Interview

Tame Impala: “Ik ben dus gewoon twee jaar bezig geweest met de drumpartij daarvan”


1 december 2012

Waar debuutalbum ‘Innerspeaker’ eerder tot onze favorieten van 2010 behoorde, is het nieuwe en bejubelde album ‘Lonerism’ een psychedelisch pareltje en een absoluut muzikaal hoogtepunt van 2012. De Australische psych-rockers gaan door het leven onder de naam Tame Impala, maar de man achter al deze psychedelische schoonheid is het muzikale genie Kevin Parker. The Daily Indie spreekt hem eind oktober in Paradiso voor de strak uitverkochte show die avond.

Parker is, voor een als ‘einzelgänger en kluizenaar’ bestempeld persoon, bijzonder sociaal en openhartig. Hij vindt het dan ook weer erg leuk om on the road te zijn: “Euhm… Ja! Nee, ik vind het echt heel leuk om weer met de band op tour te zijn. We, of eigenlijk ik, heb een jaar lang niet getourd, terwijl de rest druk aan het touren was met hun andere band Pond. Ik weet niet of zij mij gemist hebben, maar ik heb die jongens in ieder geval wel gemist. Een beetje maar hoor, ha ha.” Naast het werken aan een nieuwe Tame Impala-plaat, produceerde en speelde hij ook mee op het debuutalbum van Melody’s Echo Chamber. Dat klikte zo goed dat hij gelijk introk in het Parijse appartement van frontvrouw Melody Prochet: “Ja, het is wel even wennen, zeker vergeleken met de ruimte die ik in Australië heb. De drums voor het album had ik gelukkig grotendeels al in mijn huis in Perth opgenomen voordat ik verhuisde. Want zoveel lawaai maken als in Perth zit er niet meer in.”

Tijd en ruimte
Aan het nieuwe album ‘Lonerism’ werkte Parker de afgelopen twee jaar altijd en overal ter wereld en nam hij de plaat op in allerlei studio’s: “Het maakt voor mij niet veel uit waar ik bezig ben met muziek, zolang ik maar helemaal in de muziek zit als ik die aan het maken ben. En ik heb gelukkig de luxe om echt de tijd te kunnen nemen voor mijn muziek, dat is ook het belangrijkste voor mij. Je hebt veel bands die één of twee weken studiotijd hebben en dan móét alles er ook echt opstaan binnen die tijd. Dat zou ik echt niet kunnen. It would kill me.

Zijn muziek killed hem wel op een andere manier. Het is namelijk erg merkbaar dat het perfectionisme diep geworteld zit in de Australische muzikant: “Toen ik alle kleine partijtjes en specifieke geluiden van de eerste plaat, waar ik ongelooflijk lang aan had zitten sleutelen, terug aan het luisteren was, bleek het voor mijn gevoel toch niet zo heel veel uit te maken in de uiteindelijke mix. Dus ik dacht: dat ga ik mezelf niet weer aandoen tijdens het maken van het volgende album! Om weer zó geobsedeerd te raken door elk klein detail van de muziek. Maar ja… Dat gebeurde natuurlijk niet”, vertelt Parker met een gezonde dosis zelfspot. “Het is een rare vorm van perfectie die ik heb. Want veel van de gitaarpartijen op het nieuwe album zijn de eerste opnames die ik heb gedaan. And they were so shit! Verkeerde noten, slechte timing. Die solo op Keep On Lying inderdaad… Goedemorgen, ha ha! Maar goed, dan ben ik zo gehecht aan die partij, dat ik nooit meer een andere take daarvan durf te doen. Want dat krijgt nooit meer precies hetzelfde gevoel als die ene take. Maar aan de andere kant kan ik van de drums weer zo tweehonderd takes doen. De drumpartij van Apocalypse Dreams heb ik bijvoorbeeld in vier verschillende studio’s opgenomen. Omdat ik maar niet tevreden was met de groove, er was altijd wel wat mee. Dan weer te gespannen ingespeeld of weer net te losjes. Ik ben dus uiteindelijk gewoon twee jaar bezig geweest met de drumpartij daarvan. Maar de laatste take is het uiteindelijk ook geworden.”

 

Nu even niet
De multi-instrumentalist draaide dan ook bijna door vanwege zijn perfectie en obsessie met de nieuwe plaat. De komende tijd neemt hij even rust: “Ik vind het wel fijn om een tijdje even niet aan muziek te denken om eerlijk te zijn. Ik ben er natuurlijk wel mee bezig, maar op een heel andere manier. Ik ben bijvoorbeeld meer bezig met de liveshow, hoe we dat anders kunnen doen of verbeteren.” Als Parker zijn hoofd weer bij het maken van muziek heeft, ziet het er naar uit dat hij op dezelfde solistische manier blijft werken: “Het geeft een fantastisch gevoel om zelf een nummer helemaal vanaf de grond op te bouwen. Je stuurt op zo’n manier je eigen gedachten en gevoelens de wereld in en dat geeft enorm veel voldoening. Daarnaast gaat het voor mij op deze manier ook veel sneller, omdat ik geen rekening met anderen hoef te houden. Er zijn geen discussies en ik hoef geen compromissen te sluiten, het is gewoon een pure expressie van mijzelf.” Het schrijfproces van Parker verloopt zeer ongedwongen en natuurlijk: “Een nummer begint vaak met een zanglijn, waar ik wat akkoorden onderleg met een gitaar of een synthesizer. En daarna komt de rest van de instrumenten er stuk voor stuk bij, het is net wat het nummer nodig heeft. Het nummer vraagt eigenlijk vanzelf om een nieuwe partij of een bepaald instrument.”

Als autodidact heeft de multi-instrumentalist het bespelen van verschillende instrumenten, opnemen en produceren allemaal vrij snel opgepikt. De eerste muzikale stapjes zette hij op de hals van zijn eerste gitaar: “Ik begon met gitaarspelen toen ik een jaar of 14 was, met een crappy gitaar en dito versterker, zoals iedereen. Ik begon toen al vrij snel te experimenteren met gitaareffecten, synthesizers, equalizers etc. En daar ben ik eigenlijk nooit mee opgehouden. De laatste paar jaar ben ik vooral geobsedeerd geraakt om mijn gitaar, euhm, niet te laten klinken als een gitaar. Om mensen te verwarren met de geluiden die ze horen.” Andere gitaristen en muzikanten die Parker waardeert om hun stijl en sound hebben ook datgene ook in zich: “Josh Homme, van Queens Of The Stone Age vind ik echt te gek. Reine Fiske van de Zweedse band Dungen en Mike Stroud van Ratatat.” Het is in de muziek van Parker ook goed te horen dat hij regelmatig naar de twee laatstgenoemde bands heeft geluisterd. De drumpartijen, gitaar- en baslijntjes, evenals de sound, hebben behoorlijk veel overeenkomsten.

 

Vleiende grooves
Vooral die baspartijen op veel nummers zijn om je vingers bij af te likken. Het lijkt wel alsof ze door een ongelooflijk soepele en groovy sessiemuzikant van Motown zijn ingespeeld: “Nee, ik heb echt zelf alle baspartijen ingespeeld. Toch bedankt, ha ha. Maar baslijnen zijn wel echt de basis van mijn muziek, het bed waar de nummers op rusten als het ware. De baspartijen moeten naast groovy ook net zo emotioneel en vleiend kunnen zijn als andere instrumenten.” Luister bijvoorbeeld de partij van Feels Like We Only Go Backwards nog maar eens en je begrijpt precies waar Parker het over heeft. Een veelbesproken onderwerp rondom Parker’s muzikaliteit is ook altijd de vergelijking van zijn stem met die van John Lennon: “Ik snap wel wat ze bedoelen, ik hoor het soms ook een beetje en dat kan af en toe echt fucking confusing zijn, want ik probeer het helemaal niet. Ik probeer het soms juist niet te doen… Maar ik krijg er niet meer zoveel vragen over, het is wel afgenomen. Misschien durven ze het niet meer te vragen of zo, omdat ze denken dat het gevoelig ligt, maar dat valt mee hoor, ha ha. Het is alsnog wel een compliment hoor, maar dat ik écht hetzelfde Lennon klink? Nee, dat begrijp ik niet.”

Turn Off Your Mind
Naast ongelooflijk sterke nummers heeft de muziek nog een speciale bijwerking. De muziek van Tame Impala is in staat om het gehoor te overstijgen en de luisteraar naar een higher level te brengen. Waar het haast visueel en trippy wordt. (Gebruiksaanwijzing: ga met gesloten ogen achterover liggen op de bank, zet de muziek flink hard en laat het als het ware over je heen komen. Turn off your mind, relax and float downstream.) “Het is een levenslange ambitie geweest om muzikaal met mensen hun hoofd te fucken. Ik hou ervan hoe muziek je mee kan nemen naar een andere wereld, wat ook wel een beetje de bedoeling is van dreampop.” Zelf denkt Parker dat het meerdere oorzaken heeft, maar een uitgemeten recept kan hij niet geven: “Nee, daar is geen Kevin Parker-truc voor in ieder geval. Het is meer een combinatie van delay, reverb, de melodie in de zanglijnen en, euhm, ja, alles eigenlijk. Op mezelf werkt het natuurlijk niet omdat ik het zelf maak. Maar het is wel de bedoeling en het is goed om te horen dat het kennelijk ook echt werkt.”

 

Cheesy popsongs
Last but not least: het schijnt dat de enthousiaste songwriter nog een heel album klaar heeft liggen met nieuwe nummers. Maar dan geen liedjes die we gewend zijn, het zijn namelijk ‘cheesy pop songs’ zoals hij het zelf noemt. Die, bijvoorbeeld, zo voor Kylie Minogue kunnen worden gebruikt. True or false? “Nou, het is meer een collectie van allerlei losse nummers waar je zo een album van zou kunnen maken”, vertelt Parker glimlachend. Dus het is waar?! “Ja! Ik wil er wel iets mee gaan doen, maar voorlopig blijven ze nog even op mijn laptop staan. Het zijn vooral allerlei cheesy synthliedjes, zonder al teveel gitaar en met poppy zangpartijtjes. Ik zie wel wat ik ermee ga doen.”