Interview

INTERVIEW: Wolf Alice


15 juli 2014

Wolf Alice was één van de tips van de Britse band Peace toen The Daily Indie hen anderhalf jaar geleden vraagde om een aantal bands to watch door te geven. Ondertussen hebben deze twee bands ook samen getoerd, en anderhalf jaar na het optreden van Peace mag Wolf Alice nu ook spelen op hét festival voor nieuwe Britse muziek: London Calling.

We onderscheppen de band net voor een enorme regenbui: ze hadden een uurtje om rond te wandelen waarin de helft de rij voor het Rijksmuseum in zich heeft opgenomen en de andere helft friet was gaan eten, dan wel kijken hoe de ander friet eet. Eén van de kleine rustpuntjes in het drukke schema van de band; na het optreden op het festival in Paradiso moeten ze naar hun verblijf in Loosdrecht (‘loosetrack’) en vervolgens terug naar Londen om de videoclip voor Moaning Lisa Smile op te nemen.

Men lijkt er moeite mee te hebben om het geluid van Wolf Alice te duiden; folk meets grunge meets britrock, een kruising tussen The xx en Hole? Wanneer de band er zelf naar wordt gevraagd, is het simpelste antwoord ook het beste: Wolf Alice is een band die gitaarmuziek speelt met wat pop-elementen en wat hardere stukken: “Het is leuk om live te zien en hopelijk is het ook interessant om het album te beluisteren”, aldus Theodore, de bassist en de meest spraakzame van de vier.

Dat album moet alleen nog een klein jaartje wachten. Na het festivalseizoen wordt er begonnen met opnemen en begin 2015 komt het uit. ‘Creature Songs’, de tweede EP, is op het moment van schrijven zojuist uitgebracht en belichaamt de tweedeling binnen het bandgeluid. Enerzijds staan er nummers op met een ‘loud party vibe’, anderzijds laten ze een meer introspectieve kant van zich horen. Hoewel de band af en toe wordt bekritiseerd om deze twee verschillende spectra in hun geluid, begrijpen ze het ook wel. Zangeres/Gitarist Ellie: “Als je Leaving You, één van onze eerste demo’s naast Moaning Lisa Smile legt of als je onze single Bros vergelijkt met b-kantje Every Cloud, ja dan klinkt dat inderdaad wel anders. Wij proberen ook gewoon verschillende dingen uit, gebruiken verschillende inspiraties en dat willen we ook niet verbergen. Hopelijk zit er een consistent geluid in.” Verder wordt er niet zo grondig iets gepland of over de sound nagedacht, aldus Theo: “what happens happens.”

“De EP is niet de belichaming van de band of hoe de band zou moeten klinken. Wij zijn heel erg tevreden over de EP en over de songs erop, maar hoe wij daarop klinken, beperkt ons niet in hoe de sound van ons als band is.” Het album zelf zal uiteindelijk een mengelmoes worden van eerder uitgebracht materiaal; geen diepere conceptualisering dus, maar wel “wall to wall bangers” grapt Theo.

En die ‘bangers’ hebben ze wel, zo blijkt vanavond bij hun optreden. Moeiteloos zet dit kwartet de grote zaal van Paradiso naar hun hand. Het tempo wordt bewust hoog gehouden en dat is iets wat het London Calling-publiek zeer kan waarderen. Het is de vuigste band van de avond en in die vuigheid ruiken we stiekem tóch iets van die grunge-referentie. Maar dat kan aan ons hebben gelegen…