De mannen van IDLES zijn harde werkers. Leek het nog maar even geleden dat het vijftal uit Bristol het nummer Mercedes Marxist de wereld instuurde (of het album Joy As An Act Of Resistance), worden we nu wederom verrast met een nieuwe single.

Hij heet I Dream Guillotine en is opnieuw eentje die uit de sessies van Joy as an Act of Resistance is geplukt. De band koos ervoor het nummer niet op dat album te gebruiken omdat de track meer paste binnen de sound van Brutalism. Toch kunnen we nu alsnog genieten van deze sterke track. 

Na een korte intro wordt de luisteraar al gauw in een onmiskenbare IDLES-sound ondergedompeld. Het staat bol van de harde drumpartijen, vette baslijnen, dreunende gitaarriffjes en frontman Joe Talbots gebrom over Engelands working class: ‘My jaded visions of  / Jaded city broken / By a jaded wealthy jettison / We’re not fine, we’re not fine, we’re not fine”, “Tell that to the front line, the bread line, the welfare line / The factory line.’

De titel I Dream Guillotine lijkt te refereren naar de Franse revolutie waarin de Fransen rebelleerden tegen het absolutisme en de sociaal-economische crisis. Genoeg politiek geladen maatschappelijke kritiek, dus. Afgezien van de sterke en puntige songteksten, spat de energie er ook instrumentaal vanaf en heeft het geheel daarmee net wat meer pit dan zijn voorganger Mercedes Marxist.

Niets in het leven is zeker. Als er één band een uiting van dat gegeven is, is het misschien wel Fat White Family. Al voor de band begon, leefden de broers Nathan en Lias Saoudi in financiële onzekerheid en van bank op bank. De band zelf was ook allesbehalve een zekere factor. In acht jaar tijd gingen er meer leden dan dat er kwamen, laaiden spanningen onderling regelmatig hevig op en werden er bijzonder veel drugs gebruikt. In de tussentijd werd er toch het nieuwe album Serfs Up! gemaakt en speelt de band in juli tijdens Dour Festival.

Tekst Midas Maas
Beeld Tess Janssen

Eigenlijk waren die afgelopen drie jaren niet anders, zoveel jaren zijn er verstreken voor het nieuwe album het levenslicht zag. Gitarist Saul Adamczewski verliet in 2016 de band, wederom om een ruzie. Enkele maanden later voegde hij zich toch weer bij de band. Nathan en Lias verlieten London en trokken naar Sheffield, om daar hun eigen ChampZone Studio’s op te richten. De bedoeling was om een goede studio op te zetten waar bands voor relatief weinig geld een plaat konden opnemen. Van die bedoeling is weinig over, aangezien de studio is stopgezet en ze terug verhuisd zijn naar Londen. Vorig jaar sloot de band treurig af: Dale Barclay, frontman van The Amazing Snakeheads overleed aan hersenkanker. Barclay was een vriend van de band en kwam bij Fat White Family toen Saul afwezig was. Wederom bleek: niets in het leven is zeker.

Wat heeft Barclay jullie gebracht?
Lias: “Hij heeft ons veel geleerd. Hij was een goede vriend van ons. Zijn ziekte en overlijden gingen heel snel. We hoorden erover en het volgende moment was hij weg. Het is de eerste persoon die dichtbij ons stond die overleden is, you know. Het is als een eerste wond, je hebt je eerste kameraad verloren. Dat verschuift je perspectief. We realiseerden ons hoe fragiel dit leven is en hoe snel het gaat. Ik had daarvoor veel ruzietjes met Lias, maar dit liet ze klinken als iets heel kleins. Deze gebeurtenis maakte dat we dat dus wilden veranderen. Je voelt je minder geneigd om tijd te verspillen in de vorm van pijn, misbruik en ruzies met mensen. Het is iets dat destijds lastig te verwerken was.”

Hoe is de financiële situatie op dit moment?
Lias: “Ongeveer hetzelfde als voorheen: ik huur een kamer van een rijk kind dat zijn eigen flat heeft, you know. Het is niet het beste scenario in de wereld. We zijn een aantal weken geleden uit de studio getrokken. We zaten daar alleen om een album te schrijven en op te nemen, dus dat hebben we nu gedaan. We hadden nooit echt het plan om voor altijd in Sheffield te blijven wonen. Het was gewoon een goede plek om te werken: het is goedkoop, vriendelijk en vrij van afleidingen, dus het was destijds gewoon logisch.”

“Daarnaast was Londen te duur geworden voor de hoeveelheid geld die wij verdienden met de band. Het gaf ons niet de tijd om de groep weer op te bouwen na de burn-out van vijf jaar touren. We hadden financiële issues, last van fysieke uitputting en drugsfixaties. Kortom: al de gebruikelijke stereotypes van een band als de onze. We moesten ons door die problemen heen zien te worstelen. Dat had tijd nodig en daar zouden we niet toe in staat zijn in Londen zonder een baan ernaast te gaan doen en ons aan te sluiten bij het proletariaat waar wij uit voortkomen.”

“We hebben nog geen geld verdiend, aangezien we het album nog niet hebben uitgebracht. Geld is niet het belangrijkste. Ik denk dat het een kwestie is van het opbouwen van geloofwaardigheid, zodat mensen met je gaan samenwerken. Het is van belang dat we interessante projecten blijven doen. Ik ben daar gelukkig genoeg mee. Ik bedoel: deze generatie moet wat minder verwachten, doesn’t it. Dat bedoel ik op een materiële manier. Er is minder geld, zeker in de muziek. Muziek is een leven van onzekerheid.”

Nathan: “Ik slaap soms op zijn vloer. Ik leef bij hem. Ik heb mijn huur in Sheffield opgezegd. Ik dacht: fuck that shit. Het maakt mij niet uit dat ik een nomade ben. Ik ben altijd al van plaats naar plaats getrokken zonder enige vorm van zekerheid.”

Wat doet een leven van financiële onzekerheid met je?
Lias: “Het helpt niet, haha. De eerste levensbehoefte is onderdak en de tweede is voedsel. Zonder deze dingen ben je een soort beest. Het is de basis van de menselijkheid. Hoe zou je je moeten ontspannen als je nooit weet wat er om de hoek schuilgaat? Er is geen vangnet waarin men kan vallen. It’s shitty voor de logische redenen. Natuurlijk denk je er weleens aan om wat anders te doen, maar in dit stadium is de vraag: wat ga je doen? Ik denk er weleens aan om een boek te schrijven, maar je stuit op hetzelfde probleem: daar is ook niet veel geld te verdienen. Als je een kunstenaar bent, moet je het principe van geld vergeten. Als het wel komt is dat geweldig, maar als het niet komt is dat ook prima. Wij waren vijf jaar voor deze band begon al platzak en berooid. We waren best een tijdje dakloos, leefden jarenlang in kraakpanden en surften van bank naar bank. Dat we hier zitten met een cocktail met een brandend kaneelstokje terwijl we met iemand praten is al een stap omhoog.”

“Ik kan niks anders dan dit en werken bij de McDonalds. I can’t do shit. Ik zit vast”

Wat doet dat nomadenbestaan met je liefdesleven?
Nathan: “Ik heb er geen. De laatste relatie die ik had was meer een vertoning van praal dan wat anders. Het was een transactie-achtig iets, waar eigenlijk het gros van mijn relaties op neerkwam. Zij willen een beetje dirt en ik wil een beetje glamour. En het is misschien een seksueel iets, maar niets van enige substantie in de afgelopen tien jaar.”

“Natuurlijk hebben we daar wel behoefte aan! We offeren die shit op voor deze baan, man. Ik kan niks anders dan dit en werken bij de McDonalds. I can’t do shit. Ik zit vast. Maar dat boeit mij geen fuck. Ik doe tenminste iets waar ik van geniet. Ik zie andere mensen die de vrijheid hebben om te doen wat ze willen. Ze gaan op vakantie of whatever. Maar dat zijn miserable cunts en ik geef geen fuck om hen.”

“Of het het waard is?” Lacht:Who the fuck knows man! Je doet het niet omdat je het bewust doet, je doet het omdat je het doet. Het is een natuurlijk iets. Zoals sommige mensen kok zijn. Ik schrijf nummers en zing ze, you know.”


Jullie hielden je al sinds jullie jeugd bezig met kunst. Wanneer werd het jullie doel in jullie leven om je te richten op muziek?
Nathan: “Toen we besloten een band te beginnen was ik zestien. We waren in mijn vaders huis in Cambridge. We zaten in een park toen het plan ontstond om een band te beginnen. Vanaf daar zijn we dat na gaan streven. Lias speelde altijd al muziek, dus het is gestart zodra hij met de suggestie kwam.”

Lias: “Ik studeerde kunst en wilde schilder worden. Ik raakte gedesillusioneerd door de kunstacademie. Ik vond het doordrenkt van privilege en vriendjespolitiek en zag niet hoe ik daar doorheen kon komen zonder patronage, iemand in voorkeurspositie. Het was ook de tijd dat ik drank, drugs en vrouwen ontdekte, wat betekende dat ik heel de tijd in de bar wilde zijn. Ik wilde dus een kunstvorm gaan maken die ik in de bar kon uitoefenen. Het spelen in een band laat je precies dat doen. Ik zou zeggen dat het doel om erkend te worden voor het uitdrukken van mezelf en de wil om een stem te hebben die luider is dan die van ieder ander, nooit is veranderd sinds ik zeven was. Soms wilde ik een kunstenaar zijn, de andere keer een muzikant en de andere keer een schrijver. Het is praktisch dezelfde impuls: ik ben belangrijker dan de rest en mijn stem zou als eerste gehoord moeten worden.”

Nathan: “Ik ben als Dionysos (Griekse god van de landbouw, vruchtbaarheid, natuur, wijn, plezier, dans en het leven, red.). Ik hou van gezelligheid, gemeenschap, mensen die het naar hun zin hebben om zo de pijn van het leven te verwerken. En dat door middel van kunst. Ik hou ook enorm van het optreden en de support. Ik heb altijd van muziek gehouden, maar ik dacht nooit dat ik het kon tot twee jaar geleden, toen Saul de band had verlaten. Ik was lichtelijk ontmoedigd en toen was er iemand die echt in me geloofde. En toen dacht ik: alright, misschien kan ik dit echt. Iemand heeft de band verlaten en iemand moet deze taak op zich nemen. Het was een vrouw van wie ik hou. Of het een relatie is? Ik wil er geen label aanhangen. Who gives a fuck about that shit?”

“Heel mijn leven maak ik muziek, en ik werd altijd verpulverd. Nu probeer ik niet verpulverd te worden”


In het verleden hebben jullie het regelmatig gehad over de worstelingen met drugs en mentale gezondheid. Is daar iets aan veranderd?
Nathan: “Iedereen worstelt. Het is de worsteling van het begrijpen van jezelf in de muziek, wat soms erg lastig kan zijn. Heel mijn leven maak ik muziek, en ik werd altijd verpulverd. Nu probeer ik niet verpulverd te worden. Ik ben niet meer fulltime aan enige substantie, wat ik gedurende tien jaar wel geweest ben. So that’s a change. Het is een goede verandering, maar ik weet niet waarvoor. Ik denk wel dat het wat op gaat leveren, waar ik weet niet wat. Ik hoop het in ieder geval. Je doet iets waarvan je hoopt dat het naar het goede leidt, zoals het vervaardigen van veel goede nummers. Ik denk dat het niet continu gebruiken van drugs leidt naar meer. Twee maanden geleden ben ik afgekickt. Die maanden waren shite. De slechtste twee maanden van mijn leven, really.”

Lias, ik hoorde je lachen. Is dit de herkenning van zijn worsteling?
Lias: “Wel, ik herkende de struggle altijd wel. Het is alleen dat we pas recent de wil hebben gevonden om ermee om te gaan. We zijn het serieuzer gaan nemen, omdat de katers ons serieuzer zijn gaan nemen. We wisten altijd al dat het zo zou eindigen. We wisten dat al vanaf de start, maar we deden het alsnog. No regrets.”

Over worstelingen gesproken: op social media vertelden jullie recent dat jullie vroeger te maken hadden met racisme. Op wat voor manier werden jullie daarmee geconfronteerd?
Lias: “We brachten onze jeugd door in een Ierse stad met de naam Cookstown. Een stad die nog steeds voor een deel vastzit in middeleeuwse vooroordelen. Het is dus een vrij onverdraagzame en racistische plek. Er waren geen oosterse mensen, er waren geen zwarte mensen en geen Aziatische mensen. Mijn broer en ik waren de etnische minderheid. Er was niemand anders. Dus, hoewel we er misschien uit zagen als Italianen in Londen of Birmingham, waar we niet zouden opvallen, viel ons uiterlijk daar mensen wel op. We gingen daar naar de basisschool, waar ze mij ‘sand nigger’ en Nathan ‘sir nigger lot’ noemden. Waarom? Omdat alle Ieren racistische poëten zijn.”

Recent haalden jullie uit naar IDLES en Sleaford Mods. Wat is er precies fout aan de houding van IDLES of Sleaford Mods?
Lias: “Ik heb niks tegen Sleaford Mods. Ik ben fan van die band. Het was gewoon een grap. Jason is een vriend van mij. We moesten er om lachen. Jason doet dat continu. IDLES weet ik niet. Ik ben er zeker van dat het leuke kerels zijn. Ik denk dat het een symptoom is van een culturele malaise en een pc-cultuur (politiek correcte cultuur, red.) dat het op de een of andere manier wordt gezien als vooruitstrevende muziek. En dat is het niet. Het is spreken voor eigen parochie. Het is juist het symptoom van een zwakke mentaliteit. Het is een verzadigde waarneming van goed of fout. Ik vind het neerbuigend en saai, dus waarom zou ik er geen fucking grap over maken? Het maakt een aantal IDLES-fans boos, maar dat boeit mij geen fuck. Ik verwacht ook niet dat muzikanten heel de tijd super aardig tegen elkaar zijn en continu respectvol zijn. Sinds wanneer is dat waar het allemaal om draait? Wat is er gebeurd met het goede oude in de zeik nemen? Het is precies wat ik zou zeggen in de pub. Ik deel dat met het publiek, dus ze zouden mij fucking dankbaar moeten zijn. Ze zouden op hun knieën moeten gaan om me te bedanken, smekend om meer. Voor hen is het een beetje entertainment in de middag. Ik moet de shit nemen die ik ervoor terug krijg.”

Vinden jullie het een saaie band?
Lias: “Het is minder dan saai. Wat ik bedoel met prekerige betweterij, is dat het het braaksel van nep-linkse liberale media opnieuw moraliseert. That’s not what it’s about man! Er is niks mis met je als je uit de arbeidersklasse, middenstand of uit de hogere klasse komt. Het boeit mij niet. Er is niks mis met het omschrijven van iemands standpunt als overduidelijk middenstand. Ik denk dat dat zeurderige preken een middenstandsgewoonte is. Het is een manier waarop ze zichzelf inprenten en beschermen tegen hun eigen schuldgevoelens over het verneuken van andermans levens. De campussen van de scholen waar ze naartoe gingen waren niet genoeg voor deze mensen en nu willen ze dat heel de wereld is zoals hun thuishavens.”

“Er is altijd iets in hun omgeving dat de schuld krijgt. Of het nou de banenmarkt, de media of de politici zijn. Ze vinden altijd wel iets. Ze verwachten dat de staat een beschermende vader is én een verzorgende moeder op exact hetzelfde moment, wat schizofreen is. Ik verwacht niet dat mensen dat zien als ik iets zeg in een Facebook-post, maar het geeft me een reden om dit aan te snijden in interviews. Het is een kleine steiger waarop ik mijn retoriek kwijt kan. Je kan me een slang noemen, maar ik doe mijn werk en best aardig ook, voor zover ik mij ervan bewust ben.”

Nathan: “Ik denk gewoon dat de muziek niet erg goed is. Het is gewoon saaie muziek. Je kunt er niet op dansen, het is geen achtergrondmuziek, je kunt er niet op neuken, je kunt er niet op zoenen, je kunt er niet op koken, je kunt er niet op eten en je zult het zeker niet opzetten als je een voetbalwedstrijd in de ruimte gaat spelen. Het is gewoon voor jonge, stomme kinderen.”

Lias: “Het gaat mij niet om IDLES. Het oneerlijke zou zijn om hen het symbool te laten zijn voor iets. Als je jezelf tot symbool maakt van je moraal, wat je doet als je je boodschap overbrengt naar het publiek, zou je niet verbaasd moeten zijn als je ook als een symbool behandeld wordt. Het zijn eerder de hardcore-fans die het probleem zijn, maar zij moeten toch opnieuw onderwezen worden en dat is mijn plicht.”

“Links is in oorlog met zichzelf over betekenissen, minderhedenproblemen en identiteitspolitiek”


Wat is jullie eigen kijk op de huidige staat van Groot-Brittannië?
Lias: “Wij hebben onze mening over de opstanding van rechts jaren geleden al duidelijk gemaakt. Ja, er is de Brexit en Trump. En ja, het is afschuwelijk. Maar tegelijkertijd wordt de ware aard van het kolkende broeinest van de hypocrisie tenminste zichtbaar voor dat wat het is. Je hebt Labour die wint op plaatsen als Kensington en de conservatieven die winnen op plekken waar Labour meestal won. Dat is een goede verbeelding van het schisma waarin de politiek zich begeeft. Links is in oorlog met zichzelf over betekenissen, minderhedenproblemen en identiteitspolitiek. Dat is een verraad van de werkende mensen die er geen fuck om geven welk toilet ze mogen gebruiken. Het is goed bedoeld, maar politiek is de kunst van het mogelijke. Als we er nog niet achter zijn hoe we om moeten gaan met een jonge generatie die nergens kan wonen en geen kans heeft op een fucking baan, dan zouden we misschien onze energie ergens anders in moeten steken.”

“Serfs Up! gaat ook over deze mensen die nu voor zichzelf opkomen en voor zichzelf kiezen. Het is een humoristische kijk op de Brexit en deze nieuwe vorm van nationalisme. De politiek correcte middenklasse wil een wereld bouwen zoals die volgens hen zou moeten zijn. En dat kan in Londen, binnen de privéscholen en de universiteiten waar ze rondlopen. En helaas kunnen we ons niet allemaal dat imago permitteren. We zullen altijd op cultureel, materieel en spiritueel vlak tekortkomen. Vandaar het verschil tussen mensen uit de stad en van het platteland. Er is een volledige scheiding.”

“Er zijn mensen die denken dat kunst gemaakt zou moeten worden door iemand met een diploma, wat complete onzin is”

Is het politieke correctheid die doorgeslagen is?
Lias: “Ik denk dat het allang te ver is gegaan. Het sijpelt door naar kunst. Er zijn mensen die denken dat kunst gemaakt zou moeten worden door iemand met een diploma, wat complete onzin is. Kunst heeft niets te maken met politieke correctheid en heeft niks te doen met moraliteit. Kunst is het enige dat mensen hebben waarmee ze zich daadwerkelijk kunnen identificeren en scheiden van de natuur. Het is de enige manier waarop we ons kunnen onderscheiden. Het is het enige naast voetbal dat de werkende klasse heeft om uit de shit te kruipen. Als je hen gaat vragen of ze wel het juiste voornaamwoord hebben gebruikt en ze beschuldigt van misogynie, belemmer je hen ook in hun vrijheid. Onze maatschappij is bij zijn basis chauvinistisch. Je kunt niet van de een op de andere dag veranderen. Het is het soort one-size-fits-all-politiek die de liberale media nu uitspuwt. Naar mijn mening is het medicijn dodelijker dan de ziekte. Je vervalt vrij makkelijk in cultuurmarxisme als je het gaat hebben over het uitsluiten van bepaalde mensen omdat ze een mening hebben waar je het niet mee eens bent.”

Nathan was bang dat de band misschien ooit zou stoppen. Hoe is dat nu?
Lias: “Ik durf te stellen dat we nu zekerder zijn dan ooit. We zijn op een heel goed punt met elkaar en met de muziek. Iedereen heeft zijn eigen projecten. We werken meer samen en praten over dingen. Het is zeker makkelijker geworden nu we ouder zijn. Er heerst niet echt dezelfde angst als toen. I’ve kinda had the worst of it really. De kern van de ruzies blijft hetzelfde, maar het ermee omgaan is makkelijker.”

“Het waren ook ruzies die ervoor gezorgd hebben dat Saul ons enkele maanden heeft verlaten. Dat is lastig uit te leggen. A straw breaks the camels back, is het Engelse gezegde. Er was gewoon niet een specifiek moment. Het was niet alsof ik thuiskwam en Saul in mijn moeder vond of zo. Het was geen oorlog van verraad. Op een gegeven moment breekt er iets. Dat gebeurt continu als je onder druk staat. Het is makkelijker om helderheid te creëren als niet iedereen continu aan de crack en smack zit. Daarmee gezegd te hebben dat dat allemaal relatief is. De drugsinname is enorm verminderd, maar er zijn nog steeds problemen.”


WEBSITE DOUR | FACEBOOK-EVENT | TICKETS

IDLES lijkt op een snel pad naar wereldoverheersing te zijn. Na vorig jaar de veelgeprezen debuutplaat Brutalism uit te brengen, smeten de Britse rouwdouwers vorige maand alweer opvolger Joy As An Act Of Resistance de wereld in. Die titel is een soort mantra die al een langere tijd rond de band heen hangt. Frontman Joe Talbot benoemde het zelfs in het interview dat wij vorig jaar met hem hadden. Begin deze zomer zochten we hem vlak voor zijn show in Rotown op, om bij te kletsen over de nieuwe plaat, mannelijkheid, worstelen, immigranten en nog veel meer. 

Joy As An Act Of Resistance schiet direct uit de startblokken met het daverende openingsnummer Colossus. Een opvallende afwezige in de huidige live shows van de band, maar dat heeft een goede reden, aldus Talbot: “In het najaar zullen we hem ook als setopener gaan gebruiken. Nu spelen we hem nog niet, we willen zeker weten dat hij helemaal strak is live.” Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat er aardig wat blauwe plekken in het publiek zullen ontstaan wanneer de band het nummer in het najaar uit de kast trekt. Na een zenuwslopende, steeds luider wordende opbouw ontspoort de track volledig rond de vierde minuut, waarna Talbot hysterisch een heel rijtje namen van beroemde mannen afwerkt.

I’m like Stone Cold Steve Austin
I put homophobes in coffins
I’m like Fred Astaire
I dance like I don’t care
I’m like Ted DiBiase
I win no matter what it costs me
I’m like Evel Knievel
I break bones for my people
I’m on my best behaviour
Like Jesus Christ our savior
I’m like Reggie Kray

 

 

Allemaal mannen die op een bijzondere manier omgingen met hun mannelijkheid. Zo spat het testosteron niet bepaald van Fred Astaire’s dansmoves af en ging het gerucht dat Reggie Kray homoseksueel was, net als zijn broer en partner in crime, Ronnie. Maar Talbot lijkt in het bijzonder gefascineerd door worstelaars. In ons gesprek spreekt hij zijn lof uit voor The World Of Wrestling, een essay uit 1957 van de Franse filosoof Roland Barthes. “Een super interessante studie van goed en kwaad in populaire cultuur, populaire media, en waarom dat belangrijk is. Als je kijkt naar boeken en films, zijn de mannelijke mannen bijna altijd een belangrijk element in die strijd, en zijn vrouwen vrijwel altijd secundair. Dat is de norm, maar wat ik interessant vind is dat er niet alleen binnen het worstelen, maar binnen sport in het algemeen, een groot grijs gebied is wat betreft seksualiteit en masculiniteit. Worstelaars als Steve Austin en Ted DiBiase dragen strakke leren broekjes en rennen bezweet rond.”

Foto: Tess Janssen

Masculiniteit is sowieso een thema dat Talbot graag aansnijdt in zijn teksten. Op het nieuwe album komt dit vooral naar voren in de single Samaritans. Een aanklacht tegen het feit dat mannen zich altijd maar als mannen moeten gedragen. Nadat de zanger in de coupletten een heel lijstje aan bevelen afwerkt (don’t cry, drink up, don’t lie, grow some balls), volgt in het refrein de volgende uitbarsting:

I’m a real boy
Boy, and I cry
I like myself
And I want to try
This is why you never see your father cry
This is why you never see your father cry
This is why you never see your father

Waarna Talbot tegen het einde van de nummer, wanneer de rest van de band weer een klassieke IDLES-uitbarsting in werk gesteld heeft, er nog even de volgende uitsmijter bijgooid.

I kissed a boy and I liked it!

Live komt het nummer pas echt tot leven, door het contrast van de progressieve tekst en de haast primitieve uitdrukking hiervan op het podium. Tijdens de show van zijn band op Down The Rabbit Hole dit jaar sloeg Talbot zich tijdens het uitschreeuwen van de laatstgenoemde zin als een waanzinnige gorilla op zijn borst. Een contrast dat hij natuurlijk niet per ongeluk uitzoekt: “De beste manier om mensen uit te dagen is door conventies die ze gewend zijn op een onconventionele manier te gebruiken. Als je iedere mogelijke strikte ideologie voorstelt, in welke cultuur dan ook, dan is dat een soort fort. Ideologieën zijn bakstenen muren, waar decennia, eeuwen aan gebouwd is. Dat kan je proberen te doorbreken door er buiten te gaan staan en er stenen tegenaan te gooien, maar dan sta je stenen naar een muur te gooien. Dat gaat weinig opleveren. Als je jezelf openstelt aan de conventies van die ideologieën en een Trojaans paard van jezelf maakt, kom je vanzelf binnen.”

 

“Wat wij willen doen als een band is gewoon eerlijk zijn en die eerlijkheid brengt meningen met zich mee. Daar zit empathie in”

 

Jezelf als een Trojaans paard zo’n ideologie insmokkelen is makkelijker gezegd dan gedaan. “Als we het over masculiniteit hebben, ik zou gewoon een jurk aan kunnen doen, maar dat zou geen eerlijke daad zijn. Ik draag geen jurken. Maar dat betekent niet dat ik een stereotype man ben. Ik vind masculiniteit bullshit. Dus ik kan me best als een fucking aapmens gedragen soms, maar mijn eigen ideologie, mijn openheid, blijft compleet hetzelfde. Als ik zulke standaard gebaren en lichamelijke uitdrukkingen kan gebruiken en mensen laat denken dat ik een typische man ben, terwijl de dingen die ik zeg, zing of schreeuw iets anders vertellen, dan doet dat iets met ze. Als ik in een jurk op het podium sta, sluit ik mensen al buiten. Dan denken ze, oh, deze man lijkt helemaal niet op mij. Hij draagt een jurk, dat doe ik niet, dus hij spreekt mijn taal niet. Dat wil ik niet, ik wil een Trojaans paard zijn en de gedachten van mensen binnendringen, waardoor ze over conventies na gaan denken. Ik hou ze graag net niet helemaal comfortabel. Ik wil niet dat ze gewoon kunnen denken, oh ja, daar is een heteroseksuele witte man zoals er zoveel zijn, ik wil ze aan het denken zetten.”

Dat allemaal meestal binnen het muzikale kader van de punk. Een genre waar Talbot een duidelijke mening over heeft. “Ik geef eigenlijk geen moer om punk, hoewel we af en toe wel zo klinken. Wat wij willen doen als een band is gewoon eerlijk zijn en die eerlijkheid brengt meningen met zich mee. Daar zit empathie in. Ik voel compassie tegenover mijn medemensen, ik ben geïnteresseerd in de meningen van andere mensen. Dus ik gooi mijn meningen de wereld in, in de hoop dat andere mensen hun meningen delen, en we daardoor elkaar beter kunnen begrijpen. Momenteel is er een hoop desillusie in Europa en in Amerika. Dat betekent dat er behoefte is aan mensen die wat positiviteit verspreiden. En wij doen dat graag op deze manier.” Daarbij komt ook dat hij graag het misverstand uit de wereld wil helpen dat IDLES een boze band zou zijn. “We zijn niet boos, we zijn gewelddadig. Daar zit een groot verschil tussen. We zijn gepassioneerd, en dat uiten we in een gewelddadige tijd. Ik heb wel woedeproblemen, maar ik ben niet boos. Er zit gewoon een hoop geweld in me en ik probeer dat te uiten op verschillende manieren. Maar ja, we zijn gepassioneerd en geopinieerd over een hoop onderwerpen en dat komt dan al snel als boos over. Maar als je ons in het echt ontmoet zijn we erg blij, erg liefdevol.”

Terwijl Talbot en consorten niet altijd reden lijken te hebben om blij te zijn. Niet alleen door de constante stroom van tragische gebeurtenissen die hun albums lijken te achtervolgen (het overlijden van Talbot’s moeder was een belangrijk element in de ontstaansgeschiedenis van Brutalism, in de aanloop naar Joy As An Act Of Resistance verloor hij zijn dochter aan een miskraam), maar ook door het algemene wereldklimaat. “Er gebeuren een heleboel dingen in de wereld waardoor mensen zich gedesillusioneerd of afgezonderd van de rest van de wereld voelen. Alles van tijdschriftadvertenties tot ik weet niet wat, laat mensen voelen alsof ze alleen zijn. Afgezonderd. Omdat ze lelijk, dik, dom, zwart, gay of immigrant zijn.” Een belangrijke oorzaak voor deze trends in Talbots thuisland Groot-Brittanië vindt hij in de vaderlandse tabloidpers, tegen wie album- en concertafsluiter Rottweiler een stomende aanklacht is.

There’s a snake in my boot
There’s a rat in my cage
There’s a shark at my feet
That’s been circling for days
There’s a vulture at my breakfast table

 

Of zoals Talbot het tijdens de aankondiging van dit nummer tijdens zijn Down The Rabbit Hole-show verwoorde: “Don’t read British newspapers, they’ll give you cancer.” Maar de Britse pers en het algemene klimaat is voor Talbot niet alleen maar voer voor snedige oneliners. Hij ziet ook dat het verregaande gevolgen kan hebben: “Eenzaamheid maakt mensen bang en dat zorgt er uiteindelijk voor dat ze in paniek raken. Dus stemmen ze voor verkeerde regeringen en zijn ze reactief en verdedigend in plaats van openminded, inclusief en creatief. Als je comfortabel bent met wie je zelf bent wordt je al snel meer open voor nieuwe ideeën en culturen. Als je niet van jezelf houdt en je het gevoel hebt dat je jezelf moet beschermen, je familie moet beschermen, dan sta je niet open voor nieuwe ideeën en nieuwe culturen. Dan maak je overhaaste beslissingen, en dat leidt tot Brexit en tot een Trump-regering. Maar zelfs in de dagelijkse kleine besluiten ben je dan bozer. Zoals wanneer je in een auto rijdt en wanneer je met een journalist praat, haha. Dus, heb vertrouwen in jezelf en hou van jezelf. Dan hoef je je geen zorgen te maken over wat andere mensen van jou denken, maar ben je juist geïnteresseerd in wat die mensen over zichzelf denken.”

Een boodschap die op het album vooral goed naar voren komt in het prijsnummer Television.

If someone talked to you
The way you do to you
I’d put their teeth through
Love yourself

I go outside and I feel free
‘Cause I smash mirrors and fuck TV
I go outside and I feel free
‘Cause I smash mirrors and fuck TV

Waarbij er niet heel veel fantasie voor nodig is om je voor te stellen dat de mirror die Talbot graag stukslaat er niet eentje is die aan de muur hangt, maar eentje die in de Britse winkelschappen ligt. Television klinkt als een van de vrolijkste IDLES-nummers ooit, maar krijgt op dat gebied van de song Joy As An Act Of Resistance serieuze concurrentie. Of wat te denken van de leadsingle Danny Nedelko, die met zijn “yadda yadda yadda hey hey hey” refrein makkelijk de oorwurm van de zomer had kunnen worden. Al is de tekst van het nummer natuurlijk geen lichte kost. De track is een grote oproep aan sympathie voor immigranten. De jongen uit de titel is geen verzinsel, maar een echt persoon. Danny Nedelko is de frontman van de uit Bristol afkomstige band Heavy Lungs én een goede vriend van Talbot: “Voor mij was het schrijven van Danny Nedelko geen excuus om over mijn goede vriend Danny te praten. Het is mijn doel met onze muziek om altijd te schrijven vanuit heel persoonlijke ervaringen en duidelijke situaties als uitgangspunt gebruiken. Het moet een soort op zichzelf staand vignet worden, wat tegelijkertijd een allegorie is voor een groter onderwerp. De cultuur in Westerse landen, maar waarschijnlijk ook in niet-Westerse landen, lijkt ervoor gemaakt te zijn om mensen klein te laten voelen. De boodschap wat betreft politiek is vaak: het is te moeilijk voor de gewone man, dus denk er maar niet over na. Stem voor ons, dan lossen wij het wel op, klinkt het dan.”

Foto: Tess Janssen

Dus vormt Danny een perfect uithangbord voor Talbot om immigratie een gezicht te geven, om aan te geven dat het helemaal geen thema is waar de gewone man geen verstand van kan hebben. “Alle onderwerpen die aan bod komen in mijn muziek: racisme, xenofobie, nationalisme, immigranten, liefde, haat, zelfvertrouwen, huiselijk geweld, alcoholisme, noem het maar op. Die dingen klinken misschien als grote, gewichtige onderwerpen, maar het helpt als je ze een gezicht geeft. Danny is een Oekraïense immigrant, maar een Britse staatsburger. Hij was dus enorm geschikt voor dit onderwerp. Je kan wikken en wegen over dat het zo’n moeilijk groot onderwerp is, maar je kan ook gewoon kijken naar hoe geweldig mijn vriend Danny is. Ik condenseer dingen graag tot een menselijk aspect. Iets waarover niemand met me in discussie kan gaan. Ik hou van Danny, en hij is een immigrant. Fuck you.”

He’s made of bones, he’s made of blood
He’s made of flesh, he’s made of love
He’s made of you, he’s made of me
Unity!

 

Toegegeven: de nieuwste single van de Britse punkers IDLES is inmiddels door ondergetekende al grijzer dan grijs gedraaid, maar sommige nummers mogen nu eenmaal niet onbenoemd blijven. Samaritans is er daar eentje van. Want het derde tipje van de sluier van een nu al denderende nieuwe plaat is onmiskenbaar sterk door zowel de kritische boodschap als het dreigende geluid. Precies wat we van IDLES gewend zijn.

Al eerder verschenen de tracks Colossus en Danny Nedelko, beide verslavende cocktails van onstuimig plezier en politiek commentaar. En met Samaritans in dat rijtje aangenaam geweld kunnen we inmiddels wel voorspellen dat het een plaat gaat worden die in íedere kast van linkse muziekfreaks móét staan. Deze keer brult frontman Joe Talbot over de masculiene mannencultuur. De tekst is ontstaan vanuit zijn eenzaamheid en zelfhaat dankzij het opkroppen van emoties. Die gewoonte mag opzouten, en zoals hij zelf zegt: ‘I’m a real boy. Boy, and I cry.’

IDLES heeft het hart op de tong én op de juiste plaats. Want hoewel de muziek en de video agressief lijken, is de boodschap van de Britse band juist empathisch. En hoe kan je daar nou niet van houden? Wat dat betreft is de titel van hun nieuwe album Joy As An Act of Resistance naast pakkend ook heel passend. En we hoeven gelukkig nog maar even te wachten, want op 31 augustus verschijnt de plaat via Partisan Records.

IDLES nog niet live gezien? Dan is huilen niet nodig (al mag dat natuurlijk wel!), want 4 november is de band in de Amsterdamse Melkweg en op 6 november in de Groningse Vera te bewonderen!

IDLES bracht pas nog de single Colossus uit en nu is de band al met een nieuwe knaller op de proppen gekomen. De punkers uit Bristol brengen in hun nieuwe single een ode aan een goede vriend van de band en vele eerlijke immigranten met hem: Danny Nedelko.

Het eerste voltallige album van IDLES kwam vorig jaar pas uit, maar toch voelt de vuige groep Britten aan als een vaste naam en daarmee zijn er verwachtingen voor nieuw werk geschept. De vorige single Colossus heeft al op goedkeuring kunnen rekenen, en werd door Reinier de grootste opdonder tot nu toe genoemd. Maar voor Joe Talbot en zijn mannen gaat het morele principe van ‘don’t kick them while they’re down’ niet op, want ze blijven rake klappen uitdelen.

Op debuutplaat Brutalism heeft IDLES al meerdere malen gesneerd naar menig deel van de samenleving en ook nu heeft de band een duidelijke mening verpakt in goed gevonden tekst trucjes. Het punt dat IDLES maar wil maken: immigranten zijn net als wij, net als legendes als Freddie Mercury, sprintheld Mo Fara maar ook net als hun beste vriend Danny Nedelko.

Natuurlijk is alleen tekst niet genoeg om een nummer te laten slagen, daarom is het ook gewoon een ongelooflijk sterk nummer. Even rauw als zijn meest krachtige voorgangers, maar dan met een pakkend, en, al helemaal voor de doen van een punkband als IDLES, catchy laag.

Ja, als IDLES een indiepopbandje zou zijn, was dit een zomerhitje geweest. Maar nu is het een anthem voor het linkse tuig, boos, eerlijk en met een hart van goud. Oh, en wie hoort de Pavement referentie?

De Britse postpunk/rock band IDLES laat van een podium niets heel. Als bandleden Adam Devonshire (bas), Mark Bowen (gitaar), Lee Kiernan (gitaar) en Jon Beavis (drums) misschien nog stukjes laten staan, maakt frontman Talbot het werk wel af met sterke, politiek georiënteerde en schaamteloze teksten.

Hoe de mannen zichzelf omschrijven is eigenlijk ook niet te vertalen en kan alleen maar letterlijk worden overgenomen. ‘At a point of uncertainty, IDLES bring you concise carnage. At a time of lies, IDLES bring you honesty. At a time of body shaming and Photoshop, IDLES bring you a visceral barrage of joyous bile. At a time of The Kardashians, IDLES bring you a story of working hard for what and who you love. In a time of polarised politics and murky waters; IDLES and bands like them are needed to remind people that it’s ok to dance and laugh and sing in the face of adversity.‘ IDLES speelde afgelopen vrijdag in een uitverkocht EKKO en wij namen niet alleen een kijkje bij de show, maar ook achter de schermen.

Hoewel ze op het podium staan alsof ze bezeten zijn, of knettergek, is het vijftal nog steeds typisch Brits; vriendelijk, beleefd en dankbaar. Iedereen die helpt, of dit nu met het dragen van flight cases, de soundcheck, of iemand die een grote zak pepernoten meeneemt is, wordt uitvoering en welgemeend bedankt. Ze zitten midden in hun eigen headlinetour, speelden een avond eerder nog in London, hebben als support act al wat grote dingen mee mogen maken (zo speelden ze als voorprogramma van de afscheidstour van The Maccabees en in Madrid bij The Prodigy) maar er is niets dat de mannen niet zelf doen.

 

Er worden grapjes gemaakt tijdens de soundcheck en aan de manier waarop ze met elkaar  communiceren is te merken dat het een hechte groep vrienden is. Ze werken ook bijzonder efficiënt, wat betekent dat ze maar liefst een half uur voorlopen op schema. Dit laat weer ruimte laat voor gesprekken, grappen en grollen, in de rookruimte of een nog net niet geheel donkere kleedkamer. Er is vrij weinig te gek voor de mannen. Joe en Mark worden gevraagd een filmpje op te nemen voor het Paard van Troje, als teaser voor Grauzone festival in februari, waar de band speelt. Op de foto vinden ze ook niet erg. Tussendoor gaan gesprekken over allerlei onderwerpen: van voetbal tot Brexit, van het Sinterklaas-debat tot het tourleven.\

 

Voor het spelen van hun eigen set liggen ze te gieren van het lachen wanneer Mark, met gekke stemmetjes, de meest bizar seksverhalen voorleest. Ze nemen nog even de tijd om bij support act The Sweet Release of Death te kijken, bouwen zelf om, en verschijnen dan (bijna) geheel in het wit op het podium. De zaal is al snel te klein, de moshpit begint al bij het tweede nummer en stopt pas wanneer de band bezweet en buiten adem het publiek bedankt.  

Metropolis Festival
zondag 2 juli

 

Juni is alweer halverwege en dat betekent dat Metropolis Festival staat te popelen in onze redactieagenda. Op zondag 2 juli komen er weer tienduizenden bezoekers naar het Zuiderpark in Rotterdam om nieuw, muzikaal talent te ontdekken op het gratis festival. Om nog dieper in het festival te duiken – dat bands als The xx, The Strokes, Thee Oh Sees, The Black Keys en Kurt Vile al vroeg in de smiezen had – gingen we in gesprek met festivalprogrammeur Joey Ruchtie.

Vorige week las je al een interview met een van de acts waar we onwijs naar uitkijken: IDLES. Deze week zijn ook de laatste namen aangekondigd. Met dit interview blikken we vooruit met niemand minder dan de programmeur van het festival: Joey Ruchtie. Hij zorgt ervoor dat al deze bands naar Rotterdam komen. De programmeur (o.a. ook verantwoordelijk voor de programmering van De Oosterpoort, ESNS, Paaspop en Noorderzon) schijnt voor ons een licht op de achterzijde van het festival, dat alweer sinds 1988 wordt georganiseerd in de Maasstad.

Blank canvas
Een vraag die bij ons al snel omhoog komt: met ál die honderden toffe bands die er rondlopen, waar begin je? “Ja, waar begin je? Je hebt een blank tijdschema voor je en die moet gevuld worden”, lacht de programmeur. “Zo rond november, december begin ik in mijn hoofd met het festival en ik heb er natuurlijk wel een bepaald idee bij. Al heb ik van tevoren echt geen idee waar het schip gaat stranden. Vaak begin ik gewoon door een band of vier, vijf uit te nodigen waarvan er één of twee kunnen, en op die manier is er alvast een muzikale richting. Dan heb ik bijvoorbeeld twee gitaarbands binnen en dan ga ik op zoek naar iets dat ik daar tegenover kan zetten. Naar iets folks of iets werelds om maar iets te noemen, om dat contrast en die breedte op te zoeken. En zo vormt dat programma zich dan heel geleidelijk.”

 

“Je moet proberen een verhaal te vertellen met het aantal beschikbare plekken dat je hebt. Dat kunnen dus absoluut geen fillers zijn, elke band moet spot-on zijn.”

 

De wildgroei aan festivals van de laatste jaren, is wel te merken volgens Ruchtie. “Het begint steeds vroeger en omdat wij een relatief klein festival zijn, moeten we tegen een hoop grotere festivals opboksen. Niet alleen in die periode, maar zelfs al in dat weekend. Van Roskilde, Main Square tot Rock Werchter, en iedereen zit in dezelfde vijver te vissen. Je moet dus echt heel scherp zijn en een goed verhaal hebben, maar dat maakt het wel een mooie uitdaging.”

Je moet in principe dus gewoon een glazen bol hebben. “Dat klopt, maar je voelt ook wel of een band iets gaat worden en hoe zich dat ongeveer gaat ontwikkelen. Die zijn natuurlijk ook met dingen achter de schermen bezig en plannen aan het maken. Maar goed, er moeten altijd alsnog een hoop lastige keuzes worden gemaakt”, vertelt de programmeur. “Je probeert elk jaar een verhaal te vertellen met het aantal beschikbare plekken dat je in het programma hebt. Dat kunnen dus absoluut geen fillers zijn, elke band moet spot-on zijn.”

Relevant en urgent
Waar moeten die bands dan allemaal aan voldoen om op Metropolis te mogen spelen? “Het zijn een beetje van die holle termen, maar de acts moeten vooral urgent en relevant zijn. Ze moeten er nú toe doen”, vertelt Ruchtie. “Een gedeelte van het publiek komt naar het festival toe zonder dat ze acts van tevoren al kennen en het is natuurlijk de kunst om ook die te overrompelen. Het is niet alleen een breed, maar ook een gratis festival. Dus ik probeer een divers en tegelijkertijd vernieuwend programma neer te zetten, maar ook met de indeling van het terrein te spelen en elementen aan het festival toe te voegen.”

 

“Ik kijk vooral vanuit de kleuren van het festival. Door welke andere act zou een band als Priests nog beter tot zijn recht komen, bijvoorbeeld?

 

“De laatste twee jaar hadden we bijvoorbeeld een soundsystemarea gemaakt voor Masego Soundsystem, en dit jaar willen we ook graag weer zoiets organiseren. Zodat er ook een plek is om de hele dag los te gaan op reggae, Afrikaanse klanken, rocksteady en dub. Dat wisselt ook lekker af met alle bands die de hele dag spelen.” Uiteindelijk gaat het vooral om het zoeken naar het juiste evenwicht volgens Ruchtie. “Ik kijk vooral vanuit de kleuren van het festival. Door welke andere act zou een band als Priests nog beter tot zijn recht komen, bijvoorbeeld? Het gaat om het creëren van een mooi palet aan toffe bands die elkaar versterken.”

 

 

Talent Stage
Een van de onderdelen van Metropolis is de Talent Stage (powered by Popunie), waar vijf acts met leden onder de achttien jaar hun opwachting maken voor de Lekker Bezig Bokaal. Ruchtie is telkens verbaasd over al het jonge talent dat er in de regio rondloopt. “Dat zijn voor mij ook elke keer compleet nieuwe namen en het valt mij op wat voor muzikale kwaliteit er in van die piepjonge lui zit van een jaar of vijftien, zestien. Dat is echt bizar bij sommige acts”, vertelt hij. “Het is tof om te zien hoe bands van vorige edities nu zo goed bezig zijn, om The Tambles maar als voorbeeld te nemen. Door hun Metropolis-optreden konden die jongens de band van Jerry Hormone worden en nu spelen ze samen door het hele land de ene na de andere show.”

 

“En dat de jongens er zin in hebben is duidelijk, want die show was echt binnen een kwartier bevestigd, dat was echt de snelste boeking van het jaar”

 

Uiteraard kijkt de programmeur uit naar alle acts op 2 juli, toch is er wel een band waar hij bijzonder naar uitkijkt. “Waar ik zelf echt enthousiast over ben, is een band die ik vorig jaar in Austin op SXSW zag spelen: Joseph. Dat zijn drie zusjes die folk maken en ik vond het echt direct van uitzonderlijke kwaliteit. Ik ben dus wel heel nieuwsgierig hoe zij het nu gaan doen op Metropolis, ik verwacht dat ze alleen maar beter zijn geworden natuurlijk!” IDLES is een andere favoriet van de Ruchtie. “Naar verluidt vindt de band Rotterdam erg tof en ik vind ook zeker dat die gasten hier een nog breder publieker verdienen. Het was ook de eerste band die we dit jaar bevestigd hebben, dat was net na Eurosonic, waar de band toen ook speelde. En dat de jongens er zin in hebben is duidelijk, want die show was echt binnen een kwartier bevestigd, dat was echt de snelste boeking van het jaar”, vertelt de programmeur enthousiast.

Rotterdam
De toegenomen populariteit van de stad kan ook geen kwaad: “De situatie is wel even wat anders dan toen ik hier begon. Rotterdam is nu ineens erkend als ‘coole stad’ en artiesten voelen dat ook, waardoor ze misschien net iets sneller naar een festival als Metropolis komen”, vertelt Ruchtie. “Niet dat artiesten nou koste wat het kost in Rotterdam willen spelen of zo, maar het maakt mijn werk wel makkelijker, laat ik het zo zeggen. Ik hoef niet meer uit te leggen dat het een toffe stad en dat het booming is, dat weten ze al.”

 

WEBSITE METROPOLIS FESTIVAL | FACEBOOK-EVENT

foto van Metropolis Festival.

 

Metropolis Festival
Zondag 2 juli

 

Met Brutalism heeft de Britse band IDLES een van de beste debuutalbums van 2017 op zak. Zowel qua teksten als thema’s is de toepasselijk getitelde plaat grimmig doch goudeerlijk. Zo gek is dat niet, want Brutalism is het gevolg van de persoonlijke problemen waar IDLES’ fascinerende frontman Joe Talbot zich de afgelopen periode doorheen worstelde. Zijn moeder overleed na een zwaar ziekbed, maar Talbot rustte niet voor hij zijn leven terug op de rails had.

Dat lukt inmiddels best aardig. Terwijl Talbot The Daily Indie toelichting geeft over Brutalism en de bijbehorende ontwikkelingen van zijn band is hij bezig met verhuizen. Een dag eerder heeft hij de aankoop van zijn huis rondgemaakt, een woning die hij binnenkort zal betrekken met zijn vrouw, die zwanger is van een dochtertje. De band speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van die toekomst. “Toen mijn moeder overleed, was de band een soort vorm van therapie voor mij”, vertelt Talbot over de telefoon. “Het heeft me geholpen om in het leven gelukkig te blijven zijn.” Het belangrijkste element daarin vat Talbot samen onder het woord ‘catharsis’, een concept dat Aristoteles voor het eerst introduceerde als de reiniging die mensen meemaken als ze toeschouwer zijn van een tragedie. “Ik kan in mijn kunst duidelijk maken wat ik voel en dat daardoor zelf beter begrijpen. Je haalt het probleem als het ware buiten jezelf en kunt het dan makkelijker deconstrueren.”

 

 

Die deconstructie gaf uiteindelijk de aanleiding tot de reconstructie van Talbot en de band, die zich ook in een moeilijke periode bevond. “Het voelde alsof we met het album iets bouwden waarmee we tegelijkertijd onszelf weer oprichtten,” zegt de zanger. Het vormt een deel van de verklaring van de albumtitel. Talbot: “Het brutalisme was de stijl waarin Groot-Brittannië werd herbouwd na de vernietigingen die door de Duitsers waren aangericht in de Tweede Wereldoorlog. Men bouwde snel betonnen gebouwen, zoals scholen en parkeergarages, om de samenleving weer sterk te maken.”

Wie naar het album luistert (en dat is aan te raden), heeft waarschijnlijk wel door wat de andere reden voor de naam van de plaat is. “Toen we het album aan het schrijven waren, kregen we al snel door dat het nogal brutal klonk”, herinnert Talbot zich. “We waren echt muren van geluid aan het metselen. We beschouwden het album als één blok beton.” En een blok beton, dat is Brutalism. Veel meer dan de eerdere EP’s die IDLES in de voorgaande jaren uitbracht. De plaat past in een ongelofelijke ontwikkeling die de band uit Bristol qua sound en stijl doormaakte. Een bewuste beslissing was dat volgens Talbot niet. “Die overgang vond op een heel natuurlijke manier plaats. We kwamen erachter dat het geluid dat we eerder hadden eigenlijk niet echt bij ons paste. In de tussentijd hadden we onszelf en onze instrumenten beter leren kennen. We kregen meer vertrouwen in onszelf en voelden niet meer de behoefte om bewust of onbewust andere bands na te apen.”

 

 

Kortom, het geluid van IDLES werd harder. Talbots teksten volgden. Op Brutalism zijn ze soms zo eerlijk dat het pijn doet ze aan te horen. De zanger is zo open over zijn persoonlijke problemen dat het haast onmogelijk lijkt dat het schrijfproces een ontspannen onderneming was. Vond Talbot het niet moeilijk zich zo bloot te geven? “Nooit. Eerlijkheid is absoluut noodzakelijk”, zegt de Brit vastbesloten. “Ik zou niet weten waarom ik teksten zou schrijven als ze niet eens eerlijk waren. Onze muziek is een uitlaatklep van emoties, dus ik moet wel eerlijk zijn over die emoties. Sommige bands nemen je mee op een reis, hun muziek draait om escapisme. Ik ben een realist.”

“Humor zit vaak in de donkerste hoekjes”
Voor een realist is Talbot zeer geïnspireerd door abstracte kunst. Zijn teksten vallen soms in de categorie ‘iedereen kan het, maar slechts één iemand doet het’, net als veel moderne schilderijen. “Ik vind het leuk om abstracte teksten te schrijven”, zegt hij. “Ik hoef toch zeker niet alles voor de luisteraar uit te spellen?” Talbot hecht er dan ook niet te veel waarde dat zijn boodschap exact begrepen wordt. Dat ontdekte hij toen de teksten van een van de nummers, Stendahl Syndrome, door sommige luisteraars anders werden begrepen dan de zanger zelf bedoeld had. Hij schreef het nummer, dat draait om een syndroom waarbij mensen lichamelijk overweldigd worden door kunst, vanuit het oogpunt van een kunstcriticus in dienst van de Britse tabloid The Sun. “Did you see that selfie what Francis Bacon did? / Don’t look nothing like him, what a fucking div, I tell ya / Did you see that painting what Basquiat done? / Looks like it was drawn by my four-year-old son, I tell ya”, zingt Talbot, hetgeen opgevat werd als kritiek op moderne kunst. “Ik schreef dat nummer zoals ik het dacht”, lacht de Brit. “Ik voel niet zo de behoefte om mensen ervan te overtuigen dat ik in werkelijkheid juist heel veel van kunst houd. Dat ontdekken ze vanzelf als ze een beetje research doen.”

 

 

Hoewel Brutalism een serieuze plaat is, speelt humor een belangrijke rol op het album. Donkere Britse humor welteverstaan. “How many optimists does it take to change a lightbulb?”, vraagt Talbot op White Privilege. Antwoord: “None, their butler changes the lightbulb.” Voor Talbot fungeren dergelijke droge grappen als een soort Trojaans Paard. “Vreugde en humor zijn in deze tijden vormen van verzet. Je moet om jezelf en de wereld kunnen lachen, hoe slecht de situatie soms ook lijkt. Gelukkig zit humor soms – of juist vaak – in de donkerste hoekjes”, vertelt Talbot. Die donkere hoekjes zijn er op dit moment genoeg. In de context van Trump en de Brexit kan Brutalism niet anders dan worden opgevat als een sociaal statement. Dat is volgens Talbot meer een gevolg van de periode waarin we ons bevinden, dan van de plaat zelf. “Ik denk niet dat het belangrijk is om politiek te zijn, maar dat het belangrijk is om eerlijk te zijn”, houdt hij vol. “Daarbij: muziek kan ook best politiek zijn zonder het over politici te hebben. Zelfs het meest optimistische liefdesliedje kan anno nu politiek zijn. Eerlijkheid is politiek. Daarom wil ik niet bekend staan als een politieke band, maar gewoon als een goede band.”

 

“Ik denk niet dat het belangrijk is om politiek te zijn, maar dat het belangrijk is om eerlijk te zijn”

 

Toch is de Brit zich ervan bewust dat juist de omstandigheden in Groot-Brittannië hebben bijgedragen aan de doorbraak van zijn band. “Onze populariteit heeft er ook mee te maken dat we voorheen gewoon niet zo goed waren, maar de situatie in de wereld heeft ons waarschijnlijk wel geholpen”, denkt de zanger. “Dat is best verdrietig om te bedenken, maar ik hoop dat we altijd relevant zullen zijn.” Talbot is zich er dan ook van bewust dat politieke betrokkenheid steeds meer een marketingstrategie wordt, al maakt hij zich er niet bepaald druk om. “De wereld zal je altijd uitbuiten op de een of andere manier, maar je kunt dat je er niet van laten weerhouden te doen wat je wilt doen”, meent hij. “Dat Pepsi of modemerken feminisme gebruiken om reclame te maken voor hun producten, betekent niet dat het niet belangrijk meer is om feminist te zijn. Je moet in zulke zaken geloven omdat je in ze gelooft, niet omdat je denkt dat je er geld mee kunt verdienen.”

 

 

“Politiek is het leven, maar dan op papier”
Talbot heeft dan ook genoeg andere dingen om zich druk over te maken. Zoals gezegd is zijn vrouw hoogzwanger en heeft hij net een huis gekocht. Dat zet zaken als politiek in een nieuw perspectief. Minder belangrijk wordt het er echter niet door. Integendeel, zo zegt de zanger: “Dat ik binnenkort een dochter heb, maakt politiek juist nog belangrijker. Mijn stem heeft invloed op het leven van iemand anders. Op haar educatie, op hoe er voor haar wordt gezorgd als ze ziek is.” Talbot slaat het beleid van de zittende Britse regering dan ook gespannen gade. “Als de conservatieve regering aan de macht blijft, moet ik me druk maken over de manier waarop ik voor haar zorg kan betalen”, verzucht hij. “Politiek is niet zo maar een hobby, het is je leven. Het gaat over je toekomst, je gezondheid, je geld. Politiek moet ervoor zorgen dat je je veilig voelt, dat je gezond bent, en gelukkig. Politiek is het leven, maar dan op papier.”

 

“Dat ik binnenkort een dochter heb, maakt politiek nog belangrijker.”

 

Talbot kan als geen ander weten hoe groot de invloed van een conservatief Westminster op de werkelijkheid is. Zijn leven speelde zich grotendeels af in ziekenhuizen. Op Divide & Conquer zingt hij kort maar krachtig over de bezuinigingen op de NHS, het openbare gezondheidsstelsel van Groot-Brittannië: “A loved one perished at the hand of the barren-hearted right”, zingt hij. “Ik had als kind veel problemen met mijn gezondheid”, vertelt de Brit. “Toen mijn moeder ernstig ziek werd, bracht ik weer veel tijd door in het ziekenhuis. Dat deed mij eraan denken dat we fucked waren geweest als we in Amerika gewoond hadden. Dan hadden we gewoon op straat gestaan. Hoe kun je arme mensen nou straffen omdat ze ziek zijn? Dat is walgelijk. De gezondheidszorg is een zaak waarvoor ik met vreugde zal vechten.” In de nasleep van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk maakt Talbot zich op voor dat gevecht. “Ik denk dat het alleen nog maar slechter zal worden”, zegt hij zacht – en zoals we na de uitslag van gisteren weten, enigszins ten onrechte. “Labour gaat niet winnen, dat zie ik niet gebeuren.”

 

 

“Ze snappen niet hoe gevaarlijk het overheidsbeleid kan zijn”
Als ergens al voorzichtige hoop schuilt, is het in de schaduwen van het haast vanzelfsprekende pessimisme. “Op een gegeven moment zal alles wel weer veranderen, maar mensen zijn gewoon lui. Ze snappen niet hoe gevaarlijk het overheidsbeleid kan zijn. Straks ben je duizenden ponden kwijt omdat je een gebroken arm hebt. Voor zo’n scenario ben ik stiekem bang.” Toch lijkt uit alle ellende die Talbot beschrijft een onuitputtelijke energie te spreken. Hij zal zich niet zomaar neerleggen. Dat kan niet natuurlijk ook niet met een dochter op komst en een huis om tot een thuis te maken. Gelukkig heeft IDLES een brutalistisch bastion om vanuit te strijden voor verandering. Het beste nieuws dat vanaf daar te melden valt? De opvolger van Brutalism is al bijna af. “We hebben al zo’n zestien nummers geschreven, geloof ik. Later dit jaar gaan we het album afmaken en opnemen, zodat we het volgend jaar uit kunnen brengen.” En zo komt voor Joe Talbot en de zijnen, met muzikale zevenmijlslaarzen, het ideaalbeeld van huisje, boompje, beestje steeds een stapje dichterbij.

 

WEBSITE FESTIVAL| FACEBOOK-EVENT

De donderdag is na de opwarmwoensdag de eerste volwaardige festivaldag tijdens Eurosonic. Nou ja, opwarmwoensdag: ook tijdens die dag ontstonden soms al lange rijen voor de zalen. Met een ook steeds verder uitdijend randprogramma lijkt het festival zijn grens bereikt te hebben. The Daily Indie laveerde slim tussen de mensenmassa en zag ook op donderdag veel moois.   

Ooit speelde Mikko Joensuu snoeiharde psychedelica. Je zou het bijna niet geloven als je de muziek hoort die schuchtere Fin tegenwoordig maakt. In het Der AA-theater neemt hij samen met zijn drie begeleiders een snoekduik in de americana. Joensuu speelt behoorlijk authentieke countryliedjes, maar zonder de bijbehorende cliché’s. Zijn wat gebroken stem wordt omlijst met spaarzaam gitaarwerk, een piano en mooie samenzang. De breekbare en verstilde liedjes trekken krom van het verdriet en ontroeren hevig. Een prachtig begin van de avond. (BB)

Wildes is een kwartet uit Londen in ABBA-samensteling dat vanavond het eerste optreden ooit geeft. Van zenuwen of onwennigheid is geen sprake. De groep maakt ingetogen, dromerige electropop met teksten vol verlangens, die de prima zangeres Ella Walker fraai vertolkt. Een shoegazegitaarlijn op zijn tijd maakt dat het niet te vrijblijvend klinkt. De prima nummers neigen tot wegzweven en doen denken aan Beach House. Toch is het na ruim twintig minuten alweer voorbij. Misschien hadden ze wat langer aan nummers moeten werken, want dit is gewoon een té kort optreden. (AR)

De zuidkant van de Groningse Grote Markt bestaat uit een serie aaneengesloten café’s, waar je zomaar in kunt verdwalen. In dat labyrinth vind je het podium De Etage, een wankel zaaltje dat je bereikt door twee trappen op te klimmen en via een andere trap weer kunt verlaten. Het is de plek waar Bernays Propaganda uit Macedonië aftikt. De postpunk van het drietal doet wat denken aan New Order. Grotendeels bepalend voor het geluid is de drumcomputer, die de muziek voortduwt en een bijna dansbaar karakter geeft. Daar komt vervolgens een dikke laag gitaarlawaai overheen, terwijl de zangeres haar teksten lekker fel declameert. Het is niet altijd even makkelijk of toegankelijk, maar goed is het zeker. Bernays Propaganda maakt een prima indruk. (BB)

Portugal is dit jaar het focusland van Eurosonic en dus is Rodrigo Leão, oprichter van het befaamde Madredeus, ook van de partij. Begeleid door cello, schuiftrombone, viool, drums, gitaar en toetsen gaat hij solo heel wat vrijblijvender te werk. Zo komt een zanger, die vocaal als twee druppels water op Elvis Costello lijkt, zijn gekwelde teksten voordragen. Daarnaast is er ruimte voor instrumentale composities die putten uit bijvoorbeeld jazz en neoklassiek. De combinatie tussen pop en traditionele Portugese muziek is boeiend. (AR)

Waar ze het de avond ervoor meer over de waveboeg van hun muzikale spectrum gooiden, is het vanavond britpop wat de klok slaat bij het Deense Communions. Bands zoals The Stone Roses en The Charlatans komen voorbij, maar vooral dankzij de falsetvocalen doet de groep denken aan Delays. Het geluid staat kraakhelder afgesteld, zodat de bij momenten prachtige zang- en gitaarmelodielijnen fraai stuivertje wisselen. Hoewel het jonge kwartet nogal doordeweeks oogt en tussendoor verder ook weinig te melden heeft, is de muziek goed genoeg om van een interessant optreden te spreken. (AR)

Natuurlijk is het druk tijdens Eurosonic, maar zelfs bij een locatie buiten het centrum staat al een rij. Eenmaal binnen in het Praedinius Gymnasium zien we Stray Dogg uit Servië aan het werk. Het vijftal maakt ingetogen americana. De beladen vocalen maken af en toe indruk, maar de instrumentale begeleiding rammelt soms. Het neemt niet weg dat Stray Dogg een goed nummer kan schrijven, zodat er toch zat beeldende en sfeervolle momenten overblijven. (AR)

Op de woendag maakte Holly Macve indruk in het Grand Theatre en een dag later mag ze het nog eens proberen in het Groninger Forum. De Britse houdt haar akoestische gitaar vast alsof ze een geliefde omhelst. Het past wel bij de zachte, naar country neigende muziek. Ze heeft een flinke begeleidingsband meegenomen, met muzikanten die hard hun best doen om Macve centraal te stellen. Vooral de zang van de jonge Britse is prachtig. Net als bij Angel Olsen slaat het soms wat over en zit er een mooie snik in. Dat ontroert acuut. De muzikale omlijsting mag nog wel wat uitgesprokener. (BB)

Het contrast met Idles kan bijna niet groter. In een propvol Vera zijn de Britten vooral dronken en rellerig. De drummer zuipt al spelend biertjes leeg en smijt een drumstokje het publiek in. De zanger stuitert over het podium en lijkt voortdurend op zoek naar iets wat hij kan slopen. In zijn plat Engelse praatzang hoor je vooral veel ‘fucks’. Buiten die ongein klinkt de band behoorlijk goed. Waar de zanger lijkt te denken dat hij in The Sex Pistols zit, neigt de muziek meer naar een band als Sleaford Mods, maar dan wel met raggende punkgitaren. In krap half uurtje jagen ze hun opgefokte herrie erdoor heen. Dan verdwijnen ze snel van het podium, ongetwijfeld op zoek naar nog meer bier. (BB)

In Huize Maas treedt een vijftal uit Londen genaamd HAUS op. In de lijn van Foals en Bloc Party maken ze struikelende indierock, maar dan met nog meer Afrikaanse muzikale invloeden. HAUS gaat vaak voor een constante gitaargroove in plaats van nummers met refreinen – stilstaan is moeilijk. De songs zitten uitstekend in elkaar en stuiteren alle kanten op. De formatie maakt muziek die uitstekend zou gedijen op een zomerfestival in plaats van op een donkere januari-avond. Door te crowdsurfen en het publiek te laten zitten neemt zanger Ashley Mulimba hier alvast een voorschot op. (AR)

In het Grand Theatre laat MHD horen hoe geschikt de Franse taal is om in te rappen. Over uitgeklede, kale beats spuugt hij zijn teksten er in sneltreinvaart uit. De beats zijn aanvankelijk vrij kaal, maar worden snel interessanter als ze worden aangevuld met Afrikaanse ritmes en melodieën. Dan krijgt de muziek een bijzonder en origineel karakter en ontstaat er in de propvolle zaal een mooi feest. (BB)

De band waar veel mensen vanavond voor gekomen zijn, is het Duitse Roosevelt. Huize Maas is dan ook afgeladen vol voor de dansbare combinatie van Kraftwerk en chillwave. In 2013 was Roosevelt al een hoogtepunt op Eurosonic, alleen speelde het trio voor veel te weinig mensen. Maar wat goed is, komt toch wel bovendrijven. Hoewel het subtiele en onbevangen minder is dan toen, speelt Roosevelt een gewonnen wedstrijd met fijne funkgitaarlijnen, kraakheldere jarentachtigsynths, dromerige zang, stuwende drums en bovenal prachtige nummers. De grootse lichtshow anticipeert alvast op een groter publiek. Het heeft even geduurd, maar die doorbraak lijkt ze nu toch te gaan lukken. En terecht. (AR)

The Viagra Boys is een punkband, maar ze hebben wel twee drumstellen en een saxofoon meegenomen voor hun optreden in Vera. Net als eerder bij Idles is er een ondergetatoeëerde praatzanger, die met nauwelijks ingehouden agressie over het podium struint. Maar veel meer dan Idles draait het bij The Viagra Boys om het ritme. Het is dance voor punkers, met dreunende bas en beukende drums. In lang uitgesponnen nummers duikt het zevental de krochten van de jaren ’80 in. Het is smerige, opgefokte postpunk om op te dansen tot je er bij neervalt. (BB)

Terwijl het buiten sneeuwt, zorgt het Portugese Octa Push in Simplon voor een warmbloedig optreden. De sterk percussieve muziek doet denken aan hun landgenoten van Paus, maar dan met toevoeging van elektronica. Het is dansen geblazen op deze samensmelting van kuduro, samba en afrohouse. Tevens vergeten ze de traditionele Portugese muziek niet, welke invloeden ze ondersteunen met visuals. Het levert een fraaie smeltkroes op van modern en traditioneel. De muziek van Octa Push zit verdraaid goed in elkaar en wanneer een zangeres het podium betreedt, wordt het nog interessanter. Octa Push slecht muzikale grenzen en is een hoogtepunt van de dag. (AR)

DJ Firmeza trekt deze lijn door, alleen dan vanachter een batterij aan apparatuur. Afkomstig uit de Afro-Portugese clubs van Lissabon, smeedt hij verschillende stijlen zoals batida, kuduro en Afrohouse aan elkaar. Hij gaat niet voor het makkelijk dansbare of voor goedkope climaxen maar voor avontuur en minimalisme, waarbij soms alleen een uptempo hamerbeat overblijft. Toch wisselt hij deze stroperigheid regelmatig af met meer toegankelijke klanken. De geheimzinnigheid en junglegeluiden blijven wel altijd hoogtij vieren, in een set die van begin tot eind blijft boeien. (AR)