Interview

Interview Great Lake Swimmers: “Ik was het beu om die gast met die akoestische gitaar te zijn”


30 augustus 2018

Er zijn van die bands die in een alsmaar sneller draaiende wereld en in onze alsmaar haastige levens nog even een moment van rust weten te brengen. Great Lake Swimmers is er daar een van. Met liedjes die je sereniteit, reflectie en verstilde schoonheid voorschotelen. Ook op nieuwste plaat The Waves, The Wake geven de Canadezen je weer iets om na te denken en om te genieten. Een pauzeknop in de drukte van alledag.  

Vanuit thuisbasis Toronto hangt zanger Tony Dekker aan de telefoon. Hij is net terug uit de hectiek van New York voor perspromotie en publiciteitsshows. Het ene werk is klaar, het andere begint. Hij vertelt enthousiast over de totstandkoming. Dit keer moest het anders, maar het typerende gevoel van Great Lake Swimmers moest blijven. De akoestische gitaar maakte plaats voor een keur aan andere instrumenten, zoals de harp, luit, pijporgel en marimba’s. “We zijn simpelweg gaan kijken om welke instrumentatie de individuele nummers vroegen. Het eerste liedje, The Talking Wind, gaat bijvoorbeeld over de wind. Dus we dachten, waarom niet een houtblazersensemble daarin? Dat paste Zo deden we dat voor elk liedje. Ik wilde niet nog een plaat opnemen met het idee van ‘hier is de band en dit is wat de band kan’. Ik was het beu om die gast met die akoestische gitaar te zijn. Dit was een manier om mijn tentakels uit te steken en naar een iets ander geluid te gaan.”

Wie Great Lake Swimmers een beetje kent, weet dat de band er van houdt op te nemen op ongebruikelijke locaties. Zo werden eerdere platen bijvoorbeeld opgenomen in een afgedankte silo, een verlaten kerk en voor het uit 2012 stammende New Wild Everywhere werd een nummer opgenomen in een verlaten metrostation. Nu keerde Dekker terug naar het eerder beproefde recept van een kerk, de Bishop Cronyn Memorial Church in London, Ontario. “Wat nu in elk geval anders was, was dat deze kerk niet op het platteland stond maar in de stad. De vorige keer was het echt muisstil. Nu had ik er niet bij stilgestaan dat er overdag heel veel omgevingsgeluid was van de straat, zoals passerende vrachtwagens. Dus voor de echt rustige nummers moesten we wachten tot na middernacht, wanneer de stad tot rust was gekomen. Wat ook belangrijk is voor me in de kerk is het soort proces dat je krijgt. Je moet er voor werken, een soort optreden doen en het doen met de omstandigheden. Dat maakt het speciaal en voegt iets toe aan het proces. Maar het levert vooral ook goede akoestiek, fijne galm en een geluidslaag in de muziek op. Het geeft heel een ander gevoel dan opnemen in de studio.”

“Omdat we door de dag heen niet altijd veel konden doen, werd het ook een fijne plek om te schaven aan de liedjes. Erg inspirerend. De liedjes werden daar compleet. En wat ik het mooiste vind aan de plaat is dat we liedjes vaak juist stripten, in plaats van er dingen aan toe te voegen. We kozen een minimalistische benadering. Wat er niet per se in hoefde, dat ging er uit. Zoals in het a capellanummer op plaat: Visions Of A Different World. Het werd spelen met stilte en ruimte. De meest verstilde nummers werden mijn favorieten.”

I have visions of a different world
To restart, begin again, at the root
And reinvent love in a different place
And move at a different pace

Love is our only weapon, our only defense
For the ballad of bullets and uncommon sense
Affection is the sharpest blade
A psychic kiss across the waves

Met Visions of a Different World mijmert Dekker over de stand van onze planeet. Je kan er een speld horen vallen. Met zijn zachtmoedig klinkende vocalen grijpt hij je virtueel bij de strot. “Dit is ons zevende album en ik denk dat bepaalde thema’s als een rode draad door onze platen lopen. Er is veel te ontdekken. De liedjes pasten als een soort puzzel in elkaar. Met Visions Of A Different World had ik niet een ideale wereld in gedachten, maar wel een betere. Het geweld dat over de hele wereld opsteekt baart me diepe zorgen. Dat soort issues benaderen is een begin. Met de huidige technologie komt het ook zo veel sneller. Ik ben geen expert, maar ik probeer wel een discussie aan te zwengelen en te analyseren. Om dit te doen vanuit een houding die aandachtig en zorgzaam is.”

Dekker haalt het al aan: de stand van de techniek en de rol die dat heeft in onze levens. Enerzijds prachtig en ingenieus, anderzijds verandert het de manier waarop we met zijn allen met elkaar omgaan. Met dat thema speelt Dekker in het fraaie  Alone But Not Alone. Hij zegt strijdbaar: “Is het niet verbazingwekkend hoe verbonden we enerzijds zijn en hoe zeer we anderzijds de connectie kwijt zijn? We zouden er meer aandacht voor moeten hebben. In mijn jeugd was dat er allemaal niet. Voor de mensen die nu opgroeien is de ervaring zo anders. Ik heb een dochter van drie, dat maakt mijn perceptie sowieso anders. Toen we begonnen met dit gesprek vertelde ik je al net terug te zijn uit New York en wat me daar zo opviel was dat al die gezichten constant naar hun telefoons staren. Op straat, in restaurants, cafés. Ik zag zelfs stelletjes die zaten te eten en allebei alleen met de telefoon bezig waren. Het is niet aan mij om te zeggen dat dat fout is, maar het verdient op zijn minst aandacht. In het moment zijn, in het heden leven, dat schiet er zo wel bij in.”

 

Tijdens het gesprek vertelt Dekker over zijn driejarige dochter. Ze houdt van haar vaders muziek, maar wordt vooral blij van Sesamstraat en dansen op de Jackson 5, vertelt hij trots lachend. Dat zijn dochter een rol speelt in het perspectief dat hij heeft op het bestaan, erkent hij direct. “Het verandert je leven uiteraard drastisch. Een kind vertegenwoordigt hoop voor de toekomst. Het maakt me meer bewust, het zorgt voor meer balans in mijn leven. Als je een kind hebt, dan ontcijfer je een slot waarvan je het bestaan eerder niet wist. Hoe cliché ook, het is een spirituele ontwikkeling en ik denk dat dat ook in het schrijven terugkomt.”

Maar het is uiteraard niet alleen dat wat hem inspireert. Dekkers muziek is diepgeworteld in de natuur, die vaak symbolisch en metaforisch terugkomt. Zo ook op The Waves, The Wake, met bijvoorbeeld de wind en de zee. Die betrokkenheid blijkt ook uit het feit dat hij eerder al eens meewerkte aan een muzikaal project van de Canadese National Parks en met Ballad of a Fisherman’s Wife een nummer maakte over de desastreuze effecten van de olieramp met een boorplatform in de Golf van Mexico in 2010. “De natuur en de spiritualiteit die ik daarin vind spelen een grote rol in mijn muziek”, aldus Dekker. “En de muziek brengt me ook op veel plekken, waardoor ik de kans heb veel te zien van mijn eigen land. Er is iets speciaals in de natuur, iets heilzaams. Het water, de bergen, de bossen, de pieken.”

Het is weer even geleden dat Great Lake Swimmers in Europa tourde, maar Dekker kijkt uit naar het weerzien en naar het bezoeken van die steden met, zoals hij zegt, een diep gevoel voor geschiedenis. “We hebben veel vrienden en fans overal. Het is tof om iedereen weer te zien. We proberen overal een diepe en kwetsbare plek te creëren. Alles wordt wat meer subtiel en hopelijk kunnen we ons geluidspalet wat verbreden. We gaan voor een veelzijdig geluid. Het nieuwe materiaal is nogal subtiel, dus de shows zullen ook nog stiller en serener zijn.

 

“Ik hoop van harte dat we bij zinnen komen over de wegwerpcultuur”

 

Dat Great Lake Swimmers een band is met een boodschap moge duidelijk zijn. Zonder daarbij ook maar een moment drammerig te willen worden. Nee, liever zet Dekker zijn toehoorders aan tot nadenken. Gevraagd naar wat er zoal veranderd is in de vijftien jaar dat de band inmiddels bestaat, vertelt de frontman: “Ik hoop en denk dat ik nu meer beknopt kan zijn en meer diepgang kan creëren. Ik maak liedjes die vanuit nederigheid en kwetsbaarheid ontstaan. Ik wil mezelf in lijn brengen met een goede ideologie en proberen iets zinvols te scheppen uit de chaos. Zo hoop ik steeds dieper te graven. Ik denk dat dat mogelijk is.”

Dekker is tegelijkertijd bezorgd en strijdbaar waar het gaat om de stand van de muziekindustrie anno nu. Daarin komt de dubbele kant van de multimediale wereld waarin we leven opnieuw ter sprake. De wereld met al die duizenden keuzes en impulsen, de zapcultuur. “De industrie verandert zo snel. Zo geweldig is het nu niet voor artiesten zoals wij. Ik hoop dat mensen zich er bewust van zijn dat muziek geen wegwerpartikel is, zoals we nu met veel andere dingen op deze planeet wel al doen. Ik wil spelen met het verbonden zijn en niet verbonden zijn op hetzelfde moment. We hebben al die verbindingsmogelijkheden. Hierdoor is iets nieuws oud binnen een week. Ik wil graag werken aan iets duurzaams. Niet iets dat in een flits weer weg is. Onze catalogus staat daar ook voor. Ik hoop van harte dat we bij zinnen komen over de wegwerpcultuur. Dat is niet aan mij om te zeggen; mijn rol is vooral dieper na te denken en dat tot uitdrukking te brengen in mijn liedjes.”