We zijn nog steeds in Groningen en wel voor Noorderslag. Na drie dagen rennen door weer en wind is de warme Oosterpoort maar wat comfortabel. Door het gebouw beweegt zich een flinke stoet van artiesten, mensen uit de muziekindustrie en dagjesmensen, die eens komen kijken wat er gebeurt in de Nederlandse popmuziek. Steevast een fijn feestje, en ook al kun je de meeste geboekte acts het hele jaar door zien spelen, is Noorderslag toch altijd een mooi moment om even de balans op te maken over Nederlandse indie en (vooral) pop anno nu.

Tekst Bart Breman & Robin van Essel
Fotografie Tess Janssen

Lees hier onze verslagen van Eurosonic: woensdag, donderdag en vrijdag.


Voor wie zich nog afvroeg wat het dominante muziekgenre anno nu dan is: dat is dus (al een tijdje, trouwens) hiphop. In al zijn subsoorten en –maten beslaat het genre zo ongeveer de helft van het blokkenschema van Noorderslag. En dat niet alleen, ook de vorig jaar ingevoerde ‘young tickets’ met een flinke korting voor bezoekers tot twintig jaar, hebben blijkbaar gretig aftrek gevonden. Noorderslag verjongt dus, en je kunt als oudere, serieuze en/of tikje zure muziekliefhebber daarvan vinden wat je wilt, maar ons lijkt het een goede zaak voor een festival dat een dwarsdoorsnede van de Nederlandse popscene hoort te zijn.

De alleenheerschappij van de Nederlandse hiphop
Geen boeking ook die zoveel losmaakte als Famke Louise. Wat moet dat op Noorderslag? Programmeur Joey Ruchtie veegde alle commentaar direct van tafel: Noorderslag boekt wat relevant is, hiphop is relevant, en Famke Louise dus ook. Tenminste, mag je dit nog hiphop noemen? De vlogster gone popster komt met een enorm gevolg van dansers, MC’s en bodyguards de Bovenzaal binnen paraderen, gekleed in een fluoriserend pakje, verentooi en boksjas, neemt plaats in een Bentley-trapautootje en zet hitje Vroom in. Inderdaad: het lijkt pure parodie en dat is wat het stiekem best onweerstaanbaar maakt: Famke Louise neemt zichzelf, ondanks de bakken shit die ze over zich heenkrijgt, niet al te serieus. Of dat ook echt zo bedoeld is, weten we niet zeker, maar ontwapenend is het wel.

Marlene Bakker © Tess Janssen

En tuurlijk: Famke Louise is de verpersoonlijking van alles wat er mis is met het lege exhibitiotisme op social media, ze schrijft haar nummers niet zelf, je vraagt je af en toe af of het nog Nederlands is waar je naar staat te luisteren, en zingen kan ze ook niet echt. Er wordt althans geen enkele moeite gedaan om de backing track die meeloopt te verhullen. Maar juist in de Bovenzaal van De Oosterpoort, met dat tapijt en systeemplafond je reinste definitie van ‘een zaaltje’ in al zijn depressieve treurigheid, is die positieve, zelfverzekerde en tikje melancholieke vibe helemaal op zijn plek. Zeventien minuten duurt het, dan zijn de vier hitjes gespeeld en is het alweer klaar. De zaal loopt leeg, als blijkt dat zich buiten een wachtrij heeft gevormd die over tientallen meters rond het trapgat van de foyer cirkelt.

Bij Marlene Bakker is het minder dringen. De Groningse is in alles de tegenpool van Famke Louise. Bakker en haar band zijn enkel bezig met de muziek, die ze geconcentreerd en zorgvuldig spelen. Haar liedjes neigen soms naar roots, waarbij huppelend pianospel het nummer de juiste kant op duwt. Op andere momenten wordt er even doorgehaald op de elektrische gitaar en krijgt het wat meer pit. Bepalend is het Groningse dialect waarin ze zingt. Nergens lomp of boers: het Gronings van Bakker is melancholisch mooi en het geeft haar liedjes een mysterieus laagje. Ze ontroert stevig met beeldende, droef-poëtische liedjes, zoals het prachtige Waarkhanden.

Het contrast met Famke Louise kan ook niet groter zijn bij belofte S10, oftewel Stien den Hollander. De trap-achtige beats zijn minimalistisch en gelaagd, en de autotune komt maar zelden langs. Ze is bloednerveus, vertelt ze openhartig na haar eerste song, en voegt eraan toe dat ze het maar lastig vindt, die donkere winter. En dan kwam er ook nog eens een optreden op Noorderslag bij. De zeventienjarige heeft al meer meegemaakt dan de meeste mensen, was er vorig jaar al in diverse net zo openhartige interviews terug te lezen. Het is alleen maar bewonderenswaardig hoe ze al die shit (veel te kort door de bocht: psychoses, stemmen in haar hoofd, diverse opnames in de psychiatrie en een zelfmoordpoging) heeft weten te kanaliseren in teksten die zo oprecht en breekbaar zijn dat je nekharen ervan overeind gaan staan.

Willem © Tess Janssen

Net zo openhartig en persoonlijk is Willem. Nog maar vijf jaar geleden won The Opposites de Popprijs en stond Willem de Bruin in de Grote Zaal met de cheque van tienduizend euro te feesten. Het duo stopte en met Willem ging het de verkeerde kant op. Hij kreeg paniekaanvallen en raakte in een zware depressie. Daar schreef hij een plaat over, Man In Nood. Ondersteund door mooie visuals en kale verlichting staat hij in zijn eentje op het podium van de Kleine Zaal; de drummer en een toetsenist zijn bijna in de coulissen verborgen. Hij praatzingt meer dan hij rapt en hij vraagt zich af of medicatie misschien een goed idee is. En of hij mee mag, als iemand weggaat in een houten pak. Geen gemakkelijke kost en ver verwijderd van wat hij met The Opposites deed. De kale begeleiding staan geheel in dienst van zijn voordracht. Spaarzame drums, wat samples en wat synths. Je kunt alleen maar bewondering hebben voor de goudeerlijke Willem de Bruin, die zichzelf opnieuw heeft uitgevonden.

Ook (bijna) geen carhorns en autotune bij Ares, de rapper uit Oosterhout die ondanks zijn leeftijd al ruim tien jaar aan de weg timmert. Een en al positiviteit en een brede glimlach is ‘ie, zijn teksten bedrieglijk intelligent en gebracht met een heerlijke flow. De sfeer zit er ook goed in, dankzij zijn fanbase in de zaal die bij elke song een moshpit start. Ares krijgt hopelijk eindelijk eens de credits die hij verdient.

En zo is Noorderslag dan pas net begonnen, maar hebben we met acts als S10, Willem en Ares gezien dat er in de Nederlandse hiphop echt zat moois te ontdekken valt.

De Popprijs © Tess Janssen

En met zo’n alleenheerschappij van hiphop op Noorderslag is het ook niet vreemd dat die centraal staat op het middelpunt van de avond: het uitreiken van de Popprijs. Het jaarlijkse filosoferen over de mogelijk winnaar is een traditie die zich verhoudt tot oliebollen eten of klagen over het slechte weer. Ook de strikte controles op het meenemen van bier naar de Grote Zaal – de traditionele bierdouche is sinds een paar jaar afgeschaft – hoort er al helemaal bij. Als iedereen zijn plekje heeft gevonden wordt duidelijk dat Ronnie Flex dit jaar de winnaar is. Volgens de jury loopt hij voorop in de muzikale ontwikkeling van de Nederlandse hiphop en staat hij tekstueel op eenzame hoogte. Het is volledig terecht dat hij ‘m krijgt, natuurlijk. Weinig artiesten zijn zo zichtbaar, invloedrijk en breed bekend in het Nederlandse poplandschap. De reacties zijn dan ook een stuk positiever dan enkele jaren geleden, toen Ronnie de prijs ook al kreeg als onderdeel van New Wave. Samen met zijn Deuxperience maakt hij er een groot feest van, voor een zaal die nu wel blijft staan om het met hem mee te vieren.

Uitersten
Voor wie denkt: ‘dat is allemaal leuk en aardig, maar ik dacht dat ik The Daily Indie zat te lezen’, we kunnen je geruststellen: er waren ook gewoon bands op Noorderslag. Heel goede zelfs. Diegenen voor wie Ronnie niet is weggelegd, melden zich bij Lewsberg. De Rotterdammers maakten de misschien wel beste Nederlandse plaat van 2018 en zijn met afstand de coolste band van de avond. Arie van Vliet en co spelen hun wrakke gitaarliedjes lekker dwars en druipend van sarcasme. Met dreinende riffjes, staccato ritmes en de praatzang van Van Vliet doet de band meer dan eens aan The Velvet Underground denken. Ze doen geen enkele poging om in de smaak te vallen. Dat hoeft ook niet als je zulke goede liedjes hebt. De Marathonzaal staat gefascineerd te kijken naar een minutenlange gitaarsolo, waarbij het instrument piept, kraakt en gilt, terwijl de rest van de band even stoïcijns als nonchalant doorharkt.

We interviewden onlangs Thomas Azier over zijn nieuwe plaat, waarop de Fries zich wederom heruitvond. Hoe dat live uitpakt, wilden we weleens zien. We zagen Azier al eens eerder op Noorderslag, in 2014 toen de hype net nieuw was. Inmiddels is hij een gevestigde naam en staat vanavond dan ook geprogrammeerd in de Grote Zaal. Het is misschien toch iets te hoog gegrepen. Zijn band speelt losjes en met hoop improvisatie, en kent met gitarist, bassist en staande drummer weinig opsmuk. De frontman zelf spreekt met open shirt zelfverzekerd het publiek toe. Echt spannend, zoals de muziek van zijn plaat Rouge (waarvan onder andere Gold en Talk To Me voorbijkomen) wel is, wordt het echter nergens. Misschien komt het door de plek waar Azier staat vanavond, maar het mag van ons wel wat minder crowdpleasen, en meer goede muziek.

Als de Grote Zaal leegloopt en de bezoekers in de toch al drukke Oosterpoort zich naar de Foyer banen, wordt het daar helemaal onbegaanbaar. Dat valt Nona ook op. “Best druk hier hè,” zegt de jonge Brabantse zangeres. Ze heeft een flinke band meegenomen, inclusief blazerssectie en ze doet aan neo-soul. Met haar prima, iets krakende zang denk je al snel aan Amy Winehouse en dat is direct het probleem. Niets ten nadele van Nona zangtalent, maar haar muziek bestaat voornamelijk knip- en plakwerk. Confectiepop die leunt op betere ideeën van anderen. Dat probleem hebben wel meer artiesten. De Dawn Brothers bijvoorbeeld. De mix van van potige seventiesrock, soul en noeste americana klinkt prima en wordt netjes gespeeld, maar toch geloof je het niet helemaal. Het is alsof de band wel heel nadrukkelijk heeft geluisterd naar pappa’s platenkast.

Feng Suave © Tess Janssen

Feng Suave staat in een afgeladen Marathonzaal. De band blijft lastig in een hokje te plaatsen: Noche Oscura neigt naar soul en hangt ergens tussen dromerig en zwoel, By The Poolside is toch echt om bij te dansen. Daniel de Jong en Daniel Elvis worden live ondersteund door een volledige band met backing vocals en bongo’s, een warme aanvulling op de songs. Inmiddels heeft de band nieuw werk, waarbij de stem van de Jong – normaal zingend met kopstem – een aantal octaven. Het klinkt donkerder maar ook harder, en barst uit in een psychedelisch hard gitaargeluid die een andere kant van Feng Suave laat zien. De mannen ogen zelfverzekerder en krachtiger, er wordt een nagel en een snaar gebroken, maar het staat als een huis.

Het begint laat te worden en in de Bovenzaal is het één groot feest bij Ploegendienst. SMIB-lid Ray Fuego is als hiphopper al intimiderend in your face, maar wanneer hij punk gaat, lijkt het helemaal alsof ‘ie een kilo pep achter de kiezen heeft. Ploegendienst is eigenlijk een superband, want de overige leden speelden allemaal al bij gevestigde namen in de punk- en ravescene (Aux Raus, Malkovich en Adolf Butler), maar het is niet nodeloos moeilijk. Sterker nog: het is gewoon beuken in de grootste moshpit die Noorderslag ooit heeft gezien, gestart door de volksmennerij van Fuego. Bij de start van het optreden staat hij als een infantiel te drinken uit een pakje met rietje, maar daarna is hij los: iedereen ziet er pico bello uit, en we gaan kankerhard deze zaal slopen. Oké. We willen niet zeggen dat poëtische filosofische inslagen als ‘ze wou me niet pijpen’ direct een scherpe oplossing bieden voor de problemen in de wereld. Maar dit is wel effe lekker escapisme pur sang, precies wat je wil rond middernacht op Noorderslag. Doe jezelf een plezier en ga deze band live zien dit jaar.

Terwijl de Oosterpoort langzaam rustiger wordt, kunnen de resterende bezoekers nog terecht bij allerhande acts. Serieuze (zoals de Moderat-achtige dance van Amy Root), obscure (de Thaise funk van YĪN YĪN), feestende (Fata Boom) of ronduit platte ($hirak, die flarden van de door hemzelf geproduceerde plaatjes draait, afgewisseld met carhorns). Of je gaat gewoon moe maar voldaan naar huis. Noorderslag, maar natuurlijk met name Eurosonic, heeft ons weer genoeg voer gegeven om een jaar met vernieuwde energie over muziek te berichten. Tot volgend jaar.

The Daily Indie is, hoe kan het ook anders, op Eurosonic Noorderslag dit weekend! Groningen the place to be voor het checken van de muzikale beloftes van 2019, maar daarnaast zouden we The Daily Indie niet zijn als we ook op zoek gingen naar de minder voor de hand liggende parels uit de Europese underground. Je leest het hier in onze dagelijkse reportage vanuit het Hoge Noorden.

Tekst Bart Breman & Robin van Essel
Foto’s Tess Janssen

Heel goede zaak: deze Eurosonic is de manvrouwverhouding al een stuk beter in balans dan op voorgaande edities en op de vrijdag stelen de vrouwen helemaal de show. De meest intrigerende en sowieso de gevaarlijkste van allemaal is Fenne Kuppens, de zangeres van Whispering Sons die de avond afsluit in de als vanouds stinkende studentensociëteit van Vindicat. Ze is het ijzige, agressieve zusje van Beth Gibbons en ze kijkt met opengesperde ogen de zaal in. De maar net ingehouden agressie zet de toon, bij Kuppens én bij de muziek, die uit de donkerste krochten van de jaren tachtig komt.

Whispering Sons zit min of meer in het hoekje van Iceage: nihilstisch en ijskoud. Maar het meest denk je nog aan Killing Joke, met elektrodrums, ijle synths en gierende gitaren, die tegen het einde steeds meer aanzwellen tot een flinke feedbackstorm. Ze spelen niet zozeer nette, afgeronde nummers, maar weten je zo mee te slepen dat dit er niet veel meer toe doet. In het nog enigszins toegankelijke Alone zet een gejaagd gitaarloopje de toon, maar wordt het nummer voortgeduwd door de allesbepalende ritmesectie. Tegen het einde gaan de tempo’s wat verder omhoog, net als het volume. In een bak feedback, hamerdrums en een nu vol doorhalende Kuppens vindt de agressie een weg naar buiten. Whispering Sons is het hoogtepunt van de avond.

Waar zijn de goede songs?
Die avond begon in het AA Theater bij Penelope Isles, de band van broerzusduo Lily en Jack Wolter uit – het zal ‘es niet – Brighton en al bevestigd voor London Calling komend voorjaar. Live wordt het duo bijgestaan door een drummer en bassist. Vanaf seconde één stort het viertal een weirde mix over het publiek uit: liefelijke pianodeuntjes van zus Wolter voorzien van een bak nietsontziende noise uit de Fender van haar broer. Eerste associatie: alsof een schoolmeisje je met een bot keukenmes aan stukken rijt. Hoe dan ook, het levert muziek op die nietsontziend hard is, maar tegelijk onmiskenbaar poppy, in het straatje van bands als Wolf Alice, Cheatahs en de oude Hookworms. Live klinkt het allemaal solide bovendien, zo niet wat eentonig.

Penelope Isles © Tess Janssen

Hetzelfde recept van furieuze doch poppy noise gebruiken Franse hypejes MNNQNS en Rendez Vous, waarbij de laatste een tandje harder gaat dan de eerste. Beide bands spelen gitaargedreven, donkere new wave, maar dankzij de popstructuurtjes is het allemaal lekker te behappen. Alleen zo godvergeten inwisselbaar. Het past net als Whispering Songs in het straatje van Iceage, maar dan gespeeld cool en zonder echt goede songs. Luister naar Bored In Town van MNNQNS en je snapt wat we bedoelen. Hetzelfde probleem hebben Shauna Tohill en Colette Williams van Rews, een woest meppende drumster en een zangeres met een gitaar. Het kan goed werken, maar dan moet je wel de nummers hebben. En al het aanstekelijke enthousiasme van het duo ten spijt, lukt dat niet helemaal. Achter de oohs en aahs en de meerstemmige zanglijnen is het vrij dun en algemeen. Het mist gevaar, goeie hooks en vooral een eigen smoel.

Het blijkt een euvel dat we vaker tegenaan lopen op de vrijdagavond: onderhoudende bands, daar niet van, maar na een paar songs blijkt toch wel dat het gebrek aan écht goede liedjes en de weinige kilometers van de meeste bands resulteert in shows waar je het snel gezien hebt.

MNNQNS © Tess Janssen

Duitse dames
Gelukkig zagen we ook nog Lisa Morgenstern. De Duitse was eerder op de dag nog zo boos geworden dat ze een optreden in de Coffee Company voortijdig afbrak. Niet werkende apparatuur, een mislukte reis naar Groningen: het ging allemaal mis en ze was het zat. In de Lutherse Kerk vraagt ze wie er bij was. Als er een hand omhoog gaat lacht ze. “En je bent er nu nog steeds?” Ze zal het goedmaken, belooft ze. Dat doet ze ook. Morgenstern is waarschijnlijk de meest getalenteerde muzikant van het hele festival. Met haar ene hand draait ze aan wat knoppen en tovert bliepjes en synths uit een doosje. Met die hand aan de knoppen draait ze zich om en speelt met haar andere hand verder op een grote vleugel. Daar zingt ze dan weer overheen, terwijl ze zichzelf loopt. Morgenstern is klassiek geschoold en dat hoor je aan alles. Ze heeft een loepzuivere stem en speelt achteloos met bereik, dictie en intonatie. Haar experimentele liedjes zijn feeëriek en speels. Ze laat ze bedrieglijk eenvoudig en ontroerend mooi klinken.

Ilgen-Nur is een Hamburgse die haar millenialvertwijfeling in behoorlijk catchy gitaarpop stort. Waar ze het wrakke popgeluid al behoorlijk te pakken heeft, moeten haar liedjes nog wel wat worden bijgeschaafd. Dat geeft niks. Ze heeft alle tijd om de volwassen en stralende frontvrouw te worden die in haar verstopt zit. Ook jong en Duits is Gurr. Het viertal is al wel stukje verder dan Ilgen-Nur. Nummer als In My Head en het door spreekstalmeester en Vera-programmeur Peter Weening aangevraagde Walnutts zijn supercatchy en sterk geschreven nummers. De luchtige gitaarpop is vooral leuk en je kan niet anders dan lachen om het vrolijke gebabbel van frontvrouwen Andreya Casablanca en Laura Lee. Ze laten iemand crowdsurfen en zetten breed grijnzend covers van Taylor Swift en Gwen Stefani in. Gurr is het Europese antwoord op The Courtney’s.

Nieuwe gitaarbands!
Mannen zijn er ook vanavond en – pun intended – ze willen scoren. The Slow Readers Club, bijvoorbeeld. De band komt uit Manchester en klinkt als een huwelijk tussen The Killers en New Order. De hitpotentie is met bakken van de stampende elektropop met volvette gitaren af te scheppen. Ze gaan voor het grote gebaar en komen er mee weg. De liedjes zitten goed in elkaar en de gelikte presentatie loopt alvast vooruit op de springende festivalweides waar ze deze zomer op uit zullen kijken. De band FEET is op zijn beurt afkomstig uit een voorstad van Birmingham, maar klinkt in Vera ook zo Manchester als het maar zijn kan: een catchy combi van slackerrock en rave met praatzang, en algemeen heel veelbelovend.

The Slow Readers Club © Tess Janssen

“Hallo, hoe gaat het?”, vraagt Alex Rice een paar honderd meter verderop in niet-zo-heel-vloeiend Nederlands. De Sports Team-frontman heeft drie jaar in Den Haag gewoond. Het heeft hem overduidelijk niet van zijn zwaar Londense accent afgeholpen, en dat is maar goed ook. De piepjonge bandleden ontmoetten elkaar op hun studie in Cambridge, maar zetten die op hold toen onder andere The Guardian en NME vorig jaar Sports Team bombardeerden tot nieuwe adept van de zogeheten indie-revival. De band tourde ontzettend veel in de UK afgelopen maanden, onder andere met Pip Blom, die (zoals 3voor12 al voorspelde) inderdaad vooraan staat in Huize Beurs. En zowaar: de band brengt die opwinding teweeg die de dertigplussers onder ons anno 2004 bij Franz Ferdinand voelden. Sports Team scheurt, stuitert en is op een die typisch Britse amicale manier cocky as fuck, precies zoals het hoort.

Het lijkt erop dat in navolging van bands als Shame er ineens heel register nieuwe indiebands is opengetrokken aan de andere kant van het Kanaal, met die kenmerkende Vaccines-achtige sound en bijbehorende hysterie van de Britse pers. Dat stempel van goedkeuring is vaker wel dan niet een aanleiding om daarna weer keihard de anonimiteit in te verdwijnen, maar dit kan bijna geen toeval meer zijn, toch? Het zou ons niks verbazen als bands als The Slow Readers Club, FEET en met name Sports Team de komende jaren een graag geziene gasten op de Europese festivals worden.

FEET © Tess Janssen

Duistere elektronica en niet zo’n duistere hiphop
Het waren gelukkig niet alleen maar gitaren die de klok sloegen, vrijdagavond. Zo zagen we de Belgische belofte blackwave., die met aanstekelijke kwaliteitshiphop en tracks Elusive en Swangin’ stiekem al twee enorme hits op zak heeft. Het is allemaal een beetje te vriendelijk alleen. Nergens schuurt het en het lijkt vooral gemaakt voor gegarandeerd succes. Ook Octavian wil succes, en hij wil het nu. De jonge Londense rapper werd door de BBC verkozen tot Sound of 2019 en Drake is ook al fan. Octavian en zijn beatsbakker trakteren je op een half uurtje bijzonder gevarieerde beats en electronica. Gebroken ritmes, eightiesachtige synths, grime, R&B, hiphop: het is werkelijk van alles wat. Als hij meer de duistere hiphopkant op gaat wordt echt interessant. De algemeenheden en vooral de autotune mag hij gerust achterwege laten.

blackwave. © Tess Janssen

Aartsduister is het wel bij het Italiaanse Tomat Petrella in Simplon: zowel in de zaal als muzikaal. Het duo bracht vorig jaar de plaat Kepler uit, vol met aan ambientsoundscapes en minimale techno die net zo spacy is als de titels van de songs (allemaal genoemd naar exoplaneten) suggereren. We zien Davide Tomat in de gloed van een bescheiden mengpaneellampje gebogen over een wirwar van in elkaar gedraaide draadjes en plugjes. In de hoek van het podium, in volledig duister, staat fameuze jazz-trombonist Gianluca Petrella. Het warme geluid uit zijn instrument is een welkome aanvulling op de extreem kille, Spartaanse analoge elektronische sound van Tomat. Keer op keer werkt het duo vanuit spacy ambient toe naar een climax, met als hoogtepunt eentje met minimaal 160 BPM, die nog het meest aandoet als vage gabber die je als een knuppel in de bek slaat. Voor liefhebbers van Nils Frahm is dit smullen.

Tomat Petrella tovert Simplon even om in een donkere Berlijnse club en zet de toon voor een lange, lange nacht.

The Daily Indie is, hoe kan het ook anders, op Eurosonic Noorderslag dit weekend! Groningen the place to be voor het checken van de muzikale beloftes van 2019, maar daarnaast zouden we The Daily Indie niet zijn als we ook op zoek gingen naar de minder voor de hand liggende parels uit de Europese underground. Je leest het hier in onze dagelijkse reportage vanuit het Hoge Noorden.

Tekst Bart Breman
Foto’s Tess Janssen

Het is koud. Vroeg op de avond jaagt er een gure combinatie van regen, natte sneeuw en hagel door de Groningse straten. In de gigantische rij, voor de deur bij Vera, is de stemming ook al onder het nulpunt gezakt. Iedereen wil festivalhype Fontaines D.C. zien en sommige bezoekers staan al een uur te wachten. De rij haalt bijna de Grote Markt, honderd meter verderop. Gaandeweg beseffen mensen dat het geen zin heeft: ben je eenmaal Vera binnen, dan ga je niet zo snel meer naar buiten. Zeker niet als er zo’n goede band staat te spelen.

© Tess Janssen

Want goed is het. Ongeveer alles klopt aan de postpunk van de Ieren, die op sleeptouw werden genomen door Shame. Ze zouden die band zo maar eens kunnen gaan overvleugelen. De verwilderd ogende zanger Grian Chatten raast over het podium en schreeuwt dat alle hoop op een betere toekomst is verloren. Het staat in scherp contrast met de frisse gitaarmuziek die hem begeleidt. In de opgenaaide en extra fel gebrachte single Boys In The Better Land komt het allemaal bij elkaar. Een jagend, nerveus gitaartje, doorhakkende drums en de gruizige mompelzang van Chatten. Melodie en grimmigheid perfect in balans. Als The Feelies een pissige postpunkband was geweest, had je dit gekregen. Fontaines D.C. is de absolute uitschieter van het festival tot nu toe.

Het contrast tussen de drukte bij Vera en de stilte in de Nieuwe Kerk kan bijna niet groter. Maar de mensen die de met sneeuw en regen omlijste wandeling naar het prachtige, zeventiende-eeuwse gebouw hebben gemaakt, worden rijkelijk beloond. Federico Albanese is een neoklassieke pianist in de stijl  van Nils Frahm en Hauschka. Geen prepared piano, zoals bij Frahm, maar helder pianospel en ambient-achtige soundscapes als omlijsting. Zijn prachtig verstilde muziek is minimaal, maar romantisch en met knap opgebouwde composities weet hij hevig te ontroeren. Je kunt een speld horen vallen in de statige kerk en bezoekers verexcuseren zich zelfs als een kerkbankje te hard kraakt.

© Tess Janssen

Twee ijskoninginnen 
Veel vrouwen dit jaar op Eurosonic en dat is maar goed ook. Zowel bij Holy Motors als bij Drahla is de zangeres het middelpunt. Beide frontvrouwen hebben iets afstandelijks, bijna hooghartigs over zich. In het geval van het Estse Holy Motors past de hese, slepende zang van Eliann Tulve precies bij de reverb-zwangere gitaren en het desolate countrysfeertje. Trage ritmes, bakken galm en heerlijke twang. Holy Motors doet aan dromerig verdriet en dat werkt prima.

© Tess Janssen

Luciel Brown, de zangeres van Drahla, is misschien ook wel verdrietig, maar in de eerste plaats is ze nijdig. Dat is ze op een onderkoelde manier: met quasi-verveelde, Kim Gordon-achtige intonatie scandeert ze haar teksten Huis de Beurs in. Drahla is één van de vele postpunkbands op het festival en de toegevoegde waarde zit ‘m in de gillende en piepende saxofoon. Die geeft de muziek een spannende extra laag en zorgt dat je blijft kijken. Daarom heen jagen de gitaren als straaljager, net als bij Sonic Youth. Verschil is wel dat Drahla nog hard zal moeten werken om hun geluid te vatten in echt goede liedjes, die op zichzelf kunnen staan en meer bieden dan een lekkere sound alleen.

© Tess Janssen

n je eentje op het podium
Het gros van de acts op ESNS bestaat uit meerdere muzikanten, maar er zijn altijd solisten: Gerry Cinnamon is er zo eentje. In Groot-Brittannië is de Schot een hit, zonder steun en tussenkomst van platenmaatschappijen bovendien. Met zijn eigenhandig opgenomen en geproduceerde debuutplaat trekt hij volle zalen. Dat is wel te begrijpen. Als een vrolijke trekpop hupst hij over het podium en met zijn ontwapende folkliedjes krijgt hij het publiek gemakkelijk mee. Maar is het echt goed? De standaard bluesschemaatjes en de flauwe elektrodrum hebben maar bijster weinig te bieden. Sterker nog: het ontaardt bijzonder snel in simplistische meebrulmuziek voor feestzalen en dronken mensen.

© Tess Janssenn

Dan is de sfeer bij Noah Carter toch een stukje leuker. De sympathieke Deense rapper staat in zijn eentje op het podium van het Grand Theatre. De vrienden die met hem mee zouden komen hebben hem laten zitten, vertelt hij. En het is nog wel zijn verjaardag. Hij viert zijn verjaardag dan maar met het publiek en toost met een lekker drankje. Carter doet flink zijn best om er een feestje van te maken en als hij fel te keer gaat over kale beats lukt dat heel aardig. Helaas hebben de meer gladde nummers de voorkeur, net als de veelvuldig gebruikte autotune. Dat is jammer. Het wordt er bepaald niet onderscheidender van en de energie vervliegt snel.

© Tess Janssen

Het kan altijd erger: bij Scuru Fichadu uit Portugal is het goed rellen, laat op de avond. Vera is dan al een stukje rustiger en de Portugezen doen hun uiterste best om de zaal zo snel mogelijk leeg te krijgen. Muzikaal is dit waarschijnlijk wat je krijgt als je een black metalband een doosje electronica en wat laptops geeft. Een uiterst kil brouwsel van opgenaaide drum ’n bass en noise uit een doosje. Over die opgefokte terrorbeats staat een stuiterende zanger met een capuchon te grauwen. Dansen kun je er niet op en het is eigenlijk niet om aan te horen. Toch is het fascinerend door de enorme agressie en de noisey onderlaag.

In Kelderbar vraagt iemand na een half uurtje of het al voorbij is.

ESNS
Woensdag 17 januari t/m zaterdag 20 januari

 

Het muzikale jaar wordt al sinds mensenheugenis afgetrapt in Groningen. Vanaf Eurosonic Noorderslag gaan we praktisch in één keer door naar de laatste shows van het jaar en verlaten we de rollercoaster geen moment tot het laatste festival van december afgelopen is. Wat zijn nou de acts die je in de gaten wilt houden en die je deze week al live kunt zien? Wij hebben er een aantal voor je op een rijtje gezet met onze redactie.

Uiteraard zijn wij ook aanwezig op ESNS met een team aan reporters. En onze hoofdredacteur gaat mee met Figgie voor een tourreportage (net als vorig jaar met The Jerry Hormone Ego Trip), volg ons ook via Instagram deze week.

Agar Agar
Vrijdag 19 januari, Machinefabriek om 22:10
Een gelig goedje dat dient als bindmiddel voor gerechten, daarvan leidde het Franse duo Agar Agar zijn naam af. Zo smakeloos als die variant van maïzena is, zo smaakvol is de muziek van de studenten die elkaar ontmoetten op de Beaux Arts-academie in Parijs en hun eerste liedje schreven voor de bibliothecaris. Gehuld in mysterie gaan ze, en zo gek is dat niet. De meest roestige rookmachine begint immers op volle toeren te draaien van hun ietwat donkere doch dansbare disco-pop, die rechtstreeks uit de jaren tachtig lijkt te komen. Komt goed uit dat we toch al bezig waren de nodige nostalgie voor dat tijdperk te koesteren. (Dirk Baart)

 

Coals
Vrijdag 19 januari, Vrijdag om 20:00 uur 
Net zo koud als de stoeptegels van Groningen, is de muziek van Coals. Dit jonge duo van Polen heeft de trip naar ons land al eens gemaakt voor een aantal shows, tijdens ESNS moet het grotere publiek eraan gaan geloven. Katarzyna Kowalczyk en Lukasz Rozmyslowsk maken een bijzondere mix van klingelende ambient, dromerige folk en ongrijpbare elektronica. Vorige maand kwam debuutplaat Tamagotchi uit, een wonderbaarlijk mooie plaat die in Nederland uit wordt gebracht door de smaakmakers van Geertruida. (Ricardo Jupijn)

 

BAD SOUNDS
Vrijdag 19 januari, Machinefabriek om 23:20 uur
BAD SOUNDS had ook BAD MUSIC VIDEOS kunnen heten, want in de clips van de band schieten heerlijk foute beelden voorbij met effecten die zo slecht zijn dat je er spontaan van in de lach schiet. Maar de band uit Bath is zoveel meer dan dat! Met indie-dansvloer-vullers als Wages en Are You High heeft de band veel in haar mars om het hoog te gaan scoren op ESNS. Live was de band op The Great Escape nog best ‘pril’, maar verwacht een feestje in Groningen waarvan je baalt als je het gemist hebt. Aanrader voor fans van Beck en The Vaccines. (Jens Lendering)

 

Hater
Donderdag 18 januari, Huis de Beurs om 20:00
Met zo’n naam denk je direct aan boze metal of aan hardcore; van die rood aangelopen, schreeuwende mensen in wifebeaters. Niets in minder waar. Hater, uit het Zweedse Malmö, is verre van aggressief en zangeres Caroline Landahl verheft nergens echt haar stem. Haar heze, meeslepende zang is wel allesbepalend voor de dromerige indieliedjes van het gezelschap, dat pas twee jaar samen speelt. De uitstekende nummers op het afgelopen jaar verschenen You Tried bestaan uit zachtmoedige janglepop, ingetogen post-punk en een toefje shoegaze. (Bart Breman)

 

IAMDDB
Donderdag 18 januari, Platformtheater om 21:30
Voor degenen die een beetje thuis zijn in de nieuwere hiphop, is ze inmiddels geen onbekende naam meer. Sinds haar hit Shade kun je moeilijk om IAMDDB heen. And that’s a good thing. De 21-jarige Diana de Brito uit Manchester maakt wat ze zelf ‘urban jazz’ noemt, wisselend tussen zang en spraak op vloeiende trap en hiphop-beats. Ze doet soms denken aan Loyle Carner, maar dan wat minder zoet. Zwoel is ze zeker, maar dan wel gecombineerd met de iconische attitude zoals die van Princess Nokia. (Matthijs van Rumpt)

 

Giorgio Poi
Donderdag 18 januari, Praedinius Gymnasium om 20:45
Men noemt deze grappenmakker ook wel de Italiaanse Mac DeMarco of de Italiaanse Tame Impala en dat is niet zonder reden. Giorgio Poi is een sloeberige clown met een ongenadig oor voor dromerige arrangementen en prachtige melodieën. Poi is niet bang om in een augurkenregen voor een green screen-pizza te zingen over een verloren liefde. En al versta je eigenlijk geen snars van die jongen, dat charmante Italiaans in dat snerpende stemmetje weet toch altijd de illusie te wekken dat het ergens over gaat. (Bram Hilkens)

 

HMLTD
Donderdag 18 januari, Vera om 23:45 
HMLTD is het nieuwe zegekind van de Londense underground. De zes prettig gestoorde muzikanten mengen het bekende met het onbekende. Zie, HMLTD is niet je standaard gitaarrockbandje van de 21ste eeuw. De boys zijn gekleed in een combinatie van punk en glamrock die doet denken aan Bowie’s Ziggy Stardust en Brian Eno. Hebben de bandleden naast de leuke looks ook muzikaal wat te bieden? O, jazeker wel! HMLTD mixt de rammelrock af met epische elektronische beats en vliegt zo ook weer over in opzwepende glamrock. Deze excentrieke mix van muzikanten en muziek wil je niet misgelopen zijn. (Sil van de Logt)

 

Velvet Volume
Woensdag 17 januari, Huize Maas Main om 22:15 – 23:00
Velvet Volume klinkt misschien als iets wat je ziet staan op het waslabel van een pas gekocht kledingstuk, maar is een venijnig rocktrio bestaande uit drie Deense zussen. Debuutalbum Look Look Look! verscheen eind vorig jaar en laat een band horen die goed naar acts als Sleater-Kinney en Royal Blood geluisterd heeft, maar ook een uitstekend oor voor popmelodieën bezit. Neem bijvoorbeeld prijsnummer Fire, dat moeiteloos van snoeiharde riffs naar harmonieuze coupletten verschuift. Wat op plaat al fijn klinkt, gaat live vast nog veel fijner (en harder) zijn. Mis een van de allereerste shows buiten de eigen landgrenzen van deze zusjes dus niet. (Reinier van der Zouw)

 

Žen
Donderdag 18 januari, Huis De Beurs om 21:25
Elk jaar is Eurosonic Noorderslag een verzameling van het beste wat heel Europa te bieden heeft, maar ieder jaar opnieuw domineert het Engels de geluidsgolven. Mooie taal hoor, maar wie wil ontsnappen aan het steenkolengels van Spanjaarden of Slovenen is anno 2018 aan het juiste adres bij Žen. Precies, wij hebben ook geen idee hoe je de naam van dat Kroatische viertal uitspreekt. Wat we wél weten, is dat ze waarschijnlijk de beste shoegazeband van Zagreb zijn en dat ze wellicht de revival van reüniebands als Slowdive, My Bloody Valentine en RIDE voort kunnen trekken. Derde album Suncani Ijudi is uit sinds december en staat vol met ingewikkelde arrangementen, keiharde krautrock en gitaarriffs waar je wel psych- of post- voor kunt zetten, maar die je nooit volledig kunt vatten. (Dirk Baart)

 

HOLY
Woensdag 17 januari, Vera om 20:45
Je zou HOLY al een beetje kunnen kennen als je onze site een beetje in de smiezen houdt. De lange en spacey singles Heard Her en All These Worlds Are Yours gingen er al bijzonder goed in en op 26 januari komt het nieuwe album van HOLY uit via PNKSLM Recordings. Psychedelische rockliefhebbers van Tame Impala en Foxygen zijn bij Vera op woensdagavond aan het goede adres, want daar zal de band van Hannes Ferm uit Zweden gaan laten zien of ze het live ook waar kunnen maken. Zo ja, dan wordt het een mooi jaar voor de band. (Ricardo Jupijn)

 

Nana Adjoa
Vrijdag 19 januari, Huize Maas om 20:00 en Zaterdag 20 januari, Patio om 23:30
Al in 2014 maakte Nana Adjoa bescheiden naam door de finale van De Grote Prijs van Nederland te bereiken, maar eind vorig jaar bracht ze pas haar debuut-EP Down At The Root uit. Adjoa schreef jaren aan de zeer soepele combinatie tussen folk-, dream- en indiepop, maar de complexiteit van haar nummers lijkt slechts versiering voor wat het centrale punt blijft in haar muziek: het liedje. Als ze live net zo exact en meeslepend te werk gaat als op Down At The Root, belooft dit een heel mooi concert te worden. (Bram Hilkens)

 

Waltzburg
Zaterdag 20 januari, Noorderslag, Marathonzaal om 23:30
Waltzburg is dé band om te bezoeken als je net zoals ik nu al helemaal genoeg hebt van het gure depressieve winterweer. De frisse Nijmeegse indiepoppers laten de temperaturen in de zaal stijgen met hun energieke muziek. Na een hele rits Popronde-shows afgelopen jaar, is het tijd om het zonnige clipje van hun single So Long See Ya na te bootsen op Eurosonic/Noorderslag. Als je benieuwd bent naar een soepele mix tussen dreampop en garagerock, is Waltzburg zeker een band om in de gaten te houden dit jaar. (Guus Timmermans)

 

 

Aryan ‘Admiraal’ Oosterbroek is al jaren een vertrouwd gezicht tijdens ESNS. Als host van poppodium Vera maakt hij de dingen mee die als nietsvermoedende bezoeker aan je voorbij gaan. Voor The Daily Indie gunt hij ons een inkijk in zijn avonturen.

Muziek is muziek
Eerder deze week publiceerde het Dagblad van het Noorden een voortreffelijk interview met De Rooie Jager. Vrolijk echoën zijn woorden door mijn hoofd en ik dans stiekem door de koude straten. Per ongeluk trap ik op een hondje.

 

 

In Vera speelt Drangsal. “They put the ’t’ back in misery”, aldus de presentator. The Moonlandingz doet knettergek. Wanneer ik vraag naar hun wensen voor de aankondiging, wil de band vooral dat ik het publiek vraag om ketamine. Al snel blijkt dat niet meer nodig. J.C. Satan wil geen introductie, want ze zijn altijd bang dat presentatoren per ongeluk ‘J.C. Sunshine’ zeggen. Dat gebeurde namelijk eens. Toetsenist Dorian probeert me te tongen, maar hij is te lang.

De ramen van The Music and Tech Hideout zijn beslagen. De hand van Kate Winslet tekent een hartje op het raam en daardoor zie ik het feest binnen: The Broken Brass Ensemble hoempapaat I’ll Fly Away. Ik wil sterven van geluk, maar moet De Rooie Jager Roodshow nog aankondigen. Die is zich in de backstage al grondig aan ’t voorbereiden met mindfulnessoefeningen en het bespreken van Pek van Andels boekje Serendipiteit. (Wat overigens een enorme aanrader is.)

 

 

God houdt van de mensen in Klazienaveen. Dat weet ik van Meindert Talma. De Rooie Jager is daar het bewijs van. In dat leuke interview zegt De Rooie ook nog: “Wat voor andere mensen David Bowie is, is Henk Wijngaard voor mij.” Met die filosofische vlam in de pijp is het feest in Vera weergaloos.

Onderin De Spieghel draait en danst Hilversum 3. Boven vertel ik Jeroen en Lars dat ik, na vijf weken beheersing, weer sigaretjes heb gerookt. Ik schaam me en zij lachen me honend uit. Omdat ze nog moeten draaien met Singlefeestje besluit ik hun vingers niet te breken.

Laatste show van de vrijdag is van een zatte man op de fiets, zwalkend tussen vrachtwagens en taxi’s. Ik roep om een toegift; de dronkaard kotst vriendelijk mijn kant op.

Zaterdag
Op ESNS mis je altijd veel, maar net als bij de trein vergeet je dat vaak op voorhand. Ik mis de show van Willie Darktrousers. Gelukkig krijg ik wel eindelijk zijn prachtige stripalbum Wortels in handen, een bundel verbluffende tekeningen. Alvast mijn favoriete voorleesboek van dit jaar.

 

 

In de wandelgangen verneem ik dat Nachtburgemeesteres Oelinda vindt dat Eurosonic eigenlijk gratis moet worden. Goed idee. Meteen begin ik aan een briefje voor de dagburgemeester van Groningen om restaurantbezoek, OV en auto-onderdelen ook voor niets aan het volk te geven.

Wat vandaag alvast wél gratis is, is Jagersonic in Vera. “Ik heb muziek nooit gezien als genre of zo, muziek is muziek,” aldus De Rooie Jager, klankfilosoof en curator van dit kleurrijke feest.
Onder het mom van ‘even nieuwe bladmuziek aan het Metropole Orkest geven omdat de volgende band nog niet Di-rect kan beginnen’ start Danny Panadero de backing track in. Grapjes; ik hou ervan.

In een platenzaak blipt Rachel Green bassen die zwaarder zijn dan de laatste depressie van Kurt Cobain. Even later is de beurt aan Ramses 3000. Het geluid staat veel te hard, maar mijn oren gaan akkoord omdat het zo belachelijk goed is. Beiden volgend jaar graag een eigen set op Noorderslag.

 

 

In de Oosterpoort fladderen vlinders door het gebouw. Het worden er steeds meer. Ik volg ze, richting Binnenzaal. Daar speelt Kim Janssen. Beeldschoon. De oplettende bezoeker kan zien dat de band na twee liedjes langzaam opstijgt – tot enkele centimeters boven de planken. Of dat een eerbiedig gebaar van het podium is of komt door de grootsheid van Kim en zijn club blijft in het ongewisse.

Op slag vergeet ik wat schorseneren ook al weer zijn, wanneer Aafke Romeijn losgaat in de Bovenzaal. O, wat leuk is dit. De kostuums zijn bovendien zo geniaal dat Bas Kosters ze gemaakt zou kunnen hebben.

Later in diezelfde zaal ligt een flinke berg bovenkleding naast de ingang. Het voltallige publiek staat in ondergoed te bouncen. Het komt door Fata Boom. Ook ik werp mijn trui af en meng me in het gedruis. Voor me springt een man uit zijn rolstoel en op de grond zie ik alleen nog maar dansvloer.

Michelle David toont met haar Gospel Sessions overtuigend aan dat rock ’n roll-credo ‘Yeah’ simpelweg afstamt van ‘Hallelujah’. Wanneer het licht even dooft, zie ik boven ieders hoofd een heldere vlam branden.

 

 

Dat we allemaal een beetje moeten huilen omdat het bijna voorbij is, verhullen we door heel hard te dansen bij Koffie; zweet vermengt zich met oognat. Ik probeer de Afrikaanse wiskunde van de percussie bij te houden, maar raak gelukkig snel de tel kwijt.
Wat voor andere mensen de Dalai Lama is, is De Rooie Jager voor mij. Muziek is muziek. En wijsheid ligt in het oor van de luisteraar.
Een willekeurig aquarium

 

Door André Rozendaal en Bart Breman
Foto’s: Oscar Anjewierden

Met meer dan driehonderd bands in vier dagen tijd is Groningen dit lange weekend weer voor even het epicentrum van de Europese muziek. De 31ste editie van Eurosonic/Noorderslag is uitverkocht. In praktisch elk kroegje of zaaltje in het centrum van de stad is wel een band geprogrammeerd, die zich in de kijker van het grote publiek wil spelen. De woensdag is zo’n beetje een ‘opwarmdag’, waarop het speuren naar nieuwe muziek nog enigszins overzichtelijk is. Op de eerste avond zijn er ‘maar’ dertien podia open, waar in totaal 49 bands spelen.

In de voormalig jazzcafé De Spieghel wordt afgetrapt door de The Courettes, een Deens duo met gitaar, drums en sixties-georienteerde garageliedjes. Het duo heeft niet alleen de gitaarriffjes, maar ook de branie en de maniertjes van The Hives overgenomen. Hoogtepunt is de tongzoen die de twee uitwisselen tijdens het laatste nummer over – uiteraard – de liefde. Het is het soort gekte dat je even aan The Cramps doet denken, iets waar de garagepunkliedjes van de Denen natuurlijk ook al volop naar knipogen. Dat de muziek verder niet heel veel nieuws biedt mag de pret niet drukken. (BB)

Hoewel de shoegazerevival alweer over het hoogtepunt heen is, gaat een vijftal introverte Belgen genaamd Newmoon aan de haal met de muzikale erfenis van My Bloody Valentine en Slowdive. Zoals dat hoort bij shoegaze, staat het volume oorverdovend hoog. Het geeft de drie gitaristen de kans om indruk te maken met fraai verweven en melodieuze gitaarlijnen, vooral wanneer ze samen naar een climax toewerken. Volledig wegzweven op de dromerige klanken lukt echter niet, daarvoor blijft de zang te veel in het degelijke hangen. (AR)

Alleen al de soundcheck van Gli Sportivi uit Venetië is al een feest om naar te luisteren. In zangerig Italiaans worden de geluidstechnische zaken afgestemd. Als dat gedaan is, kan het duo muzikaal om zich heen schoppen. Bij de opgejaagde garageblues gaat het niet zozeer om het liedje maar om de groove. Je krijgt hamerende drums, gebroken ritmes en een overstuurde gitaar. Ook is er een zelfgebouwd slide-instrument, dat voor een extra bak herrie zorgt. Vooral in het begin is rommelig, maar hoe langer de twee spelen, des te meer krijgen ze het te pakken. Sterker nog, tegen einde is stomende bluespunk zo enorm meeslepend en overtuigend dat je er niet stil bij kunt blijven staan. (BB)

Dat het altijd harder kan, bewijst het zevental geschifte Finnen van Teksti-TV 666. De band speelt een combinatie van powerpop en bubblegumpunk, maar dan met vijf gitaristen en motorikdrums. Het gevolg is een verzengende maalstroom van repetitief gitaarlawaai, waarin liedjes met meezingrefreinen toch gewoon overeind blijven. Rock-‘n-roll-poses, flessen drank die van hand tot hand gaan en samenzang in het Fins verhogen de feestvreugde. Het geluid staat zo hard dat het wettelijk toegestane aantal decibellen meermaals overschreden wordt. De band weigert in te dammen en moet het concert op last van de organisatie halverwege afbreken. Dát is een uniek moment op Eurosonic. (AR)

Wat bedeesder gaat het er aan toe bij Exmagician uit Belfast. Het bier in Groningen smaakt een stuk beter dan thuis, vindt gitarist James Smith, en hij neemt een flink slok. De prop- en propvolle zaal kan er wel om lachen. De band speelt galmende britpop met de nodige sixties- en surf-invloeden. Op zijn best levert dat een paar catchy liedjes op, die leentjebuur spelen bij The Shins. Maar niet alles is even sterk, het is soms wat langdradig en liedjes kabbelen te makkelijk voort (BB).

Ook Beach Beach is nog geen hoogvlieger. De vier studentikoos ogende Spanjaarden spelen jangy gitaarpop zoals je die in de jaren 80 hoorde. Als ze even het gas intrappen doen ze wel wat aan Parquet Courts denken, maar hoe sympathiek het ook is, echt indruk maken doet het niet. Daarvoor zijn de liedjes te standaard, te onaf en te weinig onderscheidend. (BB)

Giunglia is een jonge muzikante uit Italië. Ze maakt electropop met disco- en waveinvloeden. Gewapend met gitaar en omringd door loop- en sample-apparatuur staat ze moederziel alleen op het podium. De bas staat te hard afgesteld en werkt al gauw op de zenuwen. Ze doet haar best met kekke danspasjes en de nummers zijn in aanzet best aardig. Toch is de quasi-sexy zang zeurderig en blijft het geheel vaak in muzikaal gekeutel hangen.

Ook solo op het podium zit Mario Batkovic. Hij groeide op in Bosnië waar hij accordeon leerde spelen. Nu is hij woonachtig in Zwitserland, waar hij zich ontwikkelde tot een veelzijdig componist. In de Der Aa-kerk, een oase van rust en experimentele muziek, tovert hij prachtige geluiden uit zijn instrument. Soms zwaar aangezet, soms lichtvoetig, maar altijd beeldend en onderhuids. Met fladderende melodielijnen doet het bij momenten denken aan de muziek van Philip Glass. De dynamiek in het spel maakt grote indruk. (AR)

Eind jaren zeventig stikt het in Engeland van de punk- en wavebands die maatschappelijk onbehagen in muziek omzetten, zoals The Fall en Gang of Four. Een stel snotapen uit Londen noemt zich Shame en de band neemt je op niet mis te verstane wijze mee terug naar die dagen. Zanger Steen overgiet zich met bier, kijkt verwilderd, hangt aan lichtbalken en schreeuwt alle frustraties van zich af. Vergezeld van dreinende zaaggitaarriffs en hamerdrums is elk nummer een adrenalineshot zonder weerga. Shame maakt muziek omdat het moet en veegt op rauwe wijze de vloer aan met alle bands van de woensdag.
(AR)

Goat Girl is een jonge band uit Engeland en speelt een soort van slackerpop met quasi-verveelde zang, waarin de jaren 90 weer tot leven komen. Een soort van PJ Harvey meets Pavement. Hoe leuk dat ook klinkt, live komt er niet helemaal uit. De vier dames spelen erg veel van hetzelfde en dat gaat wat vervelen. (BB)

Nee, dan Gurr uit Berlijn. Niet dat die nou iets nieuws doen, maar de liedjes zijn een heel stuk levendiger. De drie dames en heer klinken alsof The Bangles hebben besloten om garagerock te spelen. Je krijgt enthousiaste, zoetige popliedjes in een punkjasje, met af en toe een uitstapje naar de postpunk. Het viertal heeft de grootste lol en vooral de twee zingende en gitaarspelende frontvrouwen zijn blikvangers van jewelste. Hun afwisselende zang maakt het spannend en het gedreven spel doet de rest. Met een serie sprankelende popliedjes en een grote dosis plezier zorgt Gurr sowieso voor het vrolijkste, maar ook voor één van de beste optredens van de avond. (BB)

The Daily Indie laat niet zomaar een video of single in premières gaan, daarvoor moet een nummer toch wel de redactieleden direct hoog uit hun stoel laten springen. We kunnen je vertellen: dat is zeker het geval bij Passing Car van KIN.

De Groningse band wordt op een erg prettige manier beïnvloed doorbands als Warpaint, The Pixies, Portishead en Radiohead. Trippende post-rock met randjes triphop. Check hieronder de nieuwe single plus video en lees hieronder alle informatie over het nieuwe album dat in september verschijnt!

 

 

SLOWTV

Op 18 september brengt KIN haar tweede album ‘SLOWTV’ uit. Het album werd in vijf dagen opgenomen in de 6DB studio’s te Manchester. Dit is de opvolger van het debuut ‘Flickering’ uit 2012. Beide albums werden mede geproduceerd door Simon ‘Ding’ Archer (The Pixies / PJ Harvey). De band heeft in de tussentijd niet stil gezeten, want in 2013 was daar ook nog de EP ‘SOON’.

KIN was het soloproject van Kim R. Foster, die van Engeland naar Nederland verhuisde. Eenmaal hier verzamelde Foster een band om zich heen met o.a. leden van Vox Von Braun en The Swains. Muzikaal is KIN niet makkelijk te categoriseren; de dominante rol van de bas in veel nummers doet denken aan het Britse wavegeluid, maar de band schrikt ook niet terug voor lange hypnotische, bijna minimalachtige passages of een atonale gitaareruptie.

De band speelde al op festivals als Eurosonic, Noorderzon en Incubate. Ook was de band te gast bij BBC6 MUSIC, verscheen op de lokale Britse TV en verzorgde KIN het voorprogramma van Britse rockband The Fall.

Op 18 september is de albumpresentatie van ‘SLOWTV’ in Vera, Groningen. Ook is KIN geselecteerd voor de POPronde 2015.

Deze week staat weer compleet in het teken van Eurosonic/Noorderslag, het showcasefestival in Groningen waar binnen- en buitenlandse bands een prachtige kans krijgen om zich te tonen aan nieuw publiek en de bobo’s van de muziekindustrie. Omdat er zo ongelooflijk veel bands geprogrammeerd staan in het Noorden, hebben wij alvast wat krenten uit de pap gehaald voor Noorderslag, dat qua diversiteit en kwaliteit  met gemak de buitenlandse line-up van Eurosonic evenaart dit jaar.

Tekst Ricardo Jupijn, Robin van Essel, Wessel van Hulssen, Rob Verkerk en Teun Guichelaar

The Indien
Deze band kwamen we voor de eerste keer tegen toen we aan naar toffe bandjes aan het zoeken waren tijdens de Popronde van 2014. De gruizige en melodieuze muziek van The Indien doet op een heel lekkere manier denken aan Tame Impala. Laid back grooved de band zich een weg door een heerlijk psychedelisch bos dat we in Nederland nog niet zo kende. Doe jezelf een plezier en ga iets over negenen naar de Marathonzaal om jezelf eens heerlijk te verliezen in Neerlands finest psych. RJ

Restaurant, Marathonzaal – 21:15 tot 21:45

 

Sväva
Het dromerige en zweverige in Sväva klinkt als een schot voor open doel, maar als je goed naar de songs van het Friese viertal luistert hoor je al snel dat er veel meer in deze muziek zit dan de beschrijving doet vermoeden. Debuut EP ‘We Have Just The Life You Want’, die de band bij de start van de Popronde presenteerde, staat vol met ijzersterke songs. De zorgvuldig toegevoegde lagen laten de geweldige songs leven als geen ander. Met name single Flown is er een om in te lijsten. Eentje om over jaren nog steeds te beschouwen als een voorbeeld van hoe het nou écht moet! WvH

Benedenzaal, Kelder – 21:15 tot 21:45

 

The Black Cult
Oh boy, The Black Cult op Noorderslag, dat wordt lekker! De garagekoningen van Groningen spelen een keiharde thuiswedstrijd 17 januari in de Oosterpoort die je zeker niet wilt missen. Een tijdje geleden doken we al met de band de donkere kelder van Vera Groningen in en speelden ze voor onze camera’s een heerlijk vlammende versie van All I Know, dat op hun kekke debuut-EP ‘I Don’t Want It’ is te vinden. Dan weet je al een beetje wat voor rauwe energie je kunt verwachten. RJ

Bovenzaal – 21:45 tot 22:15

 

Nouveau Vélo
Eind september verscheen zonder twijfel een van de beste, dan wel niet dé beste Nederlandse plaat van het jaar. Nouveau Vélo was na jaren live spelen en verschillende EP’s compleet gerijpt voor hun debuut. De band dook met al hun opgedane ervaringen de studio in en bracht zonder poespas maar met een portie Brabantse nuchterheid een sprankelend pareltje uit. De jangly indiepoppers konden dan ook zeker niet uitblijven op Noorderslag en dit zou dan ook meteen wel eens een hoogtepunt van de avond kunnen gaan worden. Om 22:15 in de Kelder, dus! You’re welcome! RJ

Benedenzaal, Kelder – 22:15 tot 22:45

 

Orange Skyline
Tijdens de jaren negentig was, naast de muziek, de onuitstaanbare arrogantie van de adepten van de Britpop reden om deze bands te adoreren of hartgrondig te haten. Hetzelfde gold voor de revival halverwege vorig decennium en inmiddels kunnen we wel stellen dat Cool Britannia wederom aan de vooravond staat van een bijzonder productieve periode, met bands als The Strypes, Superfood, Peace en Catfish And The Bottlemen. In Nederland wordt deze stroming het best vertegenwoordigd door de vier piepjonge, strakbepakte gasten van Orange Skyline, inclusief onmiskenbaar Britse cockiness op het podium. Tijdens de Popronde liet de al band zien geen moeite te hebben met zalen van een mannetje of driehonderd, dus thuiswedstrijd Noorderslag wordt voor deze Groningers gewoon keihard losgaan. RvE

Entreehal – 22:45 tot 23:30

 

The Afterveins
Vorig jaar stond The Afterveins nog op Altersonic, dit jaar mogen de Rotterdammers meedoen voor het echie, en terecht. Begin 2014 was daar ‘ineens’ de indrukwekkende, gelijknamige debuutplaat, zo uit het niets dat hij zelfs de muziekliefhebbers in de Maasstad zelf verraste. De geweldige, aan The Velvet Underground en The Feelies schatplichtige trip langs indierock, new wave, folk en psychedelica waarop de band je meeneemt op die plaat, doet drie oude zielen vermoeden, maar dit idee ontkrachten de intense liveshows des te meer. Vandaar dat het dit jaar erg rap ging met The Afterveins. In maart verwachten we het nieuwe album, op Noorderslag presenteert de band alvast de nieuwe single Wet, die op cassette in een oplage van 150 stuks gratis wordt weggeven. Zorgen dat je vooraan staat, dus. RvE

Benedenzaal, Kelder – 23:30 tot 0:00

 

PAUW
En plotseling verschijnt daar weer een nieuwe briljantje in de juwelencollectie van de nederpop: PAUW. Deze drie vrienden speelden al veelbelovend de Popronde van 2014 plat met psychedelische en experimentele sixtiesrock van hun debuut-EP ‘Pauw’. PAUW is de droomvogel die je met een kleurrijke verscheidenheid aan dartelende fluittonen en oosterse geluiden, gemengd met een flinke dot psych, even losmaakt van de koude modder en motregen thuis. Het drietal bewijst hier dat je gewoon vanuit een oude schuur op het platteland in het oosten van ons kleine kikkerlandje alle hoeken van de wereld kunt aftasten met een internationaal klinkend en betoverend geluid als gevolg. Dit missen is dan ook zeker geen optie! TG

Restaurant, Marathonzaal – 0:15 tot 1:00 uur

 

Sue The Night
Suus de Groot is de frontvrouw van een ware Nederlandse all-star band. Met onder andere leden van Bombay, Cheaters en A Polaroid View in haar band is 2015 het jaar waarin heel veel spijkers op hun kop geslagen gaan worden. De eerste twee singles die voor het album uit gestuurd zijn laten een tikje rammelend maar vooral heel breed geluid horen. Er zit energie in, alle elementen vullen elkaar perfect aan, het leeft! En als deze muziek live uitgevoerd wordt door bovengenoemde band, kan dat alleen maar een hoogtepunt opleveren in de Oosterpoort. WvH

Entreehal – 0:15 tot 1:00

 

BEA
Het is een paar maanden geleden sinds BEA de Engelse muziekblogs en pers kortstondig beheerste. Single Breadwinner, geproduceerd door Tim ‘Benny Sings’ van Berkestijn, knalde ineens door talloze Engelse laptopspeakertjes en koptelefoons. Het buitenland was daarmee eerder gecharmeerd van de Amsterdamse dan wij Hollanders. Met haar dromerige vocalen op haar EP, vult BEA vijf heerlijke tracks die stuk voor stuk onze luistertip meer dan waard zijn. Afgelopen november gaf de mysterieuze muzikante, die geen interviews doet, gastenlijstplekken weg voor de officiële releaseparty van haar EP ‘Good Thinking’ in de Kleine Zaal van Paradiso. Aan het enthousiasme van die avond is goed af te lezen dat ze wat grotere zalen binnen no-time ook zonder gastenlijst weet te vullen. Helemaal met een goede Noorderslag performance in de rug! RV
Benedenzaal, Kelder – 0:15 tot 0:45

Uit het niets staart een dromerige, blonde halfgod ons aan vanaf de hoes van zijn ‘Dreamzone’ EP. Het blijkt ene Jaakko Eino Kalevi te zijn, een multi-instrumentalist die in in Helsinki al een heuse cult-figuur aan het worden is. Hoog tijd voor een goed gesprek met deze open en vrolijke Fin.

Waar kom je eigenlijk zo ineens vandaan? Plots was je daar!
“Ha ha, ik weet het niet man. Ik denk vooral de publiciteit die ik krijg door bij een label als Domino te tekenen, dat scheelt een hoop.”

Hoe bevalt Nederland als je in ons landje bent?
“Best wel goed eigenlijk. Het is in Finland natuurlijk nogal vaak ijskoud. Daar bereid je je ook op voor als Fin, dus die weersomstandigheden van hier kan ik prima hebben.”

Hoe is die scene daar in Helsinki?
“Die is wel OK, er is best wel veel te doen en er zijn veel kleine labeltjes. Ik heb er zelf ook één, en de drummer heeft er eentje, ha ha. Maar je hebt toch wel een wat groter label of een partij uit het buitenland nodig om een stap richting het buitenland te maken. Andere landen als Zweden en Denemarken lijken wat meer van exporteren te houden, ha ha. Er zijn veel muzikanten die wel willen toeren in het buitenland en zo, maar ze weten gewoon niet hoe ze dat van de grond moeten krijgen. Finland is vrij geïsoleerd wat dat betreft.”

Hoe heb jij dat gedaan dan?
“Door in het begin vooral alles zelf op te zetten. Gewoon door Europa heen te rijden, mensen te bellen en kijken of je shows kunt regelen. Sinds een paar maanden heb ik gelukkig wel een boeker.”

Naar wat voor muziek luister je?
“Ik heb toevallig net nog een paar platen gekocht. Wil je weten welke?”

Nu wel, ja!
“Euhm, eentje van Destiny’s Child.”


“Ha ha, ik weet het. Cool, toch? En nog eentje van Kate Bush en een plaat van Tweet, een R&B-zanger die geproduceerd is door Timbaland.”

Zou jij niet eens samen moeten werken met Timbaland?
“Ja, echt wel! Ik luisterde vroeger, ik had zo’n fase, best wel veel naar zijn muziek. Ja, dat lijkt me wel cool.”

Hoe maak jij zelf muziek?
“Ik kan overal inspiratie uit halen. Vaak hoor ik heel zachtjes door de muur wat muziek uit een ander appartement, en daar een nummer al beginnen. Als ik ideeën heb, ga ik naar mijn eigen studiootje en daar begin ik altijd met de drums. Vervolgens blijf ik daar  dan lagen opzetten.”

Wanneer is een nummer klaar voor jou?
“Wanneer ik er niks meer aan kan doen!”

Vind je het prettig om in je eentje te werken? 
“Zeker. Ik vind het wel lastig om met anderen aan muziek te werken, want als er meerdere opinies zijn over iets, dan vind ik het moeilijk om met goede argumenten te komen waarom mijn voorstel beter of toffer zou zijn. Dus dit werkt het beste voor mij.”

Je hebt nu eerste een EP uitgebracht, is dat bedoeld als een soort van teaser/introductie?
“Ja, zo moet je het wel zien. It’s me: Jaakko!”

Wat vind je het tofst aan je laatste EP?
(lange stilte…) “De albumhoes is wel erg mooi geworden… Ha ha.”

Wat zijn de plannen voor 2014?
“Het belangrijkste voor nu is om de plaat af te maken, en daar ben ik al best wel ver mee stiekem!”

royal-blood-2

 

De beste rockband van Eurosonic 2014 is alweer toe aan zijn derde single. En met Come On Over levert het Britse Royal Blood opnieuw, alsof het niets is, een ijzersterke song af.

 

Al het goede van harde rock ineen
Kleine flashback naar Eurosonic 2014: Royal Blood opent hun set met Hole en zet daarmee iedereen meteen op scherp. Mike Kerr en Ben Thatcher spelen strakker dan alle bands die avond bij elkaar. Tweede song van de avond was de nu tot single gebombardeerde Come On Over, en ik kan me nog goed herinneren dat ik tijdens deze song hardop in mezelf dacht: “Fuck, wat is deze band goed!”

 

Natuurlijk is zo’n gedachte volledig subjectief, maar het is vaak wel een teken dat de act in kwestie niet een typisch dertien in een dozijn-geval is. En dat terwijl Royal Blood op papier verre van origineel is. Gooi The White Stripes en Nirvana in de mix, voeg de machinale strakheid van Queens Of The Stone Age aan toe en je hebt een vrij duidelijke beschrijving wat Royal Blood is. Dat zowel de bass als de leidende gitaarpartij simultaan door dezelfde persoon gespeeld worden (misschien wel hét wapen van de band) komt in Come On Over beter dan op eerdere songs naar voren. Na al die singles is het nu hopen dat het album er snel aan komt.

 

 

 

JAAKKO website

 

 

Uit het niets staart een dromerige, blonde halfgod ons aan vanaf de hoes van zijn ‘Dreamzone’ EP. Het blijkt ene Jaakko Eino Kalevi te zijn, een multi-instrumentalist die in in Helsinki al een heuse cult-figuur aan het worden is. Hoog tijd voor een goed gesprek met deze open en vrolijke Fin.

 

Waar kom je eigenlijk zo ineens vandaan Jaakko?

“Ha ha, ik weet het niet man. Ik denk vooral de publiciteit die ik krijg door bij een label als Domino te tekenen, dat scheelt een hoop.”

 

Hoe bevalt het om nu in Nederland te zijn?

“Best wel goed eigenlijk. Het sneeuwde van de week nogal in Finland en het was ijskoud. Daar bereid je je ook op voor als Fin, dus die omstandigheden van hier kan ik wel hebben.”

 

Hoe is die scene daar in Helsinki?

“Die is wel OK, er is best wel veel te doen en er zijn veel kleine labeltjes. Ik heb er zelf ook één, en de drummer heeft er eentje, ha ha. Maar je hebt toch wel een wat groter label of een partij uit het buitenland nodig om een stap richting het buiteland te maken. Andere landen als Zweden en Denemarken lijken wat meer van exporteren te houden, ha ha. Er zijn veel muzikanten die wel willen toeren in het buitenland en zo, maar ze weten gewoon niet hoe ze dat van de grond moeten krijgen. Finland is vrij geïsoleerd wat dat betreft.”

 

Hoe heb jij dat gedaan dan?

“Door in het begin vooral alles zelf op te zetten. Gewoon door Europa heen te rijden, mensen te bellen en kijken of je shows kunt regelen. Sinds een paar maanden heb ik gelukkig wel een boeker.”

 

Naar wat voor muziek luister je?

“Ik heb toevallig net nog een paar platen gekocht. Wil je weten welke?”

 

Nu wel, ja.

“Euhm, eentje van Destiny’s Child.”

 

“Ha ha, ik weet het. Cool, toch? En nog eentje van Kate Bush en een plaat van Tweet, een R&B-zanger die geproduceerd is door Timbaland.”

 

Zou jij niet eens samen moeten werken met Timbaland?

“Ja, echt wel! Ik luisterde vroeger, ik had zo’n fase, best wel veel naar zijn muziek. Ja, dat lijkt me wel cool.”

 

 

 

 

Hoe maak jij zelf muziek?

“Ik kan overal inspiratie uit halen. Vaak hoor ik heel zachtjes door de muur wat muziek uit een ander appartement, en daar een nummer al beginnen. Als ik ideeën heb, ga ik naar mijn eigen studiootje en daar begin ik altijd met de drums. Vervolgens blijf ik daar  dan lagen opzetten.”

 

Wanneer is een nummer klaar voor jou?

“Wanneer ik er niks meer aan kan doen!”

 

Vind je het prettig om in je eentje te werken? 

“Zeker. Ik vind het wel lastig om samen aan muziek te werken, want als er meerdere opinies zijn over iets, dan vind ik het lastig om met goede argumenten te komen waarom mijn voorstel beter of toffer zou zijn. Dus dit werkt het beste voor mij.”

 

Je hebt nu eerste een EP uitgebracht, is dat bedoeld als een soort van teaser/introductie?

“Ja, zo moet je het wel zien. It’s me. Jaakko!”

 

Wat vind je het tofst aan je laatste EP?

(lange stilte…) “De albumhoes is wel erg mooi geworden… Ha ha.”

 

Wat zijn de plannen voor 2014?

“Het belangrijkste voor nu is om de plaat af te maken, en die is al best wel ver. So see you soon!”

 

 

 

Jaakko’s ‘Dreamzone’ EP is nu te koop en wordt uitgegeven via Domino Records. Binnenkort is hij weer in het land voor een show op het Valkhof Festival (12 t/m 18 juli) en Best Kept Secret (20/06).