vertaalde dit leed naar intens sobere liedjes en bracht vorig jaar de wonderschone plaat ‘Trust’ uit. De muziek past geheel binnen de traditie van de beste singer-songwriters van lang geleden. Klagen heeft lang niet zo mooi geklonken.

Zaterdag 19:15  in de Kleine Zaal van Paradiso.

 

Solids
Bij London Calling weten ze allang dat je soms even wat verder moet kijken dan slechts over het Kanaal. Solids komt uit Montreal en passen binnen de Canadese traditie van hardst rockende garageduo’s. Evenals Death From Above 1979 en Japandroids voor hen, heeft dit tweetal een hardcore-verleden in de vingers en de jaren ’90 tussen de oren. Naast dit alles speelt de band op London Calling een late show in de Kleine Zaal; waar ze het in Canada hebben over ‘a recipe for disaster’ is dit toch wel het mooiste recept!

Zaterdag 1:15 in de Kleine zaal van Paradiso

 

Arthur Beatrice
Arthur Beatrice is zo’n band dat alles in eigen handen houdt. Op de foto’s zie je al een viertal dat met een kalme zelfverzekerheid de wereld gaat veroveren. Vier jaar geleden introduceerden zij zich al, maar nu zijn ze pas echt uit hun studio gekropen. Uit de muziek, waarin R’n’B wordt gemixt met klassieke piano op een manier die wij vorig jaar al van London Grammar hoorden, klinkt een ingetogen euforie.

Zaterdag 23:15 in de Grote Zaal van Paradiso

 

Teleman
Pete & The Pirates, wie kent ze nog? Helden van London Calling #1, 2008. Toch ging de band eind 2012 uit elkaar. De twee succesvolle albums mochten niet baten, evenals het frisse zijproject Tap Tap. Drie van de vier bandleden besloten echter door te pakken en richtten Teleman op, en dat klinkt – tja – als Pete & The Pirates: nerdy en een tikkeltje nerveus. Waar de piraten echter voorheen nogal de neiging hadden om alle kanten uit te schieten, houdt Teleman de groove recht en gestaag. Gaat dat horen.

Vrijdag 22:00 in de Grote Zaal van Paradiso

 

The Bohicas
Domino Records heeft The Bohicas opgepikt. Moeten we nog meer zeggen? Hapklare rock ‘n roll in de beste Britse traditie, en het is dus ook niet gek dat ze door de grootste Britse bands van het moment op sleeptouw worden genomen. De ambities en de opwinding spat ervan af, en bovendien brengen zij Londen naar London Calling.

Zaterdag 20:20 in de Kleine Zaal van Paradiso

 

 

 

 

Tips van Ronald van Berkel.

East India Youth
Stel je voor: je speelt al een tijdje in een gitaarband en besluit het in de elektronische hoek te proberen. Je maakt een demo en die komt terecht bij het gerenommeerde Engelse muziekblog The Quietus, waar ze je werk vervolgens zo verdomd goed vinden dat ze besluiten een label op te zetten om het uit te geven. Het overkwam William Doyle, beter bekend als East India Youth.

Na een EP in 2012  brengt The Quietus in 2013 de langspeler ‘Total Strife Forever’ uit. Het album vol experimentele, krautrock-achtige en soms enkel instrumentale ambient-tracks wordt flink opgepakt door de verschillende muziekblogs die het internet rijp is. Uit interviews blijkt dat Doyle er vooral erg nuchter onder blijft en hoopt níet een hype-act te zijn, omdat hij met East India Youth grootste plannen heeft.

Hoe ambitieus dat ook is, er is altijd een volgende stap en voor Doyle is dat London Calling. Dat het een boeiende en uiteenlopende set wordt staat vast. Luister maar alvast naar de Total Strife Forever I, Dripping Down of Heaven, How Long en je zult begrijpen waarom wij ook in hem geloven.

Woensdag 20:00 uur in de THT-Zaal van de Tolhuistuin

 

Kins
Een band die zichzelf neerzet als specialist van twijfel, afstandelijkheid en opgekropte woede. Fans van Local Natives, The Dodos en Other Lives zullen in hun handen wrijven als de eerste noten van Kins vrijdag langzaam de grote zaal vullen. Die eerste noten zullen resulteren in uitgerekte, timide en vernuftige liedjes. Want liedjes is wat Kins maakt: elk nummer op het in 2013 uitgebrachte ‘Kins’ heeft een stiekeme hook, waar je goed op moet letten wil je hem niet missen, maar die er zeker in zit. Mockasin’s of Aimless zijn hier sublieme voorbeelden van, mocht je je afvragen waar we het over hebben.

Vrijdag 20:20 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Wolf Alice
Het Londense Wolf Alice ontleent haar naam uit een stuk van schrijfster Angele Carter, waarin een kind wordt opgevoed door wolven. Het fictieve karakter moet op zoek naar haar bestaansrecht en daarbij contrasteert Carter voortdurend tussen het menselijke en beestachtig en sijpelt door dat een gelukkig wezen hierin balans moet zien te vinden.

Deze thematiek is mooi door te voeren  naar de name sake van Wolf Alice. Tussen de nummers die vorig jaar in single en EP-vorm zijn uitgebracht is een heerlijke dynamiek te ontdekken. Wolf Alice is breekbaar en atmosferisch in Blush en Every Cloud en laat het bloed sneller stomen door nummers als Fluffy en Bros. Het ultieme wapenfeit is She, waarmee Wolf Alice bewijst dat ze vanuit de vijfde versnelling heel soepel terug kunnen schakelen naar de tweede.

Vrijdag 23:15 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Jungle
Jungle is één van die namen op het affiche van deze London Calling die je misschien al een keer voorbij hebt zien komen. Ze staan prominent op de BBC Sound of 2014 lijst, hebben twee singles die allebei viral gingen en hebben Nederland al aangedaan met een showcase op Eurosonic, een voorprogramma voor Haim in Paradiso en een ijzersterke show op Motel Mozaïque. Mede hierdoor heeft Jungle al een grote fanbase, terwijl ze niet eens officieel hun namen of gezichten openbaar hebben gemaakt. We weten eigenlijk alleen dat Jungle oorspronkelijk een duo is dat elkaar kent sinds ze elf jaar zijn en dat we ze mogen aanspreken met J. en T.

Eén ding dat we wel zeker weten over Jungle is dat ze een bizar goede live-show neer kunnen zetten. J. en T. zijn duidelijk de blikvangers en zingen loep- en loepzuiver, maar met vijf andere bandleden erbij is Jungle live onmenselijk goed. Dat betekent dat als je deze London Calling wilt dansen je sowieso hierbij moet zijn. Maak je maar op voor een heerlijk potje Funky Elektro Swing van het kaliber Metronomy, TV on the Radio en The Invincable.

Vrijdag 0:35 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Telegram
Nee, we hebben het niet over die nieuwe social media app, of haar offline, fysieke en ouderwetse voorganger, maar over die lichtelijk psychedelisch shoegaze-band uit London. Uit hetzelfde nest waarin The Horrors en TOY zijn opgegroeid is Telegram een band die prima meelift op die heerlijke nostalgische en gruizige sound die je ook hoort bij Charlie Boyer, Temples en Splashh, en waar wij bij The Daily Indien ontzettend fan van zijn. Begin dit jaar hebben ze een live-sessie op BBC 6 te pakken gekregen nadat ze in een dronken bui het radioprogramma van Marc Riley plat hebben gesmst. De live-ervaring die ze voor dat moment met Telegram hadden was één show in een vintage-shop en de demo die ze hebben laten horen was opgenomen op een iPhone. Ondertussen heeft Telegram getoerd met Palma Violets en Temples en staat een tour als voorprogramma van Miles Kane in de planning.

Zaterdag 19:45 in de Grote zaal van Paradiso