We schreven in 2017 al over De Basis, toen net bekend werd gemaakt dat het voormalige pand van Nijmeegse poppodium Doornroosje een muzikale broedplaats zou worden. In 2018 bleef het behoorlijk stil rond het project. We horen een hoop geruchten, maar niemand lijkt echt te weten wat nou precies de bedoeling is, terwijl het pand volgend jaar open zou moeten. Een perfect moment om eens duidelijkheid te scheppen, dus. We spraken met initiatiefnemers Tim van Delft en Peter Onstein, over het initiatief, subsidie, vriendjespolitiek, en de andere verhalen die zich de ronde doen.

Tekst Valerie van Hazendonk
Foto’s Lisa Maatjens

Van Joy Division tot Radiohead, Nick Cave, en Daft Punk: het oude Doornroosje heeft vele grote namen gezien. Het begon allemaal ooit met een lokaal groepje hippies dat op zoek was naar een plek waar jongeren samen konden komen en waar er alle vrijheid was voor muzikale ontwikkelingen. In 1970 opende het Kreatief Aktiviteiten Sentrum, wat al snel bekend werd als Doornroosje. Na veertig jaar trouwe dienst verhuisde Doornroosje in 2014 naar een nieuw pand nabij het station, waarna onder andere De Staat intrek nam in het oude gebouw.

Toen was daar in 2017 opeens ‘De Basis’, een initiatief om het oude gebouw om te toveren in een muzikale broedplaats, waar ambitieuze muzikanten alle middelen tot beschikking zouden hebben om hun muziek naar een hoger, professioneel level te tillen. Maar wat houdt dat nou precies in? Het gonst van de geruchten. Dus we voelden de initiatiefnemers aan de tand over wat De Basis straks nu echt gaat worden.

Gerucht 1: De Basis wordt een poppodium
“We willen muzikanten het perfecte platform bieden”, zegt Tim van Delft, een van de initiatiefnemers en tevens drummer van De Staat. “Dat betekent hoogwaardige oefenruimtes, opnamestudio’s, een gastenverblijf, een café om samen wat te drinken, een plek om je busje te stallen, noem maar op. Maar het blijft niet alleen bij de muzikant zelf. Ook moet er ruimte komen voor boekers, management en andere bedrijven. Er zijn in Nijmegen superveel toffe initiatieven zoals Popronde, Popsport, en allerlei festivals. Die zouden we ook een plek willen bieden. Je krijgt dan een werkruimte die aan alle voorwaarden van een kantoor voldoet, maar zich bevindt midden in waar het gebeurt. Dat zorgt er ook voor dat het lijntje voormuzikanten superkort is. Ze kunnen letterlijk even naar boven lopen om iemand te zoeken om mee samen te werken of advies te vragen.”

Het is de bedoeling dat De Basis een genre-overschrijdende plek gaat worden. Men focust zich op popmuziek, maar: “Dat moet je zien van dance naar hiphop, en van hiphop naar rock, heavy metal, singer-songwriters, en van alles daar tussenin”, zegt tweede initiatienemer en zelfstandig festivalmanager Peter Onstein. Kortom, De Basis streeft naar diversiteit. Juist dat ziet men als de kracht van het plan: “We geloven in die breedte, en dan gaat het ook om muzikanten die startend zijn, die in ontwikkeling zijn, en diegenen die het al voor een deel bereikt hebben. Juist die kruisbestuiving van verschillende niveaus door elkaar heen maakt het interessant.”

Grote feesten zoals die van voor 2014 zul je niet meer gaan zien in het oude Doornroosje. Dit was echter ook een voorwaarde voor de aankoop van het pand vanuit de gemeente. “Doornroosje heeft hier natuurlijk een lange tijd gezeten, dat was een bepaalde belasting voor de buurt”, zegt Onstein. “Uiteindelijk is het daarom dat we geen grote activiteiten gaan organiseren, maar we hebben er ook de ruimte niet voor. Alle grote ruimtes die er zijn in het pand worden omgebouwd tot werkruimtes voor muzikanten en ondernemers.” Het grote publiek zal dus niet meer direct meer iets te zoeken hebben in Doornroosje. Dit betekent echter niet dat muzikanten van buitenaf het als verboden terrein moeten zien. Naast vaste ruimtes met vaste huurders, wil De Basis namelijk met enkele flexibele werkruimtes, meerdere opnamestudio’s, en een gastenverblijf het ook aantrekkelijk maken voor reizende muzikanten om eens langs te komen en werk te verrichten. Het doel is dan ook om stadoverschrijdend te werk te gaan.

Gerucht 2: De Basis wordt een kille, klinische plek
Het pand aan de Groenewoudseweg ligt er dezer dagen uitgewoond bij. Overal zitten kieren en gaten. Dingen lekken, kraken, en het dak begint het op te geven. Om een volwaardig muziekcentrum te realiseren, moet er een hoop gebeuren. Op de website van De Basis staan impressies van hoe het er allemaal uit gaat zien. Het pand nu is karakteristiek. Weliswaar doorleefd, maar de oude gigposters op de bontgekleurde muren hebben toch een soort nostalgische charme. Het gerenoveerde pand lijkt daar weinig rekening mee te houden. Ze gaan voor wit en strak, zoals je nu eigenlijk bij elk bedrijf wel ziet. Of er dan iets overblijft van de geschiedenis van het pand?

“Het zal binnen gewoon een opfrisbeurt krijgen”, zegt Onstein. “Sommige plekken moeten representatief zijn. Als een ondernemer klanten of relaties moet ontvangen, vraagt dat om iets anders dan een oefenruimte die er gewoon rock-‘n-roll uit moet zien. Dus dat wordt een balans. Maar we proberen de elementen die kenmerkend zijn voor het pand en de bijbehorende geschiedenis gewoon te behouden. Die posters blijven natuurlijk gewoon hangen.”Ook de kenmerkende graffiti aan de buitenkant van het pand blijft.

Gerucht 3: De Basis wordt gefinancierd uit subsidie
Wie gaat er voor de kosten opdraaien? Veel mensen denken dat de veelbesproken miljoen euro subsidie die De Staat in 2016 kreeg in De Basis wordt gestoken, maar niets is minder waar. Het streven is om het project particulier te financieren, vertelt Onstein. “We hebben heel bewust de keuze gemaakt om het zonder subsidie te doen. En dat kan straks ook. We hebben een exploitatieplan op basis van verhuur van ruimtes waarmee we onze vaste kosten kunnen dekken. Subsidie betekent dan ook dat wanneer je die binnen gaat halen er weer nieuwe eisen aan je worden gesteld en dat je je moet gaan verantwoorden. Dat is niet per se heel erg, maar een bepaalde mate van autonomie in onze werkwijze willen we graag behouden. Maar eerst moet er natuurlijk een grote investering gedaan worden voor de aankoop en renovatie van het pand. Daar is ook veel geld voor nodig. We gaan met de gemeente in overleg om te kijken of zij bereid is om iets van de koopsom af te halen. Dat is natuurlijk ook een soort verkapte subsidie, als dat überhaupt al lukt.”

De poging om zonder subsidie te opereren, komt ook voort uit de wil een voorbeeld te zijn voor muzikanten. Ze willen ondernemerschap laten zien en dat overbrengen en dan kun je, volgens Onstein ‘zelf ook niet aan het infuus zitten van de gemeente’. Wel staat hij er voor open: “Stel je voor dat wij straks draaien, en we komen er na een paar jaar achter dat het toch heel lastig blijkt om onze exploitatie zoals wij die bedacht hebben omhoog te houden, en subsidie zou dan een oplossing zijn om de laatste tekorten te kunnen dekken, dan lopen we daar natuurlijk niet voor weg.”

Het geld voor de aankoop en renovatie van Doornroosje probeert men bij elkaar te krijgen door de verkoop van ‘certificaten’, die beginnen bij 250 euro. Aan die certificaten hangen bepaalde voordelen, zoals toegang tot het café, je naam op de ‘Wall of Fame’ en eventueel wat rendement. Hoe meer certificaten men aanschaft, hoe uitgebreider de voordelen worden. Al snel leefde het idee dat het aanschaffen van zo’n certificaat je als muzikant meer kans zou geven op een plek in De Basis. Nu is 250 euro niet iets wat de meeste bands zomaar op kunnen hoesten. Maar Onstein is er duidelijk over: “Zo’n certificaat is geen voorwaarde voor of je straks hier kan gaan werken of niet.”

Gerucht 4: De Basis is alleen toegankelijk voor de vrienden van De Staat
Wat brengt je dan wel dichterbij een plek in De Basis? Velen spraken al snel over vriendjespolitiek. Het zou de speeltuin van De Staat gaan worden, waar er enkel plek is voor vrienden van de band. Maar De Staat lijkt een minder grote rol in De Basis te spelen dan er nu vaak wordt gedacht, zegt Van Delft: “Wij zijn een bekendere band. Dan word je automatisch een beetje het boegbeeld. Deels is dat ook goed, want dan kan je ook iets aan de man brengen. Maar de groep mensen die hier echt hard mee bezig is, is een groep van twintig man.”

Die twintig man zijn mensen uit de muziek, maar ook mensen met een heel andere achtergrond. Een gedeelde liefde voor muziek en geloof in het project is wat de groep samen heeft gebracht. Die groep gaat ook samen nadenken over hoe er uiteindelijk bepaald wordt wie er een plek krijgt in De Basis, maar in grote lijnen is er al een plan. “Het komt neer op een soort commissie van een paar mensen die kennis hebben van muziek”, legt Van Delft uit. “Die kijkt naar wat je met bijvoorbeeld je band van plan bent en of je ambitieus genoeg bent. We willen gewoon graag dat iedereen echt zin heeft om ervoor te gaan. Het moet niet een of andere Idols-jury worden, denk niet dat wanneer je er nog twee stapjes onder zit je niet ook hierheen moet komen. We zoeken niet naar muzikanten met een succesformule. Ik bedoel, dat is ook goed. Maar als je gewoon heel rare muziek maakt, maar je bent daar wel super serieus mee bezig, dan moet je ook zeker hierheen komen. Talent is zoiets breeds en dat is juist het vette aan muziek.”

In hoeverre De Basis zich straks daadwerkelijk in gaat laten met de wat meer obscure muzikanten, valt op dit moment nog niet te zeggen. Maar met een sterke focus op diversiteit en een toeziende commissie, lijkt men in ieder geval op zijn hoede te zijn. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat er straks maar één hetzelfde geluid uit De Basis komt. Wel duidelijk is dat de ambitie hoog moet blijven onder zowel de muzikanten als ondernemers. Daarom wil de organisatie de doorstroom op gang houden, zonder de huurders onrustig te maken.

“We willen wel bestendigheid en continuïteit bieden”, zegt Onstein. “Een band mag ook een jaar lang in een dip zitten bijvoorbeeld, maar het moet wel dynamisch blijven. Er zal uiteindelijk wel een soort wisselwerking moeten gaan ontstaan tussen de andere oefenruimtes en faciliteiten in de stad. Zodat we uiteindelijk ondanks de beperkte ruimte toch zoveel mogelijk muzikanten en ondernemers kunnen bedienen. Als alle ruimtes gevuld worden met huurders die de deur achter zich dichttrekken en daar vervolgens tien jaar blijven zitten, zou het wel een heel gesloten bolwerk worden. Het is aan ons om ervoor te waken dat dat juist niet gaat gebeuren.”

Gerucht 5: De Basis wordt onbetaalbaar voor muzikanten
Natuurlijk moeten die huurders straks ook gewoon betalen voor hun plek in De Basis. Omdat het nieuwe, fatsoenlijke ruimtes moeten worden met daarnaast een hoop voorzieningen, werd er al snel gesproken over absurde prijzen. Het zou onbetaalbaar worden voor het gros van de muzikanten, waardoor De Basis alsnog een onbereikbare ivoren toren zou worden.

Maar dat wil men zien te voorkomen, zegt Onstein: “De huur van de oefenruimtes liggen per dagdeel in de lijn van de prijs die je ook betaalt bij andere oefenruimtes in Nijmegen. Vaste eigen ruimtes zijn natuurlijk wat duurder, want die verhuren we per maand. De grootste en duurste ruimtes worden vooral voor bedrijven. Maar daar hebben we ook het streven om onder marktprijzen te blijven, omdat we juist iets willen bieden waar ook start-ups en de muziekscene een plek kunnen vinden.”

Conclusie: hoop voor de toekomst?
De Nijmeegse muziekscene, met ooit zo’n toonaangevende rol in de Nederlandse underground, lijkt al jaren in te dutten. Naast bekende namen als De Staat zul je shows van middelgrote en kleine acts maar weinig tegenkomen. Daar voor moet je al snel richting de Randstad.

De Basis zou daarom veel kunnen betekenen voor de stad, omdat het een brug slaat tussen het gat dat er nu is tussen kleine oefenruimtes en Doornroosje. Het zou het de Nijmeegse scene misschien opnieuw leven in kunnen blazen. De focus op nieuw talent wordt groter, wat kan zorgen voor een drive die muzikanten motiveert om ambitieus te werk te gaan, en er komt meer gelegenheid voor kleine gigs. Talent loopt er meer dan genoeg, maar er is momenteel bijna geen podium voor beginnende muzikanten. Doornroosje is te groot, Merleyn is vaak niet geïnteresseerd, De Onderbroek is alleen voor hardere genres en in Extrapool gebeurt niet altijd even veel. Dit is overigens niet alleen een probleem in Nijmegen, maar ook in andere middelgrote steden.

Mocht het allemaal goed uitpakken, kan De Basis een voorbeeld worden van een manier om muzikanten te motiveren, meer kansen te creëren, en de muziek onder de aandacht te brengen van het publiek. Tijd dat de underground van Nijmegen weer eens tot bloei komt!


Je had het waarschijnlijk wel meegekregen: De Staat nam vorig jaar met de veelbesproken zak subsidie het initiatief om het oude pand van poppodium Doornroosje in Nijmegen om te bouwen tot een muzikale broedplaats. Deze nieuwe culturele onderneming gaat De Basis heten en moet in 2019 klaar zijn.

Foto’s Lisa Maatjens

Het is de bedoeling dat De Basis een plek wordt waar muzikaal talent zich verder kan ontwikkelen. Het pand krijgt repetitieruimtes, studio’s, een café, boekingskantoor en een gastenverblijf. Daarnaast biedt het een werkplek aan muziekprofessionals zoals producers, technici, boekers, managers en labels. Van het schrijfproces tot het uitbrengen van een album: alles moet bij De Basis op één plek bij elkaar komen.

Mooi nieuws natuurlijk, en nog beter is dat het iconische gebouw aan de Groenewoudseweg, dat aanvankelijk gesloopt zou worden, een tweede leven krijgt. Onze fotografe Lisa Maatjens legt de komende maanden de transformatie van De Basis vast. Om het mooie verleden van een van onze favoriete podia van Nederland, hebben we alvast een fotoserie voor je die het rauwe randje van de oude Doornroosje mooi illustreert.

Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rond De Basis? Check de website en Facebookpagina van het nieuwe project.