New Music

Deerhunter verzucht het eind van alles op plaat #7: Why Hasn’t Everything Already Disappeared?


19 januari 2019

Tien jaar geleden kijkt een zesentwintig jaar jonge Bradford Cox vanuit het raam naar een tuin. De orchideeën rotten weg. Dan vraagt hij zich af of er iemand is die er wat aan kan doen. Tien jaar later blijkt de verrotting zich niet langer uitsluitend bezig te houden met Bradford zijn tuin, maar komt een zesendertig jaar oude Bradford Cox tot de vraag waarom eigenlijk niet alles al verdwenen is.

Het is 2019 en Deerhunter is toe aan zijn zevende plaat: Why Hasn’t Everything Already Disappeared? Je zou kunnen toevoegen: inclusief Deerhunter, inclusief Bradford Cox. In de binnenkant van de plaat staat ‘Nostalgia is toxic‘; de wens om terug te willen kijken is vergif, de toekomst is bleek en somber. Op plaatopener Death in Midsummer is het:

They were in hills /
They were in factories /
They are in graves now.

Mensen verdwijnen als water. Cate Le Bon schuift aan op klavecimbel, schuift aan achter het mengpaneel. Wie haar aan het werk heeft gezien op het podium met Tim Presley herkent kapotte kindermuziek. Een xylofoon, wijsjes die dermate eenvoudig zijn dat je ze aan een kleuterklas zou kunnen leren:

The road was wide /
The road was silent /
Curtain call for all those lives.

Tot zover de kinderen dan. Het is een lange weg van negen jaar – van het dappere voorwaarts van Desire Lines naar de speelgoeddepressie op Why &c. De snelweg is een half weg gespoelde veldweg. Somberheid verpakt in bijna-naïeve vrolijkheid. Niets aan de hand. Of, zoals op No One’s Sleeping, in de uitnodiging om met de rattenvanger van Hamelen naar het paradijs te gaan:

Follow me /
To golden pond /
There is peace

Ik kijk naar de plaathoes en moet denken aan de plaathoes van The Good, The Bad & The Queen’s gelijknamige debuut. Stad in verval. Deerhunter zijn zevende maakt het geluid van na de catastrofe. Het vuur is al uit, de smeulende restanten resteren. Dan geeft op de laatste track de opname-apparatuur ook nog eens de geest. Cox hapert; de boodschap komt niet helemaal helder door:

Mildew spread like /
spiderwebs on these /
Back, back, ba- –ountry road.

Ook de veldweg verdwijnt en verrot (meeldauw), samen met de mensen en de bloemen. Waarom is alles niet allang verdwenen?

Ik kijk naar buiten. Daar staat een boom, een vlinderstruik (zonder vlinders), iemand laat twee honden uit. Buslijn vijf rijdt, er zijn passagiers. Shit, we zijn er gewoon nog. Even later loop ik naar de buurtsuper, koop groente, fruit, feta en keukenpapier. Het is een grauwe dag.