Feature

De Werkruimte: hoe liedjes tot stand komen, schrijven en opnemen, thuis bij Torii


31 augustus 2018

De golf warm weer, die we de afgelopen tijd meemaakten, was net begonnen op de dag dat ik Domenico Mangione interviewde. Ik zou langs gaan bij Domenico’s huidige woonplek. Ik wilde namelijk schrijven over de plekken, waar aan muziek een eerste vorm wordt gegeven: waar wordt geschreven, opgenomen en geleefd. Ikzelf heb een grote voorliefde voor deze allereerste versies van nummers. Het nummer is dan vaak nog verdrongen van een bepaalde naïviteit, die ik heerlijk vind. Er is een groot verschil tussen de eerste versie van een nummer en de vijfde, die op het album wordt gezet, waar het nummer met gebruik van rede en logica opnieuw en opnieuw is herschreven. Nee, ik wilde op zoek gaan naar de rauwe creativiteit, die nodig is om muziek uit de lucht te plukken.

Domenico leek me een geschikte kandidaat voor mijn experiment. De 25-jarige frontman en liedjesschrijver van Torii uploadde twee jaar geleden twee demo’s op SoundCloud, waarvan Honey nu 125 duizend keer is beluisterd (luister over de totstandkoming van dat nummer in onze speciale podcast). Ik ging ervan uit dat Domenico vaker dit soort intieme demo’s van nummers maakte en dat bleek ook zo te zijn. Voor ik het wist stond ik voor de deur bij een sober appartementengebouw in Leiden, dat Domenico thuis noemt. Bij binnenkomst bleken Torii’s drummer, Olivier Schiphorst, en gitarist, Jilles van Kleef, ook aanwezig te zijn. Er zou die dag aan nummers gewerkt worden.

De sfeer was ontspannen. Ik had gelukkig alle aanwezigen al eens ontmoet, dus we voelden ons snel allemaal op ons gemak. Ik stelde, na een korte oriënterende babbel, voor aan het interview te beginnen. Ik vroeg hoe Domenico’s schrijfproces wordt beïnvloed door zijn omgeving. “Behoorlijk”, antwoordt hij. “Het maakt heel erg uit waar je bent en of je geluid kan maken. Toen ik antikraak woonde kon ik gewoon lawaai maken.’’ Hij vertelt dat dat nu anders is. ‘’De omgeving beïnvloedt vooral de workflow. Als ik een demo maak ben ik snel bezig. Ik wil dan in korte tijd zo veel mogelijk doen. Dan gebruik ik niet eens een versterker, omdat het gewoon te veel werk is. In de studio doe ik dat wel, maar voor een demo wil ik gewoon wat vets neerzetten, meer een sfeerimpressie.”Hij denkt even na. “Flarden.” Hij komt terug op het punt, dat z’n workflow voortkomt uit zijn omgeving. “Hier zou ik veel minder snel drums opnemen. Dat kan ook gewoon niet in een appartement.” Domenico moest al lachen bij de gedachte.

“Een demo bepaalt of een idee interessant is of niet”

 

 

Ik proefde dat Domenico veel waarde hecht aan opnemen. Ik vroeg: ‘’Zie jij opnemen als onderdeel van het schrijfproces?’’ Zonder lang te twijfelen antwoordde hij: ‘’Zeker. Honderd procent.’’ Hij legt uit dat, hoe hij begon met schrijven meteen al verbonden was aan opnemen. ‘’Het programma waar ik in werk, fades maken, snel dingen tot een nummer maken is ook een schrijfproces. Ik gebruik opnemen meer als instrument, dan alleen als tool.’’ Ik vraag door naar hoe Domenico’s demo’s tot stand komen. ‘’Meestal is een gitaarpartij toch de eerste stap. Ik neem iets op wat ik al in mijn hoofd had zitten. Dan leg ik daar nog lagen overheen: basgitaar, zang, misschien wat synths. En vanuit daar ontstaat dan een demo.’’ Ik was benieuwd wat voor Domenico de waarde was van een demo. ‘’Dat is cruciaal. Het bepaalt of een idee interessant is of niet. Soms is de demo zelfs veel vetter, dan de uiteindelijke opname, die je maakt.’’ Ik merkte dat ik mij in goed gezelschap bevond, wat betreft die liefde voor demo’s. Domenico gaat verder: ‘’Met Torii zijn we nu bezig met de nieuwe plaat. Sommige van die demo’s vangen heel goed een gevoel, wat heel echt is, ook al is het imperfect. Het is wel lastig om dat met de band dezelfde kracht te geven.’’

Toch worden niet alle demo’s echte nummers. Ik vroeg hoeveel er strandt in de demofase bij Torii. ‘’Redelijk wat. Sommige dingen zijn gewoon toch niet echt interessant. Het is misschien op zichzelf wel heel cool, maar het past dan niet in een context.’’ Olivier, die erbij zat, springt in. ‘’Do maakt nooit demo’s met drums of iets van percussie erin. Als wij het proberen te spelen wordt het sowieso al heel anders dan die demo. Dat is een interessante benadering. Wij proberen dicht bij die demo te blijven, maar dan moeten wij het doen.’’ Door dit antwoord werd ik benieuwd naar hoeveel stappen er zijn voor een demo van Domenico een Torii nummer is. ‘’Wow, echt veel’’, zegt Domenico. ‘’Meestal heb ik één demo. Vervolgens blijft dat nog een maand pruttelen in de demofase. Daarna stuur ik het naar de band en gaan we eraan werken. Dan maken we een soort bandversie van het nummer. Soms werkt dat totaal niet. Soms wordt het echt een bandnummer en met andere nummers zijn we nu heel veel aan het wisselen. Oude demo’s van twee à drie jaar geleden verwerken tot een nieuw nummer, met nieuwe partijen, of met oude partijen op een nieuwe opname. Zo werken we in een soort collage-stijl heel fijn met elkaar samen. Torii is heel conceptueel en daarom werkt dat heel goed. Demo’s maken en het proces van het schrijven blijft altijd…’’ Domenico denkt even na. ‘’…een heel belangrijk proces voor het tot bloei komen van een plaat. Ik denk dat het per project, per album, per band heel anders kan zijn.’’ Maar voor zichzelf vindt Domenico het prettig om vanuit demo’s te werken. ‘’Er wordt dan echt iets gemaakt en je voelt dat ook. Dat een nummer is opgenomen op het moment dat het geschreven is. Dan ontstaat er iets bijzonders. Heel puur teruggaan naar de kern van een nummer. Teruggaan naar het gevoel wat een nummer triggert.”

“Demo’s maken en het schrijfproces kunnen heel anders zijn per project, per album, per band”

 

De volgende vraag die ik had, ging over voorwerpen. ‘’Zijn er objecten hier, die je schrijfproces vormen?’’ Daar hoeft Domenico niet lang over te denken: ‘’Mijn computer. Ik werk soms wel op tape, maar ik vind het over het algemeen fijn om digitaal op te nemen. Klankkleur kun je allemaal veranderen op de computer, maar ik vind de workflow heel prettig. Het is geniaal hoe makkelijk dat nu is, hoe je dingen kan bewerken. Je kan al heel makkelijk een klankkleur of een schets neerzetten van een project.’’ Een ander object, wat belangrijk is voor Domenico’s demo’s is zijn mengtafel. ‘’Dat is een Girardin. Daar gaat heel veel doorheen bij mij. Het is de oude mixer van Radio France uit de vroege jaren zeventig. Die klinkt super mooi.’’ Die Girardin noemt Domenico onmisbaar. ‘’Als je een paar van die mooie dingen hebt, klinkt het allemaal veel beter. Voor mijn gevoel bevoordeelt dat ook de creativiteit. Het hoeft niet super hifi of super duur, maar wat mooie audioapparatuur helpt wel. Ander klinkt het toch nooit hoe je wil.’’ Na een korte stilte concludeert hij: ‘’Ja, dus dat vormt.’’

Zweverige muziekjournalist zijnde, vraag ik of er ook dingen zijn die Domenico inspireren op een meer spirituele manier. ‘’Als audio-engineer ben je natuurlijk heel erg bezig met geluid in ruimte, microfoons neerzetten en hoe die klinken. Ik zie wel een parallel tussen opnemen en cinematografie, waar je met licht bezig bent. Met cinematografie bepaal je met licht heel erg wat een indruk is. Datzelfde doe je met mixen.’’ Op de achtergrond horen we Jilles met een synthesizer klooien. Ik vraag: ‘’Heb je een emotionele band met deze ruimte?’’ ‘’Nee, niet echt. Je hebt uiteindelijk wel een band met je woonplek, maar het is vooral utilitair. Het is niet dat ik per se hier wilde zitten. Ik kon gewoon veel ruimte krijgen voor weinig. Leiden is gewoon een beetje crappy. Dat vind ik chill.’’ Olivier merkt op dat Leiden best mooi is, maar dat Domenico gewoon in een crappy buurt zit. ‘’Dat weet ik’’, lacht Domenico. ‘’Maar het is gewoon zo’n studentenstad. Het is gemoedelijk. Ik vind rustige steden chill, omdat het dicht bij de natuur zit en het is gewoon niet te druk.’’

“Ik zie wel een parallel tussen opnemen en cinematografie, waar je met licht bezig bent”

 

‘’Waarom zoek jij die rust op?’’ Vroeg ik. ‘’Om mezelf af te zonderen en aan mijn werkte kunnen zitten.’’ Ik vroeg of Domenico zijn woning ook zag als een soort atelier. ‘’Een beetje, maar wel meer gewoon als woonkamer. Sinds ik op mezelf woon heb ik altijd instrumenten om mij heen gehad. Dat voelt logisch om zo te doen. Ik wil nog wel een eigen studio, waar ik gewoon hardop kan werken en grotere projecten kan doen, maar dit is sowieso cruciaal. Thuis is toch de plek waar je voornamelijk schrijft. In de studio word je vaak emotioneel gelimiteerd. Je moet dan toch presteren. Er zijn maar weinig mensen, die het privilege hebben dat ze de studio ingaan en op hun gemak kunnen werken.’’ Olivier vult aan: ‘’In de studio ben je weinig bezig met creëren. Dan probeer je vaak tegen een soort perfectie aan te zitten, wat dan vaak niet lukt, omdat het toch maar een momentopname is.’’

“In de studio wordt je vaak emotioneel gelimiteerd”

 

 

Ik vroeg, waar Domenico niet zonder kan schrijven. ‘’Het is irrelevant. Eigenlijk kan ik altijd schrijven, zolang ik een computer heb en één instrument. Een computer en één instrument is waar ik niet zonder kan. Of je moet gewoon een heel goed geheugen hebben, maar dat heb ik niet.’’ Ik vroeg: ‘’schrijf je nooit gewoon een nieuw nummer op op papier?’’ Domenico: ‘’Nee, vaak weet ik niet eens wat voor akkoorden ik speel.’’ Ik had blijkbaar verkeerd ingeschat wat een Torii-demo inhoudt, want Olivier valt bij: ‘’Domenico’s demo’s zijn niet dingen, die je met een akoestische gitaar kan spelen. Het is een nummer, maar er hangt zo veel omheen, dat het daar meer om gaat, dan om het nummer zelf. Dat proberen we na te streven. Dat lukt niet altijd, omdat Domenico vaak niet meer weet wat hij heeft gedaan. Dan zijn er achttien gitaren over elkaar heen, die één melodie spelen, maar daar zit dan veel meer in.’’ Domenico denkt dat zijn moeilijk te ontcijferen schrijfstijl voortkomt uit het feit dat zijn eerste instrument viool was. ‘’Ik ging al heel snel mijn gitaar anders stemmen. Ik kan ook eigenlijk niet zo goed traditioneel gitaarspelen. Mijn stemmingen zijn vrij willekeurig.’’ We proberen met zijn drieën een van Domenico’s gitaren te analyseren en hebben het over de voordelen van verschillende stemmingen. Over muzikale progressie en harmonische progressie. Over het gevoel. ‘’Het gevoel ligt bij mij niet zozeer in tekst. Het verhaal zit in het hele nummer. Dat is een overkoepelend ding. Tekst is secundair aan de muziek.’’

“Het gevoel ligt bij mij niet zozeer in tekst. Het verhaal zit in het hele nummer”

 

Alles vloeit voort uit de muziek
Ik bleef nog de hele middag rondhangen in het appartement van Domenico. Ik kreeg te zien hoe de jongens een nieuwe gitaarpartij opnamen voor een Torii-nummer. De communicatie tussen Jilles en Domenico ging sneller dan ik bij kon houden. De jongens waren in sync en ik was er even niet meer. We hebben de rest van de dag rustig gepraat. Ik mocht mee-eten en het was ronduit gezellig. Na met Olivier de afwas gedaan te hebben (Domenico en Jilles hadden gekookt), stapte ik weer op mijn OV-fiets. De intentie en passie, waarmee Torii muziek schrijft vond ik inspirerend. Wat mij opviel aan de dag met Torii was dat alles voortvloeide uit de muziek. Muziek was de kracht die de drie jongens in het appartement met elkaar verbond en hetgeen wat mij naar hun toebracht. Aan het einde van de dag had ik een ander perspectief op hoe nummers kunnen worden gecreëerd. Voor demo’s, de simpele ideetjes, waar veel popnummers uiteindelijk uit voortvloeien, had ik alleen maar meer respect gekregen. Het is een cruciale stap in het maakproces, die het publiek meestal niet te zien krijgt. Hopelijk heb ik met dit artikel een klein kijkje kunnen geven in de wereld van demo’s en schrijven.