Album Review

Shame’s Songs Of Praise: een coming-of-age van een groep progressieve jongeren in een steeds conservatiever Engeland


12 januari 2018

Het Zuid-Londense Shame is onmiskenbaar deel één van de grootste Britse ontdekkingen van de afgelopen twee jaar. De zes singles die ze in deze periode uitbrachten werden stuk voor stuk goed ontvangen. Om écht serieus genomen te worden ontbrak er alleen nog een album. Tot nu, want onze favoriete punkpubers presenteren Songs Of Praise 

Het mag geen geheim zijn dat Shame een band is met een politieke kleur, een behoorlijk linkse welteverstaan. Deze komt het best tot uiting op Visa Vulture, een cynische liefdesverklaring aan Therese May. Toch wil de band graag meer zijn dan alleen een protestband, het zal dan ook geen toeval zijn dat Visa Vulture de enige van de eerder uitgebrachte singles is die niet op het album verschenen is. 

Toch kun je met dit nummer en alle politieke chaos in Groot-Brittannië in het achterhoofd het werk van de band moeilijk los zien van hun politieke opinie. Bijvoorbeeld bij de track Angie, op het eerste gehoor een drama over onbeantwoorde liefde en zelfmoord, waarbij de zanger Charlie Steen aangeeft geïnspireerd te zijn door Nick Cave’s moordballade Where The Wild Roses Grow. Met de Brexit in het achterhoofd zou Angie ook kunnen gaan over het ‘sterven’ van het Engeland zoals het was, het land waar de band zo van hield. De geliefde uit het nummer zingt namelijk “the notes of Angie”, een van de grote klassiekers van Britse trots The Rolling Stones, uit de tijd dat Engeland nog top of the world was en niet met minachting werd bekeken.  

Angie is dan ook meteen het enige nog niet eerder uitgebrachte nummer van het album dat echt wat toevoegt. Een aantal nieuwe nummers, waaronder albumopener Dust On Trail en het korte Donk voelen vooral onnodig schreeuwerig en puberaal aan. De sterkste nummers: The Lick, Gold Hole en Concrete zijn allemaal al als single uitgekomen. Toch geven deze tracks een goed beeld van de potentie van de Londenaren. Het met praatzang gevulde The Lick dat kritiek uit op de voorspelbaarheid van de hedendaagse popmuziek, vrezend voor the four chord future en muziek die relatable not debatable is, bewijst nog steeds dat deze jongens samen met inmiddels ontelbaar veel anderen misschien wel redders van de gitaarmuziek kunnen worden. 

Al met al is Songs Of Praise een album dat een interessant inkijkje geeft in de frustratie van het opgroeien als progressieve jongere in een steeds conservatiever land. Dit uit zich in nummers van een nogal wisselend niveau. Toch is dit niet zo gek wanneer je je beseft dat de bandleden pas rond de twintig zijn en ze pas een aantal jaar serieus muziek maken. Op hun sterkste momenten doen ze met hun rebellie, sound en energie namelijk denken aan Britse grootheden van weleer als Joy Division en The Rolling Stones. Ondanks dat ze (nog) niet per se dezelfde originaliteit hebben levert Shame op z’n minst een hele mooie ode. Hebben ze tenminste qua muziekstijl de nostalgie met de Tories gemeen