Terwijl de wijken van New York worden schoongeveegd voor de opkomende yup, staan de jongens van WIVES spreekwoordelijk op straat tegen de muur te pissen. Met hun debuutalbum So Removed brengt de band weer wat vuiligheid naar New York. Een muzikale herbeleving van de legendarische underground uit de jaren zeventig, gemixt met een goede dosis grunge: vies, donker, scheurend en koppig.

Deze week kwam ik in het Stedelijk Museum een fotoboek tegen met beelden uit Andy Warhols Factory. Zwart-wit-foto’s van kunstenaars, optredens van The Velvet Underground en wilde feesten met helverlichte, verdwaalde koppen voor de cameraflitser. Tijden in New York die zowel gekenmerkt werden door geweld op straat, drugscrises, verdeeldheid en ongelijkheid, als door een bloeiende underground scene, artistieke vooruitgang en hedonistische hoogtepunten. Uit een vergelijkbare wereld vloeit het debuutalbum van de jonge band WIVES voort, waarmee we deze zomer via de single Waving Past Nirvana voor het eerst kennismaakten.

De vierkoppige band komt uit Brooklyn, een stadsdeel van New York City dat, net als zo veel steden in de wereld, te maken heeft met kapitalisme, gentrificatie en vertrutting. WIVES stoeit hiermee op So Removed. Onder de hoede van het platenlabel City Slang (onder andere bekend van White Denim, Calexico en Jessica Pratt) schrijft de band over de dagelijkse vervreemding van de maatschappij en de angsten die daarbij komen kijken: een onderwerp dat je niet in de koude kleren gaat zitten. Desondanks is So Removed geen depressieve plaat die je veilig onder dekens wilt luisteren. De pulserende bas in Waving Past Nirvana spoort je als luisteraar aan om al dansend je problemen te vergeten, zoals ook in de bijbehorende clip duidelijk te zien is: een tienerchick die in haar rommelige stinkappartement net zo hard los staat te gaan als in de nachtelijke club. Het doet mij denken aan de rebellerende drive achter de muziek van bands als The Pixies en Sonic Youth: de behoefte om je middelvinger op te steken naar alle burgerlijkheid, je eigen pad in te slaan en zoveel mogelijk lol en lawaai te maken.

Noisy hooks
Het muzikale resultaat is een elftal nummers die stuk voor stuk goed in elkaar zitten en gemakkelijk bewegen tussen pakkende hooks van typische grunge-powerakkoorden, noisy gitaarsolo’s en donkere baslijnen. En ook al kan So Removed bij een eerste keer luisteren als ‘een beetje veel van hetzelfde’ klinken, nummers als Workin en Servants springen er wel echt uit als pareltjes. Met een stijl die je op een fijne manier herinnert aan de karakteristieke trekken van zowel Lou Reed als Kurt Cobain, zingt frontman Jay Beach in Servants: ‘And the people they go blind to be servants […]’ De gitaar en bas beuken gestaag het hele nummer door en eindigen in chaos en dissonantie. Een soortgelijke stijl en opbouw is te horen in Workin, waar de band gedurende het hele nummer naar een climax toewerkt, die uiteindelijk wordt bereikt als drummer Adam Sachs wild op zijn cymbalen begint te rammen en gitarist Andrew Bailey zich focust op het produceren van krijsende en hoge tonen op zijn gitaar. Toch laat WIVES ook bij vlagen een ander geluid horen. Het nummer Even The Dead is een stuk donkerder en dreigender dan de andere tracks en leunt minder op grungy gitaarriffs. Dit zorgt ervoor dat So Removed wat meer kleur krijgt.

Nou ben ik nog nooit in Brooklyn geweest, maar ik woon wel in Amsterdam. Wellicht komt de hoofdgedachte van So Removed daarom extra hard bij mij binnen. Het is een plaat die verwoordt waar veel jongeren in grote steden last van hebben: het vinden van je eigen plek in een steeds grotere eenheidsworst. Ik zou WIVES zijn eigen Factory gunnen in New York.

WIVES is 19 november te zien in Cinetol in Amsterdam en 20 november in de Rotterdamse V11.


Als je even een oorstrelende song nodig hebt om je gedachten in te laten verdwalen, dan heeft Sam Cohen nu in psychedelische sixties-stijl zijn single Something’s Got A Hold On Me voor je. Zijn retrospectieve kijk op hoe teleurstellend de toekomst bleek te worden is een muzikale troost om je aan vast te klampen. Nou ja, of je het wilt of niet, het liedje zal je waarschijnlijk niet snel loslaten.

Sam Cohen werkt als producer vanuit zijn studio in Brooklyn en produceerde werk met onder meer zijn goede vriend Kevin Morby en Benjamin Booker. En in een rol als singer-songwriter ontspruiten aan zijn muzikale brein parels als deze nieuwe song.

Dit protest-liedje is de aankondiging van de plaat The Future’s Still Ringing In My Ears dat 17 mei verschijnt via 30th Century Records. Voor de productie daarvan werkte hij samen met niet de minste producer: Danger Mouse. Je weet wel: The Black Keys, Gorillaz, Gnarls Barkley. Dus maak je borst maar nat voor wat er nog meer gaat komen. Wij kijken in ieder geval watertandend uit naar een plaat die een indruk kan achterlaten zoals Lennon en zijn bandmaten met The Beatles dat ooit deden in hun psychedelische periode. Waarom we dat vermoeden? Luister daarom zelf maar eens naar Something’s Got A Hold On Me.

Bij het verschijnen van Odd Blood in 2010 kreeg Yeasayer titels toebedeeld als ‘glossy MGMT’ of ‘stoner Empire of the Sun’. Maar met het in 2012 verschenen Fragant World sloeg de band compleet nieuwe, meer minimalistische weg in. Een dappere move, die jammer genoeg ook bar weinig succes bracht. Nu is daar Amen & Goodbye (een verkapte hint naar het einde van de band?) en Yeasayer zou Yeasayer niet zijn als ook dit album niet weer een compleet nieuw geluid kent. Werkt de formule der verandering dit keer wel?

Het antwoord: nee. Amen & Goodbye begint heel melancholisch, maar Yeasayer kennende is dat niet voor lang. En inderdaad. Bij I Am Chemistry wordt de adrenaline weer oud en vertrouwd door je aderen gestuwd. De band lijkt per songs meer toe te klimmen naar het O.N.E.-achtige opwinding en hitgevoeligheid. Maar dit punt wordt niet bereikt. Dead Sea Scrolls komt met zijn catchy hook dichtbij en Cold Night heeft potentie. Verder kent Amen & Goodbye vooral veel instrumentale, psychedelische, Oosters klinkende, ronduit bizarre nummers, die het beste beschreven kunnen worden als aliens die proberen te communiceren. Dit kan een werkende combinatie zijn, helaas werkt het dit keer niet voor Yeasayer.

Het is een flinke tocht naar het einde van het album, met veel obstakels, wat niet bepaald voor een gemakkelijk weg te luisteren plaatje zorgt. Yeasayer lijkt toch echt zijn touch verloren te zijn. Een album dat het misschien over twee jaar beter zou doen, als wij nog een beetje op de vooruitstrevende blik van de bandleden mogen vertrouwen. Maar voorlopig verheugen wij ons nog het meeste op hitje O.N.E., als het aankomt op het optreden op Best Kept Secret in juni.

NME bekroonde Sunflower Bean in 2015 tot beste act op het Great Escape festival in Brighton. Sindsdien is het hard gegaan met de net-geen-tieners-meer uit Brooklyn. Ze brachten een briljante EP uit (‘Show Me Your Seven Secrets’), traden o.a. op met Wolf Alice en DIIV en brachten een hommage aan iedereens favoriete psychband Tame Impala. Het is dan ook overduidelijk tijd voor een debuutalbum.

De track Wall Watcher opent met typisch luie postpunk drums en fuzzy gitaren à la Tame Impala en Pond. Een vreemde hybride: psych én een vleugje postpunk, maar dat vinden we niet erg. Dan valt bassiste en zangeres Julia Cummings met haar engelenstem in en laat je weten dat ze met haar reebruine ogen alleen naar jou kijkt. Liefhebbers van Tame Impala en The Kills hoeven niet verder te zoeken. Wat is Cummings een heerlijke vrouw om naar te luisteren. Een instant indie crush. Het album ‘Human Ceremony’ komt op 5 februari via Fat Possum uit.

 

Het is alweer een paar jaar geleden dat we voor het laatst iets nieuws gehoord hebben van Yeasayer. Gelukkig was daar ineens – en eindelijk – een nieuwe single van de band uit Brooklyn, en het eerste voorproefje op het nieuwe album.

I Am Chemistry is weer net zo’n fijn electropopnummer als we van Yeasayer gewend waren, maar gelukkig met genoeg verrassingen in petto. Metalige effecten wisselen af met een fijn ritme, en na een kort tussenstuk voegt een waar koor zich bij de groep. Genoeg weirdness dus om het tot een interessant geheel te maken. Het nieuwe album van Yeasayer heet ‘Amen & Goodbye’ en verschijnt op 1 april.

Het is een jaar stil geweest rondom het project van Annelotte de Graaf sinds de debuut-EP van Amber Arcades in mei 2013 uitkwam, maar ze heeft zeker niet stil gezeten. Naast dat ze tegenwoordig ook frontvrouw is van noisy garagepop outfit Boner Petit is ze de afgelopen maanden druk bezig geweest met het afmaken van nieuwe nummers voor Amber Arcades, die ze de komende maand in New York gaat opnemen. Voor Daily Indie houdt de muzikante een dagboek bij van haar belevenissen in de Big Apple.

Daar zit ik dan – terwijl ik dit schrijf – in New York. Als ik uit het raam kijk zie ik de skyline van Manhattan, maar toch kan ik nog steeds maar moeilijk beseffen dat ik echt hier ben. Misschien komt dat door de jetlag waardoor ik sinds gisteren in een soort zombie-esque staat verkeer, waardoor alles een beetje langs me heen gaat. Misschien ook doordat dit hele plan eigenlijk altijd een soort abstract gegeven is geweest in mijn hoofd.  Ik riep al maanden dat ik dit ‘ooit’ wilde gaan doen, maar dat de daadwerkelijke uitvoering van dit plan steeds dichterbij kwam leek al die tijd aan me voorbij te gaan.

Ergens in november vorig jaar begon ik me te beseffen dat ik toch wel al een flinke stapel liedjes had opgebouwd en daarmee begon de vraag zich op te dringen wat ik daarmee wilde gaan doen. Ik ben niet iemand die van half werk houdt. Als ik een album ging maken moest het ook helemaal het album worden dat ik wilde, zonder halve keuzes. Ik besloot eens uit te zoeken welke producenten er zaten achter een aantal albums die ik te gek vind en kwam op een handjevol namen uit die ik op goed geluk een e-mail stuurde. Drie producenten reageerden enthousiast dat ze wel wat hoorden in mijn muziek en het komende half jaar tijd hadden om dit te gaan doen.

Na heel wat heen en weer mailen en skypen over planning en productieideeën kwam ik uiteindelijk op Ben Greenberg uit. Al ken ik Ben op dit moment alleen nog maar via skype en e-mail, volgens mij is hij best een awesome dude. Hij speelt in duizend-en-een-bands (waaronder old school punkers The Men, experimentele industrial outfit Uniform en ambient drone gitaar project Hubble) en werkt al sinds zijn tienerjaren als producent. Hij produceerde veel van de albums van de bands waar hij in speelt, maar ook andere prominente New Yorkse namen zoals Beach Fossils.

Een mooie bijkomstigheid was dat Ben in New York City woont, waar ik ook wat muzikale vrienden heb zitten. Halverwege vorig jaar leerde ik de gasten van Quilt kennen toen ik een show in De Nieuwe Anita met de band speelde. De band woont in NYC en toen ik vroeg of de muzikanten op de plaat wilden meespelen zeiden ze gelukkig ja! Ze bleken Ben ook weer te kennen uit de muziekscene in New York, wat volgens mij echt een klein en fijn incestueus wereldje is. De drummer van Quilt kon helaas niet meedoen want die is in nu op tour met Woods, maar Ben regelde zijn maat Jackson Pollis voor de drumpartijen, die jullie misschien kennen als drummer van Real Estate. Best wel vet.

Lang verhaal kort: ik boekte een vliegticket en nu ben ik dus hier. Ik heb nog drie dagen om over mijn jetlag heen te komen voor we maandag beginnen met oefenen en de pre-productie. Ik ben stiekem best wel zenuwachtig, maar ik vind het vooral heel erg vet om hier te zijn.

Oké, ik ga nog een hopeloze poging doen om wat te slapen, aangezien ik al om vijf uur vanochtend klaar wakker was. Peace uit, tot volgende week! Dan ga ik vertellen hoe het allemaal is gegaan met de oefensessies en hoeveel hamburgers ik al heb gegeten. Xx

real_estate_-_press_photo_-_300_dpi_11

 

Irving Park, Chicago Illinois, zomer 2013, Real Estate bevindt zich in Wilco’s loft. Bepakt met veel te veel instrumenten en Perzische tapijten banen ze zich door de loft een auditieve weg naar het einde van ‘Atlas’. De vrolijke jongens uit New Jersey, die bekend staan om hun zonovergoten rinkelende muziek, maakten gretig gebruik van de mogelijkheid om in Wilco’s fameuze studio op te nemen. Bekend om hun soft-rock geluid krijgt Real Estate vaak de kritiek dat ze hetzelfde klinken. Toch staat buiten kijf dat hun derde album ‘Atlas’ een stap in een nieuwe wereld is.

 

Alledaagse gevoel
Het nostalgische, ontspannen gevoel van eindeloos door Green Aisles rijden in suburban New Jersey, dat is wat overheerste op hun vorige album ‘Days’. Het alledaagse gevoel dat op zichzelf nietszeggend lijkt, maar werkelijk heel reëel is voor je leven. Toch verkoos Real Estate om met ‘Atlas’ niet meer te mijmeren in het simpele verleden, maar verder gaan met het heden en de angsten voor de toekomst.

 

 

 

 

Met Had To Hear begint ‘Atlas’ goed, maar bijna nietszeggend, alhoewel de heldere klanken gelijk duidelijk maken dat de productie meer dan geweldig is. Wat Had To Hear nét mist maken Past Lives en Talking Backwards gelukkig meer dan goed met hun niet te versmaden melodielijnen. Over de helft van de plaat wordt met Crime duidelijk dat de rinkelende muziek van Real Estate écht niet meer naïef is. Teksten als “Toss and turn all night, don’t know how to make this right/ Crippling anxiety” zijn namelijk zo direct als maar kan. Toch verdwijnt deze alarmerende directheid als sneeuw voor de zon onder de aangename geluiden van Matt Mondanile’s langzaam ronddraaiende gitaar.

 

Gedetailleerder 
‘Atlas’ heeft de bekende warme en rijke geluiden van Real Estate, alhoewel de nummers gedetailleerder zijn geworden. De band is opgegroeid en heeft een intrigerende overgang gemaakt van nostalgisch escapisme naar de heldere realiteit. Met ‘Atlas’ heeft Real Estate een bijzondere plaat gemaakt die niet alleen gemakkelijk te luisteren is, maar waar, ironisch genoeg, in de komende jaren goed op gereflecteerd kan worden.
Domenico Mangione

 

 

 

ERAAS band brooklyn

 

Onlangs kwam hun nieuwe album ‘Initiation’ uit; een heerlijk duistere, bezwerende en hypnotiserende plaat. We hebben het hier over ERAAS, een geheimzinnig duo uit Brooklyn dat laatst nog een aantal shows speelde in Nederland waaronder LGW?. Van het laatste album hebben we Old Magic gehaald om je kennis te laten maken met de band (mocht je ze nog niet kennen natuurlijk).

 

Minimaal
De band weet ontzettend veel indruk te maken met een minimum aan instrumenten, die het beste tot zijn recht komen door een koptelefoon met je ogen dicht. Een repetitieve drumcomputer, ongelooflijk lekker klinkende baspartijen en creepy falsetto-vocalen voeren je langzaam naar de donkere wereld van ERAAS.