Interview

De heruitvinding van Marike Jager: “Alsof het mijn eerste keer was”


24 januari 2019

Na een periode van vijf jaar zonder nieuw materiaal doorbrak Marike Jager eind 2018 de stilte met haar knallende en opvallende nieuwe single Wasted. Dat energieke nummer vormt de opmaat naar een jaar waarin ze hoopt festivalweides in beweging te gaan brengen met een plaat die het schier onmogelijk maakt de heupen stil te houden.

Wij kunnen het weten, want we kregen al een voorproefje. En dat smaakte naar meer. Voor wie nieuwsgierig wordt: dat komt goed uit, want met dit interview gaat tegelijkertijd de tweede single Another River in première. Zelfs de ietwat houterige razende reporter kon zijn heupen bij het nieuwe werk amper stilhouden. Met Jager kijkt The Daily Indie vooruit naar de tijd die komen gaat, maar niet zonder terug te blikken.

Luister hier naar de nieuwe single op social media.

Eigenlijk stamt de aanleiding van de afwezigheid al van rond de tijd dat The Silent Song uitkwam. Die rustige en intieme plaat, opgenomen in een klein lemen hutje achter het oude klooster waar Jager woont, was de afsluiting van een hectische periode en tegelijk ook de start van een nieuwe levensfase, toen Jager met haar levens- en muzikale partner Henk-Jan Heuvelink – die momenteel toert als toetsenist met Klein Orkest en tijdens het gesprek koffie en koeken komt bezorgen – begon aan het ouderschap. “Toen The Silent Song af was viel bij mij het kwartje. Dit moest ik maken, het was een reflectie op de periode die daaraan voorafging. Ik wilde graag kinderen, maar dat lukte niet. Toen heb ik vijf jaar lang hormonen geprikt. Bijna tegelijk met het inzingen van het laatste liedje wist ik dat ik zwanger was. Jaren later zie ik nog veel beter dat die melancholische, interne plaat voor mij een afronding was.” Inmiddels is Jager zelfs drievoudig moeder. Haar laatste kind – een dochter, na eerder twee zonen op de wereld gezet te hebben – werd vorig jaar april geboren. De aankomende plaat stond toen al op tape. Want, zo zegt ze over de achterliggende periode waarin de kinderwens vervuld werd, “Als het dan allemaal lukt en het is voorbij, dan is daar de drang om iets anders te maken.”

Festivalgevoel
Iets anders, dat is zeker geen understatement. Haar nieuw werk markeert een flinke wending. “Ik heb heel veel nieuwe muziek geschreven in de tussentijd. Er ging veel focus naar kinderen, tussendoor deed ik hier en daar een project. Maar op een gegeven ging het weer kriebelen. Maar wat wilde ik? Ik had een heel ander leven, was ik zelf dan ook veranderd? En na het emotionele The Silent Song, wat erg intens en heftig was in de kerkjes waar ik met die plaat had getoerd. Op een gegeven stond ik in Nijmegen op Oranjepop en kreeg ik het festivalgevoel. Dat wilde ik: festivals spelen. Ik ben gaan schrijven met het gevoel van wat ik zelf graag zou willen horen op een festival.”

Dat gevoel van wat ze wil maken, dat kan Jager veel beter doorvertalen naar resultaten nu ze wat ouder en ervarener is. Ze staat steviger in haar schoenen. De relatieve rust in het oude klooster, waar ook veel andere creatievelingen huizen, helpt daarbij. Haar gezin woont daar aan de rand van het rustige dorp onder de rook van Nijmegen, met de uiterwaarden en de dijkwegen langs de Waal praktisch in de achtertuin. Om op te nemen of muziek te maken hoeft ze zelfs de deur niet uit, want Heuvelink en Jager hebben een royaal inpandig repetitiehonk. “Veel jonge mensen weten precies wat ze willen. Ik had dat niet, ik kon dat geen naam geven. Bij deze plaat had ik dat gevoel wel. Sowieso zat er veel energie in mijn lijf. Ik had nu ook afstand naar media en zo, want ik zat gewoon lekker met mijn kinderen thuis. Dat helpt ook wel. Ik kon mij hier in mijn studio terugtrekken en zonder enige verwachting spelen. Maar ik wist heel duidelijk wat het moest gaan worden. Ik denk dat ik ook door het ouderschap zekerder ben geworden, maar ik ben er nog niet. Ik voel veel duidelijker en krachtiger wat ik wil. Ik relativeer meer, weet beter wat echt belangrijk is. Dat geeft rust. En die kinderen zijn te gek, die beïnvloeden mij weer. Ze zijn aan het spelen en leren mij ook weer te spelen. Ze leren mij normaal te doen, dat mobieltje weg te doen, naar het bos te gaan, in het nu te zijn, gek te doen en te stoeien. Ik houd daar heel erg van. Het houdt mij met beide benen op de grond.”

Dat is een moment dat ik helemaal in mijn eentje ben, net als voordat ik moeder werd. Die momenten zijn belangrijk in het schrijfproces”



Dat het ouderschap haar leven een wending heeft gegeven, daar is geen twijfel over mogelijk, een beletsel voor het muzikantenbestaan is het zeker niet. Het maakt alleen dat de creatieve ingevingen op andere momenten komen dan voorheen, vertelt Jager. “Ouderschap is juist inspirerend voor een artiest, elke dag weer. Ik wil hen laten zien dat ik deze muziek maak, waarom en wat het is. Ze komen straks wel kijken bij festivals. Het is ook tof dat dat is gelukt met drie kinderen. Ik ben niet zo snel trots op mezelf, maar hier ben ik wel trots op. Want natuurlijk heb ik ook wel eens nagedacht of dat wel zou lukken met drie kinderen. Totdat ik erachter kwam dat je op een gegeven moment een ritme gaat vinden. Ze zeggen wel eens dat je niet meer creatief bent als je kinderen hebt, maar ik vond dat zo’n dooddoener. Ik ontdekte ergens de afgelopen jaren, tijdens slapeloze nachten en de momenten dat je amper tijd hebt voor jezelf, dat ik in bed lig en midden in de nacht wakker word en niet kan slapen. Omdat dan de ideeën komen. Dat is een moment dat ik helemaal in mijn eentje ben, net als voordat ik moeder werd. Die momenten zijn belangrijk in het schrijfproces. Heel veel ideetjes en melodielijnen heb ik ’s nachts heel zachtjes ingezongen in mijn telefoon. Je verwerkt veel wat je meemaakt, maar als je er geen ruimte meer voor hebt dan moet dat er toch een keertje uit. Ook bij het hardlopen werkt dat goed voor mij.”

Marketingmachinerie
Nu de nieuwe plaat in aantocht is moet ze ook weer de boer op met haar muziek. Jager merkt dan ook heel goed hoe de marketingmachinerie is veranderd in een tijdsbestek van een half decennium. Dat is even schakelen, erkent ze. Maar het biedt ook veel kansen. “Het is een hele nieuwe tijd. Vijf jaar geleden ging het nog veel meer op de ouderwetse manier: een plaat uitbrengen, twee singles. En nu is Spotify en het hele online gebeuren enorm de lucht in geschoten. Dus ik zag ook al de afgelopen jaren dat bands losse singles uit gingen brengen. Dat is eigenlijk wel tof, want zo kan je veel nummers onder de aandacht brengen. Het is schokkend hoe de sociale media zijn ontploft. Zo van: ‘Ik ben er en ik heb iets nieuws gemaakt!’ Ik vind het wel leuk hoe het werkt en hoeveel reacties ik nu weer krijg. Ik vind het fijn hoe ik nu mijn nieuwe single kan laten horen. Dat was vroeger wel heel anders. Dan wachtte je tot je in de Free Record Shop kon gaan luisteren. Ik heb er een haat-liefdeverhouding mee.”

Je ziet heel veel mensen vereenzamen en verdwalen. Vroeger kon ik twee, drie uur lang kletsen aan de telefoon. Nu bel ik amper nog”



Tegelijkertijd voelt de rol van sociale media ook dubbel, erkent Jager. “Weet je wat het enge is? Dat je van jezelf ook niet altijd meer weet wie je bent. Dat je als het ware het karakter dat je op de socials bent je eigen maakt en op die manier gewoon verliest waarvoor je staat. Dat is beangstigend. Ik denk dat heel veel mensen zich verloren voelen en niet gezien. Dan ga je dingen roepen om gezien te worden. Dat is wel een beetje wat er aan de hand is. Mensen raken steeds meer op zichzelf. Veel meer mensen leven alleen. Recent was het nog in het nieuws dat steeds meer Nederlanders alleen wonen. Er is niks op tegen om alleen te zijn, maar de ontwikkeling zegt wel iets over wat er nu aan de hand is. Ik kan het ook fijn vinden om alleen te zijn, want daar kan je veel uithalen. Diep van binnen word ik gevoed door dingen samen beleven, samen maken. We zijn sociale wezens. Die kant gaat het niet op. Dat zit ook wel in een van mijn nieuwe nummers, dat je elkaar moet blijven checken. Niet alleen vanuit hoe dat nu gaat, zoals veel jongeren zeggen: ‘Hé man, hoe gaat het? ‘ en dan alweer de volgende vraag afvuren. Wacht eens op een antwoord, luister. Check hoe het gaat. De echte gesprekken, dat klinkt heel oud. Je ziet heel veel mensen vereenzamen en verdwalen. Vroeger kon ik twee, drie uur lang kletsen aan de telefoon. Nu bel ik amper nog.”



Lachend gaat Jager in op de vraag waar de nieuwe plaat over gaat. Dat weet ze namelijk niet altijd goed uit te leggen. Recensies en interviews zijn daar vaak behulpzaam bij. Toch komt ze al pratende wel op de kern van haar nieuwe plaat. “Ik moest bij een aantal nummers denken aan een interview dat ik ooit had, waarin een journalist heel mooi wist te verwoorden waar ik over schreef. Hij had het toen over de buitenstaanders en de buitenbeentjes. Dat is een thema dat zeker in al mijn platen zit, maar dat nu nog meer naar buiten komt. Ik vind het leuk om te schrijven over situaties waarin net niet alles klopt, waarin het wringt. Dat kan iets pijnlijks zijn, iets raars, iets dat schuurt. Maar ook over karakters die ergens net buiten vallen. Buitenbeentjes dus. Mensen waarmee het niet goed gaat. Ik zie het ook bij kinderen. Die komen hier in de wereld en staan overal nog buiten en proberen zich aan te passen aan hoe wij de dingen doen. Dat moeten ze in achttien jaar leren. Kinderen zijn in die zin dus ook heel inspirerend, omdat ze iets vaak nog niet begrijpen. Mijn zoontje van vier die de eerste dagen op school heel hard moet huilen, het schoolplein over rent, bijna het hek over is, in staat om naar huis te rennen. Omdat hij nog niet zo goed begrijpt hoe het werkt in een klas met achttien kinderen en een juf. Het gevoel iets niet te begrijpen of ergens buiten te vallen, dat inspireert mij”, zegt Jager.

“Ook op volwassen leeftijd heb je vaak het gevoel dat je ergens niet past of dat je iets niet begrijpt. Als jongvolwassene loop je sowieso tegen honderd dingen aan. En dat is altijd iets geweest dat mij heeft geïnspireerd. Vrienden van mij die het leven even kwijt zijn, even niet weten hoe het moet. Soms vergroot ik het iets uit en gaat het richting een soort krankzinnigheid. En dat zijn mensen die we in een inrichting stoppen. Die nog verder gaan. Dat zijn vaak mensen met hele toffe ideeën of hele interessante visies. Ik heb er een studie in gedaan, Gezondheidswetenschappen. Daar heb je een boekje, de DSM4 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, red.), daar staat dan precies in wanneer iemand in een hokje valt of een persoonlijkheidsstoornis heeft. Als je aan deze zeven eisen voldoet, dan ben je schizofreen of autistisch. Maar we zijn allemaal een beetje autistisch. Die scheidslijn is interessant.”

De gekte komt muzikaal royaal terug op de plaat. Het is vocaal gezien nog steeds onmiskenbaar Marike Jager, maar muzikaal gezien stuitert het, botst het, schuurt het en verbaast het. Net zoals in veel van de nummers die Jager in de Spotify-playlist zette die ze noemde als inspiratiebronnen voor deze plaat. Eentje waarin nummers van artiesten als Eels, David Byrne, Los Lobos, Tune-Yards, Madonna en The Dø prijken. Het leidde tot een heruitvinding van de artiest Marike Jager. “Voorheen pingpogde ik vaak tussen hoofd en gitaar, op weg naar een liedje. Nu heb ik met Logic gewerkt. Voorheen maakte ik demo’s op een viersporenrecorder. Dat is heel beperkt. In Logic kan je oneindig laagjes opnemen, dus daar ben ik helemaal los op gegaan. Ik heb veel zelf gearrangeerd. Zang, piano, gitaar. Wat ik niet kon spelen heb ik met mijn stem opgelost. Ik had een idee voor een sound, dat heb ik opgenomen en ik zei tegen Paul W. Willemsen, mijn producer, dat ik daar een soort synthgeluid bedoelde. Hij zei: ‘Nee joh, wat jij daar doet met je mond, dat zetten we gewoon zo op plaat.’ Dus er is heel veel demomateriaal op plaat beland. Puur? Misschien is dat wel zo. In ieder geval supertof, dat een beetje gekkig demomateriaal  op de plaat komt. Dat mensen vragen wat dat geluid nou is. Ja, dat is gewoon wat eruit mijn mond komt. Maar ik ben dus echt gewoon gaan bouwen, vanuit gitaarriffs en grooves. Ik wilde meer uptempo. Voor mij is het makkelijker om rustige nummers te schrijven, maar dat heb ik op deze plaat juist niet gedaan.”

Inmiddels is het vijftien jaar geleden dat Marike Jager de Grote Prijs van Nederland won. Er is in de tussentijd veel veranderd. In haar leven, haar muziek. En haar nieuwe plaat voelt als een volstrekt nieuwe, frisse start. Een comeback zonder echt weg te zijn geweest. 2019 staat voor Jager dan ook in het teken van haar eigen heruitvinding. De plaat staat al op tape. En ook al is nog niet definitief bekend wanneer de plaat uit gaat komen, het moet vanaf nu vooral ook op het podium gaan gebeuren. In de zalen en op de festivals. En ja, uiteraard hoopt ze stiekem op het thuisfestival Down the Rabbit Hole in ‘haar’ eigen Beuningen. Knallen wordt het hoe dan ook. Fris en frivool.

“Mijn nieuwe plaat voelt ook wel een beetje als een debuut. Dat heeft te maken met wat ik voelde tijdens het schrijven en hoe ik heb gewerkt”

“Voor mezelf vind ik het belangrijk om te blijven spelen, die gekkigheid en de imperfectie op te zoeken, maar jezelf wel serieus te nemen. Die plaat gaat voor mij heel erg daarover: blijven experimenteren, blijven spelen, dingen op mijn manier oplossen. Mezelf ontdekken, voelen, openstaan. Bij deze plaat zijn het ook niet echt luchtige onderwerpen. Over mensen die er niet altijd helemaal bij horen, maar wel met een vrolijke ondertoon. Levenslustig, maar niet per se luchtig”, zeg ze. “Mijn nieuwe plaat voelt ook wel een beetje als een debuut. Dat heeft te maken met wat ik voelde tijdens het schrijven en hoe ik heb gewerkt. Die werkwijze was nieuw, het bouwen aan lagen in Logic, spelen met geluiden en zang. Ik had erg veel lol in m’n eentje in de studio. Het schrijven ging als vanzelf, het bouwen aan geluidjes, sampletjes maken, spelen met groove en de verschillende zanglagen. Het gaf me een soort onbevangenheid die ik in tijden niet zo had gevoeld. Een fris en energiek gevoel. Maken zonder na te denken, kwispelen, jezelf verrassen, durven, niet willen stoppen en vooral heel gedreven iets nieuws maken. Alsof het m’n eerste keer was.”