Interview

INTERVIEW: TOPS


13 februari 2015

In De Nieuwe Anita zijn we op speurtocht door het café, de zaal, de backstage, de wc’s en de rookruimte om alle bandleden van TOPS bij elkaar te sprokkelen. Na het nodige duw- en trekwerk hebben we ze allemaal verzameld en lukt het ons om de vier hartveroverende Canadezen door de menigte te escorteren naar een ietwat rustigere plek: de coffeeshop drie panden verderop. Waar we wel iets moeten kopen voordat we even mogen hangen.

Zo gezegd, zo gedaan, staan we met de vier bandleden, eerlijk verdeeld in jongens en meisjes, in een naar wierook ruikende shop. Als een kwispelende puppy vraagt gitarist David Carriere wat ze allemaal hebben en of ze ook nog daadwerkelijk koffie verkopen. Bij het zien van een koffieautomaat hangt zijn lichaamstaal ergens tussen teleurgesteld, gefascineerd en verward. We stoppen hem snel in een hoekje met de rest van de bandleden en pakken de aandacht voor zolang we die hebben. De vier lo-fi indiepoppers zien er nog fris uit, komen net uit Parijs en hebben een aantal dagen in de UK achter de rug. “We hebben erg veel plezier gehad de laatste paar dagen, er is een hoop gedanst en gelachen.” De outsiderpop van het viertal is dan ook onweerstaanbaar lekker. De grooves, de gitaarlicks en de betoverende werking van frontvrouw Jane Penny zijn sexy, geruststellend, zwoel en onwijs dansbaar. Het gaat in ieder geval wat beter dan de vorige keer, vertelt Penny: “Afgelopen keer speelden we erg vroeg tijdens London Calling in Paradiso en was David de dag daarvoor zijn paspoort verloren in Parijs. We moesten hem daar toen achterlaten om allemaal dingen te regelen, hij was nog nét op tijd. Het was een beetje chaotisch allemaal.” Carriere, lachend: “Ik heette daarvoor ook geen David, ik zag iemand die op mij leek en ik nam al zijn spullen mee.”

Volle bak
Sindsdien is er het nodige veranderd in het leven van de band. Vanavond is het dan ook andere koek, want nu speelt TOPS zijn eigen show en is er door de organisatie gewaarschuwd om op tijd te komen, want het kan wel eens snel vol zijn. Allemaal het gevolg van die laatste plaat ‘Picture You Staring’, waar alle grote/kleine blogs en magazines lovend over schrijven. Het debuut van de band, ‘Tender Opposites’, werd hier en daar wel genoemd, maar sinds dit album heeft iedereen het over TOPS. “Het is voor ons een bewijs dat we gegroeid zijn als band, samen met ons label Arbutus Records. We hebben in deze plaat ook echt heel veel tijd gestoken en dat betaalt zich nu wel uit. We merken in ieder geval dat het veel beter op wordt gepakt”, zegt Penny.

“We konden deze keer gebruik maken van de studio van ons label Arbutus. Vorige keer konden we vaak alleen in het weekend opnemen en moesten we allerlei apparatuur en studioruimte huren. We hebben toen alles in zes maanden geschreven en opgenomen. En dat is ook nog inclusief de tijd dat we de band op hebben gericht, nota bene!” Het is in ieder geval goed te horen, de nummers zijn beter uitgewerkt en de sound sluit beter aan bij het gevoel dat TOPS over wil brengen. Vooral dat intieme, sensuele, dansbare en toch easy-listening gevoel geeft de plaat zijn kracht. Hoe leg je die spanning vast op tape? “We weten nu veel beter hoe we ons geluid als band op kunnen nemen, wat goed werkt en wat niet. Daar hebben we dan ook wel meer dan een jaar intensief aan gewerkt.”

 

Montreal
Zoals je wel in ons tijdschrift hebt kunnen lezen, bloeit de muzikale scene in Montreal als een gek. Er lijkt achter elk hoekje en onder elke straatsteen wel een toffe artiest schuil te gaan. Hoezeer voelen zij zich verbonden aan deze stad en stroming? “Ik weet niet zozeer of wij daar deel van uitmaken. Uiteraard kom je elkaar vaak tegen, zitten we bij hetzelfde label en feest je met elkaar, maar mijn muziek maak ik wel echt in mijn eentje, dat is vrij privé”, verklaart Penny. Drummer Riley Fleck, die daarvoor met name gehypnotiseerd is geweest door een tv met sbs in de hoek, wat we goed voor kunnen stellen, vertelt: “Het is echt een fijne stad om in te wonen, zeker als muzikant of kunstenaar. Er gebeurt een hele hoop en je steekt elkaar aan met creativiteit.” Toch heeft de stad wel echt een eigen ‘geluid’, dat goed te horen is bij de vele zeer actieve bands die Arbutus en Fixture Records uitbrengen. Muziek die zich laat kenmerken door zeer zachte en subtiele instrumentatie, lijzige vocalen en een sound die wordt bedekt door een klamme lap. “De meeste artiesten in Montreal die dat doen, Sean Nicholas Savage en voorheen Mac DeMarco bijvoorbeeld, komen oorspronkelijk allemaal uit Edmonton, net zoals wij. Die muziek is daar begonnen als een soort tegenreactie op de muziek waar wij vandaan komen, die vooral heel erg hard en heel erg macho is. Dat is eigenlijk blijven hangen toen iedereen naar Montreal trok.” Er is dan wel een hoop ‘competitie’, is het lastig om er boven uit te steken? “Zo voelt het zeker niet, iedereen waardeert elkaar heel erg, dat scheelt. Dus nee, iedereen probeert gewoon iets tofs te maken en het beste wat hij of zij kan, that’s it”, zegt Penny.”

Toekomstmuziek
De toch zeer specifieke muziek van TOPS kent ook wel zijn grenzen en is niet onbeperkt houdbaar. Is dit lo-fi hoofdstuk met de eerste twee platen nu gesloten? “Zeker. We kunnen niet wachten om weer verder te werken aan ander materiaal. Het is nog wel strikt geheim wat we gaan doen natuurlijk, dus dat kunnen we helaas nog niet vertellen. But it’s gonna make you groove and cry”, gniffelt Penny. Groove-gitarist Carriere weet, nadat hij tussendoor zijn liefde voor Golden Earring en Earth & Fire met ons heeft gedeeld, overigens nog een prachtige metafoor uit zijn mouw te schudden. “Een album is voor een muzikant wat een kind voor een verwaarlozende vader is. Je maakt een baby, het komt eruit en je gaat weer verder.” Penny giechelt nog even: “Yeah, the audience is like a single mom!”