Interview

Interview Swedish Death Candy: “Ik denk dat je vooral opvalt als je niet blijft hangen in een bepaalde sound en andere invloeden toelaat”


28 november 2017

Swedish Death Candy
Woensdag 6 december (locatie: Sugarfactory)

 

De bandleden komen uit meerdere hoeken van de wereld, maar vinden hun onderkomen tegenwoordig in Londen: Swedish Death Candy. In de Engelse hoofdstad vonden de bandleden uit Italië, Engeland en Zuid-Korea elkaar in een gedeelde liefde voor harde, tripped out psychrock. Op woensdag 6 december presenteert de Melkweg de band in Sugarfactory.

Voor fans van Wand, Ty Segall en Thee Oh Sees.

We spreken met vocalist en gitarist van de band, Louis Perry. De band heeft een dagje vrij tijdens de tour die het viertal van het Verenigd Koninkrijk naar Nederland en Frankrijk loodst. “Het is fijn om nu als headliner op tour te zijn en letterlijk en figuurlijk wat meer ruimte te hebben op het podium”, vertelt Perry. “We hebben bijvoorbeeld aardig wat synthesizers en ook twaalfsnarige gitaren op het album, maar er was voorheen niet altijd ruimte om die voor shows allemaal mee te nemen en op te zetten. Nu komen we live eigenlijk pas echt volledig tot ons recht en dat voelt erg goed.”

Skatepark in de studio
Swedish Death Candy wilde in de studio namelijk iets meer dan de basic-rock-‘n-roll-setup en nam daarvoor de tijd. “Het album hebben we opgenomen met Tobin Jones in The Park Studios, de studio zit recht naast Wembley Stadium. Vroeger hadden ze een klein skatepark in de studio, dat klonk heel mooi door al het hout. Nu zijn we een kelder ingedoken, niet een ruimte waar normaal gesproken opgenomen wordt, maar het had een mooie en natuurlijke reverb. Je kunt dat ook wel later toevoegen met allerlei effecten, maar dit klonk authentiek en direct goed.”

 

“Onbewust neem je altijd elementen van andere muziek over en die hoor je later ook terug, maar bij dit nummer heb ik dat helemaal niet”

 

Live krijgt de band die effecten er ook prima uitgeblazen. Eerder dit jaar speelde SDC al op Eurosonic en op Vestrock, volgende week moet de Sugarfactory eraan geloven. “We houden ervan om live te spelen en we willen zoveel mogelijk touren. Het is wel ons einddoel om veel te spelen, veel platen te maken en daar fulltime mee bezig te kunnen zijn. Ik zou onwijs graag naar Amerika willen gaan, dat is toch een beetje de plek waar onze inspiraties vandaan komen. Zuid-Korea lijkt mij ook te gek, dat is waar onze bassist Jiwoon vandaan komt. En dan door naar Japan, in die regio houden ze ook wel van rock-‘n-roll en psychedelische muziek.”

 

Zelfgetitelde debuutalbum
Het zelfgetitelde debuutalbum is net uit, hoe zijn de reacties? “Nobody hated it, so that’s good”, zegt de zanger met een kleine grijns. “Vooral Avalanche wordt vaak genoemd als favoriet nummer, ik vind het wel grappig dat meerdere mensen dat hebben gezegd”, zegt de zanger. “Voor mij was dat ook het eerste nummer dat nergens anders op leek. Onbewust neem je altijd elementen van andere muziek over en die hoor je later ook terug, maar bij dit nummer heb ik dat helemaal niet.”

 

“In dat opzicht hebben we wel geluk gehad dat we zo snel een fijn team om ons heen hadden”

 

“Zelf vind ik ook vooral de nummers tof die heel erg uitgerekt zijn en ongebruikelijke structuren en arrangementen hebben zoals Avalanche, When All Is Gone en Avalanche, Pt. 2 & 3. Die mengen dan ook weer prima met de kortere nummers, ik ben erg blij met die balans.”

Hassle Records
Het album wordt uitgebracht via Hassle Records, een label met een mooi en nauwkeurig geselecteerd roster. Hoe kwam Swedish Death Candy daar tussen? “In het begin repeteerden we vooral veel en speelden we nog weinig. Tot een vriend ons zag spelen na een paar shows en hij ons graag wilde helpen om de band te promoten. Hij regelde vrij snel een showcase-gig bij het label and they probably liked what they saw”, vertelt Perry. “En dat is op zich vrij ongebruikelijk, ik zie veel bands die een lange periode alles op een DIY-manier doen voordat ze ergens getekend worden. In dat opzicht hebben we wel geluk gehad dat we zo snel een fijn team om ons heen hadden.”

Sowieso is het niet direct makkelijk om op te vallen tussen alle bands, of valt dat mee tegenwoordig? “Poe, weet ik niet eigenlijk. Door het hele land heb je ontzettend veel bands. Londen is natuurlijk wel veel groter en er zijn meer venues, maar het is muzikaal ook een heel diverse stad. Ik denk dat je vooral opvalt als je niet blijft hangen in een bepaalde sound, andere invloeden in je muziek toelaat en met de regels speelt. Radiohead en Suuns zijn bijvoorbeeld bands die wegvaren van het de standaardstructuren en zich op nieuw terrein begeven.”

 

“Het mag wel een beetje weird zijn en niet obvious zijn wat je doet. Het zwaartepunt van een nummer verschuift ook naar mijn idee. It’s more of a sonic thing now. Vroeger waren mensen vooral geïnteresseerd in de zang en de songwriting, maar ik heb het idee dat de sounds steeds belangrijker worden. Muziek geeft je een bepaald gevoel en dat kan door middel van een stem over worden gebracht, maar ook door een bepaalde klank of productie. Dat zie je bijvoorbeeld bij shoegaze met My Bloody Valentine of met Death Grips en Aphex Twin.”

Best of 2017
Dit jaar was een prima ‘sound & crossover-jaar’, welke albums werder er dit jaar veel in het bandbusje gedraaid? “Daar moet ik even goed over nadenken, er wordt ook zo ontzettend veel uitgebracht. De laatste plaat van OCS (voorheen Thee Oh Sees, red.) vind ik erg tof, Alice van Meatbodies ,net als DAMN. van Kendrick Lamar”, vertelt Perry. “Naar het nieuwe album van Gnod heb ik ook vaak geluisterd en Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs ook, dat is een soort mix van Mötorhead en Black Sabbath. Het is hele straight up hardrock.”

“Ja, het was een behoorlijk goed jaar, ook voor onszelf”, zegt Perry opgetogen. “We hadden nog best meer shows kunnen spelen naar mijn idee, maar het album is nu uit en ik kijk erg uit naar 2018. Veel spelen, hopelijk ook op veel festivals. Maar eerst Amsterdam!”

WEBSITE MELKWEG | FACEBOOK-EVENT