Interview

Islaja’s Merja Kokkonen is op Tarrantulla de moederspin die laat zien dat het ook anders kan


18 december 2017

Fever Ray bracht in 2017 bij verrassing het loodzware en moeilijk verteerbark Plunge uit. Moeizame plaat voor een moeizaam jaar. Karin Dreijer, gescheiden moeder van 42, zingt over ijskoude swing, figureert als dode horrorclown in de laadbak van een pickup en heft het feministische mes naar alles en iedereen wat haar in de weg staat. Dat het ook anders kan – Jenny Hval wordt van links gepasseerd – laat Merja Kokkonen horen op Tarrantulla, Islaja’s zesde, een grootstedelijke popplaat. Islaja brengt tussen 2004 en 2008 obscure blues en akoestisch werk als als Meritie, Palaa Aurinkoon en Ulual YYY op het Finse Fonal label, maar de hoogtijdagen van de Finse psych-folk zijn gekomen en gegaan. Tien jaar later is daar Tarrantulla, een baby, een partner en een klein appartement in Berlijn.

Vanuit mijn huis zie ik de Fernsehturm
Merja schrijft uit Berlijn-Mitte, 16 november 2017: “Het is 13.50, de zon schijnt, het is zo’n zeven graden. Ik ben omringd door rommel, kinderboeken en speelgoed. Vanuit mijn huis zie ik de Fernsehturm en buiten op straat zie ik auto’s, mensen lopen, mensen die naar hun smartphone kijken, veel cafe’s, parken, etcetera. Stedelijk landschap. I like my neighbourhood.

“Ik hoor de klok en de koelkast – ik heb al een miljoen dingen gedaan vandaag… Ieder mens met een klein kind weet wat ik bedoel. Maar hij slaap nu, eindelijk. Misschien maak ik  vanmiddag nog een wandeling met ‘m. Als hij nog slaapt luister ik naar een podcast of anders naar z’n gepraat”. Met zware Scandinavische tongval en autotune: “Inhale / exhale: let’s take an early morning stroll through the park and through the city. I said baby baby baby baby baby, are you game? Hand in hand in hand in hand…”

Er groeit een klein mensje in mij
“Ik wist dat ik heb weinig tijd had met deze nieuwe plaat. Afgelopen zomer heb ik nog de laatste twee tracks opgenomen, nadat ik ontdekte hoe kort het album was: Savel Mun Suussa en Suon Loona Taas. Direct nadat de vorige plaat, S U U (letterlijk vertaald: M O N D), klaar was ben ik gaan werken aan Tarrantulla. Dat is in 2014. Een aantal tracks zijn  live opgenomen in de KAIKU studio’s hier in Berlijn en deels in mijn eigen studio, thuis.”

“Ik schrijf met pen en papier, meestal tijdens de opnames, met het nummer waar ik aan werk op de achtergrond. Soms schrijf ik visueel: tijdens het schrijven aan Tarrantulla zag ik mist, misschien wat smog. Kamers met kleine deurtjes en grote ramen. Alles bijzonder dichtbij, de horizon altijd geblokkeerd door iets, gebouwen, een dicht bos. Er groeit een klein mensje in mij. Ik keerde naar binnen.”

Ik keer naar binnen
Eigen aantekening 1: Berlijn, 2017, het regent. De nacht valt hard en koud. Na een dag regen glanst Unter Den Linden nat en donkerblauw. Het is tegen etenstijd, zeker geen zeven graden: het is hondenweer. In het busje van de ME wordt gekaart. Iemand lacht. De straat is lang, er zijn wegwerkzaamheden. Mijn wanten zijn nat, ik keer in m’n capuchon, minder diep dan ik wil. In de vitrine zie ik voormalig bondskanselier Willy Brandt. Hij straalt.

Eigen aantekening 2: Berlin Alexanderplatz, het is guur. Bruingrijze kantoor-glasbakken in open-gesloten opstelling. De houten herdershuisjes van de naderende kerstmarkt staan er. Niet toegankelijk. Tegen een dranghek speelt een straatmuzikant op zijn van huisvuil en oud ijzer bijeengeraapte drumstel. Iemand luistert. Iemand pakt zijn telefoon. Een kinderwagen. De globe van de Fernsehturm, de pui van een koffiecafé, de glazen muur van Park Inn.

In Sateen Tullessa zingt Merja Kokkonen:

Look, tarantula,
whirwlind.
I have learned to rise all the way up to the mountain
and when the rain comes
I am not looking for shelter.
When the rain comes,
I want it to rain.”

Vang mijn lichaam als een moederspin
De kinderen van de moederspin reizen een deel van hun jeugd mee op de buik van de moeder. Een zorgende moeder als vogelspin. Op aangeven van Merja zoek en zie ik de negen meter hoge Maman, een immense sculptuur van Louise Bourgeois. Een ode aan haar eigen moeder: spinner, verzorger, beschermer.

“Mijn oorspronkelijke gedachte was dat de Tarrantula, de vogelspin, als en soort guiding spirit zo op je schouder meereist, kleine adviezen geeft, opmerkingen maakt… Ik hield niet van spinnen, totdat ik de gigantische spin-sculpturen van Louise Bourgeois zag. In Siren Call van S U U zing ik: “Vang mijn lichaam als een moederspin”. Dat klinkt misschien gewelddadig, maar voor mij betekent het iets anders. Het betekent het tegenovergestelde.”