Feature

De anti-Honeybear: het ontwapenende verhaal achter Father John Misty’s God’s Favorite Customer


7 juni 2018

Hij had muzikale kompanen Elliott Smith en Jason Molina zichzelf van het leven zien beroven en ook van zijn nog levende kennissen is niet iedereen mentaal in de beste staat – en dus slaakt Damien Jurado een zucht als het gesprek dat wij onlangs met hem hadden, bij Josh Tillman uitkomt. “He’s still around – thank God.” Toen al emotioneel beladen woorden, maar enkele maanden verder zijn ze pas echt ontwapenend. Josh Tillman is er nog en heeft net zijn vierde album als Father John Misty uitgebracht, God’s Favorite Customer; afgaande op dat album had het echter heel anders kunnen lopen.

Al sinds zijn tienerjaren kampt Tillman met depressies. Het vorig jaar verschenen epos Pure Comedy schreef hij gedurende zo’n episode. Maandenlang sjokte hij in z’n badjas door het huis aan de Mississippi waar hij en zijn vrouw Emma net waren ingetrokken. Hij had zijn intensieve alcohol- en drugsgebruik in Los Angeles gelaten (zoals bezongen in Leaving LA) en deed nu weinig meer dan kruiswoordpuzzels maken en bij tijd en wijlen broodnuchter langs de bars en stripclubs van New Orleans wandelen – tot er heel (héél) langzaam weer muziek begon te klinken in zijn hoofd (waarover meer in deze longread van The New Yorker.)

Een paar jaar later, nog vóór de release van Pure Comedy, valt Tillman weer in een dal en misschien nog wel dieper dan eerst. Twee maanden lang sluit hij zich op in een kamer in het Bowery Hotel te New York. ‘A misadventure’ was het, een periode van zes weken waarin zowel de drugs als de woorden rijkelijk vloeiden maar z’n leven tegelijkertijd aan diggelen werd geblazen. Gedurende die donkere tijd betwijfelt en herziet Tillman zijn relatie met Emma, zijn eerdere werk en zelfs zijn eigen genialiteit, hetgeen culmineert in een plaat die misschien nog het best omschreven kan worden als de anti-Honeybear.

 

Zijn eigen Truman Show
Mr. Tillman’s Wild Ride noemde Tillman dit album afgelopen najaar en de provisionele tracklist bevatte toen nog songtitels als Ouch, I’m Drowning, Mr Tillman, Please Exit The Lobby en Dum Dum Blues, maar wie bij aanvang van God’s Favorite Customer nog de verwachting koestert dat dit weer een album vol façades, afleidingsmanoeuvres, woordspelletjes, intellectuele ongein en alter-ego’s zal zijn, ziet die illusie al snel als sneeuw voor de zon verdwijnen. Zelfs de montere leadsingle Mr Tillman (die dus een deel van z’n oorspronkelijke titel heeft behouden) valt al snel op z’n plek in een weinig rooskleurige puzzel. Een hallucinerende, verdwaasde meneer Tillman loopt door de lobby van het hotel waar hij al weken verblijft, waant zich de hoofdrolspeler in zijn eigen Truman Show en treft onder meer een bezorgde Jason Isbell van The Drive-By Truckers. Diezelfde Isbell kon de in Mr Tillman bezongen ontmoeting onlangs in een interview beamen: “Ik denk dat iedereen zich zorgen had gemaakt als ze hem hadden gezien die dag. Hij zag er niet goed uit.”

 

Struisvogelvlees en slangenwijn
Veel meer mensen dan Isbell komt hij ook niet tegen, blijkt uit het beduidend droevigere The Palace. Zelfs de al dan niet fictieve ‘Jamie the PhD’, de studente die Tillman’s werk nakijkt en steeds een zak amfetamine mee levert, komt niet verder dan de receptie en ook het contact met z’n echtgenoot is beperkt tot sms’jes en voicemails. Dat beperkte contact bereikt een summum op Please Don’t Die als Tillman beseft hoe bezorgd Emma op dat moment moet zijn – met op het antwoordapparaat ‘One more cryptic message / Thinking that I might end it’. De bijgaande video toont hoe Tillman langzaam wegglijdt uit zijn donkere hotelkamer en door de Dood zelf naar z’n graf wordt gevaren. We kunnen alleen maar gissen naar hoe dicht hij daadwerkelijk bij de dood gekomen is, maar zoals ook in de video lijkt Emma zijn reddende engel te zijn geweest.

Letterlijk. Lang geleden was Josh Tillman de favoriete klant van God, toen hij nog bij zijn ouders in een streng evangelische gemeenschap woonde in Rockville, Maryland, maar met zijn vertrek naar L.A. en het daaropvolgende zedeloze bestaan, lijkt de enige bovenaardse verschijning die hem nog verlossing kan bieden de vrouw te zijn met wie hij inmiddels vijf jaar getrouwd is. Op Chateau Lobby #4 (in C for Two Virgins) zong Tillman al eerder vol bewondering dat ze haar bread and butter eet al ware het struisvogelvlees en slangenwijn. De engelenmetafoor op de titeltrack maakt van die bewondering ontzag, alsof Tillman in het Bowery Hotel besefte dat hij volledig van Emma afhankelijk is – en haar daarmee eigenlijk onwaardig.

 

Wild liefdesleven
I Love You, Honeybear (2015) was net als God’s Favorite Customer een plaat over Tillman zelf: over een wild liefdesleven vol spijtige escapades dat compleet op z’n kop kwam te staan toen hij Emma Garr tegen het lijf liep op de parkeerplaats van de Laurel Canyon Country Store waar ook Jim Morrison ooit over zong in Love Street. Toen ze voor het eerst de nacht samen hadden doorgebracht liet Emma een briefje achter: ‘stay as long as you want’, en nooit meer is Tillman dat bed uitgestapt. Dat is althans wat hij zingt, want heel I Love You, Honeybear hangt van literaire vrijheden en romantische fantasieën aaneen en vergeleken met God’s Favorite Customer is het inderdaad een sprookje. Die overdrijvingen en filmscripts zijn nu de deur uit en met terugwerkende kracht lijkt Tillman zelfs een beetje spijt te hebben gekregen. ‘What would it sound like if you were the songwriter / and you did your living around me / Would you undress me repeatedly in public / to show how very noble and naked you can be?’, zingt hij op The Songwriter. Ging hij niet een stapje te ver soms, zoals toen hij op de titeltrack van I Love You, Honeybear zong over alle ‘mascara, blood, ash and cum / on the Rorschach sheets where we make love’…? Of, even later, hoe Emma voorovergebogen op een altaar leunt en ze de liefde bedrijven, terwijl de buren vol afschuw naar hun satanische daden kijken? Zelfs de verpakking stond destijds bol van de sprookjesachtige foto’s, inclusief dat ene briefje dat Emma die bewuste ochtend achterliet voor Josh. Het besef dat de werkelijkheid als gevolg van al dat verheerlijken en fictionaliseren soms fiks tegen kan vallen lijkt op God’s Favorite Customer ingedaald te zijn.

In een interview met GQ vertelde Emma (‘Father John Misty’s Honeybear’) jaren geleden al over het advies dat ze aan haar man had gegeven: “Hij begon z’n liefdesliedjes om te bouwen tot grootse, agressieve arrangementen, alsof hij zich achter die arrangementen probeerde te verstoppen om maar niet als sentimenteel te worden gezien. En ik zei tegen hem: daar hoef je toch niet bang voor te zijn?” Op Smoochie, één van de meest persoonlijke songs van Pure Comedy, vernoemd naar de koosnaampjes die de twee voor elkaar hebben, komt die invloed van Emma weer voorbij: ‘Concealment feeds the fear’, vertelt ze hem, oftewel: je hoeft je niet te verstoppen achter hevige arrangementen of een betere versie van jezelf. En dus is op God’s Favorite Customer alles anders.

 

Fotogenieke romances
Op God’s Favorite Customer is de liefde een vieze man in een volle bus, een gekapseisde olietanker, een karkas dat al dagen in de zon ligt. ‘Like a constant twitching in my eye / this love of ours will never die’, zingt Tillman op Disappointing Diamonds Are the Rarest of Them All, een metakritiek op de talloze liefdesliedjes die hij eerder schreef. Er zijn er al zo veel over perfecte, fotogenieke romances, maar waarom schrijft niemand eens iets moois over hoe lelijk een relatie soms kan zijn? Op Just Dumb Enough to Try gaat Tillman nog een stap verder: hij kent duizenden woorden en weet hoe hij ze moet gebruiken, hij weet hoe hij mensen kan ontroeren en hij weet hoe hij met een vrouwenlichaam om moet gaan, maar van de liefde weet hij níéts.

En dat is misschien wel het meest hartverscheurende aan dit album: de man die zijn succes verwierf als Amerika’s grootste romanticus; als de intellectuele opperchansonnier van het liefdeslied die vooral zichzelf op een voetstuk had staan – die man lijkt gedurende een donkere periode met hoogtevrees op de rand van z’n eigen voetstuk te wankelen. Maar Josh Tillman is niet gevallen en in de teksten en vooral in de arrangementen die in de daaropvolgende periode werden opgenomen (met o.a. Jonathan Rado, Jonathan Wilson, Natalie Mering en Mark Ronson) schittert hoop en nog altijd heel veel liefde. Het zal dus tranen met tuiten regenen op Best Kept Secret en later dit jaar in Paradiso en Effenaar, maar oh, wat zal het mooi zijn.