Live

Indiestadt, dag 3: naar de nineties met Jen Cloher, vervolgens is Everything Everything now


23 september 2017

Na twee uitstekende festivaldagen bereikt Indiestadt Festival vanavond zijn grande finale in Paradiso, om vandaag nog even door te feesten met een mini-festivalletje. Voordat het zover is, is het eerst nog tijd voor een festivaldag die zich in de breedte misschien niet kan meten met de twee voorgaande dagen, maar wel twee absolute indie-smaakmakers van het jaar op het programma heeft staan.

Oops, wrong instrument”, is een zin die je hopelijk niet al te vaak bij een concert zult horen. De schuldige vanavond is Emil Svanängen, alias Loney, Dear. Hij lijkt de weg af en toe een beetje kwijt te zijn, een paar minuten later heeft hij bijvoorbeeld ook nog eens problemen met zijn synthesizer, maar dat staat een mooie show gelukkig niet in de weg. Samen met een kompaan bouwt Svanängen zijn emotionele synthesizer-songs langzaam op. Soms, zoals bij het openingsnummer, ontsporen die songs aan het einde dusdanig dat het predicaat ‘verfijnde luisterliedjes’ – dat de bio op de site de act geeft – haast wel ironisch bedoeld moet zijn. Dan galmt het dak van de kleine zaal er bijna af en overschreeuwt Svanängen zich een beetje. Als hij de songs echter klein houdt, is de show vaak kippenvel opwekkend mooi. Zijn vrij ongemakkelijke podiumpraatjes werken uiteindelijk ook eerder innemend dan afstotend. Tien jaar geleden stond hij ook in deze zaal, aldus de zanger. Hij mag over tien jaar best weer terugkomen.

 

De laatste paar nummers van Loney, Dear missen we, omdat we ons maar alvast naar de grote zaal begeven. Die moet namelijk wel flink zijn volgelopen voor Jen Cloher, de vrouw die een van de beste platen van het jaar uitbracht én Courtney Barnett in haar begeleidingsband heeft, toch? Toch? Dat blijkt dus vies tegen te vallen. Als Cloher om stipt acht uur aftrapt staat er maar een schamele vijftig man in de zaal. Net als we ons al voorbereiden om in de pen te klimmen voor een vlammend betoog over dat het een schande is dat zoveel mensen deze geweldige show links laten liggen, loopt het toch vol. Binnen twee nummers gaat de zaal van voor vijf procent gevuld, naar toch ruim tachtig procent. Dat is een goede zaak, want Cloher zet zich met deze show definitief op de kaart als live-act om in de gaten te houden.

Dat die plaat goed was, wisten we natuurlijk al lang. Maar dat haar nummers zich zo goed zouden vertalen naar een live-setting is een aangename verrassing. Niet alleen nieuwe songs als Forget Myself en Regional Echo zijn al klassiekers in de dop, ook songs van haar (nog) onbekendere oudere platen gedijen vanavond uitstekend. Door het vrij hoge slackerrock-gehalte is het niet ondenkbaar dat MTV hier in de jaren negentig mee was weggelopen en dat is in dit geval zeker een compliment. Het succes van de show deels ook te danken aan de podiumuitstraling. Tijdens de nummer straalt Cloher een en al cool uit als ze met haar ijzige blik het publiek in staat te staren. Tussen de nummers door wordt die blik verruild voor een charmante glimlach. Barnett houdt zich, vanzelfsprekend, op de achtergrond, maar in kleine momentjes is te zien dat ze het uitstekend naar haar zin heeft. Insgelijks.

 

 

Waar Jen Cloher het levende bewijs is dat Australië tegenwoordig niet alleen maar eenheidsworst aan psychedelische pop/rock exporteert, dient The Babe Rainbow zich vervolgens aan om dat stereotype toch weer te bevestigen. Eerst even een redactionele mededeling. Ben je fan van de meer mellow platen en nummers van King Gizzard & The Lizard Wizard? Gefeliciteerd, dan kun je met deze show je lol op. Wie, net als uw verslaggever, na één nummer van een plaat als Paper Mache Dream Balloon (2015) al gillend gek wordt en op zoek gaat naar muziek waarin (en dit is natuurlijk subjectief) tenminste iets gebeurt, heeft minder geluk. The Babe Rainbow blinkt namelijk uit in psychedelische pop-jams, die na een redelijk opzwepend begin stuk voor stuk neerstrijken in dezelfde slaperige groove. Een show voor de liefhebbers, zullen we dan maar zeggen. Ondergetekende hield het met moeite twintig minuten vol.

 

Iedereen die wel tot het einde van The Babe Rainbow is blijven hangen, zal zich met moeite in de grote zaal gewurmd moeten hebben voor de show van Everything Everything. In tegenstelling tot Jen Cloher net is de zaal al wel ver voor aanvang volgelopen voor dit Britse artpop-vijftal. Meer dan terecht, want met het vorige maand verschenen vierde album A Fever Dream bevestigt de band zijn positie in de bovenklasse van de Britse indiepop maar weer eens (lees hier nog ons interview met de band). Na het één-tweetje van de statige opener Night Of The Long Knives, met een synthesizer-ontploffing in het refrein die de zaal op zijn grondvesten doet schudden, en stadionkraker Desire, heeft de band Indiestadt eigenlijk al mee. Zanger Jonathan Higgs heeft zijn falsetstem uitstekend onder controle – wat bij vorige optredens in ons land helaas niet altijd het geval was – en vuurt zijn gelaagde teksten vol bravoure op het publiek af.

Echt veel airplay krijgen de heren niet, maar bij deze show valt toch op hoeveel hits Everything Everything al heeft weten te verzamelen. Bijna ieder oud nummer dat vanavond voorbij komt, Cough Cough en Regret in het bijzonder, worden door een groot gedeelte van de zaal moeiteloos meegezongen. Daarin zit ook de grote kracht van de band. Maar weinig bands zijn zo goed in duistere en maatschappijkritische thema’s in hun muziek aansnijden, maar dit toch verpakken in moeiteloos catchy nummers. Zo laat Higgs de zaal moeiteloos “I don’t want to get older!” mee blèren, alsof het het refrein van een zorgeloos radiohitje is. Everything Everything voelt door verwijzingen naar zaken als jihad-terrorisme en internettrolls vanavond dan ook heel erg als een band van nu, maar door de enorm toegankelijke songs waar deze boodschappen worden verpakt, is het goed mogelijk dat een show als deze over pakweg twintig jaar ook nog prima houdbaar is. Zolang een zekere president de wereld dan nog niet de verdoemenis in heeft geholpen natuurlijk.

 

NOG WAT MEER FOTO’S