Interview

INTERVIEW: John Coffey


1 december 2012

Masterclass perfecte timing: een indrukwekkende nieuwe plaat afleveren en een bomvol tourschema. De Utrechters van John Coffey doen het. ‘Bright Companions’ wordt bijzonder goed ontvangen en de band speelt zestien shows tijdens de Popronde. Tijd voor The Daily Indie om eens bij te praten met zanger David Achter de Molen en drummer Carsten Brunsveld.

Popronde is te gek”, zegt Achter de Molen. “Je hoort wel eens dat je in allerlei rare kroegen staat en zo, maar overal was het lekker vol en werden we goed ontvangen.” Een beloning voor het harde werken is het zeker, volgens Brunsveld: “De plaat was al een tijd af. We hebben gezocht naar het juiste label en goede promotors en boekers. We wilden dat alles goed zat voordat we hem uit zouden brengen. Dat ging goed samen met de Popronde. Het is een laagdrempelige manier om in veel steden te spelen en een goede manier om mensen kennis te laten maken met je muziek. Hopelijk kunnen we in het voorjaar een clubtour doen. Tussen de bedrijven door nog naar Duitsland.

En fuck it, mijn grootste Nederlandse doel is Lowlands.”

Alles voor de band
Niet slecht voor een band die twee jaar geleden zonder zanger en gitarist zat: “Helemaal stoppen is nooit een optie geweest”, zegt Brunsveld. “Maar spannend, ja. Wat er is veranderd? We zijn vijf jaar jonger geworden, ha ha!” Maar wie ‘Bright Companions’ naast het vorige album ‘Vanity’ legt, hoort dat nieuwelingen Achter de Molen en gitarist Christoffer van Teijlingen de sound van de band harder, maar ook catchier hebben gemaakt. “Ik kom uit de hardcore-hoek”, zegt Achter de Molen. “Maar we houden allemaal van liedjes. Echte nummers schrijven, met een goed refrein, in een keihard jasje.” “En de drive is opvallend”, voegt Brunsveld toe. “De werkethiek. Ik weet zeker dat deze jongens alles achter zich neer zouden flikkeren om voor deze band te gaan.”

‘Bright Companions’ werd in Zweden opgenomen met producer Pelle Gunnerfeldt, die platen produceerde voor Refused, The Hives, Mando Diao en The Ghost Of A Thousend. Een droom die uitkwam, maar een soepel proces was het niet. Achter de Molen: “Het was vreselijk. Tweeënhalve week, de laatste week twintig uur per dag in de studio.” Brunsveld: “Pelle is een muzikaal genie, maar dan lever je kennelijk wat in op het communicatieve vlak. Geen idee wat hij in zijn hoofd had.” Achter de Molen voegt toe: “Wij houden van schema’s en controle en opeens zei hij: ‘you might have to stay a bit longer.’ Wij: dat kan helemaal niet, het geld is op, we moeten naar huis! De laatste dagen hadden we geen geld meer voor eten of benzine om terug te rijden. De pinpas van de vrouw van Alfred (red. van Luttikhuizen, gitarist) heeft ons toen gered.” Brunsveld: “Maar het was fantastisch om te doen. We zouden direct weer terug willen.”

Serieuze gesprekken en Katy Perry
De albumtitel komt uit een gedicht van Ralph Waldo Emerson. Is John Coffey serieus geworden? Achter de Molen: “’Bright Companions’ slaat op ons als een band. Goede vrienden, samen in de tourbus. We feesten nog steeds keihard, maar het gedicht gaat over een verloren geliefde, we hebben ook hele serieuze gesprekken. Dat is de rode draad van de plaat: een gesprek tussen vrienden.” En Katy Perry dan, die de band vroeger te pas en te onpas in interviews erbij haalde? “Nee, de obsessie voor Katy Perry is er nog steeds. Die gaat nooit weg, ha ha!”