Feature

COLUMN: Muziek zonder helden


3 juni 2016

Iggy Pop, 69. Keith Richards, 72. Jimmy Page, 72. Paul McCartney, 73. Brian Wilson, 73. Aretha Franklin, 74. Bob Dylan, 75. Jerry Lee Lewis, 80. Ennio Morricone, 87. Chuck Berry, 89.

Sla dit blad over tien jaar nog eens open. Een groot deel van bovenstaande namen zal waarschijnlijk niet meer tot het rijk der levenden behoren en god only knows wie ons dan nog meer zijn ontvallen. Immers: de dood van Prince (57) en David Bowie (69): wie zag dat aankomen?

Langzaam sterven ze uit – de dinosaurussen van de twintigste eeuw; zij die popmuziek maakten tot wat het nu is. In de laatste anderhalf jaar ontvielen niet alleen Prince en Bowie ons, maar ook “The King Of The Blues” B.B. King, heavy metal-held Lemmy Kilmister, Big Bank ‘Sugarhill’ Hank, de vijfde Beatle George Martin en discopionier Barry White.  Ze zijn onsterfelijk en tegelijkertijd lijken onze helden steevast veel te vroeg het leven te laten. Rock-‘n-roll eist steeds vaker zijn tol, maar de lijst met potentiële plaatsvervangers is kort.

Ooit kon één individu of één band de betekenis van muziek voorgoed veranderen of op z’n minst een royale opdonder geven. Love Me Do en Please Please Me waren voor de fab four voldoende om massale hysterie in Engeland en omstreken te ontketenen. Ze vormden voor duizenden tieners de aanleiding om hun haar te laten groeien en al hun zakgeld aan een gitaar te besteden. Eenzelfde uitwerking hadden de optredens van de Ramones in het Londense Roundhouse en het Roxy Theatre te Los Angeles in de zomer van 1976. Gitaarmuziek was nooit meer hetzelfde.

Individuen of bands die de betekenis van muziek voorgoed veranderen of op z’n minst een royale opdonder geven zijn anno 2016 een schaarste. Natuurlijk, Kanye West brengt momenteel veel teweeg met de eclectische egotrip-in-progress The Life Of Pablo, een album dat nooit af lijkt te zijn. Ook indrukwekkend: Beyoncé’s feministische tour de force Lemonade die genretechnisch zweeft tussen R&B, soul, country, hardrock, blues, trap, funk, gospel en hiphop. Beide albums zijn echter hyperactueel, hyperpersoonlijk en bovenal zodanig larger than life dat ze nauwelijks een nieuwe schare artiesten zullen inspireren en vooral ontzag en bewondering oproepen. Kanye en Queen B zijn geen Elvis. 2016 heeft geen Elvis. 2016 heeft geen Beatles, geen Beach Boys, geen Bob Marley, geen Ramones, geen Pink Floyd, geen Kinks, geen Nirvana, geen Kraftwerk, geen Sex Pistols en geen David Bowie. 2016 heeft geen pioniers, geen helden en geen revolutionairen.

Maar ook al hebben we geen pioniers, helden en revolutionairen meer in de muziek, de muziek als collectief zegeviert. Geen pionier, geen held en geen revolutionair had namelijk zoveel artiesten kunnen inspireren als Het Internet. Dankzij internetwinkels en streamingdiensten is geen release onbereikbaar of onvindbaar – zij het de demo van een zeventienjarige amateurrapper uit Kaapstad of een bootleg uit de jonge jaren van Bob Dylan – en dus is het verleden net zo zeer het heden als het nu. Met álle muziek óóit gemaakt op gelijke (muisklik)afstand vervagen langzaam de grenzen tussen genres, scenes en stijlen. Dat disco, funk en psychedelische rock uitermate goed samengaan in een lofi-jasje bewees Unknown Mortal Orchestra met Multi-Love. Dat raga rock, krautrock, garagerock, punkrock en metal probleemloos samengesmolten kunnen worden tot een psychedelisch meesterwerk bewijst Nonagon Infinity, de nieuwste plaat van King Gizzard & The Lizard Wizard. En dat proto-punk, glam en mod elkaar perfect kunnen aanvullen blijkt wel op Telegram’s langverwachte debuut Operator.

Hoewel de meest vooraanstaande leden van de vroeger-was-alles-beterclub altijd hun kritiek paraat zullen hebben, is het lastig om niet te vallen voor artiesten als Jacco Gardner, Marlon Williams en Allah-Las. Hun muziek klinkt voor de oude garde vooral bekend en nostalgisch in de oren. Voor de nieuwe generatie is het een toegangspoort naar de droomwereld van een vervlogen decennium.

Het heden en het verleden lopen dwars door elkaar. Klanken van vervlogen tijden vinden een eerbiedig nieuw bestaan, in oude glorie of in nieuwe stijl. Schimmen uit het verleden hervinden hun krachten te midden van een nieuwe(re) lichting muzikanten (Sparks + Franz Ferdinand, Iggy Pop + Queens Of The Stone Age) en hervinden hun succes te midden van een nieuwe generatie luisteraars. Een band uit Tokyo is tegenwoordig net zo dichtbij als een band uit Roelofarendsveen en als je dan nóg stuit op een gapend gat in je playlist – dan zijn er altijd nog zestig formidabele jaren popgeschiedenis om te ontdekken.